24 september 2023

Oproep: wie heeft Herman Olterdissen (1901-1973) nog gekend?

Tussen juli 1967 en juli 1973 zat mijn achteroom Herman Olterdissen (Maastricht 1901 – Alkmaar 1973) in psychiatrisch ziekenhuis Duin en Bosch in Castricum. Is er nog iemand die hem verpleegd of gekend heeft? Dan kom ik graag met diegene in contact.

Ik schrijf een biografie over mijn overgrootvader, de portretschilder Henri Goovaerts (1865-1912) en hierin speelt diens neef Herman Olterdissen een grote rol. Er is over hem en zeker over zijn laatste levensjaren niet zoveel bekend, dus alle informatie is welkom.
Herman Olterdissen werd in 1901 geboren in Maastricht in een artistiek milieu. Hij was van origine intelligent. Hij was een getalenteerd schilder en pianist, maar mede door zijn schizofrenie heeft hij deze talenten nooit professioneel kunnen ontwikkelen.
Mogelijk heeft hij in zijn laatste levensjaren in Duin en Bosch wel geschilderd of piano gespeeld.

Heeft u mijn achteroom Herman Olterdissen verpleegd in Duin en Bosch of heeft u hem anderszins gekend? Dan zou ik graag met u in contact komen.

Ingrid Goovaerts, ingridgoovaerts@xs4all.nl
zie ook https://www.henrigoovaerts.nl/nl/article/biography

11 september 2023

Buuren, Armin van – Castricumse familie (Jaarboek 41 2018 pg 14-15)

Niets uit deze publicatie mag worden overgenomen zonder toestemming van de Stichting Werkgroep Oud-Castricum.


Jaarboek 41, pagina 14

Buuren, Armin van – Castricumse familie

Armin van Buuren
Armin van Buuren

Het programma Verborgen Verleden van de NTR laat bekende Nederlanders zien van welke illustere personen zij familie zijn. In de uitzending van 16 februari 2018 was DJ en producer Armin Van Buuren hoofdpersoon. Hij bleek langs onverwachte weg verre familie te zijn van Koning Willem-Alexander. En in ons dorp was de verrassing groot te horen dat hij ook familiebanden heeft met de Castricumse families Res en Van Benthem.

Armin van Buuren stamt van beide families af via de moeder van zijn vader. Zijn grootvader Jaap van Buuren is in 1945 getrouwd met Elizabeth (Lies) van Benthem. Zij is in 1919 in Castricum geboren. De ouders van Lies waren Antonius (Toon) van Benthem en Elizabeth Lute. De grootvader van Lies was Lambertus Anthonius (Bertus) van Benthem. Bertus trouwde in 1869 in Castricum met Maria Res, de dochter van Bernardus Res en Johanna Kuin.

Deze foto is genomen in het anatomisch theater van het Rijksmuseum Boerhaave te Leiden. Conservator Mieke te Hennepe vertelt Armin over Bernardus Res.
Deze foto is genomen in het anatomisch theater van het Rijksmuseum Boerhaave te Leiden. Conservator Mieke te Hennepe vertelt Armin over Bernardus Res.

Familie Res

Bernardus Res is in 1798 geboren in Oost-Zaandam. Hij slaagde in 1828 voor zijn diploma als heelmeester voor het platteland en werd aangesteld in Castricum. Hij was de eerste Res in het dorp en de eerste Castricumse heelmeester die een opleiding gevolgd had met een veel hoger niveau dan de opleidingen eerder in de tijd bij de chirurgijnsgilden. Bernardus slaagde na diverse herkansingen voor zijn diploma, maar dat kwam volgens de overlevering door examenvrees en niet door onkunde. Bij visitaties door de provinciale geneeskundige commissie kreeg hij goede beoordelingen.

Dorpsstraat 77 in Castricum.
Dorpsstraat 77 in Castricum, 1989. Ton Revers. Foto Jacques Schermer. Collectie Oud-Castricum. Toegevoegd.

In 1831 betrokken hij en Johanna na hun huwelijk het pand Dorpsstraat nummer 77, een voormalige herberg gebouwd in 1792. Hij hield er praktijk tot aan zijn overlijden in 1845. Zijn weduwe begon er na zijn overlijden een slijterij.

Familie Van Benthem

Bertus was de eerste Van Benthem in Castricum. Hij is geboren in 1838 en kwam in 1866 vanuit Ootmarsum naar Castricum. Hij ging als timmerman werken aan de bouw van de spoorlijn en het spoorwegstation. Hij trouwde in 1869 met Maria Res, de dochter van Bernardus.


Jaarboek 41, pagina 15

Bertus werd na zijn huwelijk kastelein in de slijterij van zijn schoonmoeder aan de Dorpsstraat nummer 77. Dit deed hij naast zijn werk als timmerman. Hij heeft de slijterij in 1874 laten verbouwen tot café De Vriendschap.

Café de Vriendschap van Van Benthem. Een tekening uit het stoomtram spel. Collectie Oud-Castricum. Toegevoegd.

In 1886 heeft hij op nummer 75 een doorrijstal laten bouwen waarvan de contouren nog steeds herkenbaar aanwezig zijn.

De voormalige doorrijstal in 1989. Foto Ad van de Velde. Collectie Oud-Castricum. Toegevoegd.

En in 1910 liet hij zijn café uitbouwen tot de eerste grote zaal voor Castricum voor feesten, muziek, dansen en theater. De feestelijke opening was medio 1913. Bertus overleed in 1919. In 1929 werd het café door de familie verkocht. In 2009 is het afgebroken om plaats te maken voor appartementencomplex Eihof.

Het Eihof complex.
Het Eihof complex in Castricum, 2014. Foto Aad Zonneveld. Collectie Oud-Castricum. Toegevoegd.

Zijn zoon Toon, geboren in 1879, de vader van Lies van Benthem, is van 1913 tot 1932 eigenaar geweest van Café Restaurant ‘HOTEL VAN BENTHEM’ aan de Dorpsstraat nummer 42, op de hoek van de Burgemeester Mooijstraat. Dit werd later ook bekend als het Bondshotel. Het pand heeft nog steeds een horeca bestemming ėn een karakteristieke overdekte balustrade.

Hotel Van Benthem.
Hotel Van Benthem. Dorpsstraat 42 in Castricum, 1923. Op de ansichtkaart staat Sportlust. Van Benthem adverteerde in bladen uit 1916 met de naam Sportlust. Collectie Oud-Castricum. Toegevoegd.

In 1934 verhuisde het gezin naar Kortenhoef en vervolgens in 1937 naar Haarlem.

Feestzaal

De grote zaal van Bertus is altijd een uitgaansgelegenheid gebleven.

De muziek- en feestzaal van Bertus van Benthem.
De muziek- en feestzaal van Bertus van Benthem.

Velen kennen het als d’ Oude Schimmel, een etablissement met een roemruchte geschiedenis.

d' Oude Schimmel.
d’ Oude Schimmel. Dorpsstraat 75 in Castricum, 1979. Foto Persbureau De Boer. Collectie Oud-Castricum. Toegevoegd.

In de jaren (negentien) zevent van de vorige eeuw was dit tot in de verre omtrek bekend als café met een grote discotheek. Van heinde en verre kwamen daar in de weekeinden jongeren naar toe om te dansen. Er werd de nodige alcohol gedronken. Aan het einde van de avond gingen jongemannen vaak met elkaar op de vuist in de Dorpsstraat en moest de politie eraan te pas komen om de gemoederen te bedaren.

Misschien kan het initiatief van Bertus om de feestzaal te bouwen wel gezien worden als voorloper tot de huidige Dance Events?

Verwantschap

Bernardus en Johanna hadden vier kinderen. Bertus en Maria tien en Toon en Elizabeth vier. Er wonen nazaten van Bernardus Res en Bertus van Benthem in Castricum en omgeving. En daarmee dus verre verwanten van Armin van Buuren.

De familie Van Benthem.
De familie Van Benthem. Hoogevoort 4 in Castricum, 1919. Van links naar rechts voor: Gerarda, Nico, Herman, Jopie, Gonda, Anni, Rika, Agatha, Fem en Ben van Benthem. Op de achtergrond de ouders: Bernardus van Benthem en Maria Cornelia Smit. Collectie Oud-Castricum. Toegevoegd.

De vader van Armin was huisarts. Armin reageerde verrast te horen dat zijn vader niet de eerste arts in de familie was. En hij zag de overeenkomst tussen de activiteiten van zijn voorvaderen en zijn eigen optredens als DJ.

De achter-achterkleinzoon van Bertus van Benthem in actie als DJ.
De achter-achterkleinzoon van Bertus van Benthem in actie als DJ.

Tot slot

De familie Res is in het 6 Jaarboek uit 1983 van de Werkgroep Oud-Castricum beschreven door Simon Zuurbier. Floor Twisk komt voort uit de familie Van Benthem en heeft onderzoek gedaan naar geschiedenis van zijn familie. Floor vertelde in het TV-programma aan Armin van Buuren over de banden met de familie Van Benthem. In het Jaarboek nummer 29 uit 2006 is te lezen over de Dorpsstraat nummers 75 en 77 en zijn bewoners. In Jaarboek nummer 26 uit 2003 staat Dorpsstraat nummer 42 beschreven.

Joke Admiraal

Dit artikel over de familiebanden is tot stand gekomen met toestemming en medewerking van de afdeling public relations van Armada Music van Armin van Buuren. Ook Hanneke van Kessel redacteur bij Blazhoffski Productions BV en Floor Twisk danken wij voor hun bijdragen.

1 november 2021

Scheerman, dagboek (Jaarboek 27 2004 pg 26-29)

Niets uit deze publicatie mag worden overgenomen zonder toestemming van de Stichting Werkgroep Oud-Castricum.


Jaarboek 27, pagina 26

Scheerman, dagboek

De man met de Groene Hoed

 
“Het lezen en herlezen van hetgeen achter ons ligt, is een middel om ons leven te verlengen.”

Chesterton

Hein Scheerman zit op de stoel links vooraan.
Hein Scheerman zit op de stoel links vooraan. Zijn vrouw Antje staat achteraan, de vierde van rechts. Hein’s oudere broer Siem Scheerman zit als 3e van links. Brakersweg in Castricum. Collectie Oud-Castricum. Toegevoegd.

 
Enige jaren geleden kwam Oud-Castricum in het bezit van een dagboek van broeder Gerlach uit de abdij in Egmond-Binnen. Hij beschrijft hierin hoe zijn grootvader Hein Scheerman met zijn gezin hun leven in Bakkum hebben doorgebracht.
Wij bewerkten dit dagboek tot onderstaand verhaal.

Tuinder Hein Scheerman

In 1877 trouwden Henricus (Hein) Scheerman en Anna (Antje) de Boer en vestigden zich in Bakkum aan de Groenelaan. De vader van Hein was Jan Scheerman. Zij bebouwden land rondom hun huis en stukken land in de ontgonnen duinen, zoals zoveel Bakkummers en Castricummers toentertijd deden.

In eerste instantie speelde zelfvoorziening een grote rol, dus een schaap aan een kuur (stalen pen) op het bleekveld, een geit voor de melk, een paar konijnen en een eigen groentetuin, die meestal door de vrouw des huizes werd bijgehouden. In het duin stonden de aardappelen, hoge kwaliteit, hoog geprijsd ten behoeve van restaurants in de grote steden. Verder teelde Hein Scheerman vetzaad dat geëxporteerd werd naar Frankrijk, winterwortelen, prinsessenbonen en natuurlijk aardbeien.

Hein had ook twee koeien op stal in de winter. Deze koeien kocht hij op de najaarsmarkt in Alkmaar en later in Hoorn. Ze werden tot in maart gemolken en gingen dan als zogenaamde ‘verse’ (=pas afgekalfde) koeien in de verkoop en meestal op de boot naar het buitenland, voornamelijk naar Spanje.

Anna de Boer, weduwe van Hendrik Scheerman met haar dochters.
Anna de Boer, weduwe van Hendrik Scheerman met haar dochters.

Heins vrouw, Antje, diende voor haar huwelijk als jongste hulp op elfjarige leeftijd op een boerderij in de Boekelermeer. Zij had goed leren lezen en kon ook een brief schrijven, hoewel zonder hoofdletters en leestekens. Rekenen deed zij in stuivers. Ze was een kleine, zeer energieke vrouw.

Hein en Antje kregen op 6 mei 1878 een zoon Cornelis (Kees) en op 29 februari 1880 werd de tweede zoon Nicolaas (Klaas) geboren. Rond deze jaren heerste er in ons land een vrij ernstige land- en tuinbouwcrisis waardoor vele gezinnen in de problemen kwamen. De crisis liet ook Castricum en Bakkum absoluut niet onberoerd. Zo kwam ook het gezinnetje Scheerman in de problemen.

Moeder Antje, energiek als altijd, bewerkstelligde een gesprek tussen haar man en haar vader Klaas de Boer in Akersloot. En zo toog Hein op zondagavond naar zijn schoonvader. Klaas hoorde het verhaal van zijn schoonzoon aan en gaf hem zijn stellige advies:
“Hein, als je straks thuis komt en het is donker, dan gooi je je graaf (spitschop) zo ver mogelijk weg en je zoekt hem nooit meer op. Daarna kom je volgende week zaterdag naar Alkmaar en we kopen daar twee manden en een juk. Daarna gaan we eieren kopen op de markt en die ga jij vervolgens uitventen in Haarlem.”

Eieren venten in de grote stad

We weten het niet zeker, maar Hein zal die zondagnacht niet erg rustig geslapen hebben. Want het was niet niks: zo maar stoppen met tuinen, naar een vreemde stad gaan en venten met verse eieren. Maar hoe dan ook, er moest wel brood op de plank komen. Dus toog hij op zaterdag eerst naar Alkmaar, kocht een klein partijtje eieren en vertrok op maandag daarna, met angst en beven, naar Haarlem om te gaan venten. En zowaar, hij kwam met lege manden weer thuis. Dat gaf moed. Langzaam raakte Hein thuis op de eierenmarkt in Alkmaar en hij hield na een dag venten in Haarlem en na aftrek van een kop koffie en spoorgeld zo’n 50 tot 55 stuivers over. Dat zag er echt niet slecht uit en Hein en Antje kregen weer vertrouwen in de toekomst.

Al spoedig ventte hij twee dagen per week in Haarlem, maar slimme Hein had zijn graaf (spitschop) toch niet zo ver weggegooid dat hij hem niet meer kon vinden en had de bouwerij aangehouden. De zaken gingen goed en hij nam een voorman in dienst om dat deel van het werk te doen. Maar de aantrekkingskracht van de stad werd sterker; hij kreeg meer plezier in het werk en steeds hogere verdiensten. Hein ventte al spoedig vier dagen per week in Haarlem en in een nieuw gebied in Leiden.

Antje zag met genoegen hoe de handel in eieren zich ontwikkelde en de voorspoed bleef ook niet verborgen voor de kleine Bakkumse gemeenschap. Al spoedig volgden enkele anderen die zich in de eierhandel stortten, zoals Siem Scheerman, de oudere broer van Hein. De enigszins luide roep van Antje over de winstgevendheid werd nog versterkt door het feit, dat Hein in een vrij jolige bui in Haarlem een groen hoedje had gekocht en dat met grote zwier opzette. Heel Bakkum mompelde besmuikt achter de hand: “Hein Scheerman met een hoedje? En dan nog groen ook?” Mannen van zijn stand, dus de zelfstandige bouwers, droegen veelal een hoge zijden zwarte pet, de mannen uit de lagere stand en ambachtslieden droegen een platte pet. Maar wie droeg er nu een hoed?

Zo gebeurde het dat in het najaar, tengevolge van een zeer regenrijke augustusmaand, de duinaardappelen van Hein Scheerman bloot kwamen te liggen en onder invloed van het zonlicht groen werden en daardoor ongeschikt voor consumptie. ”Kijk”, zeiden diverse jaloerse inwoners, “dat zal Hein Scheerman leren. Hij zal nu zijn groene hoedje wel afzetten”. Edoch, Hein Scheerman hield zijn hoed netjes op.

Vrouw Antje droeg in die tijd een Noord-Hollandse hul, het zogenaamde ‘boerenhoedje’, maar zonder gouden of zilveren ijzer en spelden, want dat was uitsluitend voorbehouden aan vrouwen van rijke boeren. Zij heeft deze hoofdtooi gedragen tot aan haar dood in 1923.

