17 juni 2013

Maer- of Korendijk

Om zware landbouwvoertuigen te kunnen dragen, zijn op de Maer- of Korendijk twee betonnen rijstroken aangebracht die de vroegere karrensporen moeten verbeelden. Het doorbraakgat is weer uitgegraven. Ter bescherming van de dijk is ervoor gekozen om het agrarische verkeer niet de dijklus te laten volgen.

 

Om zware landbouwvoertuigen te kunnen dragen, zijn op de Maer- of Korendijk twee betonnen rijstroken aangebracht die de vroegere karrensporen moeten verbeelden. Het doorbraakgat is weer uitgegraven. Ter bescherming van de dijk is ervoor gekozen om het agrarische verkeer niet de dijklus te laten volgen.

De Maer- of Korendijk ligt aan de noordkant van de grenssloot die de scheiding vormt tussen Castricum en Heemskerk en de binnenduinrand verbindt met de vroegere buurtschap Heemstede, een zandrug in het binnendeltalandschap van het Oer-IJ.  Aangenomen wordt dat de aanleg van deze dijk in de tweede helft van de 12e eeuw heeft plaatsgevonden. Maer is waarschijnlijk een verbastering van maet of maat dat hooiland betekent. De dijk zal ongetwijfeld ook een verhoogde toegangsweg naar de drassige hooilanden zijn geweest. Of moet in het woord maet de betekenis van grens gezocht worden en is het een verwijzing naar de eeuwenoude grenspositie tussen Castricum en Heemskerk? Op een kaart uit 1680 staat Korendijk ook geschreven als Cooredijck. Coore of Koren kan herleid worden tot keur of schouw. Dit zou kunnen betekenen dat het onderhoud van de dijk regelmatig gecontroleerd werd. De dijk beschermde samen met de verdwenen Bogaards- of Molendijk, die vanaf Heemstede in noordelijke richting liep en aansloot op de hoge gronden van Noordend, de Castricumse weidegronden tegen het opdringende water vanuit de Wijkermeer. Bij sterke wind kon het water vanuit de Wijkermeer, via de nu nog bestaande Dye, ver het voormalige binnendeltagebied in worden gestuwd. Nadat de Sint-Aagtendijk omstreeks het einde van de 13e eeuw vanaf de hoge gronden bij Beverwijk tot aan de strandwal van Akersloot als één gesloten dijktracé tot stand was gekomen, degradeerden de daar binnen liggende lokale dijken tot secundaire waterkeringen. In de Maer- of Korendijk bevindt zich een dijklus, een dijkomlegging die tot stand gekomen is na een dijkdoorbraak. Het jaartal van de dijkdoorbraak is niet bekend, maar de dijklus komt voor op een anonieme kaart uit de eerste helft van de 17e eeuw. Waarschijnlijk werden de gronden tussen de Korendijk en de Noordermaatweg (Heemskerk) gebruikt om het opgestuwde water te bergen. Uit een register uit 1730 blijkt dat ten zuiden van de dijk, ter hoogte van de doorbraak, percelen land namen hebben als Dronkenkamp (Verdronkenkamp) en Kromweels (Kromwiel). De doorbraakplas (ook wel ‘wiel’ genoemd) is in het verleden gebruikt als vuilstortplaats en daardoor dichtgeraakt. Door de zware belasting van landbouwvoertuigen werd het dijklichaam in de dijksloten weggedrukt en vertoonde de kruin diepe wielsporen waarin het regenwater bleef staan. Er werd een herstelplan opgesteld waarvan de uitvoering in 2010 gereed kwam. Ook het doorbraakgat is toen uitgegraven. Wandelaars, fietsers, ruiters en het lokale landbouwverkeer kunnen nu goed gebruik maken van deze parel in het Castricumse buitengebied. Het dijktracé is opgenomen in de Maer- of Korendijkroute, een wandelroute van ongeveer 8 km. De routebeschrijving is verkrijgbaar bij boekhandel Laan, Burgemeester Mooijstraat 19 en bij Gusto/VVV, Dorpsstraat 66 te Castricum.

23 februari 2013

‘De archeologische kroniek van Noord-Holland’

Archeologische Kroniek - 2011

‘De archeologische kroniek van Noord-Holland‘ is een uitgave van de Provincie Noord-Holland en geeft jaarlijks een indruk van de vondsten in het afgelopen jaar gedaan.

Archeologische Kroniek Noord-Holland - 2011

In de Kroniek van 2009, p. 82-83 wordt b.v.  verslag gedaan van het Romeinse Victoriabeeldje dat in Castricum gevonden is (zie het uitvoeriger artikel van Hans van Weenen in Jaarboek Oud-Castricum 34 (2011), 4-9). In de Kroniek van 2010 wordt uitvoerig aandacht besteed aan de opgravingen bij De Boogaert (p. 24-26) en in het bijzonder aan de daar gevonden vier skeletten, waarvan twee van een mens. Over de resultaten van het inventariserend veldonderzoek in de Dorpsstraat-Schoolstraat staat een kort stukje op p. 26-27. In de meest recente Kroniek van 2011 worden, na een korte vermelding van de bijzonder rijke opgravingen in de Oosterbuurt, twee zegelloden uit Castricum en hun geschiedenis gepresenteerd.

9 maart 2012

Boekenbank online!

De website van Oud-Castricum heeft er een belangrijke functie bij gekregen.

Het is namelijk mogelijk om via de boekenbank alle geregistreerde boeken en brochures terug te vinden die de werkgroep in haar bezit heeft. Om daarbij te komen dient in de balk bovenaan op boekenbank te worden geklikt en vervolgens kan de informatie worden gevonden door de naam van een schrijver of een trefwoord bij zoeken in te vullen. Als je bijvoorbeeld Duin en Bosch intypt verschijnen alle uitgaven waarin iets over het ziekenhuis staat beschreven.

5 maart 2012

Een groene oase tussen Kaasstad en Staalstad

Dorpssilhouet Akersloot

Woensdag 14 maart om 20.00 uur zal Ernst Mooij, auteur van het boek  ‘Het Castricumse landschap … een geschiedenisboek’,  een beeld schetsen van zijn tweede boek ‘Een groene oase tussen Kaasstad en Staalstad’. De presentatie vindt plaats in de ontmoetingsruimte van de Tuin van Kapitein Rommel.

Dorpssilhouet Akersloot

Het buitengebied van de gemeente Castricum ligt in het groen-blauwe hart van Midden-Kennemerland en bestaat uit een diversiteit aan landschapstypen. Het gebied vormt een buffer tussen ‘kaasstad’ Alkmaar en ‘staalstad’ IJmond. De zee en het Oer-IJ, de noordelijke zijtak van de Rijn, zijn de twee belangrijkste elementen die aan het vormingsproces van dit landschap hebben bijgedragen. Hoogteverschillen duiden op voormalige kustzones, natuurlijke waterlopen op de vroegere aanwezigheid van een voormalige binnendelta. Sinds de ingebruikname voor bewoning heeft de mens in toenemende mate zijn invloed op het landschap laten gelden. Veenweidegebieden worden doorsneden met restanten van veenrivieren en middeleeuwse kavelpatronen die door mensenhanden tot stand zijn gebracht.