Door: Eric Bor

De drukkerij aan de Geelvinckstraat was heel klein. Als je niet wist dat hij er was, liep je hem zo voorbij. Alleen op dinsdag en vrijdag in de vroege avond was hij zichtbaar door de talrijke fietsen van de krantenbezorgers die in het steegje voor de drukkerij stonden. Ieder wachtte op zijn portie exemplaren van het Nieuwsblad voor Castricum, die bij de abonnees in de bussen moesten worden gestopt. Elke bezorger had een in plastic gevat lijstje met de straten en huisnummers die zijn wijk vormden. Soms moest daar op gezag van Jan Boesenkool op het laatste moment nog een nummer bij of af.