8 september 2011

De Castricumse familie Stuifbergen

Uit Castricum?

Voorzover is na te gaan is de familie Stuifbergen één van de oudste Castricumse families. Reeds in het oudst bewaard gebleven doopboek van de Rooms Katholieke kerk (de Schuilkerk aan de Breedeweg) vinden we de dopen van ene Claes Lourisse Stuifbergen. Zijn oudste dochter werd gedoopt in 1673, dus zal Claes (Klaas) omstreeks 1650 geboren zijn als zoon van ene Louris Stuifbergen.

8 september 2011

De Castricumse familie Stet

De stamvaders van het (Schulp)stet?

De nog levende leden van de familie Stet zijn terug te voeren tot twee verschillende stamvaders, die misschien familie van elkaar zijn geweest, wat echter tot dusver niet kon worden aangetoond. De twee families Stet noemen we ter onderscheiding gemakshalve de Castricumse familie Stet en de Noord-Hollandse familie Stet. De stamvader van de Castricumse familie Stet is ene Arie Janszoon Stedt, die omstreeks 1665 geboren moet zijn. De Noord-Hollandse familie Stet is terug te voeren tot ene Jacob Corneliszoon van ’t Stet, die omstreeks 1650 werd geboren.

8 september 2011

De Castricumse familie Schermer

Uit de Schermeer

De naam Schermer is al heel oud. Wij kennen de naam tegenwoordig als de uitgestrekte polder ten Oosten van de stad Alkmaar. De naam Schermer wordt al in het jaar 1063 genoemd als naam van een nabijgelegen plaats. De Schermer, vroeger ‘De Schermeer’ genoemd, was vooral de naam van het grote meer, dat reeds in de middeleeuwen gevaar opleverde voor de oeverbewoners. Tegenover de voortschrijdende afkalving van de oevers werden in die periode reeds maatregelen getroffen. Door een groepje kapitaalkrachtige ondernemers werd vanuit Alkmaar de bedijking en droogmaking van de Schermer georganiseerd en gefinancierd. In het jaar 1635 werd de nieuwe polder drooggelegd. Een jaar later werd een nieuw wapen voor de Schermer in gebruik genomen, dat als volgt is geregistreerd: ‘op groen een aanziende engel houdende in de rechterhand een zwaard en in de linkerhand een schild van blauw, beladen met een gouden molen.’ Als titel is het meegegeven : Schermeer’s Beschermer. Het symboliseert een engel, die als beschermer optreedt tegen het gevaar van het water.

8 september 2011

De Castricumse familie Res

Uit Frankrijk

De familie Res is van Franse afkomst. Op 27 juli 1764 trouwde ene Bernard Louis Rech te Amsterdam. In de huwelijksacte staat aangegeven, dat hij afkomstig is van Lagarde. Bij zijn huwelijk was hij 35 jaar oud, dus moet hij omstreeks 1729 zijn geboren. Na het overlijden van zijn eerste vrouw hertrouwt hij in 1779 met Geertruij van Doornenburg (in ondertekening huw.acte: Doorenbürg). In deze acte staat aangegeven, dat hij afkomstig is van Boergé. Onduidelijk is uit welke streek van Frankrijk Bernard Louis Rech is gekomen, daar er meerdere dorpjes Lagarde zijn en er mogelijk met Boergé de stad Bourges bedoeld zou kunnen zijn. Bernard woonde in Amsterdam eerst op het Keizerrijk en later op de Bierkaai. Omstreeks 1782 verhuisde hij naar West-Zaandam. Zijn enige zoon Willem trouwde in 1796 en ging in Oost-Zaandam wonen. De naam Rech(e) is inmiddels vernederlandst tot Res. Willem overleed al op 38-jarige leeftijd, nadat ruim een maand daarvoor zijn nog jonge kinderen van 6 en 4 jaar, vermoedelijk aan eenzelfde besmettelijke ziekte zijn overleden. Op dat moment zijn nog in leven de kinderen Bernardus, 9 jaar oud, en Anthonie, een half jaar oud, dan nog de enige naamdragers met de naam Res.

8 september 2011

De Castricumse familie Lute

Uit Duitsland

De familie Lute is terug te voeren tot de plaats Rheinberg ten westen van Dinslaken in West Duitsland. Ene Jan Janszoon Lute, die waarschijnlijk vòòr 1700 in Rheinberg is geboren, vestigde zich in Oost-Zaandam (ook wel Zardam geheten). Uit zijn huwelijk met Grietje Sijmonsdochter Kramer wordt een zoon Jan geboren. Deze Jan Lute, vermoedelijk schipper van beroep, trouwt in 1746 met Aaltje Muusdochter Kleef, een schippersdochter uit Limmen. Jan overlijdt op betrekkelijk jonge leeftijd in 1754 in Zaandam en zijn vrouw Aaltje gaat met haar zoontje – ook Jan geheten – weer terug naar haar oorspronkelijke woonplaats Limmen, alwaar haar vader nog woonde. Aan deze zoon Jan wordt een deel van vaders erfgoed toegewezen. Hiertoe behoorde een visboeier, die voer van Limmen op Amsterdam en een stuk land gelegen in Limmen achter Dampegeest. Deze Jan Lute is eveneens schipper van beroep. In 1797 raakt hij nog in een proces verwikkeld over het uitbaggeren van de Disseldorpervaart tot de Akerslotersluis. Jan trouwde met Aagje Krammer en mag inwonen in het huis van zijn moeder te Limmen. Hij overlijdt in 1803, daarbij 3 minderjarige kinderen achterlatend, Jan, Dirk en Cornelis. Aagje hertrouwt in 1805 met Harmanus Kramer, broodbakker van beroep. Van de drie zoons worden Jan en Cornelis, naar het voorbeeld van hun stiefvader, eveneens broodbakker. Dirk wordt boerenknecht en overlijdt ongehuwd op 29 jarige leeftijd. De oudste zoon Jan woont na zijn huwelijk eerst in Warmenhuizen, daarna in Beverwijk. Hij schrijft zijn achternaam, evenals zijn kinderen, consequent met een n op het eind: Luten.