Niets uit deze publicatie mag worden overgenomen zonder toestemming van de Stichting Werkgroep Oud-Castricum.
Jaarboek 43, pagina 52
CasRC al vijftig jaar een bloeiende rugbyclub
De jaren (negentien) zestig worden in Castricum gekenmerkt door groei van het dorp en het ontstaan van allerlei initiatieven vanuit de bewoners. Tot dan toe wordt sport in het dorp vooral bepaald door de gymnastiek– en voetbalverenigingen, maar daar komt snel verandering in. Sinds 1968 wordt ook de rugbysport hier beoefend, waardoor ons dorp ook internationaal op de kaart is gezet.
Opgericht door Kees Kabel
In ons dorp heeft Kees Kabel het voortouw genomen om veel nieuwe sporten uit de grond te stampen. De Telegraaf van 14 september 1968 publiceert een uitgebreid artikel over deze ‘verenigingsoprichter’ waarin meer dan vijftien sportverenigingen in Castricum worden opgesomd.
Het initiatief om een rugbyvereniging in Castricum op te richten komt ook uit de koker van Kees Kabel. Op de eerste krantenoproep in november 1967 komen weinig reacties. Voorjaar 1968 zijn er maar drie spelers aan het oefenen: Piet Zonneveld, Bob Hofstee en Dirk Groot.
De spelers komen bijeen op het grasveld bij Johanna’s Hof, waar nu De Hoep staat. Het water van de ijsbaan wordt als douche na de wedstrijd gebruikt. Om spelers te ronselen gaat Kees met een auto vol voetbalschoenen en broekjes de cafés langs. Dat levert een groep jongens op die in de zomer van 1968 het rugbyteam ’De Kannibalen’ vormen.
Er zijn op dat moment maar vijftien rugbyclubs in Nederland, vooral studentenclubs en clubs in enkele grote steden. Castricum is het eerste ‘dorp’ dat zich met een eigen rugbyclub bij de Nederlandse Rugby Bond aanmeldt en vooral in het begin worden ze nogal meewarig aangesproken als bollenrapers of duinkonijnen. Maar al binnen enkele jaren wordt duidelijk dat Castricum niet meer weg te denken is van de Nederlandse rugbytop.
Van Kannibalen naar Castricumse Rugby Club
Uiteindelijk wordt de eerste wedstrijd in oktober 1968 gespeeld tegen ‘t Gooi op het sportveld bij Johanna’s Hof. Helaas is deze met 8-36 verloren. Theo Lute drukt de eerste try voor Castricum. Er wordt nog in verschillende T-shirts gespeeld. En ook de eerste serie identieke shirts, gekregen van de eerste clubsponsor Hovor-mode, overleven hun eerste rugbywedstrijd niet.
Later wordt de naam van de vereniging op verzoek van de NRB (Nederlandse Rugby Bond) van ’Kannibalen’ gewijzigd in ’Castricumse Rugby Club’ (CasRC). In het eerste seizoen worden vier wedstrijden gewonnen en CasRC eindigt op een zevende plaats in de C poule van de Nederlandse Rugby Bond. Tannie Doorn, de vrouw van medeoprichter Piet Zonneveld, maakt de allereerste teamfoto op 18 mei 1969 in Hilversum. De club bestaat uit zestien leden en speelt haar wedstrijden op het Kroftveld in het duin bij de Zeeweg.
De dorpsclub trekt al snel publiciteit: De Telegraaf schrijft over het initiatief en Harry Vermeegen publiceert in De Tijd een groot artikel over ’De Kannibalen’, de eerste en enige rugbyclub in de kop van Noord-Holland. De publiciteit zorgt ervoor dat er regelmatig publiek komt kijken bij de thuiswedstrijden, gevolgd door supporters die zelfs meerijden naar uitwedstrijden in heel Nederland.
Ondertussen heeft bijna elke speler ook een organisatorische taak binnen de vereniging. De club gaat steeds meer op een echte vereniging lijken. Er moet een bestuur gevormd worden en de bond wil een vaste wedstrijdsecretaris die ook telefoon thuis heeft. Iemand moet de trainingen organiseren, het vervoer, enzovoorts.
Eerste buitenlandse spelers
Langzaam dringt het besef door dat Castricum een echte rugbyclub heeft, zelfs bij het buitenlandse personeel van Fluor in Zandvoort en de Hoogovens. Diverse Engelse spelers komen zelfs in ons dorp wonen: Dennis Williams en Mike Clements spelen jaren bij CasRC en verzorgen ook de training.
Gerrit Borst is de eerste voorzitter en Piet van de Schilde de eerste wedstrijdsecretaris. Als clubhuis fungeert de schuur achter de boerderij van Bram Borst aan de Alkmaarderstraatweg. Ondertussen beginnen de
(tekst loopt door op pagina 54)
Jaarboek 43, pagina 53
Jaarboek 43, pagina 54
gesprekken met de gemeente over een eigen rugbyveld met de juiste maten en over de wens van eigen kleedkamers en een clubhuis.
In 1970 speelt de vereniging intussen thuis nog op het Kroftveld. De toenmalige voetbalclub CSV (na fusie met SCC is dat nu FC Castricum) stelt zijn kleedruimtes beschikbaar. Bij gebrek aan een eigen clubhuis speelt de ‘derde helft’ zich nog steeds af in de Anita Bar van Siem ’Beer’ Scheerman. Daar worden vele rugbysongs uitgewisseld en de wedstrijden nabesproken onder het genot van een vloeibare consumptie. Frank Hack wordt de eerste officiële scheidsrechter van de club. Al snel is een tweede team voor de competitie ingeschreven en de eerste echte rugbyshirts komen nu uit Engeland: okergeel met één zwarte balk over de borst.
Vergeefse poging damesteam op te richten
Als eerste club in Nederland probeert CasRC in 1970 ook al vroeg een damesteam van de grond te krijgen. Een groep enthousiaste vriendinnen van spelers begint zelfs met trainingen, maar er worden helaas geen tegenstanders gevonden. De vrouwen van Amstelveen trekken zich na een eerste toezegging terug, omdat te veel van hen net zwanger zijn geworden.
Ondertussen wordt Jan Kuijpers als eerste echte trainer aangesteld. Hij gaat de club meerdere jaren trainen. Om nog meer dorpsgenoten van het rugbyspel te laten genieten wordt besloten om op Koninginnedag een demonstratiewedstrijd op het CSV-terrein te organiseren. Wethouder Baltus, vader van twee spelers, is bereid gevonden om de eerste clubvlag te hijsen, die nog met de hand door de moeder van Ben Borst is gemaakt.
