In het jaar 1912 treedt het Algemeen Armenbestuur van Castricum veelvuldig naar buiten. Halverwege dat jaar wordt het nieuwe armenhuis aan de Overtoom in gebruik genomen en het oude gesloopt. Er zijn besluiten genomen voor de bouw van een ziekenbarak aan het einde van de Kramersweg; hier worden inwoners met een besmettelijke ziekte afgezonderd. Ook is er aan het Schulpstet een nieuwe woning gebouwd ter vervanging van een onbewoonbaar verklaarde woning van het armenbestuur.
Over de plannen voor de bouw van een gasfabriek zijn nog geen besluiten genomen.
De gebeurtenissen in Castricum van honderd jaar geleden zijn vooral ontleend aan de gemeenteraadsnotulen, de inkomende en uitgaande stukken van de gemeente Castricum, de provinciale bladen, de burgerlijke standregisters enzovoorts.
1 januari 1912
Het gemeentebestuur bestaat uit burgemeester Johannes Mooij, de wethouders Joseph Goes en Petrus Valkering. De raadsleden zijn Johan Hogenstijn, Pieter Duijn, Gerrit Pzn. Kuijs, Petrus Pzn. Kuijs, Theodorus Dijkman en Pieter Twisk. De gemeenteontvanger is Bernardus Res. In de gemeente zijn 514 personen kiesgerechtigd voor de Tweede Kamer.
Castricum telt 3.438 inwoners. Dit aantal is op 31 december in datzelfde jaar toegenomen tot 3.636. In het jaar 1912 vestigen zich 464 personen, terwijl er 270 naar elders vertrekken. Er worden in dat jaar 114 kinderen geboren, 110 inwoners overlijden en er worden 26 huwelijken gesloten.
17 januari 1912
Opgave van het aantal medici in de gemeente: geneesheer IJ. Schoonhoff en een vroedvrouw; op Duin en Bosch zijn vijf geneesheren en een apothekeres.
De apotheek van Duin en Bosch. Bakkum, 1930. Collectie NHA. Toegevoegd.
28 februari 1912
Ter sprake is de aanleg van riolering in de Kerkbuurt. Er wordt besloten om een bestek te laten maken met opgave van de kosten om de gehele noordzijde van de Dorpsstraat vanaf de Kramersweg tot de Cieweg te rioleren.
Martinus de Haas, handelaar in koloniale waren, vraagt een drankvergunning B aan (niet voor verkoop per glas), uit te oefenen in een bijgebouwtje naast de winkel gelegen aan de Dorpsstraat naast het gemeentehuis. De vergunning wordt geweigerd in verband met het samengaan met de verkoop van kruidenierswaren.
Het pakhuis van Martinus de Haas in 1915. Het lijken twee panden, maar het moet beschouwd worden als één pand met twee puntdaken en dat later dan ook één nummer, Dorpsstraat 57, kreeg toegewezen. Let ook op de wegwijzer. Collectie Stuifbergen. Toegevoegd.
17 januari 1912
De burgemeester is uitgenodigd door de commissaris der Koningin voor een gesprek over de bouw van een ziekenbarak. De ziektewet verplicht daartoe de gemeenten om mensen met een besmettelijke ziekte te kunnen afzonderen. De raad besluit om een dergelijke inrichting te bouwen naar het ontwerpplan van de gezondheidscommissie. De kosten worden geraamd op 2.250 gulden.
De ziekenbarak in ‘close up’. Kramersweg 47 in Castricum, 1943. Collectie Oud-Castricum. Toegevoegd.
Op voorstel van de heer Goes wordt het plan zo aangepast dat deze ziekenbarak ook een gelegenheid zal bieden om in te wonen, opdat de ziekenbarak, als deze als zodanig niet wordt gebruikt, niet onbeheerd zal zijn. De kostenraming wordt dan 3.000 gulden. Dit besluit wordt nog meegedeeld aan Gedeputeerde Staten om langs die weg te voldoen aan artikel 7 van de ziektewet.
De gemeenteraad wordt medegedeeld dat de verzamelplaats voor vuilnis gereed is op het terrein van jonkheer Mr. Gevers nabij de Zanderij. Het wordt raadzaam geacht deze zo spoedig mogelijk ter beschikking te stellen. Het voorschrijven van bepaalde uren wordt ontraden om zo steeds gelegenheid te geven de vuilnis daarheen te brengen. De heer P. Kuijs meldt nog dat de bewuste plaats niet van jonkheer Mr. Gevers is.
1926: Het vroegere theehuis ook wel bekend als Café de Harmonie (1910-1949).
23 april 1912
Opgave aan de inspecteur der directe belastingen te Alkmaar van de vergunninghouders voor de verkoop van sterke drank en de huurwaarde voor het bedrijf:
Rika van Benthem, De Vriendschap, wijk A, nummer 121: 198 gulden
J.B. Koopman, De Rustende Jager, wijk A, nummer 71: 173,50 gulden
B. Wempe, Hoek Dorpsstraat – Burgemeester Mooijstraat, wijk A nummer 31: 148,50 gulden
M. Olgers, Burgemeester Mooijstraat, wijk A, nummer 56: 113 gulden
P. Schotvanger, De Harmonie aan de Burgemeester Mooijstraat, wijk A, nummer 49: 176 gulden
D. Bakker, wijk A, nummer 29a: 87,25 gulden
D. Tromp, wijk B, nummer 198: 79 gulden
L.A. Burgering, Bakkummerstraat, wijk C, nummer 356: 67,50 gulden
K. Peijs, Bakkummerstraat, wijk C, nummer 362: 55 gulden
C. Castricum, De Goede Verwachting aan de Heereweg, wijk E, nummer 449: 92 gulden
W. Joosten, Nu hotel Borst, wijk E, nummer 473: 50 gulden
K. Brantjes, Café De Onderneming aan de Heereweg (nu nummer 12), wijk E, nummer 463: 87,50 gulden
Jaarboek 36, pagina 108
1920: Gert van Egmond voor zijn herberg annex café De Onderneming, Heereweg 12 in Bakkum.
1 mei 1912
K. Brantjes, vroeger koffiehuishouder te Bakkum en thans boerenarbeider te Heemskerk, doet afstand van het recht tot verkoop van sterke drank door hem uitgeoefend tot 1 mei 1912 in het café ‘De Onderneming’ in Bakkum. Per diezelfde datum verzoekt Johannes Borst Corneliszoon, landbouwer te Castricum, aan de gemeente om vergunning tot verkoop van sterke drank in het klein in dit café: ‘in een lokaliteit met waranda deel uitmakende van het perceel in wijk E nummer 463 als huis en weiland groot 680 vierkante meter, gelegen aan de straatweg te Bakkum in een lokaal, lang 9,60 meter, breed 6,75 meter en hoog 3,15 meter’. Het huis zal hij bewonen met zijn aanstaande vrouw Cornelia Kuijs. Op 10 juni 1912 wordt de vergunning verleend.
15 mei 1912
Door het overlijden van raadslid Johan Jacob Hogenstijn is er een vacature in de gemeenteraad; de verkiezing van een nieuw raadslid is op 14 juni.
30 mei 1912
Het Algemeen Armenbestuur van Castricum vraagt toestemming aan Gedeputeerde Staten om aan de gemeente Castricum te mogen afstaan een gedeelte van een perceel aan het Schulpstet ter grootte van ongeveer 135 vierkante meter tegen 1 gulden per jaar in erfpacht voor vijftig achtereenvolgende jaren. Op dit perceel zal een woning worden gebouwd voor rekening van de gemeente Castricum ter vervanging van de onbewoonbaar verklaarde woning, die werd bewoond door Jan Duinmeijer.
Voor de bouw van deze woning hebben vier aannemers zich gemeld: Johannes Tromp, Cornelis de Groot, Jacobus Res en Johannes Vlaar. Laatstgenoemde is de laagste inschrijver voor een bedrag van 1.421,40 gulden.
15 juni 1912
Burgemeester J. Mooij is herbenoemd voor een volgende ambtsperiode.
12 juli 1912
Het nieuwe raadslid G. Slop wordt geïnstalleerd.
31 juli 1912
Het begrote bedrag van 5.800 gulden voor bouw en inrichting van het nieuwe Armenhuis is niet toereikend gebleken. Het aanschaffen van meubilair kost aanmerkelijk meer dan werd geraamd. De raad besluit het totale bedrag te verhogen tot 7.000 gulden.
Het armenhuis, later bejaardenhuis aan de Overtoom omstreeks 1930.
Nu het nieuwe Armenhuis in gebruik is genomen, vraagt het Algemeen Armenbestuur van Castricum toestemming aan Gedeputeerde Staten (GS) om het oude Armenhuis voor afbraak te mogen verkopen. De opbrengst zal worden gebruikt voor aflossing van de schuld aan de gemeente. Al eerder kreeg het Armenbestuur vergunning om in een gebouwtje grenzend aan het nieuw gebouwd armenhuis toestellen te plaatsen voor de ontwikkeling van acetyleengas voor de verlichting van het armenhuis.
29 augustus 1912
Drie sollicitaties zijn binnengekomen voor het aansteken en uitdoven van de straatlantaarns. De kandidaten zijn: Jacob Stuifbergen, Gerrit Nijman en Pieter Orij.
1930: Aan de Vinkebaan stonden gaslantaarns die ‘s avonds ontstoken moesten worden en de volgende ochtend weer gedoofd. Mogelijk is dit Arie Stet die op Vinkebaan 22 woonde en lantaarnopsteker was.
