27 oktober 2011

34e jaarboek verschenen

De redactie heeft ook deze keer weer geprobeerd om een interessant en gevarieerd jaarboek samen te stellen. Overeenkomstig het streven in de laatste jaren, is weer gekozen voor een mix van grote en kleine artikelen. Ook heeft het ene verhaal een wat zwaardere cultuurhistorische lading dan het andere.

Het aantal pagina’s bereikte met 124 een nieuw record.

26 oktober 2011

Burgemeester vindt jaarboek Oud-Castricum geschiedenisles

Burgemeester Mans (rechts) ontvangt het 34e jaarboek van voorrztiiter Frans Duffhues

Burgemeester Mans (links) ontvangt het 34e jaarboek van voorzitter Frans Duffhues (Foto Ilonka Vermanen)

Op maandag 24 oktober vond de presentatie plaats van het 34e Jaarboek van de Werkgroep Oud-Castricum in het gemeentehuis in het bijzijn van ruim 50 genodigden.

Voor de overhandiging van het eerste exemplaar aan burgemeester Mans gaf redactioneel leider Simon Zuurbier een korte uiteenzetting van de artikelen in het nieuwe jaarboek, dat er nog fraaier uitziet dan voorgaande jaren en met 124 pagina’s een nieuw dikterecord heeft bereikt. Daarna was het de beurt aan redactielid Hans Boot om aan de hand van een fotopresentatie iets te laten zien en vertellen over het artikel over 100 jaar bakkers in het dorp. Hiermee start een nieuwe rubriek over de Bakkumse en Castricumse middenstanders. Vervolgens kreeg Martin de Vries het woord. Hij maakt deel uit van de familie De Vries, die in het jaarboek is beschreven en zich hier in 1778 vestigde.

Toen was het moment aangebroken waarop werkgroepvoorzitter Frans Duffhues de nieuwe burgemeester mocht toespreken voor de aanbieding van het eerste jaarboek. Hij benadrukte in zijn speech dat er met de historische verenigingen in Akersloot en Limmen hard gewerkt wordt aan een goede samenwerking en dat die in de toekomst het behoud is van de eigen identiteit.

De raadsvoorzittershamers

Burgemeester Mans nam het boek graag in ontvangst en vertelde dat hij die middag al veel wijzer was geworden over een aantal onderwerpen. Hij beschouwde het jaarboek als een geschiedenisles. Mans overhandigde daarop aan Duffhues twee oude voorzittershamers van de gemeenteraad, waarmee een antieke raadstafel met stoelen symbolisch in bruikleen werden gegeven aan Oud-Castricum.

Zodra de werkgroep plaats heeft voor het meubilair wordt het verhuisd uit het gemeentehuis.

Tot slot had Zuurbier als dank voor de gastvrijheid van de gemeente nog een verrassing voor de burgemeester in petto door hem een boekje over de Heerlijkheden in Nederland aan te bieden, waarin ook Castricum en Bakkum worden genoemd.

8 september 2011

De Castricumse familie Stuifbergen

Uit Castricum?

Voorzover is na te gaan is de familie Stuifbergen één van de oudste Castricumse families. Reeds in het oudst bewaard gebleven doopboek van de Rooms Katholieke kerk (de Schuilkerk aan de Breedeweg) vinden we de dopen van ene Claes Lourisse Stuifbergen. Zijn oudste dochter werd gedoopt in 1673, dus zal Claes (Klaas) omstreeks 1650 geboren zijn als zoon van ene Louris Stuifbergen.

8 september 2011

De Castricumse familie Stet

De stamvaders van het (Schulp)stet?

De nog levende leden van de familie Stet zijn terug te voeren tot twee verschillende stamvaders, die misschien familie van elkaar zijn geweest, wat echter tot dusver niet kon worden aangetoond. De twee families Stet noemen we ter onderscheiding gemakshalve de Castricumse familie Stet en de Noord-Hollandse familie Stet. De stamvader van de Castricumse familie Stet is ene Arie Janszoon Stedt, die omstreeks 1665 geboren moet zijn. De Noord-Hollandse familie Stet is terug te voeren tot ene Jacob Corneliszoon van ’t Stet, die omstreeks 1650 werd geboren.

8 september 2011

De Castricumse familie Schermer

Uit de Schermeer

De naam Schermer is al heel oud. Wij kennen de naam tegenwoordig als de uitgestrekte polder ten Oosten van de stad Alkmaar. De naam Schermer wordt al in het jaar 1063 genoemd als naam van een nabijgelegen plaats. De Schermer, vroeger ‘De Schermeer’ genoemd, was vooral de naam van het grote meer, dat reeds in de middeleeuwen gevaar opleverde voor de oeverbewoners. Tegenover de voortschrijdende afkalving van de oevers werden in die periode reeds maatregelen getroffen. Door een groepje kapitaalkrachtige ondernemers werd vanuit Alkmaar de bedijking en droogmaking van de Schermer georganiseerd en gefinancierd. In het jaar 1635 werd de nieuwe polder drooggelegd. Een jaar later werd een nieuw wapen voor de Schermer in gebruik genomen, dat als volgt is geregistreerd: ‘op groen een aanziende engel houdende in de rechterhand een zwaard en in de linkerhand een schild van blauw, beladen met een gouden molen.’ Als titel is het meegegeven : Schermeer’s Beschermer. Het symboliseert een engel, die als beschermer optreedt tegen het gevaar van het water.