1 maart 2021

Cor Heeck – kunstschilder (Jaarboek 20 1997 pg 47-49)

Niets uit deze publicatie mag worden overgenomen zonder toestemming van de Stichting Werkgroep Oud-Castricum.


Jaarboek 20, pagina 47

Wie was … Cor Heeck

Zelfportret Cor Heeck (1910-1992).
Zelfportret Cor Heeck (1910-1992). Collectie Oud-Castricum. Toegevoegd.

Portret van een schilder

Wie – nog niet zo veel jaren geleden – eens langs de Bakkummer Stetweg ging en zijn blik even liet dwalen langs de ‘oneven’ zijde van de straat, zou op nummer 27 half in de erker een schildersezel niet zijn ontgaan. Hij zou bij tijd en wijle daarachter een kunstschilder bezig hebben kunnen zien en misschien een glimp hebben opgevangen van de vele boeken, schilderijen, etsen en aquarellen, die hem omringden, waartussen hij zijn beroep uitoefende, de bewoner van dat pand. Zijn naam? Voor Castricum en Bakkum, voor de regio, voor Noord-Holland een begrip: Cor Heeck. Over hem schreef ik dit artikel.

Cor Heeck, onafscheidelijk van zijn sigaar.
Cor Heeck, onafscheidelijk van zijn sigaar.

Johannes Cornelis Heeck – 31 mei 1910 in Amsterdam geboren – doorliep in de hoofdstad Amsterdam ‘met vrucht’, zoals men dat vroeger graag noemde, de lagere school en moet in zijn jeugdjaren welhaast een meer dan gewone tekenleerling zijn geweest, die toegelaten werd tot de Rijksacademie voor de Beeldende Kunst, waar de professoren Jurres en Wolter belangrijke leermeesters voor hem werden. Hij maakte zich – gesteund door zijn talent – de technieken van het tekenen, het olieverf schilderen, het etsen en aquarelleren eigen en bestudeerde de grote impressionisten en expressionisten en de schilders van zijn eigen tijd.

Nederlands hervormde kerk (dorpskerk), gezien vanaf de Overtoom in Castricum, 1948.
Nederlands hervormde kerk (dorpskerk), gezien vanaf de Overtoom in Castricum, 1948. Schilder: Cor Heeck. Foto Jacques Schermer. Toegevoegd.

Na zijn eindexamen op eigen benen staande, ging hij zich verder bekwamen in het beroep van kunstschilder, dat zeker voor een beginneling, ook in die tijd nou direct niet zo veel perspectief bood. Hij las veel over de schilderkunst van klassiek tot modern, zoals die zich in de loop der eeuwen had ontwikkeld en zich nog voortdurend bleef ontwikkelen en trachtte de stijlen van die tijd in praktijk te brengen. Daarnaast verdiepte hij zich in de wijsbegeerte en de psychologie met behulp van de vele boeken, die hij bezat en die een mateloze belangstelling hij hem hadden gewekt. Zij maakten hem tot wat hij was: een man met begrip voor de medemens, een karaktereigenschap, die hem in de loop der jaren tot een gezien en gewaardeerd docent maakte hij de vele leerlingen die hij onder zijn hoede kreeg. Zijn artistieke loopbaan kreeg er een merkwaardige wending door.

Strandtent Zeezicht van Thijs Bakker.
Strandtent Zeezicht van Thijs Bakker. Strand Castricum aan Zee, 1951. Schilder: Cor Heeck. Foto Jacques Schermer. Toegevoegd.

Tot het begin van de jaren (negentien) zestig schilderde hij veel buiten in de natuur. Zijn latere werk ontstond meestal thuis in zijn atelier/huiskamer. Het omvatte landschappen, portretten en stillevens (vaak met bloemen).

Woning van de familie Heeck aan de Kramersweg.Op de achterzijde van het doek staat het motto: Bezinning door arbeid. Aan de overzijde van de spoorlijn is de Mient zichtbaar. Schilder: Cor Heeck. Foto Jacques Schermer. Toegevoegd.

Het vangen van het ‘mysterieuze licht’ was voor hem het doel. Hij maakte een tweetal studiereizen. In 1957 ging hij in opdracht naar Luxemburg, in 1964 met een buitengewone toelage van het toenmalige ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen naar Italië. Op latere leeftijd mocht hij van W.V.C. (red: Ministerie van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur) een eregeld ontvangen wegens zijn persoonlijke verdiensten voor de cultuur in Nederland. Uiteraard exposeerde hij veel. Een greep daaruit: Alkmaar (‘De Vest), Amsterdam (‘Arti et Amicitiae’), Assen, Castricum, Egmond aan den Hoef, Heiloo, Zaandijk, Groningen, Zaandam. Zijn werk trok veel belangstelling.


Jaarboek 20, pagina 48

 De woning van de familie Heeck aan de Kramersweg (tegenover het huidige - anno 1997 - restaurant 'De Heerlykhyd').
De woning van de familie Heeck aan de Kramersweg (tegenover het huidige – anno 1997 – restaurant ‘De Heerlykhyd’).

Van Amsterdam naar Castricum

Wat voerde Cor Heeck naar ons dorp, waar hij het grootste deel van zijn leven doorbracht? Wel, in de late jaren (negentien) dertig verhuisden zijn ouders, die in de Amsterdamse Bestevaerstraat een boekhandel annex uitleenbibliotheek dreven, naar Castricum. Een andere Amsterdamse familie – Witte – ruilde ook de drukke hoofdstad voor de rust van het duindorp.

Familie Heeck.
Familie Heeck. Kramersweg 1 in Castricum, eind jaren 1930-1943. Van links naar rechts moeder Elisabeth Heeck, vader Cor Heeck, meisje, zoon Cor Heeck junior (1910-1992). Cor junior is bekend geworden als kunstschilder. Collectie Stuifbergen. Toegevoegd.

Vonden de Heecks een woning aan de Kramersweg, de familie Witte betrok in de Burgemeester Mooijstraat het pand waar tegenwoordig (anno 1997)  café ‘De Stiefel’ is gevestigd, maar verhuisde later naar de Kramersweg en werd de naaste buurman van de familie Heeck. Zij keken over de spoorlijn uit op het aan de Mient gelegen café-restaurant Kornman, dat we nu (anno 1997) kennen als restaurant ‘De Heerlykhyd’.

Cor Heeck en zijn vrouw Kitty Witte.
Cor Heeck en zijn vrouw Kitty Witte.

Het was in die jaren dat de vriendschap van Cor Heeck en zijn buurmeisje Kitty Witte niet vluchtig bleek, en uitmondde in een huwelijk dat in 1937 in Amsterdam werd voltrokken. Het jonge stel vestigde zich in de Jan Evertsenstraat in Amsterdam, waar in 1938 hun eerste zoon Roeland het levenslicht zag.

Voorbeeld van een aquarel van Cor Heeck van zijn zoon Roeland uit 1972.
Voorbeeld van een aquarel van Cor Heeck van zijn zoon Roeland uit 1972.

De oorlog kwam en het gezinnetje verhuisde naar Castricum. Ze betrokken de bovenverdieping van het pand in de Burgemeester Mooijstraat waar na de oorlog onder meer het bedrijf van Radio Molenaar/Kaal was gevestigd. Toen in 1942 de evacuatie kwam en op Duits bevel ruim tweehonderd woningen werden gesloopt, verhuisden de ouders van de Kramersweg respectievelijk naar Amsterdam en Heiloo, terwijl Cor en Kitty via Amersfoort ook naar Heiloo trokken. Na de oorlog keerden de drie gezinnen naar Castricum terug. De jongelui vestigden zich op de Stetweg 27, de respectievelijke ouders op Torenstraat 55 en Jan Hobergstraat 19. De oude heer Witte was hoofd van de schoenmakerij van Duin en Bosch.