5 september 1912
Verzoek aan jonkheer Gevers om een stukje grond te ruilen met de Algemene Armen voor de bouw van de ziekenbarak aan het begin van de duinen aan de Kramersweg.
11 september 1912
Tot lantaarnopsteker wordt aangewezen Jacob Lute voor210 gulden per jaar; hij zal de lantaarns laten branden tot 12 uur ’s nachts of tot na de laatste trein omstreeks die tijd.
12 september 1912
De heren Bakker en Spruyt uit Den Helder hebben nieuwe voorwaarden gesteld voor de vestiging van een steenkolengasfabriek te Castricum. Zij hebben nu een uitvoerig rapport ingediend met daarin opgenomen een gedetailleerd fabrieksontwerp, een beschrijving van de installaties en een begroting.
27 september 1912
Verzoek van de vereniging ‘Goed wonen’ aan de gemeente om 21.500 gulden te lenen voor de bouw van twaalf arbeiderswoningen op het terrein van Duin en Bosch aan de Peperstraat (nu Dr. Jacobilaan geheten).
De Peperstraat (thans Dr. Jacobilaan) in Bakkum, 1914. Deze woningen waren gebouwd door de woningbouwvereniging Goed Wonen voor het personeel van Duin en Bosch.
Een begroting voor de aanleg van elektriciteit voor verlichting en werktuigkracht is aangeboden aan de gemeente. Ook ligt er het plan tot bouw en exploitatie van een gasfabriek. Op voorstel van raadslid Slop wordt een commissie ingesteld om de raad te adviseren over de levering van elektriciteit of gas aan de gemeente. De commissie bestaat uit de raadsleden P. Kuijs, G. Slop en P.J. Valkering.
Jaarboek 36, pagina 109
30 oktober 1912
De heer Goes herinnert aan het vroeger reeds voorgenomen plan om een verordening in het leven te roepen tot snelheidsvermindering van auto’s en motorrijwielen.
14 november 1912
Door het eervol ontslag van jonkheer J.W.G. Boreel van Hogelanden als burgemeester van Haarlem is een vacature ontstaan voor een Heemraad voor Bakkum in het bestuur van de St. Aagtendijk. Burgemeester J. Mooij, wethouder J.M Goes en landman C. Twisk worden voorgedragen.
15 november 1912
Gemeenteraadslid Theodorus Dijkman is op 49-jarige leeftijd overleden.
Op 27 februari 1914 werd de steenkolengasfabriek in bedrijf gesteld.
18 december 1912
De in september ingestelde commissie brengt rapport uit, waarin ze stelt dat voor de gemeente de bouw van een steenkolengasfabriek voordeliger is en meer ten gerieve van de ingezetenen dan het verschaffen van elektrische stroom. Onder andere omdat de kosten van verlichting en vooral van verwarming (koken) belangrijk lager zijn.
31 december 1912
De gemeenterekening over het jaar 1912 telt aan ontvangsten 34.049 gulden en aan uitgaven 33.905 gulden, zodat er een batig saldo is van 144 gulden.
De geschiedenis van de Dorpsstraat en zijn bewoners (deel 9)
We bespraken tot dusver de geschiedenis van een groot deel van de panden aan de Dorpsstraat, die tot nu toe werd opgeknipt in acht delen, zodat nu alweer het negende artikel in de reeks voorligt. In dit artikel zetten wij de geschiedschrijving voort van de panden aan de even zijde van de Dorpsstraat tussen Korte Cieweg en Koningin Wilhelminalaan.
De bebouwing van de Dorpsstraat tussen Korte Cieweg en Koningin Wilhelminalaan in 1939.
De oudste kadasterkaart uit 1822 toont in dit gebied langs de latere Dorpsstraat, toen de Straatweg, nog geen enkele bebouwing. Meer dan 100 jaar later blijkt, zoals bijvoorbeeld een kaart uit 1939 laat zien, dat inmiddels een intensieve bebouwing heeft plaatsgevonden, die met uitzondering van de boerderij op Dorpsstraat 94, rond 1920 tot stand kwam.
Overigens is dit beeld alweer verouderd, want een aantal panden die de kaart nog toont, werd gesloopt en vervangen door nieuwbouw. De oudst bekende benaming van het stuk grond waarop de te bespreken bebouwing plaatsvond, was Kleibroekerweid. Dit was een groot stuk weidegebied en behoorde toe aan Cornelis Schermer, die als bakker gevestigd was in een boerderij op de plek van de latere Dorpsstraat 80 (zie 34e Jaarboek). Het grootste gedeelte van dit land kwam in 1878 in handen van Cornelis Mooij (1821-1888), eveneens een grootgrondbezitter.
In 1892 kocht Frans Schut een gedeelte van het land van Mooij. Deze Schut verkocht een strook van zijn grond langs de Rijksweg in gedeelten aan geïnteresseerden om er een woning te bouwen.
De Rijksstraatweg (nu Dorpsstraat) met links de Hanzebank in 1919.
Dorpsstraat 90 (leegstaand) en 90A (Maximum Bike-in 2013)
In 1918 kocht Franciscus Brom uit Haarlem een perceel grond op de oostelijke hoek Korte Cieweg-Dorpsstraat (destijds geheten Cieweg-Rijksstraatweg) van Frans Schut. Op dit stuk grond kwam in 1919 een gebouw tot stand, dat in Castricum bekend werd als Hanzebank. Het was een voor Castricumse begrippen vrij robuust gebouw van twee verdiepingen, waar op de begane grond het bankkantoor was gerealiseerd en de bovenverdieping was ingericht als een voor die tijd comfortabele woning met zeven vertrekken. Franciscus Brom wordt in archiefstukken kassier en bankdirecteur genoemd en het is dus duidelijk dat hij de scepter zwaaide over deze nieuw in Castricum opgerichte bank.
Rijksstraatweg (nu Dorpsstraat) met links de Hanzebank. Dopsstraat 90 in Castricum, 1920. Dit deel noemde men Kerkbuurt. Let op: vooraan links de leuning van de Ciebeek. Collectie Oud-Castricum. Toegevoegd.
Deze bank was geen zelfstandige onderneming, maar maakte deel uit van een landelijke organisatie, de in 1907 in ’s-Hertogenbosch opgerichte Hanzebank, een initiatief vanuit de roomse kerkgemeenschap. De bank vertoonde een snelle groei en vestigde zich in de loop der tijd in een aantal gemeenten, waaronder in 1919 dus in Castricum. Ondanks dit aanvankelijke succes kwam de Hanzebank reeds in 1923 aan zijn einde door een faillissement, dat werd toegeschreven aan slecht management. Het lijkt er op dat Franciscus Brom dit zag aankomen, want al in 1922 verliet hij het zinkend schip om te vertrekken naar Rotterdam.
In hetzelfde jaar verkocht hij het bankgebouw plus bijbehorend erf aan de N.V. Hanzebank in Delft. Waarschijnlijk heeft de Castricumse bank onder dit nieuwe bewind nog enige tijd gefunctioneerd, want direct na de verkoop werd vergunning verleend voor een uitbouw aan de achterzijde van het gebouw. Bekend is dat de afwikkeling van het faillissement nog jaren in beslag nam.
Het gebouw werd in 1927 namens de bewindvoerders van de geliquideerde Hanzebank in Delft verkocht aan de toen 33-jarige Jacob (Jaap) Twisk, een Castricumse kleermaker, die het pand in gebruik nam na een verbouwing door de firma De Nijs tot woon- en winkelhuis met werkplaats. Hierbij werd ook de voorgevel onder handen genomen, waar de twee ramen links naast de voordeur plaats maakten voor een etalageruit.
De winkel van Jaap Twisk. Dorpsstraat 90 in Castricum, 1959. Foto JosPe. Collectie RAA. Toegevoegd.
Jaarboek 36, pagina 87
Jaap Twisk was een telg uit een textielfamilie. Zijn grootvader Floris Twisk en zijn vader Willem Twisk waren reeds werkzaam als kleermakers in Castricum, laatstgenoemde met een atelier aan de Overtoom. Zijn broer, Jan Twisk, exploiteerde in de periode 1931 tot 1971 een manufacturenzaak op Dorpsstraat 46.
Kort voor de aankoop van de voormalige Hanzebank was Jaap Twisk getrouwd met Dorothea de Nijs. Het echtpaar bleef kinderloos. Al in 1930 voerde Twisk opnieuw een verbouwing door. Het pand, met tot dan een plat dak, kreeg een kap. In een ‘Terugblik op de Dorpsstraat anno 1945-1950’ in de plaatselijke krant omschreef mevrouw Eggers (van De Rustende Jager) de activiteiten van Jaap Twisk dichterlijk als volgt: “Had uw man aanleg voor een buik, of wilde hij een pantalon als een fuik, kleermaker Twisk was daarvoor de man van het vak, hij maakte voor alle posturen een pak.”
Twisk is lang met zijn zaak op de Dorpsstraat actief gebleven. Pas in 1958, op 65-jarige leeftijd, zette hij er een punt achter en verhuisde naar de Cieweg. Hij verkocht zijn winkel in heren- en kinderkleding aan de toen 40-jarige Jannes (Jo) Stevens, een confectiehandelaar, die zich vanuit Noord-Scharwoude met zijn vrouw Elsje Spijkerman en zes kinderen in Castricum vestigde.
1965: De herenmodezaak Stevens, afgebroken rond 1979. Rechts woonhuis nummer 92. Voorheen was hier in 1919 een Hanzebank gevestigd, dat was een katholieke bank van het bisdom Haarlem. Naderhand in 1927 vestigde zich kleermaker Jaap Twisk hier.