Onze Hein ging echter onverdroten voort en presteerde het zelfs om in 1879, toen hij uit Haarlem terugkwam met de trein van ‘zessen’, een grote sigaar te roken. Natuurlijk werd hij gesignaleerd op het station en als een golf ging deze buitengewone handelswijze door Bakkum. Een sigaar roken op een doordeweekse dag? Dat ging toch wel alle perken te buiten.

Frans Glorie van de eierenhandel.
Frans Glorie van de eierenhandel. Zijn auto staat in de steeg van de Schoolstraat. Frans Glorie is geboren 22-11-1879, was kruidenier in de Dorpsstraat naast slager Admiraal en later aan de overkant van de straat. In 1952 koopt hij het pand aan de Schoolstraat waarin ruimte is om de eierenhandel te beginnen met zijn zoon Nic. Zijn vrouw is overleden en hij gaat in het voorhuis wonen, zijn zoon Nic en diens vrouw gaan in het achterhuis wonen. Schoolstraat 3 in Castricum, 1955. Collectie Oud-Castricum. Toegevoegd.

Zijn succesvolle eierhandel deed meerdere inwoners van Castricum volgen, zoals Wub Liefting en Frans Glorie, de kruidenier en vader van de directeur van eierhandel Glorie. Zij bleven met het uitventen meestal in de buurt ‘hangen’ zoals in Beverwijk, Velsen en Heemskerk. De afstand werd afgelegd met een hondenkar, waarbij de bestuurder schrijlings op het krat (zijbord) zat. De honden liepen sneller dan een paard in draf en legden de afstand zonder tussenpozen af.

Dringen in de trein naar Alkmaar

In Alkmaar was het op de zaterdagmarkt druk. Als de trein op het station was aangekomen, verdrongen de kooplieden elkaar om maar als eerste uit de trein te kunnen springen en bijna rennend naar de markt


Jaarboek 27, pagina 27

te gaan. Zo ook vader Hein, met een grote mand aan de arm, waarin kisten zaten om de losse eieren die hij zou kopen, te kunnen inpakken voor het vervoer. De eieren werden veelal aangevoerd door boeren, boden en schippers, alles in allerlei kisten en manden, los en ongeteld. De koper moest dus zelf de eieren gaan aftellen, dan afrekenen en in eigen kisten overpakken, want ze werden per spoor vervoerd.

Antje en Hein kregen in 1884 een dochter, Elisabeth, met de roepnaam Betje en in 1887 wederom een dochter, Johanna, met de roepnaam Jansje. Hein begon toentertijd ook kleine stukjes land rondom zijn huis aan te kopen. Hoewel hier en daar met tegenzin: Bakkum erkende Hein nu als koopman en als gezeten burger. Antje had haar eigen ideeën over wat mooi was en wist ook precies waar dat te koop was. Ze wist ook heel goed wat lekker was en had dat dan ook meestal in huis.

Hein was inmiddels zeer goed bekend met het reilen en zeilen in de grote steden waar hij ventte en nam vaak ook en passant boodschappen mee voor de pastoor, zoals koffie. Over die pastoor vertelt broeder Gerlach nog het volgende. De pastoor had een hond en op zekere dag was de hond verdwenen. Maar dat gebeurde wel meer, tot ongenoegen van de jachtopzieners in de duinen, want de hond zat dan meestal weer achter konijnen aan. Dus hing de pastoor achter in de kerk een groot plakkaat op: “Vermist, mijn hond. Degene die mijn hond, luisterend naar de naam Castor, terugbrengt, ontvangt een beloning van 25 gulden.” Dat was nog eens wat, 25 gulden, dat was drie weken werk.

Onze Hein liep de volgende morgen naar de trein om naar Haarlem te gaan en zag opeens langs de Mient de hond in een greppel liggen, morsdood geschoten door de jachtopzieners. Vlug haastte hij zich naar de pastoor om de beloning te innen. “Ja Hein”, zei de pastoor, “er staat wel op het plakaat -luisterend naar de naam Castor – en dat doet hij nu niet meer”. Hein kwam die dag later in Haarlem aan en heeft nog uren lopen mokken.

Om ook eieren te kunnen verkopen in tijden waarin de aanvoer minder was, begon Hein met het ‘kalken’ van de eieren. In april, als de aanvoer het grootst was, de prijzen dus het laagst en de eieren op hun sterkst, kocht hij grote hoeveelheden in. Thuis werden de eieren zorgvuldig nagetikt om te horen of er geen haarscheurtjes in zaten. Vervolgens gingen ze in vaten met kalkwater, gemaakt van schelpkalk. Ze bleven soms wel een jaar lang goed, al waren ze dan niet meer geschikt voor alle doeleinden. Vanaf oktober ongeveer werden ze verkocht, onder meer aan bakkers.

Maar ja, voor een dergelijke grote inkoop in het voorjaar was nogal wat geld nodig. Hein had daarop gerekend, want hij had een ‘kalkeierenpotje’ aangelegd, net zoals een geldpotje voor de aankoop van zaaizaden, een potje voor de aankoop van eendeneieren, een potje voor de aankoop van koeien, enzovoorts. Maar helaas, toen Hein het geld nodig had, bleek het potje voor de kalkeieren helemaal leeg te zijn, want zoals eerder gezegd, Antje hield veel van mooie dingen.

 Een foto uit de (negentien)zestiger jaren van het huis van Anna de Boer in de Burg. Mooijstraat; op deze plaats is nu de ING-bank gevestigd.
Een foto uit de jaren (negentien) zestig van het huis van Anna de Boer in de Burgemeester Mooijstraat; op deze plaats is nu (in 2004) de ING-bank gevestigd.

Zoon Kees in de bloembollen

De beide zoons, Kees inmiddels 9 jaar en Klaas 7 jaar, kregen ook behoorlijk wat werk te verstouwen. Volle emmers aardappelen schillen, voer klaarzetten voor de koeien, melk wegbrengen voor de aanvang van de schooltijd en op zaterdags altijd de koeien borstelen en de staarten uitwassen. Wat later in de zomer volgde dan het doppen van grote bonen en doperwten en ’s winters het lezen (uitzoeken) van de bonen en erwten.

Een aantal jaren later werkte Kees, hij was toen twaalf jaar, volop mee in de bouwerij. Op zekere dag hoorde hij van andere dorpsjongens iets over bloembollenteelt. Hij bracht het onderwerp ter sprake tijdens het avondeten, maar vader Hein, de pittige koopman, voelde niets voor dit soort nieuwigheden. Moeder Antje daarentegen was daar wel positief over. Of deze bloembollenzaak in het gezin Scheerman nu wel of niet goed is uitgesproken, is onbekend, maar op zekere dag kwam Hein thuis uit Haarlem en zag op zijn land plotseling enkele bedden met bloembollen. Antje had het plantgoed gekocht en Kees had dat met grote voortvarendheid geplant.

Hein werd zeer gramstorig. De volgende morgen kwam buurman Portegies aanrijden met een wagen mest voor de tuin. Hein wees buurman Portegies de kortste weg naar de losplaats voor de mest. En ja hoor, die weg voerde dwars door de aangelegde bloembollenbedden. Maar Portegies, vermoedelijk op de hoogte van het een en ander, zei: “Ach kom Hein, laat die jongen ook wat eigens hebben.” De bollenbedden bleven er gelukkig.

Zoon Klaas bleek in zijn hart toch geen echte tuinder of koopman en dus begon hij als krullenjongen bij een timmerman. Het eerste jaar kreeg hij, zoals gebruikelijk was, geen loon en dat vond Hein toch


Jaarboek 27, pagina 28

wel zielig. Dus gaf Hein elke week een gulden aan de timmerman, die vervolgens Klaas daarmee betaalde. En zo gaf Klaas ’s avonds met zwier en trots diezelfde gulden aan zijn moeder Antje.

In de loop van 1895 kreeg Hein last van behoorlijke kiespijn, die al spoedig overging in een kaakontsteking. Ondanks het druppelen op doktersadvies bleef de ontsteking aanhouden. In november was Hein zo ziek dat hij niet meer in staat was om zijn eieren uit te venten. Dat ernstige ongemak duurde tot maart 1896. Maar in die tussentijd moest er wel brood op de plank komen, dus werd zoon Kees, met behoorlijke tegenzin, ingeschakeld. Hein is toen zelf nog eenmaal met zoon Kees meegegaan om de klanten aan te wijzen. In Leiden aangekomen gingen ze naar het Academisch Ziekenhuis voor nader onderzoek. De diagnose was een grote klap voor het gezin. Hein had vergevorderde mondkanker. Hij stierf half april 1896, 44 jaar oud.

Kees nam toen met grote voortvarendheid de gehele eierventerij over. Met de hondenkar trok hij erop uit, maar niet zittend op het zijbord zoals meestal werd gedaan, nee, platliggend in de wagen. Dat moest natuurlijk fout gaan en ja hoor, in Heemskerk liep er opeens een klein keffertje over de straat. Als een bliksemschicht stoven de beide honden van Kees naar het keffertje. De kar raakte in de berm, sloeg om en alle eieren waren struif. Ondertussen was het met de bloembollenkwekerij, de ‘bollenkraam’ genaamd, vrij goed gegaan, maar toch meende Kees meer tijd te moeten investeren in zijn eierhandel, daarom verkocht hij de bollenkraam voor 300 gulden. Een niet onbelangrijk bedrag in die jaren! Voor dat bedrag kon hij weer 10.000 eieren kopen en inkalken.

Kees kreeg intussen kennis aan een mooi, zwartharig meisje, Trijntje, dochter van Jan en Eva Hohensteijn van het Vermaningspad in Koog aan de Zaan. Moeder Antje was wat minder enthousiast, want zij had meer een rijke boerendochter in gedachten voor haar zoon. Maar Kees viel helemaal voor Trijntje en deed haar een naaimachine cadeau. Een dergelijk geschenk werd toentertijd opgevat als een verlovingsaanzoek en Trijntje nam de machine graag aan. Toen er langzaam maar zeker over trouwplannen werd gesproken, maakte Trijntje kenbaar dat zij wel graag in het Zaanse wilde blijven wonen. Kees besloot daarom een huis te bouwen in de Csaar Peterbuurt in Zaandam.

In 1903 trouwde Kees met Trijntje Hohensteijn en in 1906 trouwde zijn broer Klaas met Grietje Res. Grietje had met haar zuster een dameshoedenzaak in Castricum. Klaas bouwde in Uitgeest een groot huis met een werkplaats en werkte daar onverdroten aan de uitbouw van zijn timmerbedrijf. Hun zus Jansje stapte ook in het huwelijksbootje. Zus Betje overleed helaas in 1902 op 17-jarige leeftijd na een opgelopen longontsteking. Moeder Antje droeg dit verlies moedig en aanvaardde haar lot. Zij verkocht zonder haar zoons te raadplegen diverse stukken land.

Kees Scheerman en echtgenote Catharina Hohensteijn zetten de eierhandel in Den Haag voort.
Kees Scheerman en echtgenote Catharina Hohensteijn zetten de eierhandel in Den Haag voort.
Echtgenote Catharina Hohensteijn.
Echtgenote Catharina Hohensteijn.

De Scheermannen verhuizen naar Den Haag

Intussen floreerde de eierhandel uitstekend. Den Haag was inmiddels het grootste afzetgebied, gevolgd door Leiden en Haarlem. De aanvoer van eieren in Alkmaar bleek op den duur toch onvoldoende voor de grote markt die Kees had opgebouwd, dus ging hij eieren bij een grossier in Amsterdam inkopen. Die eieren waren verpakt in kisten van 1.200 stuks. De kist bestond uit twee helften met aan iedere kant vier lagen van 150 eieren. Tussen iedere laag was roggestro aangebracht ter bescherming. ’s Winters, als er nog maar een kleine aanvoer van eieren was, kocht Kees eieren uit Polen, die kleiner van stuk waren en waarvan de kwaliteit ook minder was.

Toch bleef het vele gereis en gejaag vanuit Zaandam naar de andere steden knagen aan Kees, die op een gegeven moment de knoop doorhakte en met Trijntje verhuisde naar Den Haag, waar hij een groot pakhuis en een eindje verderop een bovenwoning huurde. Maar Kees had toch iets te veel buiten de mening van vrouw Trijntje gerekend, want haar beviel de bovenwoning absoluut niet, temeer ook daar de bewoner van de 3e etage langs dezelfde trap omhoog moest. Het feit dat zij op zeker moment enkele ‘onbekende beestjes’ ontdekte, die werden gedefinieerd als wandluizen, gaf de doorslag. Enkele weken later verhuisden ze opnieuw, nu naar de Rochussenstraat en in 1911 verhuisden ze wederom naar een wat groter pakhuis met daarboven een grote bovenwoning aan de Delftselaan.

Geheel links op de foto: het huis en bedrijfspand aan de Delftselaan.
Geheel links op de foto: het huis en bedrijfspand aan de Delftselaan.

Rond 1913 was grootmoeder Antje gaan wonen op de Kramersweg. In haar huis aan de Kramersweg verhuurde zij kamers aan onderwijzers en gemeenteambtenaren en rond 1916 ging ze het wat stiller aandoen en betrok een bovenwoning in de Dorpsstraat. Tijdens een bezoek in 1923 aan haar zoon Kees in Den Haag overleed zij plotseling en werd aldaar begraven.


Jaarboek 27, pagina 29

Slotwoord

Het dagboek van broeder Gerlach beschrijft verder hoe het de Scheermannen in Den Haag vergaat. Aangezien een en ander zich buiten Castricum/Bakkum afspeelt, hebben wij gemeend dit in het kort samen te vatten.

Kees kocht in Den Haag al spoedig een paard en wagen om zodoende meer klanten te kunnen bezoeken. ledere morgen om 7 uur werden bij het station Staatsspoor de kisten met eieren opgehaald die vanuit Barneveld per trein waren verzonden. De eieren werden dan thuis ‘geschouwd’, dat wil zeggen gecontroleerd of de dooier in het midden zat. Was dat het geval, dan waren ze als consumptie-ei geschikt, anders gingen ze naar de bakkerijen.

De eierhandel werd verder al spoedig aangevuld met een slachterij voor kippen, waarvoor achter het pand aan de Delftselaan diverse kippenhokken werden gebouwd. Ieder gezinslid moest meehelpen en al vroeg werd het handmatig slachten en plukken van de Barneveldse kippen geleerd.

Maar Kees Scheerman ging nog verder en begon met het fokken van varkens, die ofwel aan het slachthuis ofwel direct aan slagerijen werden verkocht. In drukke tijden, zoals bij naderende feestdagen, werden alle zeilen bijgezet. Er werden dan diverse bakfietsen (met knechten) gehuurd om de bestellingen te kunnen afleveren. De firma Scheerman leverde toen ook ander wild zoals konijnen en kalkoenen op bestelling.

In 1926 verliet Johannes (Jan), een van de zonen van Kees, het gezin om in te treden in het klooster der Benedictijnen in Oosterhout; hij zal later als broeder Gerlach het eerdergenoemde dagboek schrijven. Vader Kees was nogal ontstemd over Jan’s besluit met het gevolg dat hij een arbeidskracht moest missen. Wel kreeg hij bij zijn vertrek van huis 2,50 gulden mee om onderweg een biertje te kopen.

In de (negentien)dertiger jaren werd een A-Ford aangeschaft die nog tot 1950 dienst heeft gedaan.
In de jaren (negentien) dertig werd een A-Ford aangeschaft die nog tot 1950 dienst heeft gedaan.

Zoon Henk haalde in 1926 op 18-jarige leeftijd zijn rijbewijs en er werd meteen een Citroën bestelauto aangeschaft. Jammer was het dat Henk met de Citroën enkele jaren later een Haagse tram over het hoofd zag. De auto, volgeladen met eieren, kantelde en de Haagsche Courant publiceerde het ongeluk met de titel: ‘Een Groot Omelet’.

Vanaf 1932 kwam zoon Evert in de zaak tot het begin van de oorlog. Na die moeilijke oorlogsjaren werd door de zonen de draad weer opgepakt.
Vader Kees Scheerman is altijd op de Delftselaan blijven wonen en is daar in 1956 gestorven.