Jaarboek 43, pagina 55
In 1971 stelt de gemeenteraad 20.000 gulden krediet beschikbaar om een tijdelijk rugbyveld aan de Duinenboschweg aan te leggen. Dat is nodig omdat de club zo hard gegroeid is. Dit vooral doordat binnen CasRC, als een van de weinige verenigingen in Nederland, onder leiding van Ben Borst ook een jeugdrugbyteam is opgericht.
Buitenlandse trips
De eerste buitenlandse trip gaat met een volle bus naar de vijflandenwedstrijd Frankrijk-Engeland in Parijs. De Castricummers spelen zelf nog niet in Parijs, maar het zal niet lang meer duren of een traditie van vele tientallen trips van senioren en/of jeugd naar het buitenland ontstaat, met vele wedstrijden tegen lokale clubs.
Een andere traditie wordt gestart door Ben Borst, die het eerste Nederlands Jeugd Seven-a-side-toernooi in ons dorp organiseert. De club gaat dit meer dan 15 jaar volhouden en vele honderden jeugdteams gaan de weg naar Castricum vinden. Aan die toernooien doen soms wel tachtig teams mee en daarom is soms wel uitgeweken naar het Vitesse-complex. Het jeugd Seven-a-side toernooi is ook één keer bij ADO20 in Heemskerk gespeeld vanwege de slechte velden in Castricum.
Van Kroftveld naar Duinenboschweg
Met weemoed wordt afscheid genomen van het Kroftveld, waar de lijnen niet van kalk zijn vanwege het waterwingebied: ze moeten met touwen worden uitgezet. En de hoge steigerpalen moeten telkens opnieuw worden vastgezet aan het voetbaldoel.
Op 10 september 1972 wordt het veld aan de Duinenboschweg ingewijd met een wedstrijd tegen de Utrechtse Rugby Club. Ondertussen heeft de club voor 1.500 gulden een oude bouwkeet gekocht en deze is met een dieplader naar de duinrand verhuisd. Om dit te bekostigen wordt een sponsorfietstocht georganiseerd en met eigen mensen wordt het eerste clubhuis neergezet en geschilderd. Ook wordt een sponsorbosloop met 285 deelnemers georganiseerd, die 2.000 gulden oplevert.
Om de kas te vullen schrijft het eerste team zich in bij de radioquiz ’Steiger B’ van de Tros met legendarisch resultaat: ze slagen erin om niet één vraag goed te beantwoorden. Maar de stemming zit er wel goed in.
Er ontstaan meer tradities: met Pasen komen drie Engelse teams in Castricum spelen, Old Reigatians, St Nicolas Grammar School en Oxford Old Boys. Daarbij blijkt dat de ‘derde helft’ eigenlijk het belangrijkste van de hele gebeurtenis is en de clubkas goed gespekt wordt door de omzet van consumpties.
Geselecteerd voor het Nederlandse team
Een andere legendarische gebeurtenis in 1973 is de wedstrijd aan de Duinenboschweg tussen het Nederlands jeugdteam en RFC Cleve uit Bristol. Bondscoach Dennis Power heeft Castricum-speler Wim Peperkamp gevraagd om met het Nederlands jeugdteam als gastspeler mee te doen. Wim maakt in die wedstrijd zoveel indruk dat hij direct voor het officiële Nederlands Rugbyteam wordt geselecteerd. Dat maakt bij het nationale team een bijzondere indruk, omdat zijn club Castricum op dat moment niet eens in de nationale top meespeelt.
Wim Peperkamp is de kleinzoon van Cor Peperkamp, de dorpssmid en oprichter van de eerste voetbalclub in Castricum. Wim is vanaf het begin lid van CasRC en zeer actief betrokken bij de vereniging. Hij speelt achttien jaar in het eerste team van CasRC, van 1968 tot 1986. Hij is bestuurslid geweest en haalt zijn diploma trainer A en B. Wim is trainer/coach van de jeugd, de senioren en de dames. Hij wordt geselecteerd voor het Nederlands team
Jaarboek 43, pagina 56
en zijn eerste interland is op 2 juni 1973 in Zoetermeer tegen Polen. In totaal komt hij 54 wedstrijden voor het Nederlands team uit, waarvan 22 officiële interlands.
In 1987 wordt hij benoemd tot Lid van Verdienste van de Castricumse Rugby Club en op 18 december 2010 wordt hij door de Rugby Bond benoemd als Lid van Verdienste van de NRB.
Dit laatste heeft hij niet alleen te danken aan zijn inzet als rugbyspeler, maar ook aan zijn bijdrage als eerste rugbycoach voor het nationaal damesrugbyteam, dat op 13 juni 1982 de allereerste damesinterland ter wereld tegen Frankrijk speelt. Zijn jarenlange enthousiasme en professionele inzet als sportfotograaf voor Rugby World, persbureau ANP, de NRB en het Internationaal Amsterdam Sevenstoernooi hebben ook hiertoe bijgedragen. Tevens maakt hij deel uit van de redactieraad Van Rugby Nieuws. Wim maakt ook faam vanwege zijn uitgebreid en gedetailleerd archief van rugbyfoto’s en rugby krantenartikelen.
Er zijn vraagtekens of Wim Peperkamp die top wel aan zou kunnen. Maar na zijn eerste interland tegen Polen staat de keuze niet meer ter discussie. Wim gaat meer dan 22 officiële interlands voor Nederland spelen en de naam van Castricum is definitief niet meer weg te denken uit het nationale rugby.
Na Wim zijn in de loop der jaren meer dan tweehonderd spelers en speelsters van Castricum geselecteerd voor een nationaal (jeugd)team.
Eerste lustrum met promotie
Het eerste lustrum wordt afgesloten met een kampioenschap en promotie naar de B-poule. Trainer Jan Kuijpers vertrekt naar Alkmaar om daar een nieuwe rugbyclub op te richten en de Engelsman Mike Clements volgt hem op. Castricum gaat zelf ook in Engeland spelen tegen Old Reigatians en Oxford Old Boys. Omgekeerd komen in het paasweekend soms niet minder dan acht Engelse teams aan de Duinenboschweg spelen.