Stevens komt naar voren als een zakenman die veelvuldig de publiciteit zocht. Dat begon al direct na zijn komst in juni 1958 met wat door de plaatselijke krant ‘een fantastische openingsstunt’ werd genoemd. Een vliegtuig gooide waardevolle pamfletten uit en er werd een sleutel aan een parachute neergelaten, waarvan de vinder aanspraak mocht maken op een prachtig cadeau.
Al in 1960 liet Stevens het pand verbouwen tot een ruim winkel- en woonpand. De winkel op de begane grond toonde nu vier etalages, twee in de voorgevel aan de Dorpsstraat en twee in de zijgevel aan de Korte Cieweg, terwijl de erker werd verplaatst van de begane grond naar de woonverdieping.
Jannes Stevens, circa 1970 (overleden in 2012).
Stevens, geboren in 1918, zat als zoon van een kleermaker reeds als dertienjarige jongen in het vak en was voor zijn komst naar Castricum onder andere werkzaam als filiaalchef bij kledingzaken in Emmen en Noord-Scharwoude. Kort na zijn vestiging begon hij naast zijn herenmodezaak een winkel in dameskleding op Dorpsstraat 88, de westelijke hoek van Korte Cieweg-Dorpsstraat, een zaak die aanvankelijk werd gerund door zijn echtgenote en die er onder de naam Stevens nog steeds (in 2013) is gevestigd. De geschiedenis van dit pand werd besproken in het 34e Jaarboek.
Omstreeks 1968 kocht Stevens het naastgelegen pand Dorpsstraat 92 van de dames Louter en voegde dat via een gebouwde tussenverbinding bij zijn zaak op nummer 90 en zo groeide de zaak Stevens uit. Het werd een modezaak met atelierruimte voor diverse medewerkers, waar niet alleen confectie en maatwerk werd verkocht, maar ook werkkleding. Er huisde zelfs een woningstoffeerderij. De ‘heropening’ ging weer met de nodige publiciteit gepaard, onder andere een modeshow in hotel Borst. Advertenties accentueerden sinds die tijd de omvang van het bedrijf: ‘Stevens dames- en herenmode, gevestigd Dorpsstraat 88, 90 en 92’.
Behalve als winkelier ontplooide Stevens diverse activiteiten in het belang van de Castricumse middenstand, onder andere als voorzitter van een Middenstands Aktie Komité, dat vooral ageerde tegen de omvang van het winkelcentrum en ook enige tijd als bestuurslid van het Castricums Ondernemers Verbond.
Jaarboek 36, pagina 88
De herenmodezaak Stevens circa 1974. Inmiddels is de oorspronkelijke zaak op Dorpsstraat 90 uitgebreid met het pand Dorpsstraat 92, waardoor na een verbouwing een zeer ruime winkel is ontstaan, zoals geïllustreerd door de rij verlichte etalages. Rechts een gedeelte van Dorpsstraat 94, onderdeel van de nieuwbouw in 1973, waar toen de Tapijtcentrale was gevestigd.
Na 20 jaar, in 1977, hield het echtpaar Stevens het voor gezien. De winkel op Dorpsstraat 88 werd voortgezet door dochter Geke, de panden Dorpsstraat 90 en 92 werden verkocht aan de plaatselijke bouw- en exploitatiemaatschappij van H.M. Veldt en gesloopt om plaats te maken voor nieuwe winkeleenheden en bovengelegen appartementen, die hier thans nog het straatbeeld bepalen.
De situatie hoek Dorpsstraat-Korte Cieweg in 1997. Voor het pand van Stevens zijn winkels met bovengelegen appartementen in de plaats gekomen. Op de hoek was toen een fotozaak gevestigd. Ernaast, Dorpsstraat 92, poeliersbedrijf J. van Hoogdalem.
Van de in 1980 gereed gekomen nieuwbouw kreeg het hoekpand Dorpsstraat-Korte Cieweg de nummers 90 en 90A toegewezen. Hier waren achtereenvolgens diverse ondernemingen met een winkel gevestigd, waarvan we noemen de firma Kok, met huishoudelijke apparatuur, Superfoto en vanaf 2011 twee jaren Bertram Brood.
De winkel met nummer 90 staat, als we dit schrijven leeg, maar op nummer 90A heeft zich onder de naam Maximum Bike een fietsenhandel gevestigd (in 2013).
De situatie in 1968: vanaf de hoek de nog niet samengevoegde panden van Stevens (Dorpsstraat 90) en Louter (Dorpsstraat 92).
Dorpsstraat 92 (winkelpand)
In 1921 verkocht de reeds genoemde Frans Schut een perceel van zijn grond gelegen aan de Rijksstraatweg aan Gerrit Louter, tot dan als landbouwer en kruidenier gevestigd aan het Schulpstet. Hij was een bekende en geziene Castricummer en ontplooide naast zijn reguliere werkzaamheden vele activiteiten. Als ondernemer was hij omstreeks 1900 betrokken bij de stichting van de eerste kaasfabriek in Castricum ‘De Duinstreek’ aan het begin van de Cieweg. Hij was ook zeer actief in de plaatselijke politiek als raadslid namens de Rooms Katholieke Staatspartij en als wethouder. Hij bekleedde nog diverse andere bestuursfuncties, waaronder sinds 1922 die van secretaris-penningmeester van de Castricummerpolder.
Gerrit Louter (1863-1958) was een geziene Castricummer die vele functies vervulde.
Op de aangekochte grond liet de inmiddels bijna 60-jarige Gerrit Louter, die het kennelijk wat kalmer aan wilde doen, een woonhuis bouwen, dat hij in 1925 betrok.
Het woonhuis van Gerrit Louter. Dorpsstraat 92 in Castricum, 1968. Collectie Oud-Castricum. Toegevoegd.
Hij was getrouwd met Adriana de Weijer en zijn gezin telde acht kinderen, waarvan de in 1905 geboren Gerardus Louter in Castricum bekendheid kreeg als gemeentesecretaris.
Gerrit Louter overleed, als weduwnaar, in 1958 op de hoge leeftijd van 94 jaar. Zijn vrouw was al op 2 januari 1939 overleden. Na zijn overlijden bleven zijn ongehuwde dochters Johanna en Adriana, beiden de vijftig
Jaarboek 36, pagina 89
gepasseerd, het pand bewonen. In 1960 voerden zij verbeteringen aan het pand door. Zo werden met subsidie de verouderde sanitaire voorzieningen vervangen.
Zoals hiervoor beschreven wist Stevens omstreeks 1968 het pand bij zijn modezaak te voegen. Het ‘dubbelpand’ maakte in 1980, zoals eveneens reeds hiervoor beschreven, plaats voor nieuwbouw met winkels en wooneenheden. Dit complex telde opnieuw een winkelpand met nummer 92, waar sinds oktober 1980 het poeliersbedrijf Van Hoogdalem was gevestigd. Deze zaak is in februari 2011 is overgenomen door de Gebroeders Van der Ende uit Maasdijk.
Dorpsstraat 94A, 94B (winkelpanden) en 94C (bovenwoningen)
De plek in de Dorpsstraat waar nu de winkelpanden 94A en 94B zijn gevestigd, kent wat bebouwing betreft een relatief lange geschiedenis. Uit het voorafgaande kwam al naar voren, dat de oorspronkelijke panden op Dorpsstraat 90 (Hanzebank) en 92 (woonhuis Gerrit Louter) gebouwd werden op grond aangekocht van Frans Schut. Deze bezat niet alleen grond langs dit gedeelte van de voormalige Rijksstraatweg, maar was ook eigenaar en bewoner van een aan de weg gelegen boerderij, die hier lange tijd het straatbeeld heeft bepaald.
Frans Schut en Grietje Dekker met hun kinderen voor de boerderij aan de Dorpsstraat omstreeks 1919. Van links naar rechts voor het hek Marie, Trien, Jan, Thijs, Frans en Jaap Schut; achter het hek Griet, Guurt, Anne en de ouders Grietje Dekker en Frans Schut. De drie oudere kinderen Dirk, Cor en Martha staan niet op de foto, want zij woonden niet meer thuis.
Hoewel de vele Castricummers die de boerderij nog hebben gekend, deze van oudsher met de familie Schut zullen associëren, was het toch niet deze familie die betrokken was bij de bouw en de vroegste bewoning. Als oudste bewoner noemt Q. de Ruijter in zijn bekende boek ‘Schippers van het Stet’ Jan Mooij, de latere burgemeester van Castricum. Na zijn huwelijk met Cornelia Kuijs zou hij in 1880 de boerderij, die zijn vader Cornelis Mooij in dat jaar had laten bouwen, hebben betrokken als bloembollenkweker.
De familie Mooij bleef ruim tien jaar betrokken bij de boerderij, want landbouwer Nicolaas (Klaas) Mooij, een andere zoon van Cornelis Mooij, kreeg na het overlijden van zijn vader in 1888 het huis met bijbehorend erf en omringend weiland in bezit. Klaas bracht in 1892 de verkoop tot stand aan Frans Schut, om zelf kort daarna met zijn familie naar Amsterdam te verhuizen.
Jan Mooij vestigde zich na zijn benoeming tot burgemeester in 1888 in de zogeheten burgemeesterswoning, het nog bestaande pand Dorpsstraat 36 (zie 26e Jaarboek).
We staan even stil bij deze Cornelis Mooij. Geboren in 1821 in Bergen, verhuisde hij op nog jonge leeftijd naar Castricum, waar hij in 1842 trouwde met Antje Schermer. In zijn dagelijks werk was hij landbouwer, maar hij was in Castricum ook bekend om zijn bestuurlijke activiteiten, onder andere als gemeenteontvanger, raadslid en wethouder.