Uiteraard hebben we ons verhaal voorgelegd aan Klaas Scheerman in Castricum en Fred Scheerman in Den Haag die nog enkele interessante aspecten konden toevoegen.

Zij waren, met ons, van mening dat het dagboek en ons verhaal een boeiende bijdrage levert aan de beschrijving van het Castricumse dorpsleven en enkele specifieke ambachten uit het einde van de 19e en begin van de 20e eeuw.

Sjef Smulders

14 oktober 2020

Veldt, familie, aanvullingen (Jaarboek 08 1985 pg 51)

Niets uit deze publicatie mag worden overgenomen zonder toestemming van de Stichting Werkgroep Oud-Castricum.


Jaarboek 8, pagina 51

De familie Veldt

Boerderij Piet Veldt, Brakersweg 77 in Castricum. Gesloopt in 1943. Schilder: H. de Mol. Foto Jacques Schermer. Toegevoegd.

Aanvullingen

In het 5e jaarboekje is in de rubriek ‘de Castricumse familie …’ de stamboom van de familie Veldt gepubliceerd. Inmiddels zijn er uit het voortgaande archiefonderzoek ook betreffende de familie Veldt aanvullende gegevens gevonden.

In het genoemde artikel wordt verhaald over Jacob Veldt, die is geboren in Bennebroek, de bakermat van de familie Veldt. Deze Jacob Veldt komt direkt na zijn huwelijk in 1794 in Heemskerk wonen en vestigt zich vervolgens omstreeks 1811 in Castricum.

Inmiddels weten wij dat hij als hij nog maar pas in Heemskerk woont op 6 november 1794 een huis en erf koopt. Dit huis is een herberg met stallen en tuin gelegen aan de Rijksstraatweg bij Noorddorp te Heemskerk.
Deze herberg was vanouds genaamd ‘de Roomolen’; hier juist halverwege de afstand Haarlem – Alkmaar werden de paarden van de postkoets gewisseld.

Jacob Veldt koopt de herberg met 5 percelen weiland bijna 6 hectare groot voor te samen 6.000 gulden; per 1 januari 1795 kan hij het in gebruik nemen. Met de bijna 2 hectaren land te Heemskerk, die al in het bezit waren van de familie Veldt, heeft Jacob tevens het boerenbedrijf kunnen uitoefenen.

Zestien jaar later op 20 december 1811 verkoopt Jacob Veldt de herberg met de bijbehorende percelen land voor slechts 3.700 gulden aan Jan van der Weijer, voerman wonende te Haarlem. De herberg werd toen ‘Halfweg’ genoemd; de herberg is niet meer, een boerderij op dezelfde plaats met deze naam herinnert ons nog aan de tijd van de postkoets.

Enkele maanden voor deze verkoop op 2 oktober 1811 koopt Jacob Veldt een boerderij met circa 4 hectare weiland aan de Brakersweg in Castricum. Vanaf dit moment is de familie Veldt tot voornamelijk een Castricumse familie uitgegroeid.

14 september 2020

Oude Castricumse familienamen (Jaarboek 04 1981 pg 18-21)

Niets uit deze publicatie mag worden overgenomen zonder toestemming van de Stichting Werkgroep Oud-Castricum.


Jaarboek 4, pagina 18

Oude Castricumse familienamen

Bij het onderzoek van de kerkelijke registers van de rooms-katholieke kerk te Castricum, is het opvallend, dat al veel familienamen voorkomen in het einde van de 17e eeuw. Ook is het opvallend, dat het gebruik van de reeds bekende familienaam niet algemeen was. Veel gebruikte men toch de bekende patroniemen (vadersnamen). Jansen, Pieterse, Cornelisse zijn daar voorbeelden van. Toch was het nodig dat er onderscheid gemaakt werd tussen de vele Jansens, Pietersen en Cornelissen.

Begrijpelijk als er in een klein dorp zoals Castricum toen was, een twintigtal families Jansen voorkwamen, op een aantal woningen dat rond de honderd schommelde. De Jansens die in de 18e eeuw een familienaam aannamen of kregen zullen we hier onder weergeven, met het jaartal erachter, waarbij de naam werd gevonden.

Pieter Janse APPEL 1727
Dirk Jans BLOM 1729
Cornelis Janse van den BOS 1736
Lauris Janse DUYNEVELT 1726
Jan Jansz DUYNEVELT 1741
Sijmen Jansz FRANKEN 1738
Gerrit Janse HAERLEMS 1723
Sierick Janssen HOOGEBOOM 1734
Cornelis Janse HOGEBREG 1712
Pieter Janssen KLOPPER 1732
Jan Jansse NELLE 1748
Jan Jans de RUYTER 1723
Sijme Janse SCHRAVEMA of SCHRAMA 1728
Engel Janse SCHRAVEMA of SCHRAMA 1742
Pieter Janse SMIT 1713
Jan Jansz VERMAY 1748

In de 17e eeuw waren de familienamen zeldzamer maar toch kwamen ze in Castricum al voor.

Claes Crelissen BRUYNE 1683
Petri Crelissen BIJL 1664
Crelis Aertsen CLOSMAN 1664
Cornelis Sijmens CROON 1664
Jan Gerritsen DUYNMEIJER 1664
Claas Willemsen DECKER 1681
Jan Sijmensen HOGEBREGH 1688
Crelis Gerritsen MELKER 1681
Claes Jansen van der POLLEN 1672
Joannes Ariaensz PRONCK 1664
Claes Crelissen PLATHUYS 1684
Jan Arentzen ROOSE 1687
Willem Willemsen SNIJDER 1665
Dirk Crelissen SPRINCKSE 1686
Ariaen Jansen de WEERT 1669
Gerrit Crelissen de WILDE BOER 1689
Albert Jansen IJPELAAN 1679

Nog heden ten dage komen sommige van deze namen in Castricum voor. De familie DUIJNMEIJER is daar een goed voorbeeld van.

Ten tijde van Napoleon begon men ook in Castricum met de registers van de Burgerlijke Stand. Het is wel aardig om te zien hoe toen reeds vele bekende Castricumse namen voorkwamen. Zij die kunnen bewijzen van een van onderstaande personen af te stammen, behoren zeker tot de autochtone Castricummers. Als voorbeeld geven we hieronder het zogenaamde “Registre Civique”, een register waarin 156 hoofden van Castricumse gezinnen voorkomen die in 1811 leefden. De 29 gezinshoofden, die toen in Bakkum woonden, zijn hierbij inbegrepen.

zie verder als PDF: Oude Castricumse familienamen

H. van der Velde

26 juli 2020

De Castricumse familie … Sprenkeling (Jaarboek 42 2019 pg 97-109)

Niets uit deze publicatie mag worden overgenomen zonder toestemming van de Stichting Werkgroep Oud-Castricum.


Jaarboek 42, pagina 97

Joseph Sprenkeling, de stamvader van de Castricumse tak, komt in 1850 op 19-jarige leeftijd in Castricum wonen. Hij woont dan in bij het gezin van Anthonie Cornelisse, schelpenvisser en Grietje de Vries op de Vinkebaan; het gezin Cornelisse telt dan drie nog zeer jonge kinderen.

Joseph is geboren en opgegroeid in Alkmaar. Zijn ouders zullen het niet gemakkelijk gehad hebben. Zijn vader Gerardus Sprenkeling, geboren in Den Haag, is kleermaker en verhuist binnen het centrum van Alkmaar minstens zes keer. Na het overlijden van zijn vrouw in 1835 is hij hertrouwd. Uit zijn twee huwelijken worden 12 kinderen geboren, die bijna allen binnen twee jaar na de geboorte overlijden. Als van Joseph het oudste zusje Anna in 1847 overlijdt, zijn vader later datzelfde jaar en zijn stiefmoeder in 1849, is hij nog de enige overgeblevene; hij verlaat Alkmaar en gaat zijn geluk zoeken in Castricum.

De oorsprong van de familie Sprenkeling

De naam Sprenkeling duikt voor het eerst op als Roeloff Spenkelink, gedoopt in Goor (Overijssel) op 15 augustus 1697 als Rudolph Sprenkeling in Den Haag op 30 mei 1728 in het huwelijk treedt met Cornelia Caper(s).
De oorsprong van de naam is dus Spenkelink: zonder r en eindigend op een k. De familienaam Spenkelink komt op verschillende plaatsen in Twente voor en kent ook de namen van boerderijen met die naam. Namen die van boerderijnamen zijn afgeleid, wijzen vaak op een zeer oude middeleeuwse oorsprong. In 1388 is er al een melding van ene Roelve Spenkelynck.
De eerder genoemde Roeloff Spenkelink en voorvader van de Castricumse familie Sprenkeling is terug te voeren op een familie Spenkelink van een boerderij op het Zeldam onder Delden. Hiernaar is door G.J.H. Spenkelink uitvoerig onderzoek gedaan, wat in 1995 resulteerde in een boekwerkje: ‘Spenkelink, een naam in Twente’.

Na het ontstaan van de naam Sprenkeling in Den Haag met het echtpaar Rudolph Sprenkeling en Cornelia Caper(s) worden uit dit huwelijk in Den Haag zes kinderen geboren, waaronder in 1729 de oudste zoon Jacobus die als enige na zijn huwelijk in 1755 met Catharina de Wolf het geslacht Sprenkeling zal voortzetten via zijn zoon Gijsbertus. Gijsbertus Sprenkeling (1764-1834), kabinetwerker (kastenmaker), blijft zijn hele leven in Den Haag wonen. Hij trouwt in 1792 met Hendrica van Wijnen en zij krijgen samen 14 kinderen, waarvan er zeven in het huwelijk treden. Hieronder zijn vier zoons, die voor nakomelingen met de naam Sprenkeling zorgen: twee zoons in Den Haag en twee in Alkmaar. De zoons Hendrik (1794-1864) en Gerardus (1798-1847) zijn kleermaker en gaan beiden in Alkmaar wonen. De nakomelingen van Hendrik zijn voor het merendeel geboren in Alkmaar, Ursem, Schagen of Heerhugowaard.
Joseph Sprenkeling (1830-1897), de enige overgebleven zoon van Gerardus, is de stamvader van de Castricumse tak.

Sprenkeling op Wieringen

Naast de komst van de familie Sprenkeling in Alkmaar is er binnen onze provincie ook op Wieringen een tak van de familie neergestreken. Ene Hendrik Sprenkeling, geboren in 1766 in Delden (Twente) is enkele jaren voor 1800 op Wieringen beland; hij was toen timmerman en trouwt drie keer, waarbij hij alleen uit zijn laatste huwelijk met Neeltje Pelder kinderen heeft. Hendrik is later landbouwer, en heeft ook weiland in zijn bezit door zijn vrouw Neeltje, die mede-erfgename was van haar broer Evert Pelder, eigenaar van onder andere herberg Het Gulden Vlies in Alkmaar.
Hendrik overlijdt in 1845; de familie Sprenkeling wordt op Wieringen voortgezet via zijn enige zoon Jan en zijn vier kleinzoons, waarvan alleen de jongste Cornelis (1853-1937) Wieringen verlaat en zich vestigt in de stad Groningen.

De verspreiding van de naam Sprenkeling

De volkstelling die in 1947 is gehouden, is uitvoerig gepubliceerd en geeft voor elke Nederlandse gemeente het aantal inwoners van elke voorkomende achternaam in de betreffende gemeente. Hieruit kunnen we de woonplaatsen van de familie Sprenkeling in 1947 afleiden.
Van de oorspronkelijke naam Spenkeling(k) wonen er 255 personen in Nederland en bijna allen in het ontstaansgebied van de naam: 95 procent in de provincie Overijssel. Van de naam Sprenkeling wonen er 101 in Nederland en bijna uitsluitend in Noord-Holland (89 procent, van de overigen wonen er 9 in de stad Groningen en 2 in Zuid-Holland.
In Noord-Holland wonen er 90 met de naam Sprenkeling, waarvan in aflopende volgorde 27 in Castricum, 12 in Heerhugowaard, 11 in Heiloo, 7 op Wieringen, 6 in Limmen en de kleinere aantallen in 9 andere gemeenten.


Jaarboek 42, pagina 98

De oudere generaties Sprenkeling aan de Vinkebaan in Castricum

Joseph woonde bij het talrijke gezin Cornelisse op de Vinkebaan tot hij in 1859 trouwt met Leentje Zoontjes. Enkele maanden voor zijn huwelijk heeft hij een stukje bouwgrond gekocht van 150 vierkante meter, aan de zuidzijde van de Vinkebaan, nu gelegen op de westelijke hoek met de Zanderijweg. Hier laat hij een huisje bouwen en gaat er met zijn vrouw wonen die al enkele jaren later kinderloos overlijdt. Joseph hertrouwt met Helena Snijders uit Beverwijk. Vanaf 1867 worden hun kinderen in het huis aan de Vinkebaan (later 20) geboren. Joseph is naast schelpenvisser, vooral ook tuinder. Zo koopt hij in de loop der jaren wat stukjes tuingrond aan de Vinkebaan.

Joseph overlijdt op 66-jarige leeftijd in 1897. Helena blijft er wonen. Als de kinderen het huis uit zijn, verkoopt zij in een openbare verkoping op 16 augustus 1905 in De Rustende Jager het huis en de tuin aan de Vinkebaan. Het wordt gekocht door jonkvrouwe Paulina Johanna Rendorp, Vrouwe van Marquette en Heemskerk, douairière van jonkheer Jan Hugo Gevers en wonend in Noordwijk. Zij was al eigenaresse van het aangrenzende duingebied.

Kees is de enige zoon die trouwt en kinderen krijgt: twee dochters en niet minder dan vijf zoons. Die zorgen met kinderrijke gezinnen voor de grote naamsbekendheid van de familie Sprenkeling in de regio.
Zoon Kees koopt in 1903 aan de Vinkebaan een stuk grond van 355 vierkante meter met daarop een pas gebouwd huis Vinkebaan 17 met een schuur. Kees is arbeider, tuinder en veehouder. Hij is in 1897 gehuwd met Keetje Zonneveld die al in 1908 overlijdt met achterlating van zeven dan nog zeer jonge kinderen. In 1929 laat Kees een huis bouwen aan de Ruiterweg en verkoopt zijn woonhuis aan de Vinkebaan met schuur en hooiberg aan zijn zoon Cor.
In 1943 moeten de huizen aan de Vinkebaan en ook het huis aan de Ruiterweg op last van de bezetter worden gesloopt.

Stamboom van de Castricumse familie

In het onderstaande schema wordt de stamboom van de familie weergegeven. Onder de toegevoegde nummers 1 tot en met 7 zijn de gezinnen Sprenkeling verder uitgewerkt. Onderaan dit artikel met paginering Aanvulling, zijn details te raadplegen van de familie Sprenkeling uit Twente, die voorafgaat aan de Castricumse periode.

Stamboom van de familie Sprenkeling.
Stamboom van de familie Sprenkeling.

Jaarboek 42, pagina 99

1e Generatie

* 1 *

Josephus Gijsbertus Sprenkeling, zn. van Gerardus Adrianus Sprenkeling en Elisabeth Schellinkhout, geb. Alkmaar 24-12-1830, arbeider, schelpenvisser, tuinder, woonde aan de Vinkebaan 20, overl. Castricum 17-2-1897, tr. (1) Castricum 22-5-1859 met Leentje (Helena) Zoontjes, geb. Castricum 27-10-1831, overl. Castricum 31-3-1864, dr. van Klaas Zoontjes en Antje Bakkum; tr. (2) Castricum 10-2-1867 met Helena (Leentje) Snijders, geb. Beverwijk 17-2-1840, overl. Castricum 7-12-1919, dr. van Cornelis Snijders en Alida de Munk.