In Glasgow speelt zich nog een mooie gebeurtenis af. Tijdens een van de vele bezoeken van buitenlandse teams aan Castricum is de clubvlag van CasRC ’meegenomen’. Normaal zou die wel zoek gebleven zijn, maar niets bleek minder waar. Als Wim Peperkamp met Nederland B tegen Schotland B moet spelen, gaan tijdens de volksliederen in het stadion drie vlaggen omhoog: Schotland, Nederland en de clubvlag van moeder Borst/CasRC!
Jaarboek 43, pagina 57
De Schotten hebben in het programma gelezen dat er een speler uit Castricum mee gaat doen, dus zij nemen zich voor om bij het diner na de wedstrijd die vlag aan Wim te overhandigen. Maar bondscoach Dennis Power heeft een reservespeler een speciale opdracht gegeven: haal die clubvlag terug en stop die in de koffer van Wim. De Schotten kunnen slechts hun excuses aanbieden, maar het stukje huisvlijt van moeder Borst wappert daarna weer in Castricum.
Start damesrugby
Op 4 oktober 1974 wordt eindelijk een damesrugbywedstrijd in Castricum gespeeld. Bij gebrek aan vrouwelijke tegenstanders – er was in Nederland veel weerstand tegen vrouwenrugby, omdat het gezien werd als een ‘echte mannensport’ – hebben de vriendinnen van onze spelers zelf maar een wedstrijd georganiseerd ter gelegenheid van de opening van jongerencentrum De Bakkerij. Meiden van De Bakkerij spelen op het rugbyveld van CasRC tegen een team van de Wereldwinkel uit Castricum. Onder leiding van onze eigen bondsscheidsrechter Ben Borst wordt deze allereerste damesrugbywedstrijd in Nederland gespeeld. Het gaat nog zeven jaar duren voordat de rugbybond niet meer om de enthousiaste meiden heen kan en eindelijk ook een officiële competitie voor hen gaat organiseren.
Na zes jaar met vele pogingen lukt het CasRC eindelijk om op Koninginnedag 1980 de eerste dameswedstrijd tussen clubteams te spelen tegen de vrouwen van RC Den Helder. Ook doen de vrouwen mee aan het toernooiweekend bij rugbyclub Greate Pier in Friesland. Ze winnen het eerste damestoernooi in Castricum en ze worden tweede bij het nationaal kampioenschap in Nijmegen. De vrouwen uit Castricum komen erg veel in de publiciteit op radio en televisie, in het bioscoopjournaal en in dag- en weekbladen.
Op 13 juni 1982 wordt zelfs internationaal rugbygeschiedenis geschreven vanwege de allereerste damesinterland ter wereld, die in Utrecht wordt gespeeld tussen Nederland en Frankrijk. Het Nederlands team wordt mede getraind door Wim Peperkamp. Niet minder dan zes Castricumse speelsters zijn daarvoor geselecteerd: Cora Elbers, Jacqueline van der Lem, Divera Twisk, Marga Haentjes Dekker, Leontien Hendriks en Mirjam Baars. De laatste twee speelsters halen ook nog het rugbytrainersdiploma.
Jaarboek 43, pagina 58
Improviseren
Ondertussen gaat de groei van de club gestaag door. Er worden demonstratiewedstrijden in Noord-Holland georganiseerd, bijvoorbeeld in Ilpendam en tijdens de kermis in ’t Veld, waar tot hilariteit van de toeschouwers een hoge doelpaal tijdens de wedstrijd afbreekt. In Castricum doet CasRC mee aan de carnavalsoptocht met een eigen praalwagen ‘de scrumbok’.
De spelers improviseren rond het veld in Castricum een ’lichtinstallatie’ van oude lantaarnpalen en bouwlampen. In 1976 besluit de gemeente om verplaatsbare kleedunits voor de club aan te schaffen, omdat er nog steeds provisorisch gedoucht wordt in een keetwagen. Maar de situatie wordt steeds meer onhoudbaar door gebrekkige verlichting en slechte hygiëne. Omdat het terrein officieel nog bollengrond is en de rugby slechts tijdelijk gedoogd wordt op die plek, zijn echt goede investeringen niet toegestaan. De gemeente kan geen definitieve plaats voor de rugbyvereniging in Castricum vinden en uiteindelijk verlengt zij met tegenzin de bestaande situatie aan de Duinenboschweg voor vijf jaar. Dat betekent voor de club nog langer improviseren. Terwijl CasRC in Nederland steeds hoger gaat spelen en er aan de accommodatie meer eisen worden gesteld.
De vele publiciteit en de stijgende prestaties van CasRC zorgen er mede voor dat de gemeente besluit om verplaatsbare kleedunits aan te schaffen, om tegemoet te komen aan de onhoudbare situatie aan de Duinenboschweg.
Ben Borst haalt in 1976 zijn scheidsrechter-B-diploma en mag dan in Nederland op het hoogste niveau fluiten. In 1977 wordt voor het eerst een Engelse tegenstander in Castricum verslagen: CasRC-Harwell RFC 36-0.
De door de gemeente gekochte kleedunits worden op het terrein aan de Duinenboschweg geplaatst en dan kunnen de spelers eindelijk na tien jaar normaal douchen. Het terrein krijgt echter nog niet definitief de bestemming van sportveld, tot teleurstelling van de club, omdat zij graag verder wil investeren in haar accommodatie. Maar op sportief niveau gaat het steeds beter. CasRC bereikt de kwartfinale van het nationale Sevenstoernooi in Amsterdam. Aan het nationaal jeugd Seven-a-side-toernooi in Castricum doen inmiddels een recordaantal van 72 teams mee. Piet van der Himst komt de club versterken als speciale conditietrainer.
Familie Marcker is rugbyfamilie geworden
Hans Marcker wordt in 1974 als eerste jeugdlid van CasRC voor een nationale jeugdselectie opgesteld in een wedstrijd tegen Duitsland. Heel veel jeugdleden van CasRC gaan hem volgen.
De eerste wedstrijden worden in 1974 in Engeland gespeeld tegen Old Reigatians en Oxford Old Boys met een bezoek aan vijflandenwedstrijd Engeland-Wales in Twickenham.
Aan het jeugdsevenstoernooi van Castricum doen inmiddels Boisfort en Avia uit België mee. Wim Peperkamp haalt zijn diploma rugby-oefenmeester B.