En ook, zoals al bleek, als grootgrondbezitter, wat hij ten dele had te danken aan zijn echtgenote Antje Schermer, die als dochter van de eerdergenoemde Cornelis Schermer (1791-1877) in 1878 als mede-erfgenaam eigenaar werd van de Kleibroekerweid. Dat is de naam van het nog onbebouwde stuk grond gelegen aan de Dorpsstraat tussen wat nu heet de Korte Cieweg en de Prinses Beatrixstraat.
In 1858 trok hij de aandacht met zijn aankoop van de voormalige schuilkerk en bijbehorende gronden aan de Breedeweg. Zelf bewoonde hij met zijn familie aan die weg een riante, nog bestaande boerderij, waarvan de geschiedenis is beschreven in het 32e Jaarboek. Het gezin van Cornelis Mooij telde zes getrouwde kinderen.
Frans Schut en familieleden bewoonden de boerderij een lange periode, vanaf 1892 tot 1972. Frans werd geboren in 1866 in Alkmaar, huwde in 1892 in Akersloot met Margaretha (Grietje) Dekker en betrok nog in datzelfde jaar de boerderij. In de periode 1893 tot 1912 kwam het tot een omvangrijk gezin en werden in Castricum 13 kinderen geboren. Hiervan is vooral bekend geworden de in 1904 geboren Jacobus (Jaap) Schut, die in de geschiedschrijving over Castricum herhaaldelijk ter sprake komt, onder andere als directeur van de Raiffeisenbank en als voorzit-
Jaarboek 36, pagina 90
ter van de veiling Ons Belang. Frans Schut overleed in Castricum in 1950.
Het bedrijf bleef in de familie, want zijn opvolger werd zijn 26-jarige zoon Mattheus (Thijs) Schut, waardoor er in de gang van zaken niet veel veranderde. De in deze artikelenreeks reeds geciteerde mevrouw Eggers komt in haar krantenartikel over de geschiedenis van de Dorpsstraat tot de ontboezeming: “De boerderij van Thijs Schut, wel mooi maar het stonk er altijd naar mest en gierput”.
Thijs Schut en zijn echtgenote Jo Maier hebben het pand nog geruime tijd als boerderij gebruikt, maar werden in toenemende mate geconfronteerd met de naastgelegen en omringende bebouwing, wel de Oranjebuurt genoemd, die vanaf circa 1950 gestalte kreeg. En dus werd van de nood een deugd gemaakt: verkoop van de grond. Thijs Schut overleed in 1970. Zijn echtgenote verhuisde kort daarna naar de Prinses Margrietstraat.
Vooraanzicht van de boerderij van de familie Schut, Dorpsstraat 94 in 1950. Het in 1880 gebouwde pand werd in 1972 gesloopt om plaats te maken voor nieuwbouw.
Als gevolg van de verschillende bouwplannen voor dit gedeelte van de Dorpsstraat ging de boerderij nu zijn ondergang tegemoet. De firma J.J. Res kreeg in 1972 toestemming om hier twee winkeleenheden en een kantoor te bouwen. Nog in 1974 werden de nieuwe winkelpanden, respectievelijk Dorpsstraat 94a en 94b, opgeleverd. Op 94a deed hier een Tapijtcentrale zijn intrede, een filiaal van een in Heemskerk gevestigde zaak en op 94b slijterij Ruhl. De Tapijtcentrale hield het vol tot 1985, toen er zich Aldor Verlichting vestigde, begonnen door Kees Juffermans en tot heden voortgezet door zijn zoon Sander.
Jaarboek 36, pagina 91
Gedeelte van de Dorpsstraat circa 1975. Naast het pand van Stevens de in 1973 tot stand gekomen nieuwbouw, omvattend twee winkeleenheden en een bovengelegen kantoor.
Dorpsstraat 94b bleef de alcoholica nog enige tijd toegedaan, want Ruhl werd opgevolgd door slijterij Impodra. Omstreeks 1988 werd er een advertentie- en reclamebureau gevestigd; na 2001 werd het in gebruik genomen door de (in 2013) nog bestaande zonnestudio Club Soleil.
De bovenverdieping is in gebruik geweest als kantoor, onder andere door een financiële instelling met de naam Swaij Ventures B.V. en door advocatenkantoor Leesberg. Hieraan kwam echter een eind, want in 1996 deed bouwondernemer R. Zonneveld uit Heemskerk het verzoek om het kantoor te verbouwen tot kamers, voor de verhuur. Het verzoek werd gehonoreerd en er werden zes bovenwoningen gerealiseerd.
Dorpsstraat 96 (restaurant)
We komen nu aan een pand dat de tand des tijds heeft doorstaan, Dorpsstraat 96, thans het restaurant Le Moulin. De eerst bekende bewoner in 1930 was de toen al 47-jarige Cornelis (Kees) Stuifbergen, die handelde in boeken, maar ook in religieuze artikelen. Hij had het pand in 1915 laten bouwen op een strook grond langs de Rijksstraatweg, die hij had aangekocht van Frans Schut.
De boekhandel van Kees Stuifbergen senior met voor de winkel Kees Stuifbergen met echtgenote Trijntje Lute (links) en dochter Riet, later getrouwd met Florentius de Groot.
Kees bewoonde eerder aan de Rijksstraatweg een boerderij, die werd gesloopt om in 1920 plaats te maken voor de Augustinus- en Maria Gorettischool. In deze boerderij handelde hij ook reeds in religieuze artikelen.
Cornelis (Kees) Stuifbergen handelde in boeken, maar ook in religieuze artikelen.
Kees Stuifbergen was getrouwd met Trijntje Lute, een verbintenis die de aandacht trok, omdat dit het eerste huwelijk was dat werd gesloten na de opening van de nieuwe Pancratiuskerk in 1910. Dit voorrecht had Kees ongetwijfeld te danken aan zijn werkzaamheden als koster in de Pancratiuskerk en vandaar ook zijn bijnaam ‘Kees de Koster’.
Het gezin van Kees ‘de koster’. Dorpsstraat 96 in Castricum, 1927. Collectie Oud-Castricum. Toegevoegd.
De boekhandel van Kees Stuifbergen genoot een grote bekendheid in Castricum. Niet alleen omdat de overwegend katholieke bevolking er zijn religieuze artikelen kon kopen, waarbij de ligging van de winkel tegenover de rooms-katholieke kerk zeker een rol zal hebben gespeeld, maar ook om diverse nevenactiviteiten, waaronder het fungeren als postadres en het beheren van de rooms-katholieke parochiebibliotheek, die eerder gevestigd was in café Beentjes.
Jaarboek 36, pagina 92
Interieurfoto van de boekhandel van Kees Stuifbergen junior in 1963. Achter de toonbank Anna Stuifbergen-Winder.
Uit zijn huwelijk met Trijntje Lute werden in de periode 1911-1923 zeven kinderen geboren. Trijntje overleed in 1931. Kees Stuifbergen trouwde voor de tweede keer in 1941 met de 52-jarige Johanna Marjot. Hij overleed in 1949, waarna de boekhandel werd voortgezet door zijn zoon Cornelis Stuifbergen. Deze in 1923 geboren Kees junior, gehuwd met Anna Winder, hield de boekhandel nog tot 1964 in bedrijf. Misschien liep zijn handel niet meer zo goed, want hij vertrok nog in dat jaar naar Helvoirt, hoewel hij onder andere in advertenties nog de aandacht had getrokken met nieuwe activiteiten, zoals het verzorgen van klein drukwerk (visitekaartjes en dergelijke), de “aanname van advertenties voor alle kranten en tijdschriften” en de verkoop van koffers.
De Zaanse Molen (Dorpsstraat 96) in zijn beginperiode, als snackbar, met Annie Kortekaas achter het ‘buffet’.
Het pand waarin de boekhandel was gevestigd, kreeg nu een geheel andere bestemming, want het werd een horeca-onderneming. De eerste exploitant die in dit verband wordt genoemd, is Johannes (Joop) van der Wardt. Hij begon er een soort snackbar onder de naam ‘De Zaanse Molen’, een naamgeving die waarschijnlijk te maken had met zijn komst in augustus 1964 vanuit Zaandam, waar hij uitbater was van restaurant ‘Het Kalf’. Hij nam in Castricum de omschakeling van boekhandel tot eetgelegenheid voortvarend ter hand door een verbouwing; er verscheen ook een molentje aan de voorgevel, ter illustratie van de naam.
Hetzelfde pand met een Zaanse molen aan de voorgevel, circa 1965.
In 1968 vond Joop van der Wardt het tijd voor een verdere uitbreiding van zijn activiteiten en werd de snackbar verbouwd tot een café-bar. Hierbij werden kosten nog moeite gespaard om het geheel een voorname en exclusieve uitstraling te geven.
De exploitatie van de bar werd voornamelijk een aangelegenheid van Rita Vergouw, de echtgenote van Joop, daarbij geassisteerd door barman John Brouwer. De 30-jarige horeca-ondernemer Henk Klardie kocht in 1973 het pand met toebehoren van Joop van der Wardt. Al in 1975 ging Klardie echter failliet en werd het pand geveild.
Het kwam nu in handen van niet in Castricum woonachtige speculanten. In 1978 kwam er rond de bestemming meer duidelijkheid, als Johannes (Jan) en Silvia van Laar vanuit Amsterdam zich op Dorpsstraat 96 vestigden om er een restaurant te beginnen. Zij introduceerden de benaming ‘Le Moulin’, daarmee aangevende dat zij zich specialiseerden in de Franse keuken.