Kinderen uit het tweede huwelijk geboren te Castricum:

Cornelis (Kees) Sprenkeling, zn. van * 1 *, geb. Castricum 9-11-1871, arbeider, tuinder, veehouder, is mede-oprich- ter van de ́wilde veiling ́ bij de doorrijstal van De Rus- tende Jager, woonde aan de Vinkebaan, vanaf 1929 aan de Ruiterweg, overl. Castricum 16-12-1950, tr. (1) Castricum 13-1-1897 met Cornelia Maria (Keetje) Zonneveld, geb. Castricum 25-3-1871, overl. Castricum 8-2-1908, dr. van Jan Zonneveld en Antje Orij; tr. (2) Castricum 24-5-1909 met Marijtje Floor, geb. Abbekerk 23-3-1862, overl. Castricum 3-3-1933, eerder gehuwd met Izaak Verlaat, dr. van Hendrik Floor en Leentje Arends.
Kinderen uit het eerste huwelijk geboren in Castricum:

  1. levenloos, geb. en overl. 9-12-1867.
  2. Anna (Antje), geb. 24-1-1869, woonde vanaf 1883 in Akersloot, aldaar overl. 24-12-1937, tr. Akersloot 19-2-1895 met Jacob Kerssens, geb. Akersloot 28-1- 1867, arbeider, veehouder, overl. Akersloot 14-8-1925, zn. van Maarten Kerssens en Grietje Jonker.
  3. levenloos, geb. en overl. 1-2-1870.
  4. Cornelis (Kees), geb. 9-11-1871, tr. (1) met Cornelia Maria (Keetje) Zonneveld, (2) met Marijtje Floor
    * zie 2 *
  5. levenloos, geb. en overl. 18-11-1873.
  6. Alida (Aaltje), geb. 1-2-1875, woonde aan de Haagscheweg in Bakkum, aldaar overl. 30-8-1945, tr. Castricum 26-4-1900 met Lambertus Hageman, geb. Castricum 20-7-1871, landarbeider, overl. Bakkum 7-2-1943, zn. van Arie Hageman en Heintje Zonneveld.
  7. Gerardus (Gerrit), geb. 18-4-1877, landbouwer, ongehuwd overl. Castricum 15-7-1905.
  8. levenloos, geb. en overl. 20-6-1882.

Joseph Sprenkeling is in 1850 op 19-jarige leeftijd uit Alkmaar naar Castricum gekomen en woont in bij het gezin van Anthonie Cornelisse, schelpenvisser aan de Vinkebaan (dit huis is rond 1865 afgebroken voor de aanleg van de spoorlijn).
Joseph trouwt in 1859 met de Castricumse Leentje Zoontjes. Eerder dat jaar koopt hij een stukje grond aan de zuidzijde van de Vinkebaan, nu gelegen op de westelijke hoek met de Zanderijweg. Hier laat hij een huis bouwen en gaat er met zijn vrouw wonen die al enkele jaren later kinderloos overlijdt. Joseph hertrouwt met Helena Snijders uit Beverwijk. Vanaf 1867 worden hun kinderen in het huis aan de Vinkebaan (later 20) geboren. Joseph is naast schelpenvisser ook tuinder en arbeider. Hij laat in 1892 een schuur op zijn erf plaatsen. Hij koopt tuingrond in 1885 aan de Tweede Groenelaan en in 1892 aan de Vinkebaan.


Kees Sprenkeling.
Kees Sprenkeling.

2e Generatie

* 2 *

Cornelis (Kees) Sprenkeling, zn. van 1, geb. Castricum 9-11-1871, arbeider, tuinder, veehouder, is mede-oprichter van de ‘wilde veiling‘ bij de doorrijstal van De Rustende Jager, woonde aan de Vinkebaan, vanaf 1929 aan de Ruiterweg, overl. Castricum 16-12-1950, tr. (1) Castricum 13-1-1897 met Cornelia Maria (Keetje) Zonneveld, geb. Castricum 25-3-1871, overl. Castricum 8-2-1908, dr. van Jan Zonneveld en Antje Orij; tr. (2) Castricum 24-5-1909 met Marijtje Floor, geb. Abbekerk 23-3-1862, overl. Cas- tricum 3-3-1933, eerder gehuwd met Izaak Verlaat, dr. van Hendrik Floor en Leentje Arends.

Kinderen uit het eerste huwelijk geboren in Castricum:

  1. Josephus (Joop), geb. 8-11-1897, tr. met Margaretha (Griet) Reijnders
    * zie *
  2. Anna, geb. 22-3-1899, woonde achtereenvolgens op de 2e Groenelaan, Hoogevoort, Leo Toepoelstraat en De Boogaert, overl. Castricum 11-9-1973, tr. Castricum 3-10-1923 met Johannes (Hans) Hollenberg, geb. Castricum 23- 6-1895, arbeider, schipper, schelpenvisser, grondwerker, overl. Alkmaar 13-5-1949, zn. van Nicolaas Hollenberg en Maria Schoorl.
  3. Johannes (Jan), geb. 12-6-1900, tr. met Margaretha (Grietje) Bakker
    * zie 4 *
  4. Johannes, geb. 21-8-1901, overl. Castricum 16-4-1902.
  5. Cornelis (Cor), geb. 21-12-1902, tr. met Margaretha Hendrika (Gré) Tiebie
    * zie 5 *
  6. Helena (Leentje), geb. 22-8-1904, woonde vanaf haar huwelijk in Limmen, overl. Limmen 11- 1-1959, tr. Castricum 28-4-1927 met Petrus (Piet) Baltus, geb. Limmen 11- 4-1903, veehouder, melkrijder, overl. Alkmaar 3-10-1981, hertrouwde met Jacoba Gezina Burger, zn. van Johannes Antonius Baltus en Trijntje Schotvanger.
  7. Gerardus (Gerrit), geb. 2-2-1906, tr. met Alida Agatha (Alie) Smit
    * zie 6 *
  8. Engelbertus (Engel), geb. 18-2-1907, tr. met Dieuwertje Agatha (Dien) van Dijk
    * zie 7 *
  9. Geertruida Maria, geb. 2-2-1908, overl. Haarlem 8-3-1908.

Jaarboek 42, pagina 100

Het huis met schuur en hooiberg van de familie Sprenkeling aan de Vinkebaan nummer 17.
Het huis met schuur en hooiberg van de familie Sprenkeling aan de Vinkebaan nummer 17. Kees Sprenkeling kocht dit in 1903 en verkocht het in 1929 aan zijn zoon Cor. In de oorlog moest het worden afgebroken. Geschilderd door Sijf Portegies.
De kinderen van Kees Sprenkeling en Cornelia Zonneveld.
De kinderen van Kees Sprenkeling en Cornelia Zonneveld: v.l.n.r. staand Cor, Leentje, Engel en Jan; zittend: Joop, Anna en Gerrit Sprenkeling.

Jaarboek 42, pagina 101

Kees Sprenkeling koopt in 1903 het pas gebouwde woonhuis aan de Vinkebaan 17 met schuur en koopt in 1905 van zijn moeder het perceel tuingrond aan de Tweede Groenelaan. Kees is arbeider, tuinder en veehouder. Hij is in 1897 gehuwd met Keetje Zonneveld die al in 1908 overlijdt. In de dan opgemaakte boedelbeschrijving worden bloembollen en drie koeien genoemd.
Kees houdt dus ook koeien. In 1920 koopt hij een stuk weiland, genaamd ‘de Slaters’, ter grootte van bijna twee hectare, gelegen aan de Hendriksloot, nu ten oosten van de Provinciale weg. En hij koopt in 1925 bijna een halve hectare tuingrond aan de Ruiterweg. Een klein deel hiervan ruilt hij voor een stukje bouwgrond van 565 vierkante meter aan de Ruiterweg 61 tussen bakker Hemmer en Klaas Bos. Hierop laat hij in datzelfde jaar een huis met schuur bouwen.

In 1929 verkoopt Kees het woonhuis met hooiberg, schuur, erven en grond aan zijn zoon Cor. Deze zoon gaat in het ouderlijk huis aan de Vinkebaan wonen. En vader Kees betrekt zijn nieuwe huis op de Ruiterweg. Aan de Eerste Groenelaan koopt Kees in 1938 een perceel tuingrond van 4400 vierkante meter.
De oorlog heeft voor de familie Sprenkeling grote gevolgen. Zowel vader Kees als zijn zoon Cor maken mee dat de huizen in 1943 worden gevorderd voor afbraak.
Kees woont later op de Ruiterweg 5. Hij overlijdt in 1950. Bij de boedelscheiding gaan zijn bezittingen en met name het weiland en de percelen tuingrond aan de Schilgeest en de Eerste Groenelaan naar zijn zoon Gerrit, dan tuinder en veehouder, later woonachtig in een boerderij op de Ruiterweg, tegenover de Torenstraat. Doordat veel tuingrond ten noorden van de Dorpsstraat door woningbouw verloren is gegaan, hebben drie zoons van Kees hun tuindersactiviteiten buiten Castricum voortgezet. Zoon Joop in Limmen, Cor en Jan in Heiloo. De jongste zoon Engel is fabrieksarbeider en woont op het Schulpstet.


Jaarboek 42, pagina 102-105

Het huisje van Joop Sprenkeling en Griet Reijnders op het Schulpstet nummer 26.
Het huisje van Joop Sprenkeling en Griet Reijnders op het Schulpstet nummer 26.

3e Generatie

* 3 *

Josephus (Joop) Sprenkeling, zn. van * 2 *, geb. Castricum 8-11-1897, tuinder, woonde op Schulpstet, vanaf 1938 aan de Hogeweg in Limmen, overl. Limmen 7-8-1968, tr. Castricum 14-5-1924 met Margaretha (Griet) Reijnders, geb. Castricum 10-11-1896, overl. Limmen 20-1-1969, dr. van Cornelis Reijnders en Aafje Mooij.

Joop Sprenkeling en Klaas Hollenberg aan de Eerste Groenelaan in 1937.
Joop Sprenkeling en Klaas Hollenberg aan de Eerste Groenelaan in 1937.

Kinderen uit dit huwelijk geboren te Castricum:

  1. levenloos, geb. en overl. 10-7-1925.
  2. Cornelia (Corry), geb.18-6-1926, woonde op Curaçao, Sint Eustasius, Heerhugowaard en nu Epe, tr. Limmen 29-12-1948 met Anthonius Theodorus (Antoon) Bakker, geb. Heiloo 11-8-1924, politieagent, overl. Heerhugowaard 17-12-1983, zn. van Willem Bakker en Maria Wokke.
  3. Maria, geb. 17-1-1931, overl. Alkmaar 24-1-1931.
  4. Afra (Aaf), geb. 17-1-1931 (tweeling), woont aan de Hogeweg in Limmen, tr. Limmen 3-6-1954 met Johannes Theodorus (Joop) Glorie, geb. Limmen 13-10- 1929, vulkaniseerder, zn. van Cornelis Glorie en Maria de Jong.
  5. levenloos, geb. en overl. 14-3-1933.
  6. Maria (Rie), geb. 29-9-1934, woonde aan de Peperstraat in Egmond-Binnen, aldaar overl. 13-6-1984, tr. Limmen 14-5-1958 met Josephus Cornelis (Joop) Liefting, geb. Egmond-Binnen 21-3-1930, chauffeur op een zandwagen, later materiaalbeheer bij fa. Tervoort, overl. Egmond-Binnen 12-8-2003, zn. van Johannes Liefting en Christina Nuijens.
Drie generaties Sprenkeling, de oude Kees Sprenkeling, zijn zoon Joop en kleinzoon Joop (zoon van Gerrit).
Drie generaties Sprenkeling, de oude Kees Sprenkeling, zijn zoon Joop en kleinzoon Joop (zoon van Gerrit).
Het echtpaar Joop Sprenkeling en Griet Reijnders bij hun 25-jarig huwelijk in 1949.
Het echtpaar Joop Sprenkeling en Griet Reijnders bij hun 25-jarig huwelijk in 1949.

Joop Sprenkeling koopt in 1924 een huis aan het Schulpstet; op de grond rust nog het erfpachtrecht van de Algemene Armen. Enkele maanden later trouwt Joop met Griet Reijnders en gaan zij er wonen. Hier worden hun kinderen geboren, alleen dochters. Joop is tuinder en koopt in 1929 een stuk tuingrond van 4400 vierkante meter aan de Eerste Groenelaan. Dit land wordt een aantal jaren later bestemd voor de woningbouw en hij verkoopt dit land in 1938. In september 1938 gaat hij wonen aan de Hogeweg in Limmen en begint daar een tuindersbedrijf. Het zoontje Joop van zijn broer Gerrit groeit in dit gezin op.

De drie dochters Sprenkeling in 1949.
De drie dochters v.l.n.r. Aaf, Corry en Rie met de ‘thuishaalder’ de kleine Joop Sprenkeling in 1949.
Voor het huis aan de Hogeweg.
Voor het huis aan de Hogeweg v.l.n.r. achter: moeder Griet Reijnders, vader Joop Sprenkeling en Rie; voor: kleine Joop, Aaf en Corry.

* 4 *

Johannes (Jan) Sprenkeling, zn. van * 2 *, geb. Castricum 12-6-1900, tuinder, veehouder, woonde aan de Tweede Groenelaan, vanaf 1927 aan de Westerweg in Heiloo, aldaar overl. 23-4-1982, tr. Heiloo 5-6-1924 met Margaretha (Grietje) Bakker, geb. Heiloo 30-5-1901, overl. Heiloo 26-6-1970, dr. van Anthonius Bakker en Grietje Jonker.

Het gezin van Jan Sprenkeling en Grietje Bakker.
Het gezin van Jan Sprenkeling en Grietje Bakker; v.l.n.r. de kinderen, voor: Thea, Ria, Ans, Cees en Leny; achter: Corrie, Greet, Anton, Riet en Jan.
De boerderij van Jan Sprenkeling in Heiloo aan de Westerweg ten zuiden van de Vennewatersweg, hoek Schipperslaan.
De boerderij van Jan Sprenkeling in Heiloo aan de Westerweg ten zuiden van de Vennewatersweg, hoek Schipperslaan.

Kinderen tenzij anders gemeld geboren te Heiloo:

  1. Cornelia Maria (Corrie), geb. Castricum 11-6-1925, overl. Alkmaar 22-4-1928.
  2. Anthonius (Anton), geb. Castricum 30-9-1926, veehouder aan de Hoogeweg 34 in Heiloo, overl. Heiloo 7-1-2013, tr. (1) Egmond-Binnen 16-2-1955 met Catharina (Tiny) Lute, geb. Castricum 14-7-1925, overl. Heiloo 15-8-1991, dr. van Cornelis Lute en Catharina Schuit; (2) hertrouwde Heiloo 30-6-1995 met Yvonne Comaita, geb. Haarlem 19-4-1942, verpleegster. Kinderen uit het eerste huwelijk: Tineke, Greet†, Bernadette, Sjaantje†, Jan, Kees, Irene† en Caroline Sprenkeling. Zoon Jan heeft het bedrijf van zijn vader omgevormd tot een paardenpension, stalling en stoeterij.
  3. Margaretha (Greet), geb. 17-4-1928, woont in Baarn, tr. Heiloo 9-8-1951 met Johannes Anthonius (Jan) van der Leen, geb. Amersfoort 18-1- 1922, verzekeringsadviseur, overl. Baarn 20-8-1998, zn. van Godefridus Walterus Cornelis van der Leen en Bertha van Oirschot.
  4. Cornelis (Kees), geb. 30-8-1929, overl. Heiloo 7-2-1936.
  5. Johannes (Jan), geb. 2-12-1931, oprichter van het expeditiebedrijf Fa. J. Sprenkeling en Zonen, vervolgd in Sprenkeling Transport BV, voorzitter voetbalclub Zeevogels, woonde in Egmond aan den Hoef, vanaf 2001 in Warmenhuizen, aldaar overl. 15-4-2001, tr. Egmond aan den Hoef 25-1-1956 met Maria Cornelia (Riet) Glorie, geb. Egmond aan den Hoef 5-2-1932, hertrouwde met Gerardus Tesselaar, dr. van Bernardus Glorie en Petronella Huiberts. Kinderen: Nel, Jan, Ben, Ton, Marry, Theo†, Jos, Olof†, Ria, Theo en Jelle Sprenkeling.
  6. Cornelia Maria (Corrie), geb. 4-3-1933, woont in Limmen, tr. (1) Heiloo 25-11-1954 met Jacobus Adrianus (Co) Hoogeboom, geb. Lim- men 22-7-1930, timmerman bij de firma Min, vanaf circa 1960 koster, overl. Alkmaar 20-3-1998, zn. van Jacob Hoogeboom en Maartje Goedhart.
  7. Maria Johanna (Riet), geb. 12-9-1934, woonde aan de Hoogeweg, sinds 1956 aan de Visweg in Limmen, aldaar overl. 9-7-2019, tr. Heiloo 12-6-1956 met Engelbertus Petrus (Engel) Valkering, geb. Limmen 16- 12-1930, bloemkweker (chrysanten), overl. Alkmaar 25-11-2009, zn. van Cornelis Valkering en Catharina Hes.
  8. Cornelis (Cees), geb. 20-1-1937, tuinder, woonde naast zijn vader in de boerderij aan de Westerweg, aldaar overl. 20-8-2003, tr. Castricum 13-9-1962 met Catharina Gazina Maria (Tiny) Brouwer, geb. Castricum 12-11-1939, overl. Alkmaar 28-8-2011, dr. van Petrus Joseph Aloysius Clemens Brouwer en Margaretha Catharina Armilla Kamp. Kinderen: Hans, Marianne, Niels en Carin Sprenkeling.
  9. Anna (Ans), geb. Heiloo 10-9-1938, woonde Torenstraat 45, later Willem de Zwijgerlaan in Castricum, tr. Heiloo 6-10-1959 met Hendricus Wilhelmus (Henk) Zoontjes, geb. Castricum 27- 7-1930, huisschilder, ondernemer, zn. van Adrianus Zoontjes en Guurtruida Castricum.
  10. Helena (Leny), geb. 6-9-1940, kraamverzorgster, woont in Warmenhuizen, tr. (1) Heiloo 26-11-1964 met Cornelis (Cor) Ligthart, geb. Warmenhuizen 29-8-1937, akkerbouwer, veehouder, overl. Warmenhuizen 4-7-1987, zn. van Petrus Ligthart en Aafje Konijn; (2) relatie met Evert Heijkamp, geb. Jisp 2-12-1936, kok restaurant De Paddestoel in Schoorl, zn. van Pieter Heijkamp en Ewiena Elisabeth Ida Zoutman.
  11. 11 Maria (Ria), geb. 19-1-1942, woonde achtereenvolgens in Egmond-Binnen, België, en Warmenhuizen, overl. Schoorl 29-8-2013, (1) was gehuwd Heiloo, 31-12-1963 (gescheiden 29-5-1974) met Adrianus Wilhelmus (Arie) Apeldoorn, geb. Egmond-Binnen 1-9- 1939, uitbater strandpaviljoen te Egmond-Binnen, handelde in openhaard hout en woonde aan de Heereweg op Noord-Bakkum, overl. Rotterdam 8-9-2008, zn. van Gerardus Apeldoorn en Maria Zoon; tr. (2) Tisselt (België) 5-3-1976 met Johannes Jacobus (Johan) Apeldoorn, geb. Egmond-Binnen 1-4-1945, timmerman, overl. Alkmaar 15-3-2011, zn. van Gerardus Apeldoorn en Maria Zoon.
  12. 12 Theodora (Thea), geb. 30-7-1945, woont in Bergen, (1) was gehuwd Heiloo 30-9-1964 met Johannes (Jan) Vlaar, geb. Bergen 30-9-1941, veehouder op ’t Woud, overl. Bergen 30-8-2002, zn. van Dirk Vlaar en Catharina Geertrudis Klaver; tr. (2) Bergen 23-8-1991 met Gerardus Theodorus (Gerard) Ranzijn, geb. Bergen 12-5-1949, eerst SRV-man, daarna gas- installateur bij de fa. Ranzijn, zn. van Cornelis Ranzijn en Johanna Willems.
De boerderij dubbel bewoond door vader Jan met moeder Grietje Bakker en het gezin van zoon Cees met Tiny Brouwer.
De boerderij dubbel bewoond door vader Jan met moeder Grietje Bakker en het gezin van zoon Cees met Tiny Brouwer.
Het expeditiebedrijf van Jan Sprenkeling in volle omvang; in deze vorm is het bedrijf in 2005 gestopt.
Het expeditiebedrijf van Jan Sprenkeling in volle omvang; in deze vorm is het bedrijf in 2005 gestopt.

Jan Sprenkeling woont na zijn huwelijk in 1924 met Grietje Bakker uit Heiloo aan de Tweede Groenelaan. In 1927 koopt hij een boerderij met grond van ruim 2 hectare aan de Westerweg, hoek Schipperslaan in Heiloo en gaat hier wonen met dan nog zijn twee kinderen. Vanaf 1949 komt ook zijn broer Cor in Heiloo wonen en samen huren zij ruim zes hectare bloembollengrond aan de Kennemerstraatweg aldaar.


Jaarboek 42, pagina 105-106

* 5 *

Cornelis Sprenkeling (Cor), zn. van 2, geb. Castricum 21- 12-1902, tuinder, woonde eerst aan de Vinkebaan 17, vanaf 1943 aan de mr. Ludwigstraat 2, vanaf 1949 in Heiloo aan de Kennemerstraatweg 421 nabij de Kapellaan, vanaf 1968 op Vredenoord, tijdens het biljarten overl. in Egmond-Binnen 22-2-1980, tr. Akersloot 20-6-1929 met Margaretha Hendrika (Gré) Tiebie, geb. Akersloot 15-5-1905, woonde later op Kerkakkers, overl. Heiloo 16-8-1996, dr. van Johannes Tiebie en Cornelia Admiraal.

Kinderen uit dit huwelijk geboren te Castricum:

  1. Cornelis Johannes (Kees), geb. 5-4-1930, tuinder met land te Heiloo tussen de Warmoezierslaan en de Groenelaan, werkte later bij de groenteveiling in Alkmaar, woonde aan de Kennemerstraatweg, overl. Heemskerk 26-9-2017, tr. Limmen 24-11-1955 met Catharina Anthonia (Tiny) Valkering, geb. Limmen 6-3-1932, overl. Heiloo 21-6-2003, dr. van Cornelis Valkering en Catharina Hes. Kinderen: Cock, Tineke, Margreet, Marian, José, Anne- lies, Wendelien en Erna Sprenkeling.
  2. Johannes Cornelis (Jan), geb. 25-5-1931, aannemer metselwerken, woonde in Heiloo, aldaar overl. 6-1-2000, tr. Heiloo 3-8-1960 met Cornelia (Cock) van der Eng, geb. Heiloo 31-7-1940, dr. van Nicolaas van der Eng en Cornelia Rijs. Kinderen: Marjon en Marc Sprenkeling
  3. Cornelia Maria (Corry), geb. 3-7-1932, woonde in Amsterdam, vanaf 2005 in Zaandam, tr. Heiloo 14-9-1961 met Gerardus Maria de (Gerard) Boer, geb. Amsterdam 24-4- 1921, graficus bij landelijke kranten, overl. Amsterdam 9-11-1990, zn. van Johannes de Boer en Petronilla Henrica Josephina Maria van Loon.
  4. Jozephus (Joop), geb. 9-7-1933, chauffeur op betonmixer, woonde in Egmond aan den Hoef, aldaar overl. 22-10- 1994, tr. Egmond aan den Hoef 11-1-1962 met Petronella Brigitta (Nel) Ligthart, geb. Beemster 30-8-1935, dr. van Johannes Ligthart en Bertha Pronk. Kinderen: Bea, Kees-Jan en Rob Sprenkeling.
  5. Wijnandus Wilhelmus (Wijnand), geb. 17-7-1936, overl. Castricum 21-5-1944.
  6. Cornelia Margaretha Maria (Nelly), geb. 2-5-1939, woont in Middenmeer, tr. Heiloo 6-2-1961 met Johannes Everhardus (Joop) Dekker, geb. Alkmaar 1-1-1939, marineofficier, zn. van Johannes Everhardus Dekker en Catharina Hooyboer.
  7. Gerardus Johannes (Gerard), geb. 22-5-1941, metselaar, woont in Warmenhuizen, tr. Uitgeest 3-2-1972 met Antonia Petronella Maria (Tonny) Schoorl, geb. Alkmaar 24-5-1944, overl. Warmenhuizen 9-4-2017, dr. van Johannes Schoorl en Alida Bijman. Kinderen: Niels, Ingrid en Sonja Sprenkeling.
  8. Wijnandus Wilhelmus (Wijnand), geb. 8-12-1945, rijschoolhouder, vanaf 1986 concierge St. Jan-mavo, woont in Heiloo, tr. (1) Heiloo 20-12-1967 met Catharina Arnolda Theresia (Tiny) Vermeulen, geb. Heiloo 24-6-1946, dr. van Petrus Antonius Vermeulen en Johanna Hendrika Mulder; (2) heeft een relatie met Maria Johanna (Marianne) Dekker, geb. Bergen 30-10-1946, dr. van Bazilius Dekker en Catharina Bijl. Kinderen uit het huwelijk: Brenda, Renate en Monique Sprenkeling.
  9. Maria Petronella (Riet), geb. 19-1-1947, woont in Heemskerk, tr. Heiloo 21-7-1970 met Adrianus Gerardus (Aad) van der Zon, geb. Heemskerk 4-7-1945, tuinder, zn. van Cornelis van der Zon en Anna Meijland.
Het gezin van Cor Sprenkeling en Gré Tiebie bij het 25-jarig huwelijksfeest in 1954.
Het gezin van Cor Sprenkeling en Gré Tiebie bij het 25-jarig huwelijksfeest in 1954; v.l.n.r: staand: Nelly, Joop, Corry, Kees, Jan, Gerard en Wijnand; voor moeder Gré, Riet en vader Cor.

In 1929 trouwt Cor Sprenkeling met Gré Tiebie. Hij heeft in datzelfde jaar het ouderlijk huis aan de Vinkebaan 17 van zijn vader gekocht. Het omvat het woonhuis met hooiberg, schuur, erf en grond. Hier gaan zij wonen tot in 1943 de huizen aan de Vinkebaan op last van de bezetter moeten worden afgebroken. Zij wonen daarna aan de Mr. Ludwigstraat 2. In 1949 gaat het gezin in Heiloo wonen aan de Kennemerstraatweg in het huis ‘De Rode Steen’. Cor huurt van Gerbrand Kieft uit Schoorl het huis en samen met zijn broer Jan ruim 6 hectare bloembollengrond ‘De Kapeltuin’ naast het huis gelegen aan de Kennemerstraatweg, ten noorden van de Kapellaan in Heiloo.

Zoon Gerard vertrekt op zijn trouwdag vanaf het ouderlijk huis aan de Kennemerstraatweg in Heiloo met zijn ouders zwaaiend in de voordeur.
Zoon Gerard vertrekt op zijn trouwdag vanaf het ouderlijk huis aan de Kennemerstraatweg in Heiloo met zijn ouders zwaaiend in de voordeur.

Jaarboek 42, pagina 107-108

De boerderij van Gerrit Sprenkeling tegenover de Torenstraat, waar nu de straat Kleibroek begint.
De boerderij van Gerrit Sprenkeling tegenover de Torenstraat, waar nu de straat Kleibroek begint.

* 6 *

Gerardus (Gerrit) Sprenkeling, zn. van * 2 *, geb. Castricum 2-2- 1906, tuinder, veehouder en gemeentewerkman, woonde aan de Ruiterweg, vanaf 1962 aan de Bakkummerstraat, overl. Castricum 7-2-1966, tr. Castricum 18-8-1937 met Alida Agatha (Alie) Smit, geb. Obdam 15-2-1911, overl. Heemskerk 16-6-1985, dr. van Pieter Smit en Maartje Brink.

V.l.n.r.: staand: Nico, Rinus, Piet, Jan, Gerard, Ria, Joop, Riet en Kees; voor: Cor, Nellie en Tineke.
V.l.n.r.: staand: Nico, Rinus, Piet, Jan, Gerard, Ria, Joop, Riet en Kees; voor: Cor, Nellie en Tineke.

Kinderen geboren te Castricum:

  1. Maria Cornelia (Riet), geb. 25-5-1938, woont in Uitgeest, tr. Castricum 9-1-1963 met Wilhelmus Antonius (Wim) Groen, geb. Uitgeest, 13- 2-1938, slager, overl. Uitgeest 1-2-2018, zn. van Jacob Groen en Geertruida Duin.
  2. Petrus Cornelis (Piet), geb. 11-8-1939, zuivelmedewerker bij De Holland, melkrijder, woont in de Schoolstraat, tr. Limmen 7-9-1965 met Anna Johanna Maria (Ans) van der Peet, geb. Limmen 9-3-1946, dr. van Johannes Petrus van der Peet en Grietje Twaalfhoven. Kinderen: Mari- on, Monique en Miranda Sprenkeling.
  3. Cornelis Gerardus (Kees), geb. 24-7-1940, verkoper van groenten en fruit, woont in Velserbroek, tr. Velsen 24-6-1965 met Maria Catharina (Ria) Mulder, geb. Beverwijk 4-11- 1944, dr. van Petrus Mulder en Adriana Floris. Kinderen: Els, Jeannette en Martin Sprenkeling.
  4. Maria Martina (Ria), geb. 3-9-1941, woont aan de C.F. Smeetslaan, tr. Castricum 2-6-1966 met Jacobus Petrus (Jaap) Rumphorst, geb. Uitgeest 19-6-1940, exploitant van de rijwielstalling bij het station, overl. Castricum 7-2-2017, zn. van Willem Rumphorst en Maria Wilhelmina Brandjes.
  5. Gerardus (Gerard), geb. 28-8-1942, fijnmechanicus in de metaal, woont in Oisterwijk, tr. Oisterwijk 10-11-1967 met Elisabeth Petronella Catharina Maria (Els) Vaes, geb. Oisterwijk 1-3-1946, dr. van Sjef Vaes en Anna Hendriks. Kinderen: Gert-Jan† en Els Sprenkeling.
  6. Jozef (Joop), geb. 14-8-1943, tuinder, had een bedrijf in ijsbergsla, is opgegroeid in het gezin van zijn ome Joop Sprenkeling (zie * 3 *), woonde vanaf 1975 aan de Hoogeweg op Noord-Bakkum, vanaf 2015 in Heiloo, tr. Heerhugowaard 14-6-1967 met Cornelia Joanna Jacoba (Corrie) Duijn, geb. Beverwijk, 16-3-1946, dr. van Antonius Duijn en Anna Beentjes. Kinderen: Joep, Ton, Ard, Lia en Kees Sprenkeling; de vier zoons hebben een bedrijf in ijsbergsla in Heerhugowaard.
  7. Cornelia Helena (Nellie), geb. 20-8-1944, woont in Heiloo, tr. Castricum 7-12-1966 met Wouter Nicolaas Maria (Walter) Schotvanger, geb. Egmond-Binnen 29-3-1942, technisch adviseur, zn. van Gerardus Petrus Schotvanger en Maria Wilhelmina Terra.
  8. Johannes (Jan), geb. 20-11-1945, bloembollenkweker met sneeuwklokjes als specialiteit, woont op Narcissenveld, tr. Castricum 9-12-1971 met Helena Jacoba Maria (Lenie) Borst, geb. Castricum 23-2- 1951, dr. van Cornelis Johannes Borst en Theodora Adriana Maria Meijer. Kinderen: Rogier en Pascal Sprenkeling.
  9. Saverienus Nicolaas (Rinus), geb. 14-5-1947, bloembollenkweker bij de firma Res, woonde aan de J.W. Frisostraat, overl. Castricum 31-5-2013, tr. Castricum 8-6-1972 met Cornelia Maria (Ellie) Borst, geb. Castricum 17-6-1949, dr. van Cornelis Johannes Borst en Theodora Adriana Maria Meijer. Kinderen: Richard en Ronald Sprenkeling.
  10. Cornelis (Cor), geb. 2-8-1948, werknemer, later exploitant van snackbar Veronica, vanaf 1988 kok op Duin en Bosch, woont op de Bakkummerstraat, tr. Castricum 11- 12-1992 met Monique Modesta Maria Simons, geb. Heerlen 4-3-1952, dr. van Mathias Simons en Maria Catharina Hol. Kind: Bruce Sprenkeling.
  11. Martina Catharina Afra (Tineke), geb. 13-11-1949, woonde aan de Lindenlaan, overl. Castricum 8-2-2019, tr. Castricum 13-11-1970 met Antonius Mattheus (Ton) Nannes, geb. Limmen 18-9-1948, was eerst bij de marine, vanaf 1972 bij Hoogovens (afdeling Walserijen), zn. van Petrus Cornelis Nannes en Alida Pronk.
  12. Nicolaas (Nico), geb. 8-11-1951, chef financiële administratie, woont in Heerhugowaard, tr. Castricum 21-11-1974 met Janke (Jannie) van der Wal, geb. Stiens 27- 4-1954, dr. van Cornelis van der Wal en Attje Kuiphof. Kinderen: Gerald en Jaime Sprenkeling.