Twee jaar later debuteert Hans Marcker voor het eerst als eigen jeugdspeler samen met Frans de Graaf in het eerste team van CasRC. De eerste ’eigen kweek’ is gerealiseerd.
In 1978 wordt Hans Marcker door de bond uitgenodigd voor een rugbystage in Engeland. De familie Marcker valt steeds meer op in Rugby Nederland. Het nationale bondsorgaan besteedt een speciaal artikel aan vader Mats Marcker met zijn zes zonen uit Castricum.
Het tweede lustrum wordt onder grote publieke belangstelling gevierd op het grasveld waar nu het gemeentehuis staat. Dertig tegen dertig spelers geven een enerverende demonstratiewedstrijd oude stijl, zoals rugby ooit ontstaan is in Engeland. De ledenaanwas zorgt ervoor dat een derde team geformeerd kan worden.
Op nieuwjaarsdag 1980 wordt een nieuwe traditie gestart met een wedstrijd tussen Jong Castricum en Oud Castricum. Medeoprichter Piet Zonneveld speelt zijn laatste rugbywedstrijd en gaat verder als wedstrijdsecretaris en als bondsscheidsrechter. In die laatste hoedanigheid mag hij op het hoogste niveau fluiten, met als hoogtepunt de interland Nederland-Zweden.
Talenten bij de jeugd
Ook de jeugd rugbyclub begint naam te maken in Nederland. André Marcker wordt door de bond gekozen tot jeugdspeler van het jaar en John Dam mag op stage naar Engeland. Het Colts-team wint in 1981 alles wat er voor hen te winnen valt: ze worden Nederlands kampioen, kampioen van het nationale jeugdtoernooi en nationaal kampioen Seven-a-side.
De hechte vriendenclub die dit team vormt, heeft opvallend veel super rugbytalenten in zich, die het gezicht van de club tot op heden bepalen. Onder hen Wiet van Duin, John Dam en Peter Marcker. Velen worden international voor Nederland. Ze vormen nu al jarenlang het rugbyhart van de club bij de vele kampioenschappen die zouden volgen. Later worden ze trainer en ook de vader van jeugdspelers. Zo wordt het eerste team kampioen van de promotieklasse en promoveert naar de ereklasse in Nederland.
Jaarboek 43, pagina 59
Bouwteam op politiebureau
De relatie met de gemeente is langzamerhand nogal wispelturig aan het worden. De club is meer dan teleurgesteld dat de gemeente haar geen definitieve locatie toekent. Men zit nog steeds op de tijdelijke locatie aan de Duinenboschweg, waar het veld niet aan de officiële eisen voldoet en de provisorische veldverlichting met oude bouwlampen niet verbeterd mag worden. Ze schrijft daarover een brandbrief naar de gemeenteraad. De gemeente wil vervolgens de tijdelijke gedoogconstructie verlengen en opnieuw een tijdelijk clubhuis daar toestaan. Maar die bouwvergunning voor het tweede clubhuis wordt plotseling weer ingetrokken door de gemeente.
Dit leidt ertoe dat alle vrijwilligers die met de bouw bezig zijn (zij stortten net beton voor de fundering) een avond op het politiebureau moeten doorbrengen. De gemeente wil nu ook de club beperkingen opleggen in het gebruik van haar nog te bouwen kantine, waardoor er zelfs bezwaarprocedures tot bij de Raad van State gevoerd moeten worden. Bij het derde lustrum in 1983 wordt daarom huis-aan-huis een jubileumkrant verspreid om meer druk op de gemeente uit te oefenen. Aan de Duinenboschweg wordt uiteindelijk toch het tweede tijdelijke clubhuis geopend door Henk Heinen senior, die Theo Lute als voorzitter is opgevolgd.
Op dit terrein spelen zowel de heren als de dames oefenwedstrijden tegen het Nederlands team.
Het eerste team speelt al jaren aan de top in de ereklasse en het zo begeerde Nederlands kampioenschap komt steeds dichterbij. Vooral de strijd tegen DIOK uit Leiden en regerend landskampioen Hilversum leidt tot grote publieke belangstelling vanuit Castricum. De club weet sensationeel te winnen van Hilversum, maar wordt net geen landskampioen door verlies in de slotfase van Den Haag.
Eindelijk naar Wouterland
De gemeente stelt uiteindelijk in 1984 voor om de rugbyclub op Noord-End te vestigen, maar komt daar ook weer op terug. Het Overlegorgaan van de Sport (toenmalige voorganger van de huidige gemeentelijke Sportraad) raakt daardoor in conflict met de gemeente over het gebrek aan besluitvorming over de rugbyclub. Ze vraagt zich zelfs af of CasRC het ongewenste kind van de Castricumse sport is: ze zijn het gesol met de vereniging beu. De gemeente besluit daarop om te gaan onderzoeken of de club naar Wouterland kan verhuizen. In maart 1985 besluit de gemeenteraad om het rugbyveld inderdaad definitief naar Wouterland te verplaatsen. In overleg met de gemeente neemt de club zelf de regie over de aanleg van het nieuwe complex.
Jaarboek 43, pagina 60
Club legt zelf nieuw rugbycomplex aan op Wouterland
In maart 1985 besluit de gemeente dat de rugbyclub naar Wouterland moet verhuizen. De gemeente zal de velden aanleggen en twee units beschikbaar stellen als kleedkamers. De club besluit op haar beurt echter, na overleg met de gemeente, om deze hele operatie in eigen hand te nemen en een grote accommodatie met kantine, fitnessruimte en bestuurskamer te bouwen.
Door dit alles met eigen vrijwilligers te doen wordt heel veel geld bespaard en de door de gemeente begrote bedragen komen ten goede aan de club, die ook de aanleg van de velden in eigen regie realiseert Een zeer groot bouwteam onder leiding van voorzitter Henk Heinen senior (leraar bouwkunde), Hans Marcker en Hans van Balgooi heeft 1,5 jaar bijna dagelijks aan deze hele grote klus gewerkt. Er zijn zaterdagen bij dat er meer dan veertig vrijwilligers op het bouwterrein actief zijn.