Restaurant Le Moulin. Dorpsstraat 96 in Castricum, 1996. Collectie Stuifbergen. Toegevoegd.
In oktober 1980 schreef het Nieuwsblad voor Castricum, naar aanleiding van het tweejarig bestaan van Le Moulin, een lovend artikel over het restaurant, maar nog hetzelfde jaar vertrok
Jaarboek 36, pagina 93
Silvia naar Haarlem en een jaar later verhuisde Jan van Laar naar Soest. Het restaurant werd enige tijd voortgezet door de uit Amsterdam afkomstige kok Francisco Gomez Munoz, die in 1986 naar Spanje vertrok en het restaurant verkocht aan Frans Glas, die Le Moulin tot de huidige dag met zijn zus Yvonne beheert. Het klasse restaurant voert een Bourgondische keuken en is bekroond met een Michelin Bib Gourmand (prijs/kwaliteitverhouding).
Rijwielhandel Bennes op Dorpsstraat 98 met etalage en in het woongedeelte een erker.
Dorpsstraat 98 (winkelpand, thans – in 2013 – woonhuis)
In 1922 vestigde zich de 55-jarige Pieter Gootjes in Castricum, waar hij omstreeks dat jaar een huis had laten bouwen op een stuk grond gelegen aan de Rijksstraatweg, gekocht van de eerdergenoemde Frans Schut. Gootjes kwam uit Alkmaar, waar hij onder andere als schoenhandelaar werkzaam was. Hij zette dit ambacht in Castricum voort onder de naam Noord-Brabantsche Schoenwinkel, hoewel de naamgeving niet slaat op zijn afkomst, want die lag in Heerhugowaard. De naam had ongetwijfeld te maken met het centrum van de Nederlandse schoen- en leerindustrie, toen nog gelegen in de Brabantse Langstraat.
1922: Advertentie van P. Gootjes.
Over de persoon Gootjes weten we weinig, behalve dat hij in de plaatselijke krant herhaaldelijk wordt genoemd als lid van de Castricumse Damclub. Pieter Gootjes overleed in februari 1945 in Zeist.
In 1934 vestigde zich op het adres Dorpsstraat 98 de 42-jarige Johannes Petrus Willems, die handelde in naaimachines en rijwielen. Hij kwam met zijn vrouw Cornelia Lach en tweejarige zoon Bernard uit Amsterdam. Hij was huurder van het pand, want dat stond te boek als eigendom van familie van Aafje Pereboom, de echtgenote van Pieter Gootjes.
Jaarboek 36, pagina 94
Het vrij plotselinge overlijden van Willems in november 1947 werd in de plaatselijke krant gememoreerd, waarbij speciaal aandacht werd geschonken aan zijn verdiensten in de periode van de bezettingstijd, toen vele landgenoten op zoek naar voedsel door Castricum trokken. Willems stond van de vroege ochtend tot de late avond klaar om de ‘doortrekkers’, die pech hadden met hun oude fietsen, handkarren en alles wat leek op een wagentje, te helpen door deze voertuigen te repareren.
Coenraad Bennes en echtgenote in hun fietsenzaak, circa 1954.
Na zijn overlijden werd de rijwielzaak voortgezet door zijn weduwe. In mei 1948 deed vanuit Amsterdam Coenraad Bennes zijn intrede in Castricum. Het echtpaar Coenraad Bennes en Marie Altman hadden ruim 25 jaar hun rijwielzaak op Dorpsstraat 98.
Bennes bewoonde met zijn echtgenote (het echtpaar had geen kinderen) het betrekkelijk kleine voormalige winkelpand van Gootjes, dat voor de zich uitbreidende fietsenhandel met bromfietsen (Mobylette), fietskleding en allerhande fietsaccessoires op den duur onvoldoende ruimte bood.
Vanaf omstreeks 1970 bracht hij dan ook een deel van zijn activiteiten onder in het voormalige winkelpand van manufacturier Bart van der Schaaf, aan de overkant van de straat, waartoe hij ook personeel in dienst nam. Sindsdien adverteerde hij in de plaatselijke krant met twee winkels, respectievelijk op Dorpsstraat 98 en 107. In zijn vrije tijd was Bennes een verwoed schaker, wat blijkt uit zijn jarenlange lidmaatschap van schaakvereniging Castricum, waar hij niet alleen als speler maar ook als wedstrijdcommissaris optrad.
Coenraad Bennes overleed in 1974. Vanaf dat jaar fungeerde Dorpsstraat 98 als woonhuis voor zijn weduwe tot 1983, toen zij een woning betrok in De Boogaert.
Huidige woning Dorpsstraat 98, voorheen de winkel van Bennes, waar in de voormalige etalage wisselende uitstallingen zijn te zien.
Sindsdien is het woonhuis gebleven, al werd de etalage gehandhaafd en benut de huidige bewoner die voor allerlei ludieke uitstallingen.
Foto van enkele panden in de Dorpsstraat met in het midden het pand Dorpsstraat 100.
Dorpsstraat 100 (woonhuis)
Dorpsstraat 100 is een vrij karakteristiek woonhuis en verkeert voor zover aan de hand van foto’s kan worden beoordeeld nog vrijwel in de oorspronkelijke staat. Wat vanaf de straat zichtbare, uiterlijke veranderingen betreft, vermeldt alleen het jaar 2002 de bouw van een overigens vrij volumineuze dakkapel in de zijgevel.
Het pand werd gebouwd door de firma De Nijs in 1922 en kende als eerste eigenaar Haaije van der Brug, van beroep machinebankwerker en monteur. Een Fries, geboren in Drachten en kort voor zijn vestiging in Castricum in 1921 op 25-jarige leeftijd in Vriezenveen getrouwd met Hendrika Kokkelink. Voor zover bekend bleef het echtpaar kinderloos.
Haaije overleed in 1967. Zijn echtgenote bleef nog enkele jaren in het pand wonen. In 1969 vertrok zij naar Waddinxveen. Het huis kende sindsdien nog verschillende bewoners, onder anderen vrij langdurig het echtpaar Johannes Schut en Margaretha Timmer in de periode 1967 tot 1990 en daarna Ferdinand Baltus en Teunis Kriek.
Ook was er tot 2012 een financiële instelling onder de naam Luna Beheer B.V. Het pand werd in mei van dat jaar gekocht door Sjoerd Balk en Martine Schoonenberg en is weer als woning in gebruik.
Dorpsstraat 102: de kruidenierswinkel van Frans Glorie in 1923.
Dorpsstraat 102 (winkelpand)
Veel Castricummers kennen het winkelpand Dorpsstraat 102 waarschijnlijk niet anders dan als het pand van Johan Bakker, die daar in 1983 zijn glashandel vestigde. Toch heeft dit pand een lange voorgeschiedenis, die niets te maken heeft met de huidige activiteiten. Een geschiedenis die terug gaat tot 1922, in welk jaar Frans Glorie vergunning kreeg tot de bouw van dit woon/winkelhuis aan de Rijksstraatweg om daar een jaar later zijn kruidenierszaak te openen. De toen 44-jarige Frans Glorie kwam van de overkant, waar hij reeds eerder met een kruidenierszaak was gevestigd op het latere adres Dorpsstraat 103 (zie 31e Jaarboek).
In 1913 was Frans Glorie gehuwd met Johanna Gijzen, uit welk huwelijk in Castricum zeven kinderen werden geboren. Hiervan ontpopte de in 1925 geboren Nicolaas zich evenals zijn vader als een Castricumse zakenman met zijn bedrijf Eierenglorie BV in de Schoolstraat, dat hij volgens de overlevering zou zijn begonnen achter het pand in de Dorpsstraat van zijn vader.
Met een onderbreking in de oorlog bestond de kruidenierszaak van Frans Glorie bijna 25 jaar tot 1947 en als we de eerdere loopbaan van Frans als kruidenier aan de overkant meerekenen, was hij ruim 40 jaar in het kruideniersvak actief. In 1948 gaf hij de pijp aan Maarten en verhuisde naar de Nuhout van der Veenstraat. Hij overleed in Castricum in 1962 op 82-jarige leeftijd.
Nog in 1948 vestigde zich vanuit de Haarlemmermeer op Dorpsstraat 102 Gerard Zwetsloot met een kruidenierszaak, nu aangeduid als ‘levensmiddelenbedrijf’. Gerard stamde uit een kruideniersfamilie en was een broer van Karel Zwetsloot, eigenaar van een drogisterij in onder andere winkelcentrum Geesterduin.
In 1952 stopte Gerard met zijn bedrijf en verkoos
Jaarboek 36, pagina 95
hij het beroep van vertegenwoordiger in de levensmiddelenhandel. Hij maakte plaats voor Engelbertus (Ber) Zonneveld die de meeste Castricummers zich zeker nog wel zullen herinneren, want hij was een lange periode op deze plek als kruidenier gevestigd.
Bij de start van zijn loopbaan als kruidenier was de in Castricum geboren Ber Zonneveld 25 jaar en toen nog kort getrouwd met Agatha Glorie, een dochter van Frans Glorie en Johanna Gijzen.
Ber Zonneveld en Agatha Glorie.
Het is aannemelijk dat hij door zijn huwelijk de kruidenierszaak, die waarschijnlijk nog steeds in bezit was van zijn schoonvader, kon overnemen en voortzetten. Hij trad toe tot de kruideniersorganisatie De Kroon.