Gerrit Sprenkeling, trouwt in 1937 met Alie Smit; zij gaan wonen eerst bij zijn vader aan de Ruiterweg, Na de afbraak van het huis in 1943 woont Gerrit aan de Ruiterweg 19. Hij koopt in 1949 de boerderij aan de Ruiterweg 5, tegenover de ingang van de Torenstraat. Eerder was deze boerderij eigendom van de familie Bos. Pas in 1954 komt de boerderij beschikbaar, tot die tijd woont Gerrit in de Torenstraat.
Na het overlijden van zijn vader krijgt hij in 1951 ook toebedeeld diens bezittingen: het weiland ‘de Slaters’ aan de Hendrikssloot in de Castricummerpolder, de percelen tuingrond aan Schelgeest en Eerste Groenelaan.
Gerrit koopt in 1962 het huis aan de Bakkummerstraat 47 en gaat daar met Alie wonen. Hij overlijdt in 1966; zijn vrouw blijft hier nog wonen.


Jaarboek 42, pagina 109

* 7 *

Engelbertus (Engel) Sprenkeling, zn. van 2, geb. Castricum 18-2-1907, tuinder, fabrieksarbeider bij papierfabriek Van Gelder, woonde op Schulpstet, overl. Bakkum 10-1- 1991, tr. Heiloo, 20-6-1939 met Dieuwertje Agatha (Dien) van Dijk, geb. Limmen 10-7-1913, overl. Heemskerk 23- 3-1985, dr. van Wouter van Dijk en Trijntje Poland. Kinderen uit dit huwelijk geboren te Castricum

Kinderen uit dit huwelijk geboren te Castricum

  1. Cornelia Maria (Corry), geb. 29-3-1940, woonde in Bakkum,vanaf 1967 in Beverwijk en vanaf 1975 in Alkmaar, overl. Amsterdam 17-4-2014, tr. Castricum 9-7-1962 met Taco Geertsma, geb. Velsen 9-8-1935, overl. Alkmaar 14-4-2012, zn. van Jan Geertsma en Jantina Dekens.
  2. Maria Catharina (Riet), geb. 3-4-1941, woonde in IJmuiden, overl. Beverwijk 30-11-2005, tr. Velsen 20-11-1964 met Cornelis (Cor) de Krou, geb. Velsen 7-2-1935, marktkoopman, overl. IJmuiden 4-3-2007, zn. van Wilhelmus de Krou en Hendrika Dieuwertje Zon.
  3. Anna Helena Marijtje (Mart), geb. 3-4-1941, woonde in Ursem 1965, tr. Castricum 16-9-1965 met Antonius Franciscus Maria (Ton) Houniet, geb. Haarlem 8-12-1943, kaasmaker op de melkfabriek ‘De Prinses’, overl. Ursem 9-5-1992, zn. van Leonardus Petrus Houniet en Elisabeth Stevenhaagen.
  4. Bernardus Engelbertus (Bert), geb. 17-1-1943, stratenmaker, asfaltwerker, uitvoerder wegenbouw, woonde Rooseveltlaan, overl. Castricum 21-6- 1994, tr. (1) Delft 14-7-1966 met Aria (Ria) Lukas, geb. Delft 1-11-1943, overl. Amsterdam 2-3-1981, dr. van Gijsbertus Anthonie Lukas en Aria Hofman; (2) woonde samen sinds 1983 en gehuwd Castricum 25-2-1994 met Willempje (Wil) Vliegenthart, geb. Delft 28-4-1939, overl. Castricum 4-7-2015, dr. van Cornelis Marinus Vliegenthart en Jannetje Paulina Johanna Sonneveld. Kinderen: uit het eerste huwelijk: Peter, Esther en Marco Sprenkeling.
  5. Antonius Alphonsius Johannes (Ton), geb. 17-5-1945, voorman en shovelmachinist bij de firma Kruk, woont Lijsterbeslaan, tr. Castricum. 7-9-1999 met Alida Maria (Lida) de Graaf, geb. Castricum 11-2-1954, werkte in de zorg, dr. van Cornelis de Graaf en Catharina Bos.
  6. Wilhelmus Josephus Franciscus (Willy), geb. 13-6-1946, overl. Castricum 16-9-1947.
  7. Wilhelmus Josephus Franciscus (Wil), geb 20-9-1947, kraanmachinist, werkte bij een tuincentrum, woonde op het Irissenveld, overl. Alkmaar 9-11-2010, tr. Castricum 21-8-1981 met Jeanne Petronella Henrica (Jeannette) Zegwaard, geb. Castricum 9-7-1960, dr. van Cornelis Zegwaard en Dieuwertje Nibbering. Kinderen: Bianca, Monique en Marjan Sprenkeling.
  8. De jongste zoon wil anoniem blijven.

Slotwoord

Dank aan allen die voor deze stamboom informatie hebben verstrekt en foto’s hebben uitgeleend.
Verwacht mag worden dat de leden van de familie Sprenkeling en andere geïnteresseerden veel genoegen aan deze stamboom zullen beleven.
Gegevens over de generaties Sprenkeling van voor de Castricumse periode zijn te raadplegen direct onder dit artikel, met paginering Aanvulling.

Simon Zuurbier


Aanvulling, pagina 1

De familie Sprenkeling uit Twente

De oorsprong van de familie Sprenkeling

De naam Sprenkeling duikt voor het eerst op als Roeloff Spenkelink, gedoopt in Goor (Overijssel) op 15 augustus 1697 als Rudolph Sprenkeling in Den Haag op 30 mei 1728 in het huwelijk treedt met Cornelia Caper(s).
De oorsprong van de naam is dus Spenkelink: zonder r en eindigend op een k. De familienaam Spenkelink komt op verschillende plaatsen in Twente voor en kent ook de namen van boerderijen met die naam. Namen die van boerderijnamen zijn afgeleid, wijzen vaak op een zeer oude middeleeuwse oorsprong. In 1388 is er al een melding van ene Roelve Spenkelynck. 
De eerder genoemde Roeloff Spenkelink en voorvader van de Castricumse familie Sprenkeling is terug te voeren op een familie Spenkelink van een boerderij op het Zeldam onder Delden. Hiernaar is door G.J.H. Spenkelink uitvoerig onderzoek gedaan, wat in 1995 resulteerde in een boekwerkje: ‘Spenkelink, een naam in Twente’.

De onderstaande genealogische gegevens over de oudste generties zijn ontleend aan dit boekwerkje. 

1e Generatie

* 1 *

Jan Spenckelinck (Spenckell), tr. in of voor 1649 met Jenneken toe Lintelo 

Kinderen: 

  1. Berent, geb. …, tr. met Maria Frericks ten Garsfelt zie * 2 *
  2. Lambert, geb. … (Lambert Janszen van ’t Spenckelingh op ’t Seldam), tr. paasmaandag 1681 met Judi(th) Janszen van ’t Pas bij Nede, beide dienende op ’t huis te Heeckeren. Uit dit huwelijk 3 kinderen gedoopt te Goor. Hun nakomelingen worden o.a. geboren in Delden, Haaksbergen, Wierden, Diepenheim, Borne, Markelo, Rijssen, Hengelo, Goor, Enschede.
  3. Jan, ged. Delden 3-1-1658, overl. na 1727, tr. Delden 7-3-1695 met Geertrui Broeckers van Goor. Uit dit huwelijk 4 kinderen gedoopt te Goor. Hun nakomelingen worden o.a. geboren in Goor, Markelo en Zutphen.
  4. Gerrit, ged. Delden 26-7-1663, overl. …, tr. (1) Delden 3-8-1692 met Geesken Oink, tr. (2) Delden 4-12-1701 met Janna Elbertink. Uit deze huwelijken worden 7 kinderen gedoopt te Delden, waarvan geen nakomelingen bekend zijn.

2e Generatie

* 2 *

Berent Spenckelinck, zn. van 1, ged. …, tr. Delden 5-11-1682 met Maria Frericks ten Garsfelt 

Kinderen uit dit huwelijk:

  1. Jenneken, ged. Delden 9-9-1683.
  2. Jan, ged. Goor 26-4-1685, tr. met Hendrina Rottink. zie * 3 *
  3. Vreeken (Frerikjen), ged. Goor 11-3-1688, tr. (1) Delden 20-7-1714 met Hendrik Aelderink te Hertme; tr. (2) Delden 25-7-1727 met Hendrik Saertink te Deldenerbroek.
  4. Johannes, ged. Delden 11-7-1691, tr. ca. 1712 met Gertrude Korf (Corf of Korff) 8-4-1792. Hun zonen gaan de naam Korf voeren.
  5. Aelbert, ged. Goor 10-1-1692. 
  6. Roeloff, ged. Goor 15-8-1697, tr. met Cornelia Caper(s) zie * 4 *
  7. Johanna, ged. Delden 5-9-1701.

Aanvulling, pagina 2

3e Generatie

* 3 *

Jan Spenkeling, zn. van 2, ged. Goor 26-4-1685, overl. .. voor 1752, tr. Delden 4-3-1714 met Hendrina Rottink.

Kinderen gedoopt te Delden:

  1. Maria, ged. 11-11-1714, tr. Delden 15-4-1736 met Hendrik ter Braak.
  2. Eeltje (Engele), ged. ??, tr. Delden 26-2-1746 met Gerrit ten Dam.
  3. Geesken, ged. ??, tr. Almelo 12-3-1746 met Hendrik van ’t Getkate.
  4. Bernardus (Berend), ged. Delden 24-8-1721, tr. met Anna ter Braak zie 5
  5. Euphemia (Fennigje), ged. 14-1-1725, overl. voor 1796,  tr. (1) Delden 3-12-1747 met Hendrik Koebrugge; tr. (2) Delden 3-10-1773 met Roelof Warnink.
  6. Johannes (Jan), ged. 12-12-1728, tr. Wierden 29-6-1766 met Berendina Heerdink, wed. van Barkel uit Wierden. 
  7. Johanna (Janna), ged. 26-2-1733, tr. Delden 2-10-1763 met Jan te List.

* 4 *

Rudolph Sprenkeling (Roeloff Spenkelink), zn. van 2, ged. Goor 15-8-1697, is vertrokken naar Den Haag, aldaar overl. aan tering 11-2-1756, tr. Den Haag 30-5-1728 met Cornelia Caper(s)

Kinderen geboren en gedoopt in Den Haag: 

  1. Jacobus, ged. 15-3-1729, tr. met Catharina de Wolf zie 6
  2. Maria, ged. 23-1-1731, overl. Den Haag 20-11-1733.
  3. Laurentius, geb. 7-8-1733, overl. na 1794.
  4. Maria Theresia, ged. 14-10-1736, tr. Den Haag in 1761 met Joannes Cornelus Noest.
  5. Anna Maria, ged. 8-8-1739, overl. Den Haag 8-5-1741.
  6. Joannes, ged. 8-5-1742, overl. Den Haag 7-1-1749.

4e Generatie

* 5 *

Bernardus (Berend) Spenkeling, zn. van 3, ged. Delden 24-8-1721, tr. Delden 18-7-1751 met Anna ter Braak uit Haaksbergen.

Kinderen gedoopt te Delden:

  1. Johanna, ged. 9-7-1753, overl. Delden 12-10-1809, tr. Delden 24-8-1777 met Bernardus Lonink.
  2. Gerardus (Gerrit), ged. 23-4-1756, overl. Delden 11-5-1826, tr. Delden 17-12-1786 met Janna Tankink. Zij krijgen twee kinderen met afstammelingen in Delden en Borne.
  3. Johannes (Jan), ged. 23-4-1756 (tweeling), overl. Delden 28-6-1826, tr. Delden 3-10-1790 met Hendrica Tankink (zuster van Janna). Zij krijgen zes kinderen met afstammelingen in Delden, Rijssen, Wierden, Salzbergen, Soerabaja (Ind.) en Soest.
  4. Bernardina (Dyna), ged. 29-1-1761, overl. Delden 29-5-1838, tr. Delden 25-11-1786 met Bernard Exterkate.
  5. Henricus, ged. 26-2-1766, tr. met (1) Helmina Neijgh, (2) Jannetje Gerrits Luskeman (Huijsman ??), (3) Neeltje Pelder zie tak Sprenkeling op Wieringen:
    * tak W *
  6. Joseph, ged. 20-12-1766.
  7. Maria, ged. 20-12-1766 (tweeling).
  8. Bernardus (ook wel Gerardus), ged. 19-12-1767, landbouwer in de Deldenerbroek, overl. Delden 2-5-1835, tr. Delden 28-5-1800 met Berendina (ook Hendrina) Zijthof. Zij hebben vijf kinderen met afstammelingen in Delden en Wierden.
  9. Engbertus, ged. 10-1-1772, landbouwer, overl. Delden 21-12-1836, tr. Delden 15-11-1800 met Johanna Klein Rouweler. Zij hebben twee kinderen met afstammelingen in Delden.

Aanvulling, pagina 3

* 6 *

Jacobus Sprenkeling, zn. van 4, ged. Den Haag 15-3-1729, overl. Den Haag 21-1-1779, tr. (als Sprenkelink) Den Haag 11-5-1755 met Catharina de Wolf.

Kinderen geboren en gedoopt in Den Haag:

  1. Cornelius, ged. 12-8-1756, overl. Den Haag 8-2-1768. 
  2. Arnoldus Caspar, ged. 6-1-1759, overl. Den Haag 27-11-1782.
  3. Cornelia, ged. 3-1-1762, overl. Den Haag 13-9-1827, tr. Den Haag 5-2-1797 met Johannes Wilhelmus Teunissen.
  4. Gijsbertus, ged. 23-12-1764, tr. met Hendrica van Wijnen

5e Generatie

* 7 *

Gijsbertus Sprenkeling, zn. van 6, geb. Den Haag, ged. 23-12-1764, kabinetwerker, woonde inDen Haag, aldaar overl. 20-1-1834, tr. Den Haag 18-2-1792 met Hendrica van Wijnen, geb. … 1771, overl. Den Haag 16-4-1842, dr. van Petrus van Wijnen en Anna Verstappe.

Kinderen geboren en gedoopt in Den Haag:

  1. 1 Pieter Jacobus, ged. 11-4-1793, overl. Den Haag 15-4-1809.
  2. Hendricus Andries, ged. 30-11-1794, tr. met Anna Martina Smit
    zie tak Sprenkeling in Alkmaar en Ursem: * tak A *
  3. Theodorus Arnoldus, ged. 25-9-1796, kastemaker, kabinetwerker, overl. Den Haag 1-2-1868, tr. (1) Den Haag 31-1-1821 met Margaretha Blokhuisen, geb. Nijkerk … 1798, dr. van Henricus Blokhuisen en Aleidis van den Broek; tr. (2) Sneek 15-11-1829 met Harmina van Veen, geb. Leeuwarden … 1805, dr. van Tjerk van der Veen en Grietje Jansen.
  4. Gerardus Adrianus, ged. 3-9-1798, tr. met (1) Elisabeth Schellinkhout, (2) Catharina Dijker zie * 8 *
  5. Catharina Alida, ged. 7-12-1800.
  6. Wilhelmus Hendricus, ged. 4-5-1802, korporaal, kabinetwerker, woonde in Den Haag, aldaar overl. 19-12-1856, tr. Den Haag 9-4-1828 met Johanna Hendrika van der Eijk, geb. Den Haag … 1801, dr. van Renier van der Eijk en Christina Elizabeth Bakker.
    Zij kregen 6 kinderen. Nakomelingen zijn geboren in Den Haag.
  7. Johanna (Anna) Hendrica, ged. 21-11-1803, overl. Den Haag 5-3-1830.
  8. Catharina Joanna, ged. 26-6-1805, overl. Den Haag 21-2-1847.
  9. Joannes Cornelis, ged. 5-4-1807, overl. Den Haag 11-9-1807.
  10. Joannes Petrus, ged. 15-8-1808, overl. Den Haag 18-8-1808.
  11. Isabella Cornelia, ged. 20-10-1810, overl. Den Haag 12-7-1889, tr. met Johan Christoph Schweinsberg.
  12. Jacques Balthasar, geb. 22-6-1812, overl. Den Haag 21-11-1812.
  13. Maria Anna, geb. 3-10-1814, overl. Den Haag 29-1-1885, tr. Den Haag 20-6-1838 met Hendrik van der Zande, geb. Haarlem … 1816, zn. van Pieter van der Zande en Wijnandina Hermans.
  14. Josephus Gijsbertus , geb. 10-2-1817, kapper, barbier (1854), kolonist (1858), overl. Ommerschans 7-4-1858, woonde in Den Haag, tr. (1) Den Haag 12-5-1841 (S25-6-1852) met Maria Teeuwen, geb. Lith … 1817, dr. van Johannes Teeuwen en Johanna van Maren; tr. (2) Amsterdam 6-12-1854 met Maria Josepha Cordier, geb. Amsterdam … 1804, beddenverhuurster, wed. van Johannes Bernardus Rossell, dr. van Franciscus Cordier en Carolina Marillier. Hun 3 kinderen worden geboren in Den Haag.

