
Menigeen betreurt dat het markante gebouw van de Rustende Jager in 1976 verdwenen is. In de vorige eeuw waren er echter mensen die dat nieuwe gebouw uit 1911 met zijn voorgevel naar de zijkant maar niks vonden, zij prefereerden het vorige gebouw.
In het verhaal Insula Dei van Nescio (1882-1961) mijmeren twee heertjes over wat er allemaal veranderd is sinds het gezegende jaar 1904: āJe denkt, ze breken je wereld af. Eerst merk je āt nauwelijks en je weet niet wat er gebeurt. Wat je moeizaam hebt veroverd verdwijnt of verandert onherkenbaar. Ze vragen nix, ze doen maar. Wegen en waters, bruggen, huizen, dorpen en steden. Menschen ook. Na twintig jaar kwam ik in Castricum en kon āDe rustende jagerā eerst niet meer vinden, zoo raar stonti er tusschen.ā (Uit: Nescio, Boven het dal, Amsterdam 1961, p.80).
Eric Bor maakte ons attent op de vermelding van Castricum in het verhaal van Nescio. Nescio is het pseudoniem van de Nederlandse schrijver Jan Hendrik Frederik Grƶnloh. Het citaat over Castricum komt uit zijn verhalenbundel āBoven het dalā. De titel van het verhaal āInsula Deiā betekent letterlijk āGods Eilandā.