Uit het huwelijk van Ber Zonneveld en Agatha Glorie werden in Castricum zeven kinderen geboren, waarvan geen zich geroepen voelde het kruideniersbedrijf voort te zetten. Toen Ber omstreeks 1965 wegens gezondheidsklachten zijn bedrijf moest opgeven, ging hij dan ook zijn winkel verhuren, hoewel hij nog wel in het pand bleef wonen. We komen huurders tegen die niets meer met het kruideniersbedrijf van doen hebben.
Kantoor van “Onze Krant”. Dorpsstraat 102 in Castricum, 1966. Collectie Oud-Castricum. Toegevoegd.
In 1966 betrof dat een kantoor van Onze Krant en vanaf september 1969 platenboetiek Diskotiek. Ber Zonneveld verhuisde in 1976 naar de Chopinstraat. De volgende eigenaar was Charles Grautman uit Alkmaar, die het pand in 1779 verkocht aan Bert Pieters, die er na een drastische verbouwing een kapperszaak begon. In 1980 opende hij er ook een schoonheidssalon. Zijn vrouw Antje Roukema zou over beide zaken de scepter hebben gezwaaid, maar dat heeft merkwaardig kort geduurd.
Jaarboek 36, pagina 96
Foto van het pand Dorpsstraat 102.
In 1983 verscheen Johan Bakker ten tonele. Hij begon met zijn echtgenote Geertruida (Ida) Boots in mei van dat jaar een klein bedrijfje in isolatie- en glasmateriaal. Het bedrijf kende een aanzienlijke groei, wat in de loop der tijd verschillende aanpassingen van het pand tot gevolg had. Zo werd de glashandel verplaatst naar de Castricummer Werf, wat echtgenote Ida Bakker ruimte gaf om een lijstenmakerij te beginnen en zich te concentreren op de handel in artikelen voor de amateur- en beroepskunstenaar. Johan Bakker begon ook een handel in vuurwerk. Deze veranderingen hadden overigens opvallend weinig invloed op het uiterlijk van het pand aan de kant van de Dorpsstraat.
Doorkijk Dorpsstraat in 1983 met rechts Dorpsstraat 104.
Dorpsstraat 104 (woonhuis)
In 1922 vestigde zich in Castricum de 25-jarige, in Limmen geboren, Maria Renkel. Zij kwam toen uit Boskoop, waar zij in het lager onderwijs werkzaam was geweest en zette nu haar carrière voort in Castricum als onderwijzeres aan de in 1920 gestichte rooms-katholieke meisjesschool Maria Goretti. Die school maakte al snel onderdeel uit van de in hetzelfde jaar opgerichte St. Augustinusschool voor jongens en was gevestigd in het schoolgebouw naast de rooms-katholieke kerk, dat in 1983 is afgebroken om plaats te maken voor een appartementencomplex.
Maria Renkel vroeg in 1924 vergunning voor de bouw van een woonhuis tegenover de school waar zij werkzaam was. De bouwvergunning werd in november 1924 verleend en in 1925 werd het woonhuis betrokken, niet alleen door Maria, maar ook door haar drie jaar jongere zuster Helena, die eveneens onderwijzeres was, eerst in Akersloot en vanaf 1925 aan de Maria Goretti-, later St. Augustinusschool.
Het voormalige woonhuis van de dames Renkel. Dorpsstraat 104 in Castricum, 1990. Collectie Stuifbergen. Toegevoegd.
De gezusters Renkel maakten lange tijd deel uit van het onderwijsteam. In december 1947 memoreerde het Nieuwsblad voor Castricum de dag dat de gezusters Renkel 25 jaar geleden werden benoemd aan de St. Augustinusschool. Verschillende Castricummers blijken bij het vragen naar herinneringen aan hun lagere schooltijd het toenmalig regiem op de meisjesschool als nogal streng te hebben ervaren. De gezusters Renkel komen wat dit betreft niet naar voren als de meest geliefde onderwijzeressen.
In ‘Herinneringen aan de meisjesschool 1951-1957’, gepubliceerd in 1995 ter gelegenheid van het 75-jarig bestaan van de St. Augustinusschool, wordt over de dames Renkel opgemerkt: “Vooral voor de oudste hadden we een heilig ontzag. Het zien van de vijfde klas die achter fuffrouw Renkel de trap opliep en jezelf gelukkig prijzen dat je nog maar in de derde zat. Natuurlijk ontliep je je lot niet en wat was ze streng.”
In een artikel ‘Dorpsgenoten kijken terug op de 20e eeuw’ in het 23e Jaarboek merkt de geïnterviewde Gré Gijzen op: “Ik zat ook op de Augustinusschool, de meisjesschool. Juffrouw Renkel had de eerste klas. De tweede juffrouw Renkel had de vijfde klas. Het waren nette dametjes, ze gaven goed les, maar ze waren heel streng. In de vijfde klas kregen we van een van hen zangles en moesten drie klassen bij elkaar komen. Vreselijke lol natuurlijk, met zijn drieën in de bank en de rest allemaal staan. Maar ze had de wind eronder.”
Maria Renkel verliet in 1971 het pand aan de Dorpsstraat – ze was toen 74 jaar – en ging wonen in Sans Souci. Waarschijnlijk geldt dit ook voor haar zuster.
De stelling dat de stress van het onderwijs de gezondheid aantast, vindt in de gezusters Renkel geen bevestiging. Maria en Helena Renkel overleden op de hoge leeftijd van respectievelijk 90 en 89 jaar in 1987 en 1989.
Foto met rechts het pand Dorpsstraat 104.
Na de periode Renkel bleef Dorpsstraat 104 een woonhuis. Het werd betrokken door Laurentius (Lots) Zonneveld, een hovenier werkzaam op Duin en Bosch en zijn echtgenote Maria Martens. Zij wonen er nog steeds (in 2013). Maria Martens was een dochter van Wilhelmus Martens, die als bewoner van het hierna te bespreken pand ter sprake komt.
Jaarboek 36, pagina 97
Het pand Dorpsstraat 106 met nog de vrijwel oorspronkelijke voorgevel. Alleen de dakkapel is vergroot en de karakteristieke dakornamenten zijn verwijderd.
Dorpsstraat 106 (woonhuis)
Dorpsstraat 106 is een karakteristiek en comfortabel woonhuis met twee verdiepingen, een diepe kelder, een grote tuin en als bijzonder kenmerk de twee erkers. Het werd gebouwd in 1926 door de firma J. Res in opdracht van Henk Heideman, een destijds bekende Castricumse manufacturier op de hoek Dorpsstraat-Schoolstraat (zie 29e Jaarboek).
Heideman liet het pand bouwen voor zijn schoonmoeder, de weduwe Wilken-Velzeboer, die de woning in mei 1926 betrok. Zij verhuisde alweer eind december 1926 naar haar geboorteplaats Purmerend. Mogelijk is daarna het pand enige tijd onbewoond geweest, want pas in april 1929 is de nieuwe bewoonster de 60-jarige Aagje Driessen-Igesz, weduwe van de in 1920 in Spanbroek overleden Dirk Driessen. Haar zoon Willem Driessen was kort na de oorlog in Castricum werkzaam als hoofd van de afdeling Sociale Zaken. Aagje vertrok in oktober 1942 naar Alkmaar, ongetwijfeld een door de bezetter gedwongen evacuatie. Na de oorlog zien we Aagje niet meer in Castricum terug. Zij overleed in 1948 in Haarlem.
In de periode 1944 tot 1952 woonden op Dorpsstraat 106 achtereenvolgens Hermanus Zomerdijk, die hier in de oorlog als gevolg van zijn gedwongen vertrek van de Duinkant terecht kwam en sinds 1948 Andreas van de Ven. In 1952 kwam het pand in handen van Wilhelmus Henricus (Wim) Martens, van oorsprong een Noord-Hollander, die na een lang verblijf in Limburg als bakker en kastelein met zijn echtgenote Geertruijda de Ruijter en een inmiddels kinderrijk gezin, in onze provincie was teruggekeerd. Hij kocht het pand van Pieter Liefting, een in Castricum bekende leverancier van boter, kaas en eieren, die elders in de Dorpsstraat woonde. Liefting heeft het pand niet zelf bewoond.
Een bouwtekening toont de villa Dorpsstraat 106 in 1953, met rechts de in dat jaar gerealiseerde aanbouw.
Martens vroeg in 1953 vergunning voor de aanbouw van wat een verkooplokaal wordt genoemd, die nog hetzelfde jaar werd verleend. In de aanbouw begon hij een winkel in tweedehands goederen.
Wim Martens overleed op 31 augustus 1961. Zijn weduwe bleef nog lange tijd in het pand wonen, tot 1987 toen zij een woning betrok in De Santmark. Zij overleed in 1992.
Het pand was inmiddels van de erven Martens gekocht door Henricus Jonker, bekend van de slagerij in Bakkum, die er met zijn echtgenote in 1988 zijn intrek nam.
Jonker stelde zich vanaf het begin ten doel het verwaarloosde pand te restaureren. De gerealiseerde restauratie omvatte onder andere het reliëf van de plafonds, herstel van de fraaie glas- en loodramen en van de schouw in de voorkamer. Al met al betekende dit een behoorlijke investering, waarvan Jonker zich wel eens afvroeg waaraan hij begonnen was.
Dorpsstraat 108 in Castricum, 1985. Collectie Makelaarsbriefje. Toegevoegd.
Dorpsstraat 108 (woonhuis)
De woning Dorpsstraat 108 werd in 2009 door de makelaar aangeprezen als een ‘karakteristieke vrijstaande jaren 1930-woning op maar liefst 440 vierkante meter grond- en 115 vierkante meter woonoppervlak en een achtertuin van 30 meter diep’. Koper en nieuwe bewoner werd de in Alkmaar werkzame huisarts P.S. Visser.