Aanvulling, pagina 4

6e Generatie

* 8 *

Gerardus Adrianus Sprenkeling, zn. van * 5 *, geb. Den Haag, ged. 3-9-1798, kleermaker, woonde Alkmaar op de Oude Gracht (1826, 28, 29, 33, 34), op de Varkensmarkt (1835), op de Koningsweg (1836), Annastraat (1837, 38, 41), Hofstraat (1842), op het Vijverstraatje (1844, 46, 47) in Alkmaar, aldaar overl. 2-11-1847, tr. (1) Alkmaar 1-5-1831 met Elisabeth Schellinkhout, geb. Oudorp 9-10-1797 (DTB2), naaister (1831), overl. Alkmaar 20-5-1835, dr. van Jan Schellinkhout en Maartje Jacobs Sint; tr. (2) Alkmaar 19-7-1835 met Catharina Dijker, geb. Alkmaar 8-6-1811, naaister (1835), overl. Alkmaar 22-9-1849, dr. van Cornelis Dijker, verwer en Trijntje Wouters. 

Kinderen buiten het huwelijk geboren te Alkmaar:

  1. Anna Hendrica, geb. 28-10-1826, overl. Alkmaar 31-7-1847. 
  2. Josephus Gijsbertus, geb. 10-7-1828, overl. Alkmaar 24-7-1828. 
  3. Josephus Gijsbertus, geb. 9-12-1829, overl. Alkmaar 15-3-1830. 
  4. Josephus Gijsbertus, geb. 24-12-1830, tr. 1e met Leentje Zoontjes, 2e met Helena Snijders
    Zie verder begin van dit artikel: de Castricumse familie Sprenkeling in het 42e Jaarboek Oud-Castricum blz. 99, nr. * 1 *

    Kinderen binnen het eerste huwelijk geboren te Alkmaar:
  5. Lodevicus Franciscus, geb. 17-1-1833, overl. Alkmaar 4-4-1837. 
  6. Maartje Sint, geb. 15-4-1834, overl. Alkmaar 14-5-1834. 
  7. Simon Jacob, geb. 16-5-1835, overl. Alkmaar 7-7-1835. 

    Kinderen uit het tweede huwelijk geboren te Alkmaar:
  8. Cornelis Jacobus, geb. 20-4-1836, overl. Alkmaar 6-6-1836. 
  9. Catharina Elisabeth, geb. 5-8-1838, overl. Alkmaar 12-6-1840. 
  10. Cornelis Jacobus, geb. 28-4-1841, overl. Alkmaar 30-8-1842. 
  11. Margaretha Catharina, geb. 13-2-1844, overl. Alkmaar 29-7-1844. 
  12. Maria Isabella Catharina, geb. 25-6-1846, overl. Alkmaar 6-8-1846. 

Aanvulling, pagina 5

De familie Sprenkeling in Wieringen
* tak W *

5e Generatie

* W0 *

Hendrik Sprenkeling (Spenkeling, Sprenklink), zn. van Bernardus Spenkeling en Anna ter Braak, zie document Sprenkeling. Oorsprong Twente * 5 *, geb. Delden 26-2-1766, timmerman (1813), landman (1834, 45), woont op Wieringen, aldaar overl. 8-3-1845, tr. (1) … met Helmina Neijgh; tr. (2) Wieringen 27-10-1800  met Jannetje Huijsman ook Jannetje Gerrits Luskeman, van Wieringen;  tr. (3) Wieringen 9-7-1808  met Neeltje Pelder, geb. Wieringen, ged. 10-6-1770, overl. Wieringen 28-7-1851, eerder gehuwd met Sijmon Cornelisz Engel, dr. van Jan Pelder en Grietje Harmens. Evert Pelder, een oudere broer van Neeltje is eigenaar van herberg Het Gulden Vlies in Alkmaar; na zijn overlijden in 1822 is Neeltje een van zijn erfgenamen.

Kinderen uit het derde huwelijk geb. te Wieringen (R.-K.):

  1. Johannes (Jan), ged. 28-4-1809, tr. met (1) Grietje Mosk, (2) Neeltje Kok,
    zie * W1 *
  2. Antje, geb. 25-7-1813, winkelierster, overl. Wieringen 28-6-1895, tr. (1) Wieringen 13-4-1834 met Arie Mosk, ged. Oude Sluijs (gem. Zijpe) 10-2-1799, schipper, overl. Wieringen 1-4-1848, zn. van Klaas Mosk en Aaltje Veldhuijs; tr. (2) Wieringen 26-5-1850 met Jan Engel, geb. Wieringen 19-2-1815, landman, winkelier, overl. Wieringen 1-12-1851, zn. van Hendrik Engel en Trijntje Pot.

6e Generatie

* W1 *

Johannes (Jan) Sprenkeling, zn. van * W0 *, geb. Wieringen 28-4-1809, landman, zeeman,  arbeider, molenaar, woont op Wieringen, aldaar overl. 23-3-1881, tr. (1) Wieringen 13-4-1834 met Grietje Mosk, geb. Wieringen, ged. 18-1-1807, naaister, overl. Wieringen 20-12-1846, dr. van Klaas Mosk en Aaltje Veldhuijs; tr. (2) Wieringen 24-9-1848 met Neeltje Kok, geb. Wieringen 21-8-1830, overl. Wieringen 19-1-1877, dr. van Dirk Kok en Trijntje Komen.

Kinderen uit het eerste huwelijk geboren te Wieringen:

  1. Hendrik, geb. 30-1-1835, tr. (1) met Trijntje Zandvelt, (2) met Trijntje Bakker,
    zie * W2 *
  2. Aaltje geb. 16-3-1836, w. op Wieringen, aldaar overl. 7-3-1879, tr. (1) Wieringen 23-9-1860 met Lammert Koning, geb. Wieringen 5-10-1819, landman (1860), arbeider (1864), overl. Wieringen 24-11-1864, zn. van Frederik Koning en Grietje Pelder; tr. (2) Wieringen 29-9-1867 met Pieter Pot, geb. Wieringen 30-1-1838, slager (1867, 79), overl. Wieringen 29-2-1888, zn. van Jacobus Pot en Hillegonda Smit.
  3. Jan, geb. 4-10-1837, tr. met Jansje Keijzer zie * W3 *
  4. Klaas, geb. 11-1-1841, tr. met Maartje Koster zie * W4 *
  5. Gerrit, geb. 12-2-1844, zonder beroep (1921), ongehuwd, overl. Wieringen 7-9-1921.
  6. Neeltje, geb. 30-11-1846, overl. Wieringen 16-12-1846.

    Kinderen uit het tweede huwelijk geboren te Wieringen:
  7. Dirk, geb. 15-5-1849, overl. Wieringen 1-6-1849.
  8. Dirk, geb. 16-12-1850, zeilenmaker (1891), kinderloos?, overl. Wieringen 23-2-1902, tr. Wieringen 8-1-1891 met Antje Rijmerink, geb. Wieringen 28-11-1858, overl. Schagen 11-2-1931, hertrouwde met Cornelis Glim, dr. van Jan Rijmerink en Trijntje Annes. 
  9. Cornelis, geb. 1-11-1852, overl. Wieringen 4-8-1853.
  10. Cornelis, geb. 24-11-1853, tr. met Martha Gezina Vos zie * W5 *
  11. Trijntje geb. 1-3-1858, werkster (1886), tr. Amsterdam 22-12-1886 met Andreas van Heel, geb. Haarlem … 1857, korporaal pijper bij het corps mariniers, overl. Haarlem 18-9-1914, hertrouwde met Johanna Elisabeth Jaring, zn. van Adrianus Anthonius van Heel en Anna Petronella van der Putten.

Aanvulling, pagina 6

7e Generatie

* W2 *

Hendrik Sprenkeling, zn. van W1, geb. Wieringen 30-1-1835, koopman (1864, 65, 73, 79, 81), arbeider (1882, 83), woonde op Hippolytushoef (1866-72 etc) te Wieringe, aldaar overl. Wieringen 17-3-1883, tr. (1) Wieringen 7-5-1865 met Catharina Maria (Trijntje) Zandvelt, geb. Zijpe 2-2-1840, overl. In de Belt op Wieringen 24-5-1879, dr. van Simon Zandveld en Cornelia Rijper; tr. (2) Wieringen 12-11-1882 met Trijntje Bakker, geb. Wieringen 26-3-1845, overl. Wieringen 8-11-1916, eerder gehuwd met Jacob Mulder, dr. van Grietje Bakker.

Kinderen uit het eerste huwelijk geboren in Wieringen:

  1. Grietje geb. 2-4-1866, overl. Wieringen 25-8-1906, tr. Wieringen 1-7-1888 met Cornelis Glim, geb. Wieringen 17-3-1859, arbeider (1888, 1906, 1927), landbouwarbeider, overl. Wieringen 9-11-1927, hertrouwde met Antje Rijmerink, zn. van Jan Glim en Neeltje Kossen.
  2. Siemetje (Sientje), geb. 3-2-1869, w. in Beverwijk, vanaf 16-9-1925 in Velsen, vanaf 27-4-1928 in Beverwijk, aldaar overl. 13-2-1943, tr. Wieringen 27-5-1894 (S 2-8-1930) met Pieter Glim, geb. Wieringen 19-1-1862, metselaar, overl. Nijmegen 9-5-1943, zn. van Jan Glim en Neeltje Kossen. Sientje krijgt een zoontje Gerrit Sprenkeling, geb. 27-4-1891, overl. Wieringen 8-6-1892.
  3. Cornelia, geb. 9-1-1871, w. Wijk aan Zee en Duin, vanaf ca. 1909 Cs, vanaf 1912 in Heiloo, vanaf 29-3-1913 in Heemskerk, vanaf 31-8-1914 in Wijk aan Zee en Duin, w. in Beverwijk (1931), overl. Beverwijk 1-3-1955, tr. Beverwijk 30-10-1902 met Willem van Duijn, geb. Cs 31-3-1873, arbeider (1902), landbouwer (1910), landarbeider (1913), overl. Beverwijk 1-6-1953, zn. van Dirk van Duijn en Trijntje Stuifbergen.
  4. Jan, geb. 7-7-1872, overl. Wieringen 12-5-1873.
  5. Aaltje, geb. 25-2-1874, overl. Wieringen 21-3-1888.
  6. Jan, geb. 13-3-1877, arbeider (1908), winkelier (1925), w. Nieuwe Niedorp (1925), w. Bergen, aldaar overl. 15-1-1949, tr. Nieuwe Niedorp 6-12-1908 met Aagje Jeannette Hovenier, geb. Nieuwe Niedorp 3-5-1881, overl. Bergen 5-9-1950, dr. van Jacob Hovenier en Trijntje Wit.

* W3 *

Jan Sprenkeling, zn. van * W1 *, geb. 4-10-1837, landman (1864), dagloner (1865), arbeider (1867), schipper (1894), visser (1904), winkelier (1925), w. in Wieringen (Westerland (1865, 67, 94), Nieuwe Niedorp, aldaar overl. 17-10-1925, tr. Wieringen 1-5-1864 met Jansje Keijzer, geb. Wieringen 11-1-1843, overl. Wieringen 4-1-1914, dr. van Nan Keijzer en Marijtje de Roos.

Kinderen geboren in Wieringen:

  1. Nan, geb. 15-3-1865, overl. Wieringen 3-9-1894.
  2. Grietje, geb. 6-2-1867, zonder beroep, ongehuwd, overl. Wieringen 14-11-1904.

* W4 *

Klaas Sprenkeling, zn. van * W1 *, geb. 11-1-1841, landman (1868, 93, 98, 1915), arbeider (186, 69, 72), schipper (1872, 74, 76, 79), woont op de boerderij Stroeërweg 46, overl. Wieringen 27-11-1915, tr. Wieringen 22-3-1868 met Maartje Koster, geb. Wieringen 12-12-1847, overl. Wieringen 4-3-1925, dr. van Cornelis Koster en Geertje Bakker.

Kinderen geboren in Wieringen:

  1. Jan, geb. 8-8-1868, overl. Wieringen 24-9-1868.
  2. Jan, geb. 10-9-1869, schipper (1893), landman (1925), overl. Wieringen 21-12-1943, tr. Wieringen 16-7-1893 met Sijtje Smit, geb. Wieringen 19-3-1869, overl. Alkmaar 24-4-1927, dr. van Simon Smit en Guurtje Mulder. 
  3. Geertje, geb. 13-1-1872, overl. Wieringen 26-7-1872.
  4. Geertje, geb.3-4-1874, winkelierster (1911), overl. … 1976 (werd 102 jaar), tr. (1) Wieringen 30-5-1897 met Pieter Klein, geb. Wieringen 4-10-1871, schipper (1897), koopman (1910), overl. Wieringen 10-2-1910, zn. van Simon Klein en Maartje Mostert; tr. (2) Wieringen 10-9-1911 met Cornelis Russelman, geb. Wieringen 16-1-1868, landman (1911), overl. Wieringen 9-2-1938, eerder gehuwd met Grietje Minnes, zn. van Albert Russelman en Maartje Post.
  5. Grietje, geb. 13-10-1876, woonde op Wieringen, overl. … na 1940, tr. Wieringen 26-6-1898 met Dirk Wiegman, geb. Wieringen 20-7-1875, landman (1898, 1940), overl. Wieringen 13-11-1940, zn. van Pieter Wiegman en Jannetje Kooij.
  6. Cornelis, (Cees) geb. 18-6-1879, landman (1911), woont op de boerderij Stroeërweg 46, overl. Wieringen 16-6-1964, tr. Wieringen 4-7-1911 met Elisabeth Mulder, geb. Wieringen 18-1-1886, overl. Alkmaar 15-1-1938, dr. van Pieter Mulder en Elisabeth de Haan. Latere bewoner op de boerderij is zoon Klaas Sprenkeling (1920-1999), tr. Wieringen 25-4-1952 met Neeltje Hoep (1918).

Aanvulling, pagina 7

* W5 *

Cornelis Sprenkeling, zn. van * W1 *, geb. Wieringen 24-11-1853, kleermaker (1887-1916), w. in Bloemendaal (1886), Groningen (1887), overl. Groningen 25-12-1937, tr. Groningen 26-5-1887 met Martha Gezina Vos, geb. Groningen 2-3-1858, overl. Groningen 30-10-1939, dr. van Pieter Vos en Johanna Hindriks.

Kinderen geboren te Groningen:

  1. levenloos, geb. en overl. Groningen 27-9-1889.
  2. Jan Pieter, geb. 22-5-1892, arbeider (1916), overl. ? 27-8-1979, tr. Groningen 9-3-1916 met Deobora Visser, geb. …. 1896, dr. van Ate Visser en Wilhelmina Gernaat.
  3. Johanna Hinderika, geb. 2-9-1893, tr. Groningen 10-10-1918 met Pieter Huizinga, geb. Groningen … 1888, suikerbakker (1918), zn. van Jeen Huizinga en Ida Niehof.
  4. Martha Gezina, geb. 14-11-1896, overl. Groningen 4-8-1898.
  5. Martha Gezina, geb. 18-6-1899, overl. Groningen 29-7-1899.