Alles, maar dan ook alles, is zelf gedaan: gravelbaan verwijderen, bomen verwijderen, grond diepspitten, toegangswegen aanleggen, nutsvoorzieningen over 300 m aanleggen, het hele clubgebouw van 40×10 meter neerzetten, veldverlichting aanleggen, doelen maken en plaatsen, enzovoorts. Dit alles onder slechts gemeentelijk toezicht, maar vooral door de enorme inzet van heel veel vrije tijd en energie van de eigen leden. Na anderhalf jaar dagelijks bikkelen kan in september 1986 het droomcomplex worden geopend. De Castricumse Rugby Club heeft eindelijk na achttien jaar een volwaardige, eigen rugbyaccommodatie, waar in de sportwereld en bij de rugbybond met trots en jaloezie naar gekeken wordt.
Ondertussen spelen zeven vrouwen van Castricum mee in de interland in Malmö en levert Castricum drie mannen in de interland tegen Duitsland. Het eerste team wordt onder leiding van coach Ben Manshanden weer tweede (runner up) in de finale om het landskampioenschap. Piet Zonneveld wordt scheidsrechter in de ereklasse en nu mag Peter Marcker op rugbystage naar Engeland. Er wordt een tweede damesteam gevormd en een vierde herenteam wordt ingeschreven voor de competitie. De dames worden zelfs Nederlands kampioen Seven-a-side-rugby.
De Castricumse Rugby Club begint in Nederland steeds meer aan de weg te timmeren; de landelijke krant NRC prijst CasRC voor het verhogen van het peil van het Nederlandse rugby.
Afscheid van de Duinenboschweg
In 1986 wordt de laatste ledenvergadering in het clubhuis aan de Duinenboschweg gehouden. Ondertussen wordt hard gewerkt aan de bouw van het nieuwe complex op Wouterland en met ingang van het seizoen 1986-1987 wordt daar voor het eerst gespeeld tegen twee Canadese teams: Stoney Creek bij de heren en The Bangees bij de dames. Wethouder Postma opent het nieuwe clubhuis. Op het openingsfeest wordt de muziek verzorgd door ’The strange hands in my pants band’, die gevormd werd door eigen spelers van de club.
Het nieuwe complex wordt vol bewondering ontvangen door de Nederlands Rugby Bond en de eerste twee interlands worden aan Castricum gegund. Op de klanken van het Wilhelmus worden zowel de heren als de dames uit Zweden ontvangen met ieder vier spelers en speelsters uit Castricum. Piet Zonneveld mag daar zijn eerste interland fluiten. De wedstrijden worden op Wouterland zo spannend en door zoveel publiek bezocht dat zelfs NOS Studio Sport besluit om voor het eerst een rugbycompetitiewedstrijd op zondagavond op de televisie uit te zenden.
Eerste landskampioenschap
In mei 1987 wordt Castricum dan eindelijk landskampioen tijdens een uitwedstrijd in Utrecht die overtuigend met 3-74 wordt gewonnen. Onder grote belangstelling van meegereisde supporters en burgemeester Schouwenaar wordt de kampioensbeker in ontvangst genomen. Het daaropvolgende feest wordt tot in de late uurtjes in Castricum voortgezet. De vele internationale contacten worden uitgebreid met de ontvangst van de Wasp ladies uit Engeland en St. Mary’s College uit Dublin. Het eerste team van Castricum gaat op zijn beurt, gekleed in clubblazers, op trip naar Frankrijk.
Het tweede landskampioenschap wordt in 1988 behaald in een memorabele thuiswedstrijd die met 15-6 van DIOK gewonnen wordt. Meer dan tweeduizend supporters langs de lijn, begeleid door een echt dweilorkest, zijn getuige van deze wedstrijd die door de NOS wordt uitgezonden. Castricum wint zelfs de nationale titel Seven-a-side-rugby met 36-12 tegen opnieuw DIOK uit Leiden.
Voor het eerst in de geschiedenis speelt Castricum, als kampioen van Nederland, tegen ASUB, de kampioen van België. CasRC wint die wedstrijd met 21-0.
Jaarboek 43, pagina 61
Het twintigjarig bestaan in 1988 viert de club onder andere door de gemeente drie rugbydoelen aan te bieden, die de club zal plaatsen op speelveldjes in Castricum en Bakkum.
De club gaat internationaal
Op het internationale toernooi in Leiden verliest Castricum nog wel van de Franse kampioen Toulon, maar het wordt hofleverancier van de Nederlandse selecties. Niet minder dan zes spelers maken deel uit van het Nederlands Sevensteam dat in Hongkong op het grote internationale Sevenstoernooi mag spelen. Ze spelen zich internationaal sterk in de kijker door spectaculair te winnen van Italië en Spanje. Met het winnen van de Silver Bowl in Hongkong worden zij daar voorpaginanieuws.
In eigen land halen ze als eerste Nederlandse club de halve finale van het internationale Heineken-Sevenstoernooi. In de finale in Hannover verslaan ze Vilnius uit Litouwen. Thuis winnen ze van de Engelse promotieklasser Salisbury met 14-10. Maar helaas verliezen ze van Locomotiv Moskou. Maar dat zijn profspelers uit een land met 200.000 rugbyers en dat is niet te vergelijken met de nietige aantallen rugbyspelers in Nederland.
Jaarboek 43, pagina 62
Ontvangen buitenlandse teams in Castricum:
1972 Engeland
1974 België
1986 Canada
1986 Zweden
1987 Ierland
1989 Rusland
1990 Frankrijk
1992 Wales
1993 Zuid-Afrika
1995 Chili
1995 Georgië
1996 Schotland
1998 Australië
2004 Denemarken
2008 Duitsland
2013 Litouwen
2014 Nieuw Zeeland
2015 Oezbekistan
2016 Italië
2016 Spanje
2018 Roemenië
Op Wouterland wordt de derde interland gespeeld tegen rugby grootheid Frankrijk. De dames, met de Castricumse Divera Twisk in hun midden, verliezen helaas met 0-10. Onder de geuzennaam ’De Kannibalen’ spelen de veteranen van CasRC tegen een team van de Sussex Police. Na een legendarische ‘derde helft’, waarin menige consumptie met de Engelse politie wordt genuttigd, is die uitslag ’onbeslist’ gebleven.
Bloedstollend daarentegen is de finale van het grote Heineken-Sevenstoernooi tussen Castricum en de Backstabbers. Castricum verliest helaas met 8-6, waarbij André Marcker maar 50 centimeter tekort komt om de winnende try te scoren. Zijn broer Mats wordt tot de beste speler van dat toernooi benoemd. Sandra Lodewijks haalt als eerste dame haar scheidsrechtersdiploma en Divera Twisk speelt weer met Nederland voor de Worldcup in Wales.