Het pand kent overigens een vrij lange geschiedenis, die aanvangt met de bouw in 1934 in opdracht van de eerste bewoner, de toen 60-jarige Gijsbertus Overwater, afkomstig uit Amsterdam en volgens archiefgegevens ‘zonder beroep’. Met hem kwam ook zijn echtgenote Anna Brockhoff en hun zoon naar Castricum. In 1938 vertrok Overwater alweer vanuit Castricum naar Vinkeveen.
In hetzelfde jaar vestigde zich op Dorpsstraat 108 de sinds
Jaarboek 36, pagina 98
1932 in Castricum werkzame rijksveldwachter Jan Dijkstra. Hoewel niet lang in Castricum gestationeerd, wordt hij in de annalen niettemin geboekstaafd om zijn niet aflatende strijd, tezamen met zijn collega de veldwachter Koelewijn, tegen de stropers van wild in het duin. Vaak hield Dijkstra in het duin de wacht om stropers te betrappen, maar door zijn rokersgedrag was hij weinig succesvol en werd hij tijdig opgemerkt.
In september 1939 werd Dijkstra overgeplaatst naar Drenthe en werd de toen 60-jarige weduwe Aafje Kabel-Duijn de nieuwe bewoonster. Zij was de weduwe van de in 1933 in Castricum overleden Gerrit Kabel, een zeer bekende Castricummer, betrokken bij de bouw van vele panden in Castricum en wiens geschiedenis we kort hebben beschreven in het 26e Jaarboek.
Met de komst van Aafje Kabel bood het pand geruime tijd onderdak aan diverse leden van de familie Kabel. Vanaf 1948 was dat haar in 1921 in Castricum geboren dochter Catharina Geertruida (Tiny) Kabel, die vanwege haar betrokkenheid bij vele organisaties in Castricum een grote bekendheid genoot.
Het pand Dorpsstraat 108 in 2008.
Een volledig overzicht van haar vele activiteiten zullen we hier niet geven, maar dat begon al kort na de oorlog (WO2), toen zij als vrijwilligster zeer actief was bij het Katholiek Thuisfront, een organisatie met betrekking tot de naar Nederlands Indië uitgezonden militairen. Later was zij onder andere medewerkster van Unicef, het Rode Kruis en in 1970 was zij betrokken bij de oprichting van verpleeghuis ‘De Hooghe Aert’. Ook deed zij veel werk voor de Pancratiuskerk en deed zij dienst op de ambulance van taxi Tervoort. Zij overleed in 2008.
Moeder Aafje Kabel verhuisde in 1964 naar Beverwijk. Zij maakte toen plaats voor haar zoon, de ongehuwde 50-jarige Johannes Kabel, een in Castricum bekende postbode. Hij overleed in 1971.
In 1973 vestigde zich in het pand de inmiddels bejaarde Maria Nederpelt-Res, tot dan woonachtig aan de overkant, Dorpsstraat 89, waar zij onder andere een corsetterie-speciaalzaak exploiteerde (zie het 31e Jaarboek). Nog in 1973 vroeg zij vergunning voor de verbouwing en de uitbreiding van het pand, waarin zij aanzienlijk investeerde, maar waarbij de voorgevel werd gespaard. In december 1985 vertrok Maria naar Bergen.
Al in juli 1986 kreeg het pand nieuwe bewoners, het echtpaar Antonius Schoorl en Joanna Baltus vanuit de Haarlemmermeer. Antonius Schoorl overleed op 13 augustus 1986, maar zijn echtgenote Joanna heeft het pand nog bewoond tot in 2009 toen het te koop werd gezet. Joanna is op 5 juli 2016 overleden. [cursieve tekst in deze alinea is gerectificeerd op advies van hun dochter Annie van der Poel-Schoorl].
Wim Hespe
Bronnen:
Archieven:
Gemeente Castricum: archief Bouw- en Woningtoezicht en bewonerskaarten;
Het raadhuis. Dorpsstraat 65 in Castricum. Foto Ad van de Velde. Toegevoegd.
Het jaar 1911 kenmerkt zich door verschillende bouwactiviteiten in het centrum van het dorp: de sloop van het oude raadhuis en de bouw van een nieuw raadhuis. Voorts wordt gebouwd aan een nieuwe rooms-katholieke kerk St.-Pancratius, aan hotel De Rustende Jager en aan café De Landbouw.
De gebeurtenissen in Castricum van honderd jaar geleden zijn vooral ontleend aan de gemeenteraads-notulen, de inkomende en uitgaande stukken van de gemeente Castricum, de provinciale bladen, de burgerlijke standregisters enzovoorts.
1 januari 1911
Het gemeentebestuur bestaat op 1 januari 1911 uit burgemeester Johannes Mooij, de wethouders Joseph Goes en Petrus Valkering. De raadsleden zijn Johan Hogenstijn, Pieter Duijn, Gerrit Pzn. Kuijs, Petrus Pzn. Kuijs, Theodorus Dijkman en Pieter Twisk. De gemeenteontvanger is Bernardus Res. In de gemeente zijn 506 personen kiesgerechtigd voor de Tweede Kamer. Het aantal kiesgerechtigden voor de verkiezing van raadsleden in Castricum is 418. Daarvan zijn er 288 opgekomen bij de verkiezingen.
Op 1 januari 1911 telt Castricum 3.267 inwoners. Dit aantal is op 31 december in datzelfde jaar toegenomen tot 3.438. In het jaar 1911 vestigen zich in onze gemeente 463 personen, terwijl er 279 naar elders vertrekken. Er worden in dat jaar 95 kinderen geboren, er overlijden 108 inwoners en er worden 12 huwelijken gesloten.
10 januari 1911
In het raadhuis wordt door de betrokken besturen overgegaan tot het openbaar verhuren voor een periode van vijf jaar van enige percelen wei- en bouwland:
Voor de gemeente Castricum: 1 De Warkamp, in 12 percelen, samen groot: 167,10 are 2 De Kronenkamp, groot: 231,20 are 3 De Staalkamp, groot: 177,20 are 4 De Schuitenkamp, groot: 223,20 are 5 De Zanddijk, groot: 32,20 are 6 De Madeweg, groot: 65,50 are
Voor de Algemene Armen: 1 Een akker bouwland te Noord-Bakkum, groot: 13,50 are 2 Het Boschje te Bakkum, groot: 12,70 are 3 Jan Beenders-akkers, weiland, groot: 78,70 are 4 Het Bavenhofstee-bouwland in 3 percelen, groot: 67,80 are 5 Het Nesje, weiland, groot: 98,70 are 6 Het weiland ten westen van de Groene Laan, groot: 28,30 are 7 Het weiland de Baartenven, groot: 59,00 are 8 Het weiland het Morsje in het Bakkummerveld, groot: 171,10 are Verder de Schulpstetten nummers 1 tot en met 8.
18 januari 1911
Vroedvrouw mejuffrouw E. Kieft-Slot, die in Limmen woonde, is in december 1910 overleden. Samen met de gemeente Limmen wordt een regeling afgesproken voor de tijdelijke benoeming van een vroedvrouw.
Elisabeth Kieft-Slot schenkt koffie in voor haar familieleden. Rijksweg 54 in Limmen. Collectie Oud-Castricum. Toegevoegd.
Aan de provincie wordt opgegeven dat de gemeente over een geneesheer beschikt, te weten IJ. Schoonhoff. Op Duin en Bosch zijn vier geneesheren en een apothekeres.
Dokter Schoonhoff, circa 1910. Hij woonde in Hermana State, Dorpsstraat 76 in Castricum. Collectie Oud-Castricum. Toegevoegd.
De gemeente wil van 1 maart tot 1 september een deel van het terrein van Jacob Res gebruiken voor de bouw van een nieuw raadhuis.
1909: Het oude raadhuis aan de Rijksstraatweg.
21 februari 1911
Burgemeester en Wethouders (B&W) verkopen de grond en het brandspuithuisje aan de Kramersweg (Burgemeester Mooijstraat). Voor 200 gulden wordt Martinus Res de nieuwe eigenaar. De burgemeester merkt aan het einde van de vergadering op dat dit de laatste vergadering zal zijn in het oude raadhuis en dat daaraan vele herinneringen, zowel aangename als misschien minder aangename, achterblijven. Hij hoopt echter dat met het slopen van het oude raadhuis veel aan de vergetelheid zal mogen worden overgelaten. Op zijn voorstel wordt goedgevonden om een foto van het raadhuis te laten maken.
Driehoekige gevelsteen in oude Raadhuis.
29 maart 1911
Het ‘Comité tot aanleg eener stoomtramverbinding Egmond-Castricum’ verzoekt opnieuw aan de gemeenteraad om 300 gulden bij te dragen in de kosten van de voorbereidingen voorafgaande aan de definitieve aanleg. Ook nu wordt daartoe niet besloten, omdat voor de gemeente de aanleg van weinig belang is, daarentegen wel voor de Egmonden.
18 april 1911
De huurwaarde van de lokaliteiten met een vergunning tot de verkoop van sterke drank is geschat door de gemeenteontvanger B.A. Res.
Dorpsstraat met rechts Café Van Benthem, later Café Roozendaal, ook bekend als Café De Vriendschap en De Oude Schimmel. Schilder Ton Revers. Foto Jacques Schermer. Collectie Oud-Castricum. Toegevoegd.