Paard met Dorpskerk en zicht op Overtoom in Castricum. Gezien vanaf waar nu Jan Hobergstraat-Verlegde Overtoom is. Schilder: Cor Heeck. Foto Jacques Schermer. Toegevoegd.

Aan de Stetweg werd in 1948 de tweede zoon Kier geboren. Hij woont nog steeds in ons dorp in de Pernéstraat. In de loop van de na-oorlogse jaren overleden de oude echtparen Heeck en Witte.

Zicht op Castricum vanaf de Ruiterweg, 1946.
Zicht op Castricum vanaf de Ruiterweg, 1946. Schilder: Cor Heeck. Foto Jacques Schermer. Toegevoegd.

De Stetweg

Cor en Kitty Heeck hadden hun bestemming op de Stetweg gevonden en zouden er vele, vele jaren blijven wonen. Van daaruit kreeg Cor Heeck niet alleen zijn regionale en landelijke bekendheid als schilder, maar werd hij ook in ons dorp een bekende en geziene figuur. Vooral als bekwaam en geduldig leermeester van honderden leerlingen van diverse teken- en schilderclubs wees hij de weg aan vele amateurs.

Meine Krist (81) is één van hen en gaf een goede typering van Cor Heeck als leider van de plaatselijke club ‘Perspectief‘: “Hij had een bijzonder gevoel voor humor en een haast eindeloos geduld. Hij liet je je eigen gang gaan, gaf raad en corrigeerde, probeerde je niet zijn eigen stijl op te dringen, maar stimuleerde jouw aanleg en inbreng en dat waardeerde ik buitengewoon. Ik kwam vaak bij hem thuis op de Stetweg, waar hij eigenlijk geen apart atelier had, maar het voorste deel van de benedenwoning tot werkruimte had verheven. Daar stond zijn ezel en werkte hij te midden van zijn honderden boeken en zijn tekeningen en aquarellen in mappen langs de wand en zijn gereedschap onder handbereik op een tafel. Op de zolder stonden zijn olieverven. Het was een aardige man van wie ik heel veel heb geleerd en ik niet alleen, nee bepaald niet.” Meine Krist had al eens een expositie in het sociaal-cultureel centrum ‘De Clinghe’ op Duin en Bosch.

Heeck met Lida Tulp en burgemeester Van Boxtel.
Heeck met Lide Tulp en burgemeester Van Boxtel.

Een andere Perspectief-veteraan, Cees Bakker uit de Geelvinckstraat, bewaart ook de beste herinneringen aan zijn vroegere leermeester: “Cor Heeck was een bevlogen man, altijd betrokken en behulpzaam en vol begrip. Hij had in zijn benadering vaak iets wijsgerigs, wat hem bij zijn leerlingen zo sympathiek maakte. Ik heb van hem heel wat opgestoken waarvan ik nu als amateurschilder de vruchten mag plukken. Ik ben daar blij mee.” Cees Bakker exposeerde in het gemeentehuis, in de openbare bibliotheek en in De Clinghe.


Jaarboek 20, pagina 48

Cor Heeck in discussie met Jaap van der Poll bij Perspectief.
Cor Heeck in discussie met Jaap van der Poll bij Perspectief. Toen Cor Heeck eens werd gevraagd naar een omschrijving van zijn eigen werk zei hij ooit na lang nadenken: “Het is net boerenkool met worst; je kan er niet over praten, je moet het proeven.” Collectie Oud-Castricum. Toegevoegd.

Zijn clubs

De Castricumse schilder- en tekenclub ‘Perspectief’ lag hem heel na aan het hart en zijn zelfportret, hoog aan de zuidmuur van de oude school aan de Van Oldenbarneveltweg, al weer een aantal jaren het domein van Perspectief, houdt bij de leden van die club, die er hun hobby bedrijven, de herinnering aan de oude leermeester levendig.

Examenfoto op Duin en Bosch 2e en 3e van rechts Kees Bakker en Coosje Wacht.
Examenfoto op Duin en Bosch 2e en 3e van rechts Kees Bakker en Coosje Wacht. Bakkum 1954. Tot 1967 was er een kleine groep amateurschilders in Castricum die wekelijks naar Heiloo ging om daar bij de vereniging Tintoretto onder leiding van Cor Heeck en Jaap Dekker te werken. Het idee ontstond om voor Cor en Jaap en de Castricumse cursisten een eigen vereniging op te richten. Kees stond mede aan de wieg van de amateurkunstenaarsvereniging ‘Ateliers voor Beeldende Vorming’, waarvoor zijn vrouw Coosje de naam ‘Perspectief’bedacht. Collectie Oud-Castricum. Toegevoegd.

Overigens was Perspectief niet de enige club, o nee, in de oorlogsjaren had hij samen met de huisschilder Jan Dekker in Heiloo de club ‘Tintoretto’ opgericht (genoemd naar de grote Italiaanse schilder uit de Renaissance). Hij gaf les bij een club in Zaandam en leidde in Beverwijk een groep amateurs rond de predikantsvrouw Vis. In Amsterdam bezocht hij een club, gericht op schilderen naar model. “Wij spraken als jongens spottend over ‘vaders blote billenclub”, aldus zijn zoon Kier, die met warmte over zijn ouders vertelt: “Mijn vader en moeder hadden in onderling overleg in het huis aan de Stetweg de taken verdeeld. Ieder had zijn eigen terrein afgebakend. Vader had weinig of geen belangstelling voor geld en financiële zaken, dat vond hij gewoon niet zo interessant. Moeder ging over het geld, de uitgaven en de huishouding. Haar domein was de woonkamer achter in het huis. Vader had zijn werk in het voorste deel. Het gezinsinkomen was maar al te vaak laag en toen pa zijn eerste AOW kreeg juichte hij: Zie je nou wel, nou word ik rijk.” Het was Cor Heeck ten voeten uit.

De Markt, 1951.
De Markt, 1951. Schilder: Cor Heeck. Foto Jacques Schermer. Toegevoegd.

Naast zijn clubs was hij ruim veertig jaar verbonden aan de Alkmaarse uitgeverij ‘Arti’ en haar fraaie tijdschrift ‘Palet en Tekenstift’ waarvoor hij menig artikel schreef. Hij corrigeerde het werk van een schriftelijke tekencursus van dat blad en jureerde samen met Jessica Keppel bij prijsvragen van dat tijdschrift. Hij schreef een boek over karikaturen en verzorgde illustraties voor de VPRO-gids, ja wat deed hij niet. Tot op hoge leeftijd was hij bezig, de bescheiden man, in zijn Bakkum een nauwelijks weg te denken verschijning met zijn karakteristieke alpino op het hoofd, een schetsboek onder de arm en zijn onafscheidelijke sigaar tussen de lippen, de bewoner van Stetweg 27 en de geduldige leermeester van vele amateurs, de voorbereider en gids voor hen, die van de beeldende kunst hun beroep maakten.

Schulpstet in Bakkum, 1946.
Schulpstet in Bakkum, 1946. Schilder: Cor Heeck. Foto Jacques Schermer. Toegevoegd.