Lief en leed rond het rugbyveld
Theo Lute neemt in 1990 het voorzitterschap van Henk Heinen over na de jaren van verhuizen en nieuwbouw. Bij de club wisselen de feesten zich af met grote persoonlijke verliezen. De club moet in hetzelfde jaar afscheid nemen van bestuurslid Mary Brouwer die aan kanker overlijdt. In 1991 sluit burgemeester Schouwenaar, op het veld tussen de palen, het huwelijk tussen Mats Marcker en Margreet Korsman.
Het absolute dieptepunt doet zich voor als Eric van der Laan, speler van Castricum en het Nederlands team, op 1 november 1992 op het veld tijdens de wedstrijd tegen Hilversum, plotseling ineen zakt. De reanimatie op het veld, die al direct na enkele seconden wordt ingezet door de aanwezige arts en verzorgers, mag echter niet meer baten. Achteraf wordt vastgesteld dat Eric een fatale hartafwijking had. Hij wordt opgebaard in het clubhuis en na een indrukwekkende plechtigheid wordt hij door vele rugbyvrienden uit Castricum en de rest van Nederland op Onderlangs begraven.
Voor zijn vele verdiensten krijgt Mats Marcker senior op 4 september 1993 een koninklijke onderscheiding van burgemeester Schouwenaar.
Na 25 jaar zorgen om gebrek aan opvolging
Castricum is zo succesvol dat de club zich zorgen gaat maken om het vervolg na deze bloeiende periode. Ben Manshanden stopt als coach van Castricum en als bondscoach na het wereldbekertoernooi voor Sevens in Schotland. Ook daar doen weer zes spelers van Castricum aan mee. Hans Marcker gaat met Dave Chilton samen de selectie trainen. Het 25-jarig bestaan wordt in 1993 uitgebreid gevierd met veel wedstrijden en toernooien en zelfs een
Jaarboek 43, pagina 63
zangwedstrijd. Hoogtepunt is de wedstrijd tegen Blakes RFC uit het Zuid-Afrikaanse Stellenbosch.
Naast het landelijk bekende Castricumse Jeugd-Sevenstoernooi is op initiatief van Peter Bakker ook een vriendentoernooi opgezet. Daaraan nemen vriendengroepen uit de omgeving van Castricum met maximaal twee rugbyspelers deel, om kennis te maken met de rugbysport. Vooral vanuit Heemskerk is daar grote belangstelling voor. Aan het vijfde vriendentoernooi doen 24 teams mee. Castricum gaat eigen jeugdtrainers opleiden en stuurt jeugdleden op stage naar Engeland. Na een terugval tot zeventien jeugdleden stijgt het aantal weer naar 37 jeugdspelers.
Mats Marcker krijgt de eervolle uitnodiging van de FIRA om aan grote internationale toernooien deel te nemen in Punta del Este in Uruguay en Mar del Plata in Argentinië. Hij scoort tegen het Nieuw-Zeelandse team de winnende try en wint daarmee de plate. Hij speelt met de Samurais mee op het Heineken-Sevenstoernooi en wint met hen de finale. In Castricum wordt hij tot sportman van het jaar gekozen.
Zijn rugbydroom gaat in vervulling als captain van het Nederlands team tegen Engeland. Een wedstrijd die zeer ruim verloren wordt maar die hij, ondanks een gebroken pink, wel uitspeelt.
Ambitieus toekomstplan
In 1998 draagt Theo Lute de voorzittershamer over aan Mart Kat en onder zijn leiding wordt gewerkt aan een nieuw ambitieus toekomstplan. De club kiest ervoor om actief buitenlandse rugbyspelers naar Castricum te halen om het spelniveau van de vereniging nog meer te verbeteren. Met behulp van vele sponsors worden niet minder dan zeven spelers uit Nieuw-Zeeland gehaald. De mentaliteit van de All Blacks, de wereldkampioenen rugby, laat zich direct binnen de club voelen. Sommigen van de Kiwi’s, de bijnaam van de spelers uit Nieuw-Zeeland, vormen nu nog steeds een ware kolonie in Castricum, compleet met Castricumse vrouwen en kinderen.
Een periode van enorme verbetering van het rugbyspel bij CasRC breekt aan. Er volgen nog zes jaren waarin de Castricumse Rugbyclub Nederlands kampioen zal worden.
Jaarboek 43, pagina 64
Op 9 april 2000 wordt het kampioenschap behaald door met 29-15 van DIOK te winnen op Wouterland in een wedstrijd met 1500 toeschouwers en een dweilorkest. Ook deze wedstrijd wordt door NOS Studio Sport uitgezonden.
Renovatie sportpark Wouterland
In 2001 besluit de gemeente het sportpark te renoveren. Alle sportclubs op Wouterland protesteren tevergeefs tegen de gemeentelijke plannen om een afvaldepot voor grofvuil bij het park aan te leggen. Ondanks de daardoor ontstane krapte op het complex krijgt CasRC twee volwaardige rugbyvelden met verlichting. Maar het trainingsveld moeten ze inleveren, terwijl de hockeyclub er twee kunstgrasvelden bij krijgt. Dankzij een schenking van Bernard Shaw (een gulle gever die al jaren in Castricum woont) kan de club zelf met eigen handen een echte tribune langs het hoofdveld bouwen, waardoor de accommodatie steeds completer en publieksvriendelijker wordt.
Op 23 april 2005 wordt er een grote reünie georganiseerd. Daar komen enkele honderden spelers en supporters uit de eerste verenigingsjaren bij elkaar. Ze halen alle herinneringen op en bezoeken plekken die verbonden zijn met spectaculaire acties van CasRC uit het verleden. Met name deze rondgang door Castricum langs legendarische plekken staat vele bezoekers ook na jaren nog bij, met als hoogtepunt de opgraving op het Kroftveld door Wim Peperkamp van ’de botten van de gesneuvelde speler’ uit Hilversum.
Castricum wint ING-cup
Niemand heeft in het begin kunnen bedenken dat het clubje uit het dorpje in de duinen zo’n grote club in Nederland zou worden met zoveel internationale contacten.
In de Europese cup speelt de club onder andere wedstrijden tegen het Franse Pont-a-Mousson en Ottignies, het Deense Frederiksberg, het Belgische Boisfort uit Dendermonde en ASUB uit Brussel. Uiteindelijk wordt door CasRC in 2005 de Europese ING-cup gewonnen.