Aanvulling, pagina 8

De familie Sprenkeling in Alkmaar en Ursem
* tak A *

6e Generatie

* A0 *

Hendricus Andries (Hendrik) Sprenkeling, zn. van Gijsbertus Sprenkeling en Hendrica van Wijnen, zie document Sprenkeling Oorsprong Twente * 7 *, ged. Den Haag 30-11-1794, kleermaker, woonde in Alkmaar: op de Laat (1822), aan de Oudegracht (1824, 38), daarna aan de Koningsweg, aldaar overl. 12-4-1864, tr. Den Haag 2-2-1820 met Anna Martina Smit, geb. ’s- Gravenhage … 1793, overl. Alkmaar 9-5-1858, dr. van Christiaan Smit en Anna Kerling. 

Zij kregen 8 kinderen; hun 3 zoons zetten het geslacht voort. Nakomelingen zijn geboren in Alkmaar, Ursem, Uitgeest, Heerhugowaard, Schagen, Amsterdam en Leidschendam.

Kinderen, tenzij anders gemeld, geboren in Alkmaar:

  1. Gijsbertus Petrus, geb. Den Haag 5-9-1820, tr. met Geertruida Wortel zie * A1 *
  2. Anna Maria geb. 12-4-1822 woonde eerst op de Nieuwesloot, Dijk en Heiligeland, Paternosterstraat, Veerstraat te Alkmaar, overl. Alkmaar 13-2-1885, tr. Alkmaar 25-12-1853 met Klaas Hollander alias Klaas Brederode, geb. Callantsoog 9-2-1816, steenkopersknecht, overl. Alkmaar 24-2-1891, eerder gehuwd met Lijsbeth Overtoom, zn. van Maartje Brederode.
  3. Hendrica Martina, geb. 22-12-1823, overl. Alkmaar 18-10-1824.
  4. Wilhelmus Petrus (Willem), geb. 2-10-1825, tr. met Anna Alida Seelen zie * A2 *
  5. Petrus Hendricus, geb. 2-3-1829, tr. met Maartje Berkhout zie * A3 *
  6. Johannes Henricus, geb. 10-5-1832, overl. Alkmaar 4-9-1835.
  7. Catharina Henrica, geb. 7-4-1835, woonde in Heemstede, aldaar overl. 10-1-1911, tr. Heemstede 11-11-1868 met Lambertus van Empelen, geb. Heemstede 7-5-1838, tuinier, overl. Heemstede 6-10-1902, zn. van Pieter Johannes van Empelen en Maria van Muijen.
  8. Mina Henderica, geb. 18-7-1838, woonde aan het Zeglis, in de Hekelstraat, Clarissebuurt, te Alkmaar, aldaar, overl. 7-12-1924 (86 jaar), tr. Alkmaar 1-2-1863 met Cornelis Petrus Rijkenberg, geb. Alkmaar 19-11-1837, kleermaker, overl. Alkmaar 14-3-1931, zn. van Evert Rijkenberg en Agnis Erkamp.

Aanvulling, pagina 9

7e Generatie

* A1 *

Gijsbertus Petrus Sprenkeling, zoon van * A0 *, geb. Den Haag 5-9-1820, boerenknecht (1851), kleermaker (1882), arbeider (1854, 68), werkman, woont vanaf 1862 in Heerhugowaard, vanaf 1865 in Ursem, aldaar overl. 14-6-1893, tr. Ursem 3-5-1851 met Geertruida Wortel, geb. Ursem 13-10-1829, woonde vanaf 1895 in Alkmaar, overl. Amsterdam 8-2-1910, dr. van Jacob Wortel en Elisabeth Jonker.

Kinderen, tenzij anders gemeld, geb. te Ursem:

  1. Hendrikus, geb. 5-10-1852, tr. met Beatrix van Egmond
  2. Jacobus, geb. 21-10-1854, tr. met Elisabeth de Vos zie * A12 *
  3. Elisabeth, geb. 15-11-1856, woonde te Ursem, vanaf 1892 aan de Oudegracht in Alkmaar, aldaar overl. 22-6-1927, tr. Ursem 18-10-1882 met Johannes (Jan) Kuijper, geb. Schermerhorn 30-4-1849, arbeider(1882), veekoper, veedrijver (1903), overl. Alkmaar 12-7-1903, zn. van Klaas Kuijper en Maartje Smit.
  4. Stephanus Nicolaas, geb. Heerhugowaard 26-12-1861, tr. Cornelia Beemsterboer zie * A13 *
  5. Anna Mari,a geb. 20-4-1868, woonde Nieuwlandersingel te Alkmaar, vanaf 28-3-1900 te Amsterdam, tr. Alkmaar 26-2-1893 met Gerrit Hendrik Brands, geb. Culemborg 26-11-1868, ijzerdraaier (1893), eerder gehuwd met Maria de Ronde, zn. van Gerrit Hendrik Brands en Christina Ronke.

* A2 *

Wilhelmus Petrus (Willem) Sprenkeling, zoon van * A0 *, geb. Alkmaar 2-10-1825, kapper, haarsnijder, woont in Alkmaar: Breestraat (1853), Boterstraat (1858), overl. Alkmaar 30-8-1882, tr. Alkmaar 18-9-1853 met Anna Alijda Seelen, geb. Alkmaar 28-8-1827, overl. Alkmaar 17-11-1903, dr. van Johannes Seelen en Margaretha Nijssen. 

Kinderen geboren te Alkmaar:

  1. Johannes Hendricus, geb. 29-10-1854, overl. Alkmaar 23-11-1854.
  2. Wilhelmus Johannes, geb. 13-4-1856, overl. Alkmaar 30-4-1856.
  3. Wilhelmus Gerardus. geb. 29-11-1857, overl. Alkmaar 11-7-1858.
  4. Petrus Wilhelmus, geb. 13-6-1859, overl. Alkmaar 3-7-1859.
  5. Johan Wilhelm, geb. 10-12-1860, kapper, woonde in het ouderlijk huis, kinderloos overl. Alkmaar 7-7-1887, tr. Alkmaar 11-7-1886 met Cornelia Johanna Wilhelmina van Geenhuijsen, geb. Alkmaar 1-1-1867, woonde vanaf 1901 in Amsterdam, na 1930 overl. … , hertrouwt (Alkmaar 25-1-1891) met Petrus Liphuijsen, dr. van Johannes Anthonius van Geenhuijsen en Sophia Margaretha Gottmer.
  6. Hendricus Leonardus, geb. 3-7-1863, overl. Alkmaar 15-7-1863.

* A3 *

Petrus Hendricus Sprenkeling, zoon van * A0 *, geb. Alkmaar 2-3-1829, koopman in manufacturen, , kleermaker, winkelier, woont in Uitgeest, aldaar overl. 29-9-1907, tr. Uitgeest 22-5-1853 met Maartje Berkhout, geb. Uitgeest 29-12-1829, overl. Uitgeest 30-1-1905, dr. van Jan Berkhout en Jannetje Zonjee.

Kinderen geboren te Uitgeest:

  1. Anna Martina, geb. 5-7-1854, overl. Uitgeest 24-8-1854.
  2. levenloos, geb. en overl. Uitgeest 11-8-1856.
  3. Johanna, geb. 4-8-1857, overl. Uitgeest 4-10-1857.
  4. Hendrikus, geb. 22-8-1858, overl. Uitgeest 24-8-1858.
  5. Anna Maria, geb. Uitgeest 6-1-1860, overl. Delft 12-4-1934, tr. Uitgeest 27-1-1885 met Johannes Arnoldus Sprenger, geb. Delft … , onderwijzer, overl. Delft 17-3-1933, zn. van Theodorus Antonius Spenger en Adriana Helena Meijer.
  6. Johannes Hendrikus, geb. 7-10-1861, overl. Uitgeest 5-3-1865.
  7. Hendrikus Petrus, geb. 31-8-1863, overl. Uitgeest 21-6-1866.
  8. Jannetje, geb. 2-4-1866, woont in Amsterdam (1902), overl. na 1932, tr. Uitgeest 26-2-1889 met Pieter Louis Bangert, geb. Amsterdam … 1864, makelaar, zn. van Pieter Louis Bangert en Maria Elisabeth Johanna van Eck. 
  9. Hendrikus Johannes, geb. 11-7-1867, banketbakker, woont vanaf 1890 in Amsterdam, vanaf 1893 in Uitgeest, vanaf  1895 in Wormerveer, overl. Haarlem 6-11-1943, tr. Haarlem 10-9-1902 met Margaretha Cornelia de Goede, geb. Haarlem … 1873, overl. … voor 1943, dr. van Johannes de Goede en Hendrika Ramakers. 
  10. Francisca, geb.26-10-1870, woont in Groningen (1902), in Wormerveer, aldaar overl. 5-2-1923, tr. Uitgeest 22-5-1893 met Johannes Nicolaas Boelens, geb. Groningen … 1865, notarisklerk, makelaar (1902), zn. van Bernardus Johannes Boelens en Clara Catharina Scholtens.

Aanvulling, pagina 10

8e Generatie

* A4 *

Hendrikus Sprenkeling,zn. van * A1 *, geb. Ursem 5-10-1852, arbeider, werkman, woonde in Ursem, aldaar overl. 17-4-1926, tr. Ursem 3-5-1885 met Beatrix van Egmond, geb. Oterleek 24-3-1862, overl. Ursem 17-12-1926, dr. van Jan van Egmond en Maartje Bijpost.

Kinderen geboren te Ursem:

  1. Geertruida, geb. 12-5-1886, woonde in Ursem, aldaar overl. 25-7-1941, tr. Ursem 26-5-1914 met Theodorus Baas, geb. Westwoud … 1888, metselaar, overl. Hoorn 22-11-1946, zn. van Jan Baas en Dieuwertje van Westen.
  2. Maartje geb. 22-3-1888, woonde op Westergeest, overl. Uitgeest 20-3-1964, tr. Uitgeest 24-5-1916 met Cornelis Cornelisse, geb. Uitgeest 24-4-1872, veehandelaar, koopman, zn. van Teunis Cornelisse en Antje Terra.
  3. Anna geb. 19-10-1890, woonde in Ursem, kocht met haar man een smederij, overl. Ursem 16-7-1927, tr. Ursem 11-2-1926 met Petrus Johannes Witte, geb. Den Burg op Texel 24-4-1900, smid, zn. van Jan Witte en Antje Kuip.

* A5 *

Jacobus Sprenkeling,zn. van * A1 *, geb. Ursem 21-10-1854, kleermaker, w. in Alkmaar: Oudegracht (1881, 82) , de Laat (1884), winkelier in de Boterstraat, woont van 1885 in Amsterdam, vanaf  1889 in Alkmaar en vanaf 1898 in Amsterdam, overl. … voor 1935,  tr. Alkmaar 27-6-1880 met Elisabeth de Vos, geb. Castricum 15-9-1855, dienstbode (1880), overl. Velsen 23-6-1935, dr. van Jan de Vos en Marijtje Castricum. 

Kinderen geboren te Alkmaar:

  1. Gijsbertus Johannes Antonius, geb. 13-6-1881, handelsagent, overl. Amsterdam 23-8-1967, tr. Sloten 2-6-1917 met Angelique Maria Adriana Bakker, geb. Amsterdam … 1883, dr. Van Johannes Anthonius Bakker en Maria Regina Antonia Nieuwint.
  2. Johannes Antonius, geb. Alkmaar 14-11-1882, reiziger, overl. Rotterdam 21-7-1933, tr. Amsterdam 26-1-1905 met Christina Hendrika Catharina (Stien) van Genderen, geb. Amsterdam … 1883, dr. Van Abraham van Genderen en Johanna Wilhelmina Jasper. Zij hebben drie kinderen.
  3. Geertruida Maria, geb. Alkmaar  10-3-1884, overl. Alkmaar 8-7-1884.
  4. Maria Geertruida, geb. Amsterdam 13-6-1887, tr. Amsterdam 16-7-1925 met Julius Alfred Putscher, geb. Paramaribo … 1881, boekhouder, zn. van Jacob Hendrik Putscher en Johanna Helena Wois. 
  5. Jacobus Petrus, geb. Alkmaar 18-12-1896, handelsreiziger, overl. Groesbeek 23-9-1939, tr. Amsterdam 16-7-1925 met Anna Theodora Maria Langenhuijsen, geb. Nijmegen … 1906, dr. van Antonij Langenhuijsen en Hendrica Lamers. Zij hebben drie kinderen.

Aanvulling, pagina 11

* A6 *

Stephanus Nicolaas Sprenkeling, zn. van * A1 *, geb. Heerhugowaard 26-12-1861, rietdekker, woont in Ursem, vanaf 1891 in Schagen: De Loet (1891), aan de Dorpen (1895, 98), Grootewal, overl. Schagen 20-11-1929, tr. Spanbroek 7-5-1889 met Cornelia Beemsterboer, geb. Wognum 3-3-1864, overl. Velsen 28-5-1951, dr. van Cornelis Beemsterboer en Aaltje Wijte.

Kinderen, tenzij anders gemeld, geb. te Schagen:

  1. Geertruida Maria, geb. Ursem 18-5-1890, vertrekt 1911 naar Rotterdam, tr. (1) Rotterdam 14-6-1916 met Cornelis Petrus Koot, geb. Alkmaar 26-5-1891, zn. van Cornelis Petrus Koot en Maria Pannekoek; tr. (2) Schagen 16-5-1928 (S24-11-1955) met Michiel Jacobus Brammer, geb. Schagen 2-2-1902, vrachtrijder, zn. van Cornelis Hendericus Brammer en Cornelia Bijwaard.
  2. Catharina, geb. 26-6-1891, woont in Spanbroek (1899), Alkmaar (1912), Beverwijk (1925), tr. Schagen 2-6-1921 met Johannes Christiaan Rumping, geboren Wijk aan Zee en Duin … 1893, arbeider, zn. van Johannes Rumping en Guurtje Huipen.
  3. Gijsbertus Petrus, geb. 7-11-1892, pakhuisknecht (1918), bierbottelaar (1920), rietdekker, woont vanaf 1919 in Oudorp, vanaf 1920 in Schagen, daarna Ursem, vanaf 1932 in Heerhugowaard, tr. Schagen 3-5-1918 met Gerarda Agatha Korver, geb. Zijpe 30-12-1893, dr. van Simon Korver en Maria Lenting.
  4. Alida, geb. 7-11-1893, woonde in Heemskerk, vanaf 1927 in Uitgeest, vanaf 1934 in Haarlem, overl. …, tr. Heemskerk 11-10-1916 met Hendrik de Munk, geb. Heemskerk 3-4-1892, ijswerker (1916), arbeider (1927), zn. van Pieter de Munk en Antje Beentjes.
  5. Jacoba, geb. 13-1-1895, dienstbode, woont vanaf 1922 in Alkmaar, vanaf 1924 te Velsen, daarna Schagen, vanaf 1932 in Velsen, tr. Velsen 17-11-1938 met Pieter Veldmeijer, geb. Losser 21-10-1897, los arbeider, koopman in groenten en vis.
  6. Elisabeth Maria geb. 4-2-1896, woonde in Oudorp, vanaf 1921 op het Wolfpad te Alkmaar, vanaf 1924 te Beverwijk, tr. Schagen 1-10-1920 met Gerhardus Maathuis, geb. Tubbergen 19-11-1892, fabrieksarbeider, zn. van Bernardus Maathuis en Susanna Franken.
  7. Petrus Cornelis, geb. 30-3-1897, rietdekker, ketelmaker, betonwerker, koopman, courantenbezorger, ijzergieter en fabrieksarbeider, overl. Amsterdam 19-9-1975, tr. (1) Amsterdam 11-9-1935 met Roelofje Koeman; tr. (2) Amsterdam 10-11-1969 met Anna Elisabeth Henneman.
  8. Anna Maria, geb. 22-5-1898, overl. Schagen 12-7-1898.
  9. Cornelia Maria geb. 22-2-1900, …
  10. Cornelis Anthonius, geb. 8-3-1901, overl. Schagen 19-10-1901.
  11. Anna Maria, geb. 16-3-1906, overl. Schagen 28-11-1922.
  12. Cornelis Anthonius (Kees), geb. 12-9-1909, … , woonde in woonzorgcentrum De Bron te Schagen, aldaar. overl. 13-9-2010, tr. met Wilhelmina Johanna (Mien) van Duin, geb. … 27-8-1913, overl.

Simon Zuurbier