
Oorlogsdagboek van de kapelaans te Castricum / auctores F. Holthuizen, F. Verheul, J. van der Zalm ; redactie en transcriptie Peter Levi, Marja Lute-Stet, Arnold van Gemert. – Castricum : Stichting Werkgroep Oud-Castricum, 2020 (Schoorl : Pirola). – 240 pagina’s : illustraties ; 24 cm. – ISBN 978-90-6455-901-3
De drie kapelaans die in 1942 verbonden waren aan de St. Pancratiusparochie hebben destijds een dagboek bijgehouden. Het loopt door tot en met de capitulatie van Japan in augustus 1945 en is nu als boek uitgegeven door de Stichting Oud-Castricum.
Een kapelaan is een geestelijke in de rooms-katholieke kerk, die functioneert onder een pastoor. Gedurende de Tweede Wereldoorlog was bijna iedereen in Castricum katholiek. Het moet in de loop van februari 1942 geweest zijn, dat de drie kapelaans besloten om samen een dagboek bij te gaan houden. Ze deden dat voor henzelf, maar ook voor anderen die later zouden kunnen lezen wat zij in die benarde tijd gedacht en gevoeld hebben. Ze vertelden pastoor Goes niets over het dagboek. De oorlog zou vanaf dat moment nog meer dan drie jaar duren.
Voor de kapelaans was er in februari 1942 iets beslissend veranderd. In de verzuilde wereld van Nederland met zijn absolute scheiding van katholiek en protestant in alle geledingen had een afvaardiging van alle christelijke kerken bij het Duitse bestuur geprotesteerd tegen de schending van gerechtigheid, barmhartigheid en vrijheid van geloof. De goede verstaander, en daar hoorden de Duitsers bij, begreep dat hier geprotesteerd werd tegen de Jodenvervolging. Dat moet voor de drie kapelaans betekend hebben: tegen een verenigd christelijk Nederland zijn de Duitsers niet opgewassen. Dit moest het einde van de oorlog nabij brengen.
Evacuaties
De kapelaans Holthuizen, Verheul en Van der Zalm gaven in hun dagboek hun beeld van de oorlog in Castricum met steeds terugkerende evacuaties en gedwongen evacuaties van meer dan de helft van de bevolking. Ook de afbraak van woningen, straten, een hele buurt; allerlei pogingen om arbeidskrachten voor de Duitse industrie te vinden, het inleveren van radio’s, het vorderen van fietsen en het meest wezenlijke: de verloren vrijheid, in ruil waarvoor ze angst en onzekerheid en een steeds groter isolement kregen.
Angst
Ze schreven ook over de oorlog in de rest van Nederland, Europa en de rest van de wereld. In Nederland lag de nadruk op razzia’s en tewerkstelling in Duitsland, verzet en sabotage, represailles; en steeds meer de honger en kou in de grote steden en de voedseltochten naar het platteland. Na de oorlog maakte de goede hoop van het begin plaats voor onzekerheid. De Nederlanders hadden hun handen vol aan een nieuwe last: de vele honderden NSB’ers en andere gedetineerden die in Duin en Bosch waren opgesloten, waar de omstandigheden niet goed waren. Ongerustheid en angst overheerste, want een nieuwe oorlog dreigde, nu met de Sovjet-Unie.
Voorwoord
Het boek beslaat ruim 240 pagina’s en heeft een voorwoord van burgemeester Toon Mans.
Klik hier om naar het overzicht van alle publicaties in onze winkel te gaan.