Eén van hen was onze oud-plaatsgenoot Joggem de Graaf, zoon van Cor en Annie de Graaf (Elektronica uit de Torenstraat). Uit de Franse Ardèche, waar hij zich na een docentschap aan de Groninger Kunstacademie Minerva om gezondheidsredenen ging vestigen, laat ik hem even aan het woord: “Bij de familie Rommerts werd ik geconfronteerd met het werk van Cor Heeck. Zij kochten dingen van hem aan en hadden regelmatig wisselwerk in bruikleen. Het contact met Cor ontstond toen ik definitief besloot geen muzikant, maar kunstschilder te worden en ondanks zijn bedenkingen dat het leven van artiest economisch gezien so-wie-so niet bepaald aantrekkelijk was – hij sprak uit eigen ervaring – ben ik toegelaten tot de academie in Groningen. Hij was een goed en bevlogen docent. Hij was blij als ‘zijn jongens’ de ’techniek’ ingingen en een echt vak leerden en wat mij betreft had hij gelijk: het is het mooiste vak ter wereld en je kunt er heel oud mee worden. Ik financierde mijn studie aan de Rijksacademie met werken op Duin en Bosch, in de Jellinek-kliniek en in de horeca. In die periode was Cor Heeck een inspiratiebron, een steun en een praatpaal, maar in feite ben ik nooit leerling van hem geweest. In de tijd dat ik in Hoorn woonde en bevriend was met zijn zoon Roeland, die in Schellinkhout een pastorie verbouwde, kwam ik ‘opa’ Heeck weer wat vaker tegen”.

Heeck met burgemeester Bruinsma van Beverwijk bij het door Heeck vervaardigde schilderij.
Heeck met burgemeester Bruinsma van Beverwijk bij het door Heeck vervaardigde schilderij.

Zo wees Johannes Cornelis Heeck de weg aan talloze amateurs, die plezier en voldoening beleefden aan hun hobby en was hij een steun en stimulator voor hen, die zich na zijn onderricht zijn ‘collega’s’ mochten noemen.

In 1992 overleed hij bijna 81 jaar oud, in het Verzorgingshuis ‘De Santmark’. Zijn vrouw Kitty stierf er in hetzelfde jaar.
Castricum verloor twee heel bijzondere inwoners op wier graf op ‘Onderlangs‘ sinds kort een bescheiden, maar sierlijk gedenkteken staat, door de jongste zoon Kier ontworpen en vervaardigd.
Bij zijn dood schreef Jessica Keppel in ‘Palet en Tekenstift’ van september/oktober 1992 een mooi artikel, waaruit het volgende: “Daarbij trok hij meer dan eens de volgende conclusie: Mensen zijn uiterst boeiende wezens. In hun werk zie ik hoe ze de wereld zien en verbeelden. Door het kijken kan ik ook meer over mijzelf leren.”

Woonhuis met bollenschuur en lage kassen, zogenaamde ruiters aan de Kramersweg 1 in Castricum, 1937.
Woonhuis met bollenschuur en lage kassen, zogenaamde ruiters aan de Kramersweg 1 in Castricum, 1937. De Papenberg op achtergrond. Heeck heeft geschilderd vanuit het raam van zijn ouderlijk huis. De woning met de gele rand is van Manus Zomerdijk en Aaltje Brakenhoff. Het schilderij is door Harry Beentjes gevonden bij het grofvuil en geschonken aan de ouders van Piet Zomerdijk bij hun 50-jarig huwelijk. De Locatie is ongeveer de plaats waar nu (in 2017) Siem Groentjes woont. Schilder: Cor Heeck. Foto Jacques Schermer. Toegevoegd.

Heeck leefde bij zijn werk, kon er de hele dag naar kijken en aan doorwerken. Besteedde veel tijd aan een schilderij of aquarel en was niet snel tevreden met een vluchtig resultaat. Meest kenmerkend voor zijn werk was het streven naar perfectionisme van de techniek, de juiste sfeer en het licht in de compositie te vereeuwigen. Hij hield van goede gesprekken en felle discussies en kon met veel aandacht luisteren. Vaak had hij het over zijn broer, geen echte broer, maar ‘zijn andere ik’.

Boerderij Twisk met rode dak aan de Heereweg 77 in Bakkum, 1968.
Boerderij Twisk met rode dak aan de Heereweg 77 in Bakkum, 1968. Het blauwe dak was de veeboerderij. Vooraan staan aardbeibedden van Zonneveld. Schilder: Cor Heeck. Foto Jacques Schermer. Toegevoegd.

Typerend waren zijn inwendige discussies daarmee, waarbij hij verscheidene kanten van een probleem tegen elkaar afwoog. Hij zei dan hardop; “Ik wil dat nu wel zo, maar mijn inwendige broer zegt: nee Keessie, dat moet je anders zien.”

Jaap Glastra

Schelpenkar met schelpenvisser. Op de achtergrond een zeilschip. Strand Castricum, 1972. Schilder: Cor Heeck. Foto Jacques Schermer. Toegevoegd.

Bronvermelding:

  • Tijdschrift ‘Palet en Tekenstift’.
  • Gesprekken met Kier Heeck (Pernéstraat 43), Meine Krist (Santmark 807), Cees Bakker (Geelvinckstraat 23) en Joggem de Graaf (Frankrijk).
  • Foto’s Roeland Heeck (Amsterdam).

20 januari 2021

De symboliek van het kunstwerk Terra Sigillata

Door: Eric Bor

Bij de kruising van de Laan van Albert’s Hoeve en de Molendijk staat het kunstwerk ‘Terra Sigillata”. Het is in 1999 gemaakt door de Amsterdamse kunstenaar Nicolaas L.M. Dings (Tegelen 1953) in brons en terrazzo (gepolijst mengsel van gedroogde klei met korrels van natuursteen). Het is een kunstzinnige herinnering aan de archeologische vondsten uit de Oosterbuurtopgraving. De opgraving vond plaats in 1995-1996 op een veld genaamd de Teling. Er zijn gedeelten van zeer goed geconserveerde nederzettingen uit de Romeinse, Merovingische en Karolingische tijd alsmede een grafveld uit de Romeinse tijd gevonden.

8 december 2020

Portegies, Sijf – schilder (Jaarboek 14 1991 pg 24-28)

Niets uit deze publicatie mag worden overgenomen zonder toestemming van de Stichting Werkgroep Oud-Castricum.


Jaarboek 14, pagina 24

Wie was … Sijf Portegies

Links de wederopstanding van Sijf Portegies.
Links de wederopstanding van Sijf Portegies en rechts Rino Zonneveld. Een van de activiteiten van het jubileum was een tentoonstelling van werken van Castricumse kunstenaars. Initiatiefnemer Rino Zonneveld heeft samen met enkele anderen geïnventariseerd welke schilderijen, prenten, aquarellen enzovoorts van dorpsgezichten van Castricum en Bakkum nog ergens aan muren hingen of op zolders lagen. Uiteindelijk werden er 450 werken uitgekozen en daarvan werden 225 schilderijen en tekeningen tentoongesteld in de Galerie Streetscape aan de Dorpsstraat 7 in Castricum. De niet geÎxposeerde werken konden toch gezien worden in een slideshow met foto’s van Jacques Schermer. De tentoonstelling was van half mei tot half juli 2017 te bezichtigen en trok eveneens meer dan 1.200 bezoekers. Collectie Oud-Castricum. Toegevoegd.