Tijdens het EK in 2008 voor dames in Amsterdam is Castricum, met drie interlands op Wouterland, tevens gastheer voor het Franse team.
Binnen de vereniging wordt in 2004 Marina Marcker-Feeke benoemd tot erelid vanwege haar inzet voor de club.
Marina Marcker-Feeke (1960-2013) is meer dan 25 jaar zeer actief als vrijwilliger voor de Castricumse Rugby Club en Rugby Nederland. Via haar partner Hans Marcker komt zij in contact met de rugbysport.
Bij de CasRC vervult zij vele functies, maar zij is vooral bekend geworden als PR-functionaris en secretaris van het bestuur. Die functies heeft zij meer dan twintig jaar bekleed, waarvoor zij in 2004 wordt benoemd tot erelid.
Daarnaast heeft Marina zeer veel betekend voor de PR van de rugbysport in Nederland. Rugby Nederland heeft haar daarvoor de Hans Brian Media Award 2011 toegekend.
Zij heeft meer dan 1000 persberichten gemaakt en talloze interviews gegeven, waardoor Marina een icoon is geworden voor de PR van de rugbysport in Nederland.
Na een periode van inzinking van het damesrugby bij CasRC, waardoor er uiteindelijk zelfs geen team meer is, wordt vanaf 2004 weer met veel enthousiasme gewerkt aan een eigen vrouwenafdeling. In 2005 spelen de dames weer mee in de competitie en zelfs speelsters uit Australië en Zweden spelen bij Castricum. Ze winnen het beachrugbytoernooi van Oemoemenoe in Middelburg en doen mee aan het Ameland-toernooi en de Sevens. Ondertussen is het aantal jeugdleden bij CasRC opgelopen tot 130 jongens en meisjes. Het nationale jeugd-Sevenstoernooi wordt voor de laatste keer in Castricum gespeeld. Het verhuist naar het Nationaal Rugby Centrum in Amsterdam, omdat de twee velden in Castricum niet meer voldoende zijn voor dat toernooi.
Andere rugbyfamilies
Na de zonen Henk en Kees van oprichter Piet Zonneveld, dient zich nu met Dale Zonneveld de derde generatie zich aan. Dale weet – in opa Piets voetsporen na 40 jaar – ook zijn draai te vinden bij de jeugdafdeling van Castricum. Dankzij zijn talenten wordt hij zelfs met meerdere jeugdspelers van Castricum geselecteerd bij de nationale jeugdselecties. Hij behoort inmiddels tot de vaste krachten in de rugbytop. Van de familie Schermer uit Bakkum spelen ook drie zonen mee. Vader en moeder zitten in de organisatie van de club. Vooral de jongste zoon Roy valt op omdat hij vanaf zijn geboorte doof is. Ondanks die handicap speelt hij gewoon in de Nederlandse rugbytop mee, waar medespelers ook op het veld kunnen communiceren met gebarentaal. Hij wordt zelfs het middelpunt van speciale reportages bij de NOS en RTVNH over de integratie van gehandicapten in de sport.
Dat CasRC soms een echte familieclub is geworden, blijkt ook wel uit het feit dat alleen al van de familie Beentjes dertien familieleden meegespeeld hebben. De broers Jan, Anton, Theo en Jaap Beentjes vormen met hun kinderen Vincent, Kees, Tim en Matthijs, neef Frank met dochter Meike en de kleinkinderen van Jan, Wieger, Petter en Stella al jaren een harde kern van rugbyspelers.
Jaarboek 43, pagina 65
En dan de familie Wierenga. Opa Piet speelde in de jaren (negentien) zestig al rugby in het nationale team en later ontwierp hij als architect het Nationaal Rugby Stadion in Amsterdam en de clubhuizen van AAC en CasRC. Zijn beide zoons gingen ook op rugby. Bart en Bob speelden bij CasRC en Bart ging onder andere met Nederland naar de Hong Kong Sevens. Ook de kleinkinderen Pieterbob, Job, Dirk, Bart junior en Lotte werden lid van CasRC, waarvan Bart junior inmiddels bij een topclub in Frankrijk meespeelt. Bart senior is de tot nu toe laatste voorzitter van de Castricumse Rugby Club.
Uitbreiding clubhuis bij veertigjarig bestaan
Het veertigjarig bestaan van CasRC in 2008 wordt groots gevierd. De club publiceert een zeer dik en zwaar fotoboek over de geschiedenis van de club vanaf 1968. Er wordt een hele week vol met activiteiten georganiseerd. Onder meer Zinzane Brook, de vermaarde speler van de All Blacks uit Nieuw-Zeeland, luistert het feest op.
In de grote feesttent beëindigt een indrukwekkende Haka het achtste lustrum. De Haka is de beroemde traditionele Maori dans om de tegenstander uit te dagen. De dans wordt uitgevoerd samen met de Nieuw-Zeelandse Kiwi’s in het team van CasRC.
Niek Valk neemt in 2008 het voorzitterschap van Mart Kat over.
Voorzitters
1967-1968 Gerrit Borst
1969-1972 Frank Hack
1973-1974 Wolfgang Gnichwitz
1975-1976 Piet Zonneveld
1977-1978 Wim Peperkamp
1979-1981 Theo Lute
1982-1990 Henk Heinen senior
1990-1997 Theo Lute
1998-2001 Mart Kat senior
2002-2003 Peter Bartels
2003-2008 Mart Kat senior
2008-2012 Niek Valk
2012-2015 Graham Sheply
2016-2018 Niek Valk
2018-heden (=2020) Bart Wierenga
De club breidt in hetzelfde jaar het clubhuis op Wouterland nog verder uit. Er wordt een grote luxe keuken gebouwd met een aparte koel- en vriesruimte. De kantine wordt tweemaal zo groot en tussen het clubhuis en het hockeyveld worden twee extra kleedkamers aangebouwd. Zoals gewoonlijk wordt ook deze verbouwing uitgevoerd door een grote groep leden van CasRC.
Er breekt een periode aan waarin de vereniging geconfronteerd wordt met het verlies van mensen van het eerste uur van de club. Hans Beentjes wordt plotseling door een hartaanval getroffen en Theo Lute overlijdt onverwacht na een ernstige ziekte. Van Jan van Ekeren moet afscheid worden genomen en oprichter Kees Kabel komt te overlijden. De club wordt hard getroffen door een verkeersongeluk in Wijk aan Zee, waarbij jeugdspeler Duncan Niesten dodelijk verongelukt na terugkomst van een rugbytraining.