Er zijn heel wat huiskamers in Castricum waar een tekening of een schilderstukje hangt van een vroegere woning of boerderij. Het zijn unieke werkjes die een bijzondere plaats innemen, omdat het vaak de enige afbeeldingen zijn van een geliefd voorouderlijk bezit. Het is de verdienste van een sympathieke Castricumse huisschilder, dat er zoveel is vastgelegd uit een periode dat fotograferen nog niet zo ingeburgerd was als tegenwoordig het geval is.

Laantje op landgoed Duin en Bosch. Aquarel van Sijf Portegies. Foto Jacques Schermer. Toegevoegd.

Sijf Portegies zei wel eens gekscherend dat z’n werk pas na zijn dood echt gewaardeerd zou worden. Dat die woorden nog eens bewaarheid zouden worden, heeft hij nooit durven vermoeden. Zeker is wel dat het schilderen voor hem, naast zijn vele andere maatschappelijke activiteiten, een heel belangrijke hobby was en dat zijn beroep daarbij vergeleken voor hem niet meer was dan een broodwinning.

Pieter Portegies die zich in 1877 als huis- en rijtuigschilder in Castricum vestigde.
afb. 1 Pieter Portegies die zich in 1877 als huis- en rijtuigschilder in Castricum vestigde.

Sijfert Theodorus Portegies werd geboren op 22 april 1881. Hij was het derde kind en oudste zoon van de in totaal tien kinderen van Pieter Portegies en Maartje van der Velden. Pieter Portegies was in 1842 in Wognum geborens (afb. 1). Hij vestigde zich als huis- en rijtuigschilder in 1877 in Castricum. Op 7 februari 1878 trouwde hij met Maartje van der Velden dochter van bakker Dirk van der Velden.

Pieter Portegies had zijn woonhuis en werkplaats in de Burgemeester Mooystraat waar nu de drogisterij Portegies gevestigd is (afb. 2).

De binnenplaats van de lagere school bij het raadhuis in 1897. Links meester C.J. Bussen, hoofd der school.
De binnenplaats van de lagere school bij het raadhuis in 1897. Links meester C.J. Bussen, hoofd der school. Collectie Oud-Castricum. Toegevoegd.

Sijf volgde de lagere school in de Dorpsstraat, waarvan meester Bussen het hoofd was. Het leren ging hem makkelijk af en hij had er veel plezier in. Toen hij zes klassen had doorlopen moest hij bij zijn vader in de zaak. Het kostte hem moeite om zich daarin te schikken. Graag had hij willen doorleren. Zijn liefste wens was onderwijzer te worden, maar die kans kreeg hij niet. Werken voor de kost was de boodschap, ook al, omdat hij nu eenmaal de oudste zoon was en zijn vader in het bedrijf diende op te volgen. Hij was nog te jong om op de avondopleiding voor schilders te worden toegelaten. In de eerste twee winters na zijn schooljaren, wanneer in het schildersbedrijf meestal niet veel meer te doen is, mocht hij terug naar de school van meester Bussen om toch nog wat extra’s op te steken.
In 1896 begon hij met een avondcursus voor huisschilders in Alkmaar en daarmee was zijn schoolopleiding voltooid.

Sijf bleef lang vrijgezel. Hij was al een eind in de dertig toen hem op de schoorsteenmantel bij Piet Liefting in de Dorpsstraat een foto opviel van een meisje. Piet en zijn vrouw Bet waren zo vriendelijk deze dochter van kennissen uit Haarlem eens een weekendje uit te nodigen. Zo kwam het contact tot stand tussen Sijf en zijn toekomstige echtgenote. Op 5 juli 1917 trouwde hij in Haarlem met de toen 27-jarige Cornelia Maria Rustman. Zij kochten een woning die bijna naast het bedrijf stond, op de plaats waar tegenwoordig de Henri Schuytstraat op de Burgemeester Mooystraat uitmondt.

Woning en werkplaats van Pieter Portegies in de Burg. Mooystraat, toen nog Kramersweg geheten.
afb. 2 Woning en werkplaats van Pieter Portegies in de Burgemeester Mooystraat, toen nog Kramersweg geheten.

De ouders van Cornelia Rustman hadden een café in Haarlem en ze was dus veel drukte gewend. Ze vond het dan ook best prettig om iets om handen te hebben. Het jonge echtpaar besloot daarom het woonhuis gedeeltelijk tot winkel te verbouwen en met de verkoop van galanterieën te starten.


Jaarboek 14, pagina 25

Links het winkel-woonhuis van Sijf Portegies, dat later aan Piet Vader werd verkocht. Het pand moest plaats maken voor de aansluiting van de Henri Schuytstraat op de Burg. Mooystraat.
afb. 3 Links het winkel-woonhuis van Sijf Portegies, dat later aan Piet Vader werd verkocht. Het pand moest plaats maken voor de aansluiting van de Henri Schuytstraat op de Burgemeester Mooystraat.

Op de winkelpui stond met keurige letters geschilderd “Handel in klompen, porselein, glas en aardewerk” (afb.3).
Cornelia stond in de winkel en Sijf werkte samen met zijn broers Piet en Cor in het schildersbedrijf, dat zij langzamerhand van hun vader overnamen. In 1922 overleed op 79-jarige leeftijd vader Pieter Portegies.

Drogisterij Portegies aan de Burgemeester Mooijstraat 7 te Castricum in 1988. Collectie Oud-Castricum. Toegevoegd.

De samenwerking tussen de broers verliep bepaald niet vlekkeloos. Piet maakte zich los van het familiebedrijf en begon in een deel van de grote schildersloods een drogisterij. Hij legde daarmee de grondslag voor wat nu zelfs een drogisterijketen genoemd kan worden.

De winkel in galanterieën leverde niet het resultaat op dat ervan verwacht werd. Cornelia had moeite met het Castricumse taaltje. Als een klant haar bijvoorbeeld vroeg om een stikkebordje durfde ze niet te vragen wat daarmee bedoeld werd. Ze holde dan achterom naar haar schoonmoeder die voor de vertaling zorgde. Niet-Castricummers noemen een stikkebordje een ontbijtbordje.

De woning Dorpsstraat 20 waar het gezin Portegies zich in 1923 vestigde. Nu is het een café.
afb. 4 De woning Dorpsstraat 20 waar het gezin Portegies zich in 1923 vestigde. Nu is het een café.

Bovendien waren de inkoopprijzen, als gevolg van de 1e wereldoorlog vrij hoog, zodat de winkel niet rendabel was. Dit en de problemen tussen de broers waren voor Sijf en zijn echtgenote de aanleiding om de winkel aan de kant te doen en een eigen schildersbedrijf op te richten. Het pand in de Burgemeester Mooystraat werd verkocht aan Piet Vader, die er een winkel in kruidenierswaren begon. Sijf kocht de woning Dorpsstraat 20 en startte daar in juni 1923 als zelfstandige. In een houten schuur achter de woning werd de schilderswerkplaats ingericht (afb.4).

In augustus 1920 was inmiddels hun eerste kind geboren, dochter Maria Christina en in 1921 was daar, ook nog in de Burgemeester Mooystraat, zoon Cees bijgekomen. Daarop volgden in de Dorpsstraat nog één dochter en vier zoons. Sijf was een zachtaardige en goedmoedige vader. Zijn vrouw had in het huisgezin heel duidelijk de touwtjes in handen en gaf de kinderen een strenge opvoeding.

De schilderswerkplaats van Portegies, op deze plaats kwam de winkel van Portegies, een drogisterij.
De schilderswerkplaats van Portegies, op deze plaats kwam de winkel van Portegies, een drogisterij. Burgemeester Mooijstraat 7 en 9 te Castricum in 1911. Collectie Stuifbergen. Toegevoegd.

De werkweek liep van maandag tot en met zaterdag. De zaterdagmiddag werd besteed aan het opruimen van de werkplaats, waarbij een van de kinderen meestal assisteerde. Voor Sijf was het ook de middag waarop hij zich aan een van zijn bestuursfuncties kon wijden. De zondagochtend was voor de kerkgang. Op zondagmiddagen trok Sijf er vaak op uit om te tekenen of te schilderen. Hij fietste dan met een schilderskist, een ezel en een krukje naar omliggende plaatsen, zoals Akersloot, Uitgeest of Wijk aan Zee. Zijn kinderen vonden het prachtig om met hem mee te gaan. Zoals Co Portegies het uitdrukte: “Zo kwam je nog eens ergens”. Sijf Portegies, bepakt en bezakt met schildersbenodigdheden en ook nog een kind voorop de fiets, een achterop en een kind op een eigen fiets ernaast, was dan ook een vertrouwd beeld in die dagen.

Dit zou de Tweede Broekermolen kunnen zijn die in Uitgeest aan de Lagendijk staat.
Dit zou de Tweede Broekermolen kunnen zijn die in Uitgeest aan de Lagendijk staat. Aquarel van Sijf Portegies, 1939. Foto Jacques Schermer. Toegevoegd.

Hoogtepunten in het gezin waren verder de uitstapjes naar het strand. Voor die bijzondere gelegenheden kwam dan de grote taxi van Piet Eikel voor. Er ging een “tent” mee bestaande uit 4 stokken waar een laken aan werd gehangen. Op een afgesproken tijdstip stond Piet Eikel na afloop van de stranddag weer bovenaan de kluft om de familie op te halen. Op vakantie gaan was er verder niet bij. Alleen herinneren de kinderen zich nog dat vader en moeder soms wel eens een paar dagen logeerden bij kennissen in Sneek. Dat was nadat de bouwvakvakantie was ingevoerd. Ook dan vergat hij zijn schildersspullen niet mee te nemen.

Oorlogsjaren

De oorlogsjaren zijn niet ongemerkt aan het gezin Portegies voorbij gegaan. In februari 1943 werd het gezin gesommeerd Castricum te verlaten. Waarheen was de vraag. De familie in Haarlem bood uitkomst. Zij zorgden ervoor dat Sijf daar een huisje kon bemachtigen en hielpen hem aan werk.
Bij het huisje hoorde een klein schuurtje waar Sijf lang niet al zijn materiaal in kwijt kon. Bij een zwager in Haarlem-Noord werd de rest ondergebracht. Eind 1944 slaagde Sijf erin toestemming te krijgen om weer naar Castricum terug te keren. Zoals hij vertrokken was, zo keerde hij ook weer terug met al zijn spullen op een gehuurde wagen met een paard ervoor.
De oudste zoon Cees werd tewerkgesteld in Duitsland. Hij stierf in Russisische krijgsgevangenschap in februari of maart 1945. Pas na een jaar onzekerheid, kwam via Het Rode Kruis


Jaarboek 14, pagina 26

het bericht van zijn dood. Zijn lot heeft het gezin zeer aangegrepen. Sijf zag Cees als zijn opvolger in het bedrijf.

Schildersbedrijf

Sijf Portegies bezig met het schilderwerk van de voorgevel van café De Harmonie thans een chinees restaurant aan de Stationsweg.
afb. 5 Sijf Portegies bezig met het schilderwerk van de voorgevel van café De Harmonie thans een chinees restaurant aan de Stationsweg.

Onder de andere zoons bestond weinig belangstelling voor het schildersvak. Dat was misschien verklaarbaar vanwege het feit dat hij dit beroep ook zelf nauwelijks ambieerde. Dat nam niet weg dat het zijn eer te na was om slecht werk af te leveren. Een groot bedrijf heeft Sijf niet willen opbouwen. Meer dan één of twee knechten heeft hij nooit in dienst gehad.
Grote werken nam hij niet aan. Vrijwel tot het eind van zijn leven bleef Sijf werken (afb.5). Hij maakte in 1958 ongeveer een jaar voor zijn overlijden de invoering van de AOW nog mee. Dat een dergelijk voorrecht een blijvend karakter zou hebben kon hij absoluut niet geloven.

Toen hij op leeftijd was gekomen en zijn tempo natuurlijk wat lager kwam te liggen, sprak hij met zijn opdrachtgevers een vast bedrag af. Men moest er dan maar niet op letten hoe lang hij over een karwei deed.
Sijf was al ver in de zeventig toen hij van de woningbouwvereniging St. Joseph opdracht kreeg om de woningen in de verzetsheldenbuurt een opknapbeurt te geven.
Het feit dat hij ook bestuurslid was van de woningbouwvereniging heeft daar ongetwijfeld iets mee te maken gehad.

Het laantje van Kijk uit.
Het laantje van Kijk uit. Er staan totaal 11 van die mooie beuken. Schilderij van Sijf Portegies. Toegevoegd.

Hij zag het als een eer, dat hij jonkheer Gevers als klant had. Hij mocht het schilderwerk van diens huis in de duinen verzorgen. Eens werd hij daarbij geassisteerd door zoon Cees, die per ongeluk een pot verf omstootte.
De pot kwam door het open raam terecht op het bed van de jonker. Zeker is dat die het voorval lichter opnam dan Sijf zelf.

Een andere keer was jonkheer Gevers minder gemakkelijk. Vanaf zijn terrein merkte hij op, dat een knecht van Sijf, die zich onbespied waande, uitgebreid het interieur van de woning door de ramen bekeek. Daar stoorde de jonkheer zich zo aan dat hij Sijf te verstaan gaf dat deze knecht zich maar niet meer moest vertonen.

In de wintermaanden lag het werk van de huisschilders grotendeels stil. Er werd dan verf aangemaakt en ook stopverf, ladders werden onderhouden enzovoorts. Het onderhoud van kapwagens van de boeren was dan een gewilde opdracht.
Ook werd wel eens een lijkkist geschilderd, die om het snel drogen te bevorderen in de huiskamer voor de kachel werd gezet. In de werkplaats van Sijf was geen verwarming.

Hervormde kerk gezien vanuit de Overtoom in 1935.
Hervormde kerk gezien vanuit de Overtoom in 1935. Aquarel van Sijf Portegies. Toegevoegd.

Hij is ook een aantal winters onder de pannen geweest met het schilderen van de binnenkant van de Pancratiuskerk. Bij deze grote klus werd hij geassisteerd door Gerrit Dekker, zoon van een schilder uit Limmen. Die herinnert zich nog dat er planken over de banken werden gelegd, die vervolgens aangesjord werden. Daarop werden dan de grote schuifladders geplaatst, waarmee de schilders angstwekkende hoogten konden bereiken.

Nederlands hervormde kerk, gezien vanuit het zuid-oosten.
Nederlands hervormde kerk, gezien vanuit het zuid-oosten. Kerkpad 1 in Castricum. Aquarel van Sijf Portegies. Toegevoegd.