Regionaal Trainings Centrum
Mede op initiatief van Mats Marcker wordt gestart met een Regionaal Trainings Centrum. Dat biedt getalenteerde jeugdspelers de mogelijkheid om intensieve trainingen te volgen in combinatie met een aangepast schoolprogramma. Vanuit deze opleidingen worden met name de jeugdspelers voor de nationale jeugdteams geselecteerd. CasRC mag op 9 november 2013 op Wouterland haar achtste interland organiseren tussen Nederland en Litouwen, die door Nederland met 34-25 gewonnen wordt.
Wereldkampioen sevensrugby op Wouterland
Na jaren van lobbyen door Mats Marcker, die daarvoor ook drie maanden naar Nieuw-Zeeland was gegaan, lukt het hem uiteindelijk om de absolute wereldkampioen sevensrugby naar Castricum te krijgen. De All Blacks uit Nieuw Zeland blijken bereid om hun trainingsstage voor de Commonwealth Games in Schotland naar Castricum te verplaatsen.
Van 15 tot en met 21 juli 2014 komen zij naar Wouterland om zich voor te bereiden op hun trip naar Glasgow.
De rugbyclub pakt deze unieke gebeurtenis aan om een groots en publieksvriendelijk programma op te stellen, daarbij actief gesteund door een groot aantal vrijwilligers, die zich graag hiervoor in willen zetten. Na een traditioneel Maori-ontvangst met een legendarische Haka door de jeugd van CasRC is de ontvangst van officials van ambassade, regering, gemeente, rugbybond en massaal aanwezig
Jaarboek 43, pagina 66
publiek indrukwekkend. De All Blacks trainen niet alleen voor henzelf, zij verzorgen ook clinics en demonstraties voor rugbyliefhebbers uit heel Nederland.Ook de nationale en internationale pers is in grote getale aanwezig.
Op zondag zijn twee grote demonstratiewedstrijden gepland, voorafgegaan door een professioneel muziekkorps, dat een spetterende show op het veld geeft, compleet met een Haka.
Onder toezicht van ruim vijfduizend mensen mag de Castricumse Rugby Club, als regerend sevenskampioen van Nederland, onder coach Rodney Hermans, een demonstratiewedstrijd tegen de All Blacks spelen. Een evenement om nooit meer te vergeten. De All Blacks showen dat zij niet voor niets wereldkampioen zijn. De Castricumse rugbyers kunnen alleen hun respect tonen in een fraaie maar eenzijdige wedstrijd.
De All Blacks vinden de ontvangst in Castricum groots en kijken met volle tevredenheid terug op de trainingsstage in Noord-Holland.
De ambassade van Uzbekistan in Brussel benadert CasRC, kennelijk onder de indruk van de internationale publiciteit rond de trainingsstage van de All Blacks. Ze vragen of het nationale dames-Sevensteam van Uzbekistan in Castricum mag komen trainen. Opmerkelijk, omdat Uzbekistan een van de weinige islamitische landen is die een nationaal damesteam hebben. In 2015 heeft het team een week lang getraind op Wouterland met als hoogtepunt een wedstrijd tegen het Nederlands damesteam en een toernooi tegen vier andere teams, waaronder de dames van CasRC. Dat levert opnieuw internationale publiciteit op voor CasRC.
Rugbybond bijna failliet
Zo goed als het met de club CasRC gaat, zo slecht gaat het financieel bij de Nederlandse Rugby Bond. Eind 2014 moet het bestuur van CasRC er zeer veel tijd aan besteden om de bond van de financiële ondergang te redden. Met name dankzij de notariële deskundigheid van CasRC-voorzitter Graham Shepley wordt, tezamen met de andere rugbyclubs in Nederland, een financieel reddingsplan bedacht. Met onder meer een lening van 17.000 euro van de Castricumse Rugbyclub kan het slechte tij nog net op tijd gekeerd worden. Sindsdien doet de Bond weer pogingen om financieel gezond te worden.
Jaarboek 43, pagina 67
Groei van de rugbysport
Vooral mede dankzij de televisie-aandacht – ook in Nederland – voor de World Cup Rugby 2015 in Engeland, is de populariteit van de rugbysport in Nederland sterk gestegen. Op dit moment zijn er meer dan 11.000 spelers en speelsters van elke leeftijd vanaf drie jaar actief. Naast de vrouwen doen tegenwoordig ook meisjes intensief mee. En nog steeds levert Castricum enige tientallen jeugd- en seniorspelers en -speelsters voor de nationale selecties.
In 2016 wordt het eerste meisjesrugbytoernooi op Wouterland gespeeld. En in 2018 promoveert het eerste damesteam naar de ereklasse. Linde van der Velde is zelfs de eerste rugbyvrouw die een semi-prof contract aangeboden krijgt van Toulouse, een van de topclubs in Frankrijk. Het wordt ook steeds gebruikelijker dat spelers uit Castricum tijdens een sabbatical gaan trainen en spelen in het buitenland, zoals in Nieuw-Zeeland, Frankrijk of Engeland.
50 jaar rugby in Castricum
Met een groot feest is in 2018 het tiende lustrum (50 jaar) van de club op gepaste wijze gevierd. Niet minder dan vijf leden van het eerste uur zijn officieel bedankt voor hun inzet met een speciale herinneringsspeld. En Ben Borst wordt met zijn 77 jaar vereerd met een erelidmaatschap voor zijn inzet voor rugby in Castricum de afgelopen vijftig jaar.
Zo is de opmerking van Kees Kabel, bij de oprichting in 1968 tegen de Rugby Bond, toch echt uitgekomen: “Rugby is in Castricum niet meer weg te denken.”
Hans van Balgooi
Bronnen:
- Foto- en krantenarchief Wim Peperkamp;
- Jubileumboek 40 jaar Castricumse Rugby Club.
Met dank aan: Wim Peperkamp.
- Verschenen jaarboekartikelen over verenigingen in Castricum:
- amateurtuinders
- atletiekvereniging AVC
- Bakkerij
- biljart
- bridge Bricas
- carnaval
- fanfare
- gymnastiek
- hengelsport
- Kennemer ijsbaan
- Perspectief
- muziek
- rugby
- scouting
- tennis
- toneel
- turnen
- voetbal
- volleybal