Bij bruiloften, begrafenissen of andere kerkelijke plechtigheden werd het materiaal opgeruimd en trokken de schilders zich terug op het koor. Daar zagen ze de legendarische organist en koorleider Piet Kuys aan het werk. “Die kon ook erg mooi zingen”, vertelt Gerrit Dekker, “maar bij een hoge noot in het Avé Maria wilde zijn gebit nog wel eens losschieten, iets waar de man zelf ook veel schik om had.” Co Portegies weet nog dat als er met pastoor Goes was afgerekend, vader thuiskwam met een sigarendoos met rijksdaalders.
Door Sijf Portegies zijn in de kerk ook muurschilderingen aangebracht, die in de loop der tijd weer zijn verdwenen.

Verenigingsleven

Sijf Portegies had grote belangstelling voor heel veel zaken buiten zijn werk om. Hij was actief in verschillende organisaties. Om te beginnen was hij met Jac Metselaar uit Limmen en Johan Weda uit Castricum oprichter van een zelfstandige afdeling Castricum-Limmen-Uitgeest van de Nederlandse rooms-katholieke bond van schilderspatroons Sint-Lucas. In de oprichtingsvergadering op 11 december 1935 werd Portegies tot secretaris gekozen. Samen met Johan Weda en later met diens zoon Ab bezocht hij trouw de vergaderingen uitgeschreven door het hoofdbestuur in Utrecht.
Traditie was dat alle leden van de afdeling met echtgenotes op 18 oktober, de geboortedag van Sint Lucas, een uitstapje maakten. Het programma begon met een Heilige Mis.
Men kwam dan bijeen in de kapel van het zusterhuis naast de pastorie. Daarna werd een broodmaaltijd genoten. Gedurende vele jaren gebeurde dit in huize Portegies, omdat het dicht bij het station lag en mevrouw Portegies kon er haar ervaring uit het cafébedrijf van haar ouders in kwijt. Vervolgens vertrok het

Schilderwerkje uit 1944 van Sijf Portegies van een gedeelte van de boerderij Doodweg 10.
Schilderwerkje uit 1944 van Sijf Portegies van een gedeelte van de boerderij Doodweg 10. Een gedeelte van de oude boerderij van Melker is later bewoond door familie Van der Hulst. De boerderij is door brand verwoest. Tekening van Sijf Portegies. Toegevoegd.

Jaarboek 14, pagina 27

Excursie van de schildersvereniging St. Lucas naar de behangfabriek Goudsmitt-Hoff in Amsterdam op 18 oktober 1950.
afb. 6 Excursie van de schildersvereniging St. Lucas naar de behangfabriek Goudsmitt-Hoff in Amsterdam op 18 oktober 1950. Op de voorste rij staan S. Th. Portegies, mevrouw C. Portegies- Rustman, H. Schram (Dorpsstraat), mevrouw A. Weda-Res, A.J. Weda, mevrouw G. Meyer-Zuurbier, mevrouw N. Goedhard-Bakker, mevrouw A . Schram-V.d. Eng, G. Schram en Th.A. Weda. Op de achterste rij staan van links naar rechts: C. Emmanuel (vertegenwoordiger), G.J. Krimp, J. Goedhard, mevrouw G. Schram-Glorie, H. Schram, A. Meyer, L. Schram, mevrouw A. Schram-de Bruin, mevrouw A. Tromp-Groen en W.J. Tromp.

gezelschap per trein of bus naar een jaarlijks te bepalen bestemming. Vaak was dat een behang- of een verffabriek, die de groep na afloop van de excursie onthaalde op een uitgebreid diner (afb. 6). In de avonduren werd dan nog een theatervoorstelling in Amsterdam bezocht, waarbij de Snip & Snap revue hoog scoorde. Sijf was een groot voorstander van deze uitstapjes, die hij, behalve leuk en gezellig, van groot belang vond voor de saamhorigheid binnen de afdeling. De leden maakten afspraken over de aanneming van werk en zorgden er onder andere voor dat niet onder de prijs werd gewerkt. Men kon elkaar ter verantwoording roepen.
Ook op ander gebied zette Sijf Portegies zich in. In 1904 was in Castricum op initiatief van onder andere burgemeester Mooy de vereniging “Onderlinge Hulp” opgericht. Tegen betaling van een lage contributie verzekerden de leden zich van een uitkering van 0,60, later 1.25 gulden per dag, indien men ten gevolge van ziekte of een ongeval niet kon werken. Sijf was ruim 40 jaar penningmeester van deze organisatie. Ook het secretariaat nam hij er in 1949 nog bij. Zijn zoon J.P.C. (Co) Portegies werd zijn opvolger als penningmeester. Aan het eind van de vijftiger jaren heeft Co samen met de toenmalige voorzitter Dirk de Winter de liquidatie van de instelling geregeld.

Het zal eind 1908 zijn geweest toen burgemeester Mooy Sijf Portegies benaderde met de vraag of hij soms de verzekeringsportefeuille van “De Nederlanden van 1845” wilde overnemen. Deze bijbaan werd de burgemeester kennelijk wat teveel. Sijf had er wel oren naar en de officiële overname werd op 22 januari 1909 een feit. Meer dan 40 jaar is hij vervolgens de vertegenwoordiger van deze bekende verzekeringsmaatschappij geweest.
Verder is Sijf penningmeester van de VVV geweest. Zoon Co herinnert zich dat iedereen zo af en toe aan het werk werd gezet om lidmaatschapsbewijzen uit te schrijven.
Tenslotte was Sijf een actief lid van de patroonvereniging en zoals eerder al genoemd bestuurslid van de woningbouwvereniging St. Joseph.

Artistieke kwaliteiten

Het gezin Portegies op 5 juli 1942; de dag van het 25-jarig huwelijksfeest van Sijf en Cornelia.
afb. 7 Het gezin Portegies op 5 juli 1942; de dag van het 25-jarig huwelijksfeest van Sijf en Cornelia.

Waar Sijf Portegies de tijd vandaan haalde voor al zijn activiteiten blijft een raadsel, maar hij speelde ook nog viool. Hij had daarvoor les gehad van Klaas de Graaf grondlegger van de huidige elektronicazaak in de Torenstraat. Voor zijn gezin klonken de repetities van Sijf in zijn schaarse vrije uurtjes heel vertrouwd. Met Klaas, zijn eigen zoon Theo en nog een kennis werd soms een kwartet gevormd. Zij maakten ook deel uit van de Castricumse orkestvereniging die korte tijd heeft bestaan. Van zijn kinderen was Theo de enige die ook belangstelling had voor de viool. Vader Sijf bracht hem de eerste beginselen bij. Deze zoon is na zijn huwelijk in 1955 naar Australië geëmigreerd. Dochter Corrie en haar man besloten Theo in de haven van IJmuiden uit te zwaaien.
Daar troffen zij ook Sijf aan die het afscheid van zijn zoon bijzonder zwaar viel. In Australië speelt deze Theo nu 1e viool in een klein orkest. Daarnaast bouwt en repareert hij deze instrumenten.
Overigens hebben ook de andere kinderen wel een of meer van de talenten van hun vader meegekregen en er hun beroep of hobby van gemaakt (afb.7).


Jaarboek 14, pagina 28

Sijfert Theodorus Portegies overleed op 7 oktober 1959. Zijn vrouw was een half jaar daarvoor in een inrichting opgenomen, wat voor hem een enorme klap heeft betekend.
We mogen Sijf dankbaar zijn voor zijn bijdragen aan de gemeenschap van Castricum en voor zijn nalatenschap in de vorm van heel veel schilderstukjes en tekeningen van al lang verdwenen panden.

Sijf was een bijzonder veelzijdig mens, die altijd wel ergens mee bezig was. Het tekenen en schilderen bleef echter het belangrijkste voor hem. Hij probeerde zijn hobby zo goed mogelijk uit te oefenen.
Van een bevriende kunstschilder uit Uitgeest, Joop Mul, kreeg hij les. Later maakte hij deel uit van een clubje rond de bekende plaatselijke kunstschilder Cor Heeck. Eerst oefende hij zich in het portretschilderen en later verlegde hij zijn aandacht naar het landschapschilderen.

Hoeve Nooitgedacht aan de Kramersweg te Castricum in 1957.
Hoeve Nooitgedacht aan de Kramersweg te Castricum in 1957. Benaming op schuurdeur: Hoeve Nooit gedacht. De hoeve dankt zijn naam aan een bijzonder feit: gedurende de oorlog was door de Duitse bezetter in 1943 op een plattegrond van Castricum, ‘de Verwoestingkaart’, aangegeven welke panden gesloopt dienden te worden ter verkrijging van schootsveld voor de verdediging van het dorp. Uiteindelijk kwam er toch een bericht dat de familie en de hoeve daar mochten blijven.
Gebouwd in 1916 door veehouder Jan Beentjes. Later overgenomen door zijn zoon Kees in de jaren (negentien) vijftig. Halverwege de jaren (negentien) negentig is deze boerderij verkocht aan Harry Montanus.  De boerderij aan de Kramersweg nabij het station is een voorbeeld van een onvolledige stolp met gemetselde gevels en een vrijstaande woning aan de wegzijde. Vroeger was het bedrijf via een damhek over de voor de woning liggende beek toegankelijk.  In oktober 2014 is de boerderij gesloopt in verband met het aangrenzende woningbouwplan ‘Duynkant’. Olieverf op hout. Schilder Sijf Portgies. Foto van Jacques Schermer. Toegevoegd.

Kleine werkjes verkocht hij wel voor zo’n 25 en later 50 gulden per stuk. Erg trots was hij toen voor de oorlog een kunsthandel uit Haarlem twee grote werken van hem kocht. Ook werkte hij wel in opdracht. Beentjes van de boerderij Nooitgedacht vroeg hem eens zijn boerderij te schilderen. Sijf werd echter ziek en kon er niet op uit. Aan de hand van een foto wist hij het schilderij op zijn ziekbed toch nog af te maken.

Sijf Portegies achter zijn schildersezel.
afb. 8 Sijf Portegies achter zijn schildersezel. (Foto van de heer N.J. de Graaf).

De schrijver van dit artikel betuigt zijn dank in de eerste plaats aan de familie Portegies voor de medewerking aan interviews en beschikbaarstelling van foto’s, tekeningen enz. Voorts ook veel dank aan de heren G. Dekker, N.J. de Graaf en A.J. Weda.

Een van de vijf insteekhaventjes van het Schulpstet in Bakkum met een Hillegommer vlet. Het schuurtje was van Jo Duin, achter dit schuurtje zie je nog een mast van een ander schip in het volgende insteekhaventje. 
Voordat De Groot de kalkovens bouwde, werden de schelpen per schuit afgevoerd naar kalkovens elders. Tekening van Sijf Portegies. Toegevoegd.

De werkgroep Oud-Castricum is de familie Portegies bijzonder dankbaar voor de schenking van een groot aantal van deze werken, die zorgvuldig voor het nageslacht bewaard zullen blijven.

N.A. Kaan

29 oktober 2018

Foto’s uit het 41e jaarboek van de Werkgroep Oud-Castricum

Artikel uit het Noordhollands Dagblad 27 oktober 2018, met toestemming van en geschreven door Koen van Eijk.

Het 41e jaarboek van de Werkgroep Oud-Castricum is gisteren gepresenteerd. 120 pagina’s in kleur met veel bijzondere foto’s. Voor de laatste keer gemaakt onder leiding van Hans Boot die stopt met de redactie en met de pr. Het boek kost 16 euro, zie www.oudcastricum.nl.

Hieronder een beschrijving door Koen van Eijk van een aantal foto’s uit het 41e jaarboek:

Het panorama van Henri Braakensiek.
Het panorama van Henri Braakensiek.

Door ’t oog van de schilder

Toepasselijk, het verhaal over ’het panorama van Bakkum en Castricum’ door de Amsterdamse kunstschilder Henri Braakensiek, dat centraal staat in het nieuwste jaarboek van Werkgroep Oud-Castricum. Het schilderij, dat een beeld schetst van de dorpen omstreeks 1927, is sinds kort het trotse bezit van de werkgroep zelf.

Studentenfeestje in Amsterdam. Linksboven Braakensiek, rechts beneden Slauerhoff.
Studentenfeestje in Amsterdam. Linksboven Braakensiek, rechts beneden Slauerhoff.

Het schilderij hing jarenlang in paviljoen Breehorn van psychiatrisch ziekenhuis Duin en Bosch. Na de reorganisatie in 2003 tot Dijk en Duin is het overgedragen aan museum Het Dolhuys over de psychiatrie in Haarlem. Vanwege de historische waarde voor Bakkum en Castricum droeg het museum het over aan Oud-Castricum. De Castricumse restaurator André Weda heeft het vorig jaar schoongemaakt en waar nodig gerestaureerd.

Ereplaats

In het opgeknapte en uitgebreide bezoekerscentrum De Duynkant heeft het panorama een ereplaats gekregen. Braakensiek (1891- 1941) verbleef enige tijd in Duin en Bosch. Het schilderij geeft een panoramisch beeld van beide dorpen, gezien vanaf het hoge duin bij de Vinkebaan en de Sifriedstraat. Waarom Braakensiek op 36-jarige leeftijd in de kliniek was opgenomen, is niet bekend. Zijn patiëntendossier is niet bewaard gebleven. Over zijn lichamelijk of geestelijke gesteldheid en over de duur van zijn opname is niets achterhaald. Hij trouwde in 1928, een jaar later dus, met Annie Dekker, kunstenares en destijds leerling van de Teken-academie in Antwerpen. Braakensiek begaf zich in het Amsterdamse intellectuele milieu, getuige een foto waarop ook de bekende dichter/schrijver Jan Slauerhoff te zien is.

Armin van Buuren bouwt een feestje.
Armin van Buuren bouwt een feestje.

Castricumse roots Armin van Buuren

Dj en producer Armin van Buuren mag graag een feestje bouwen. Hij is er een megaster mee geworden. Is Armin van Buuren erfelijk belast? Zijn over-overgrootvader Bertus van Benthem had een muziek- en feestzaal in Castricum …
Naar aanleiding van een uitzending van het tv-programma ’Verborgen verleden’, waarin de makers onderzoek doen naar de voorouders van bekende Nederlanders, bleek de dj niet alleen familie van koning Willem-Alexander te zijn, ook heeft hij wortels in Castricum.
Via zijn oma van vaderskant stamt hij af van de Castricumse families Res en Van Benthem.

Feestzaal Bertus van Benthem.
Feestzaal Bertus van Benthem.

Over-overgrootvader Berthus van Benthem was in de 19e eeuw kastelein en begon later een grote muziek- en feestzaal.
“Misschien kan het initiatief van Bertus om de feestzaal te bouwen wel gezien worden als voorloper van de huidige Dance Events?”, vraagt Joke Admiraal zich in het artikel af.
En dat deed voorvader Bertus ook in zijn feestzaal …

Postbode Arie van Wonderen.
Postbode Arie van Wonderen.

Brievengaarders en postbodes

Opvallend hoeveel er te vertellen is over de geschiedenis van een dorp. Niek Kaan dook voor het jaarboek in de historie van de postbezorging in Castricum en Bakkum.
Postbodes heetten vroeger ’brievengaarders’ en die waren aanvankelijk in particuliere dienst. Pas later bemoeide de overheid zich ermee. Volgens de Postwet van 1850 moest elke gemeente een postkantoor hebben. Anderhalve eeuw later was dat tijdperk voorbij. Op 28 mei 2009 sloot het postkantoor aan de C.F. Smeetslaan de deuren.
Kaan vond een interview met de indertijd bekende postbode Arie van Wonderen (1911-1997). Als Amsterdamse wees kwam hij bij zijn tante in Bakkum te wonen. Hij kwam in 1929 in dienst bij de PTT en begon als bijna 18-jarige met een salaris van 54 cent per uur.
“Toen ik begon, was de postbode nog een soort wandelend postkantoor. Kwitanties en belastingen innen en melkgeld uitbetalen aan de veehouders, het kon allemaal.”

Impressie van burgemeester Kieft in de cel.
Impressie van burgemeester Kieft in de cel.

Burgemeester moest de cel in

Toen de gemeenteraad in 1967 besloot een straat te vernoemen naar de voormalige burgemeester Pieter Kieft, was nog niet bekend dat hij een corrupte bestuurder was, die in 1836 uit zijn ambt werd gezet en tot vijf jaar gevangenisstraf werd veroordeeld.
Simon Zuurbier, al jarenlang verbonden aan de Werkgroep Oud-Castricum, ontdekte het schandaal in 1975 bij archiefonderzoek. In deze 41e editie van het jaarboek vertelt ’good old’ Zuurbier het verhaal van Pieter Kieft, die in 1804 werd benoemd tot onderwijzer en tien jaar later werd gepromoveerd tot schout van Bakkum en Castricum, een functie die later burgemeester werd genoemd.
Kieft was plaatselijk een invloedrijk man. Hij kocht meerdere panden en vele stukken land. In de schelpenhandel, destijds een belangrijke bron van inkomsten, had hij een dikke vinger in de pap. Toen uiteindelijk bleek dat grondbezitters te veel belasting betaalden en hij dat niet afdroeg maar in eigen zak stak, werd hij gearresteerd en belandde hij in het cachot.

Gré Jacobs - Wentink met man Jaap en zoon Hans.
Gré Jacobs – Wentink met man Jaap en zoon Hans.

Rooie Gré ging haar eigen gang

Je moet sterk in je schoenen staan als je als vrouw voor de oorlog, in een plattelandsgemeente, tegen de stroom in roeit. Niek Kaan vertelt in het jaarboek het verhaal van Gré Jacobs – Wentink (1901-1992), een markante ’rooie vrouw’ uit Castricum.
Gré was afkomstig uit een boerenfamilie in Heemskerk, maar belandde na haar huwelijk met Castricummer Jaap Jacobs in Castricum. Jaap werkte voor PWN en was beheerder van ’het tentenkamp’, zoals camping Bakkum toen bekend stond. Op het kampeerterrein kwam ze in contact met mensen uit verschillende sociale geledingen. Zo kwam ze bij de socialisten van de SDAP, waarvan ze in 1925 het eerste vrouwelijke bestuurslid werd.
“Ik was met ruzie van huis gegaan, want mijn christelijke schoonmoeder was razend dat ik naar die rooie beweging ging”, schreef ze ooit. In 1946 werd ze lid van de gemeenteraad van Castricum voor de PvdA.

De Duynkant in oorlogstijd als onderdeel van de Atlantikwall.
De Duynkant in oorlogstijd als onderdeel van de Atlantikwall.

Duynkant bleef eenzaam achter

Gebouw De Duynkant is de trots van de 51-jarige Werkgroep Oud-Castricum. Recent is het opgeknapt en uitgebreid en beschikt het over een bij- en vlindervriendelijke tuin, een filmzaal, een werkruimte voor de vrijwilligers, een archief en nog veel meer.
Het gebouw is vernoemd naar het gelijknamige wijkje waar het ooit deel van uitmaakte. Het pandje bleef staan nadat de Duitsers de rest van de Duinkant met de grond gelijk maakten omdat de bebouwing in het schootsveld lag. Het pand Geversweg 1b was een telefooncentrale en die kon de bezetter wel gebruiken, zo is te lezen in een verhaal over de geschiedenis van het eigen clubhuis.
Na de oorlog besloot de overheid dat het gebied aan de duinzijde onbebouwd moest blijven om zicht op de duinen te behouden. Dat gebied, de Zanderij, is nog altijd goeddeels leeg, al staat het steeds meer onder druk door allerlei bouwplannen.

21 juni 2017

‘Castricumse Streken’ maakt tongen los

Hans Boot met zijn mysterieuze pentekening. (foto Jacques Schermer)

De tentoonstelling ‘Castricumse Streken’ die door Oud-Castricum is georganiseerd en nog tot en met 14 juli is te bezichtigen in Galerie Streetscape, heeft inmiddels ruim 1000 bezoekers geteld. De fraaie tekeningen en schilderijen van typisch Bakkumse of Castricumse panden of landschappen geven aanleiding tot veel enthousiaste reacties. Na uitgebreid onderzoek is zelfs zo goed als zeker de maker van een onbekende pentekening ontdekt die in bezit is van onze verslaggever Hans Boot.

Evenals de expositie ‘Vervaagd Agrarisch Verleden’ van de Werkgroep Oud-Castricum in de boerderij van Twisk aan de Dorpsstraat 7, is de tentoonstelling ‘Castricumse Streken’ in het kader van het 50-jarig bestaan van de werkgroep in de vlakbij gelegen Galerie Streetscape een enorm succes te noemen. Vaak is het een feest van herkenning als met name de oudere bezoekers nostalgische plekken terugzien. Voor velen gaat er ook een wereld open als ze de geschiedenis horen achter een indrukwekkend dorpsgezicht dat Henri Braakensiek eind jaren ‘20 schilderde vanaf een duin in Bakkum in de periode dat hij werd verpleegd op Duin en Bosch. Dit schilderij kwam gehavend op de zolder van Oud-Castricum terecht en is voor deze tentoonstelling volledig gerestaureerd door lijstenmaker André Weda. Toen kwam ook de naam van de schilder tevoorschijn die achter de lijst verborgen zat.

21 mei 2017

Expositie Castricumse Streken geopend

Rino Zonneveld (rechts) feliciteert de herrezen Sijf Portegies (Wim de Goede) met de opening van ‘Castricumse Streken’. (foto Hans Boot)

Onder grote belangstelling is afgelopen zaterdag in Galerie Streetscape de jubileumexpositie ‘Castricumse Streken’ van de Werkgroep Oud-Castricum geopend.

Rino Zonneveld (rechts) feliciteert de herrezen Sijf Portegies (Wim de Goede) met de opening van ‘Castricumse Streken’. (foto Hans Boot)