Het betreft de volgende eigenaren: in de Kerkbuurt: Rika van Benthem (de Vriendschap), J.B. Koopman (De Rustende Jager), B. Wempe (hoek Dorpsstraat-Burgemeester Mooijstraat), M. Olgers (Burgemeester Mooijstraat) en P. Schotvanger (hoek Burgemeester Mooijstraat-Mient); in wijk B: D. Tromp (Oosterbuurt) en vier in Bakkum: L.A. Burgering (Bakkummerstraat), W. Joosten (nu – in 2012 – hotel Borst), K. Peijs, K. Brantjes en C. Castricum (De Goede Verwachting aan de Heereweg).
Het nieuwe raadhuis.
27 april 1911
Na afloop van de raadsvergadering legt burgemeester Mooij de eerste steen van het in aanbouw zijnde nieuwe raadhuis.
Jaarboek 35, pagina 115
De nieuwe Pancratiuskerk in aanbouw. Links achter is nog een stukje van de oude kerk te zien, dat na voltooiing van de nieuwe kerk werd gesloopt.
Dit plankje is door een metselaar achtergelaten tijdens de bouw van de kerk. In Alkmaar woonde een familie Querelle, verder zijn geen gegevens bekend.
4 mei 1911
Er wordt besloten om mejuffrouw J.J. Vahl, verloskundige te Heiloo, te benoemen tot vroedvrouw. Dat gebeurt met ingang van 15 mei en voorlopig voor een jaar.
Vroedvrouw Johanna Jeanetta Vahl (1882-1931). Zij is op 31-07-1931 onder de elektrische tram naar Duin en Bosch verongelukt. Collectie Oud-Castricum. Toegevoegd.
24 mei 1911
De commissie tot voorbereiding van de oprichting van een elektrische centrale voor West-Friesland verzoekt aan het gemeentebestuur om een principiële niet bindende beslissing te nemen omtrent aansluiting van de gemeente Castricum. Met hetzelfde doel heeft ook de Kennemer Elektriciteit-Maatschappij te Bloemendaal een verzoek aan het gemeentebestuur gericht. Deze verzoeken zijn voor kennisgeving aangenomen en er is besloten een afwachtende houding aan te nemen.
31 mei 1911
Er wordt een heffingsverordening vastgesteld tot terugbetaling van de kosten van het onderwijs die de gemeente Castricum aan de gemeente Alkmaar zijn verschuldigd. Het betreft de kinderen uit Castricum die de openbare lagere scholen in Alkmaar bezoeken. De kosten bedragen 18 gulden per leerling per jaar en dienen door de betreffende ouders te worden betaald.
10 juni 1911
Bij het vee van heel veel boeren is de besmettelijke ziekte
mond- en klauwzeer uitgebroken.
19 juli 1911
De raad wordt op de hoogte gebracht van het feit dat de balken in het nieuwe raadhuis niet naar wens liggen en dat de architect, de heer Stuyt, er voorstander van is dat onder de balken een plafond zal worden aangebracht. De raad geeft er echter de voorkeur aan om het te laten zoals het nu is. Zij meent dat de lagere zolder in de raadszaal wanstaltiger zal staan dan de balken.
Jaarboek 35, pagina 116
Na overleg met de districtsschoolopziener en de pastoor is de begintijd van de school vastgesteld op 8.45 uur. Een 60-tal inwoners had gepleit voor 9.00 uur, opdat de kinderen nog voor het begin van de school eerst de kerk zouden kunnen bezoeken.
16 augustus 1911
Bij de verkiezingen van 11 juli worden de raadsleden Theodorus Dijkman, Joseph M. Goes en Petrus Kuijs Pzn. herkozen. Goes wordt als wethouder herkozen.
Deze grenspaal heeft aan de Heereweg in Bakkum gestaan. Foto G. van Geenhuizen. Collectie Oud-Castricum. Toegevoegd.
De gemeente Limmen heeft voorgesteld om aan de Rijksstraatweg tussen Limmen en Castricum een nieuwe twee meter hoge hardstenen scheipaal te plaatsen en de oude stenen grenspaal, die in slechte toestand verkeert, naar de Zanddijk te verplaatsen. De gemeente Castricum wordt gevraagd de helft van de kosten te dragen. Het voorstel wordt aangenomen.
5 september 1911
Met de heer Trompetter wordt een bedrag van 100 gulden overeengekomen voor het vullen, aansteken en uitdoven van de straatlantaarns, met name van 17 stuks en van de verste drie alleen het vullen, terwijl van de heren Peijs en Stuifbergen zal worden gevraagd die drie te willen aansteken en uitdoven.
Circa 1930 aan de De Vinkebaan: lantaarn opsteker voor de winkel van Nanne.
18 oktober 1911
De burgemeester van Limmen stelt voor om gezamenlijk in een ziekenbarak te voorzien. De raad is niet genegen om voor gezamenlijke rekening een ziekenbarak te Castricum te laten inrichten.
15 november 1911
Het provinciaal bestuur merkt op dat er in Castricum nog steeds geen inrichting bestaat tot afzondering van lijders aan besmettelijke ziekten (vanwege de bedreiging van de cholera epidemie). Er wordt opgeroepen om aandacht te schenken aan de bouw van een ziekenbarak en voorgesteld om samen met de gemeente Limmen te komen tot de bouw van een ziekenbarak. Een besluit wordt aangehouden.
De ziekenbarak. Kramersweg 47 in Castricum. Het pand is in oorlogstijd gesloopt. Op de foto Veenstra. Collectie Oud-Castricum. Toegevoegd.
16 november 1911
Eerste vergadering in het nieuwe raadhuis. De tafel uit het oude raadhuis wordt verkocht aan de Amsterdamse antiquair Staal voor 400 gulden.
Gedeputeerde Staten (GS) geven goedkeuring voor het oprichten van een acetyleengas installatie in een gebouwtje bij het nieuwe raadhuis. Het te ontwikkelen gas is voor de verlichting van het raadhuis en de woning van het hoofd der school.
Jacobus Lute vraagt vergunning voor het plaatsen van een toestel voor de ontwikkeling van acetyleengas, systeem carbid in water tot het verschaffen van licht in de woning en werkplaats van de verzoeker, in de woning en timmermanswerkplaats van G. Kabel, de woning van P. Klinkhamer en die van D. Bakker.
6 december 1911
Er wordt besloten om het onderwijzend personeel gedurende 5 maanden vanaf december tot en met april een tegemoetkoming te geven van 5 gulden per maand. De kosten bedragen dan in totaal 45 gulden per maand voor het gezamenlijke personeel.
31 december 1911
De gemeenterekening over het jaar 1911 telt aan ontvangsten 62.820 gulden en aan uitgaven 62.419 gulden, zodat er een batig saldo is van 401 gulden.
Simon Zuurbier
Ht administratiegebouw van Duin en Bosch in Bakkum. Collectie Stuifbergen. Toegevoegd.
Provinciaal verslag over 1911 betreffende Krankzinnigengesticht ‘Duin en Bosch’ te Castricum
Het verplegend personeel bestaat in 1911 uit 78 verpleegsters en 34 verplegers.
Ten gevolge van de vermeerdering van het uitwonend personeel doet zich de woningnood te Castricum sterk gevoelen, zodat thans personeel te Heiloo en Uitgeest woonachtig is. Daar dit niet in het belang van het gesticht kan worden geacht, zal uitbreiding van het aantal ambtswoningen spoedig nodig zijn.
Het zusterhuis van Duin en Bosch in Bakkum, 1920. Later werden dit de broederwoningen. Collectie Oud-Castricum. Toegevoegd.
Met de bouw van een dokterswoning, een hoofdverplegers- een parkwachters- en zes dubbele woningen voor gestichtspersoneel wordt aangevangen.
Loop der bevolking van Duin en Bosch: aanwezig op 1 januari 1911: 550 en op 31 december 1911: 649.
De vroegere Cunerakapel. Schets van Andries Schoemaker in 1726 (’s-Gravenhage, Koninklijke Bibliotheek).
Op 1 januari 2012 was het tweehonderd jaar geleden dat Bakkum en Castricum werden samengevoegd. Tot dat moment was Bakkum een zelfstandige gemeente met ongeveer 110 inwoners en een eigen gemeentebestuur. De grens tussen beide gemeenten liep ter hoogte van de huidige Zeeweg en de Schulpvaart. Het grondgebied van de toenmalige gemeente Bakkum is het gedeelte van de gemeente Castricum dat wij nu Bakkum-Noord noemen.
Het gemeentebestuur van Bakkum vergaderde in het rechthuis; dat stond aan de oostzijde van de Heereweg bij de Achterlaan. Het rechthuis was ondergebracht in de voormalige Cunerakapel; de geschiedenis van deze kapel gaat vele eeuwen terug (zie hiervoor het uitvoerige artikel van Chris ten Raa in het 25e Jaarboek van Oud-Castricum).
De Cunerakapel afgebeeld op een geaquarelleerde pentekening. Heereweg in Bakkum, 1439. Getekend door Pieter Bruin, periode 1592-1643.
In 1576 was de kapel verlaten en in het begin van de 17e eeuw werd zij ingericht als ‘regthuys’ voor bestuur en rechtspraak door schout en schepenen en tevens als schooltje. Tot in de Franse tijd, in 1812, heeft het gebouw als zodanig dienst gedaan. Nadien was het nog geruime tijd als woonhuis in gebruik. Omstreeks 1870 werd het pand gesloopt.
De gemeentelijke samenvoeging vond plaats in de Franse tijd. Bij keizerlijk decreet werden per 1 januari 1812 meerdere gemeenten in onze regio samengevoegd en wel naast Bakkum bij Castricum ook Wimmenum bij Bergen, Limmen bij Heiloo, Groet bij Schoorl en Veenhuizen met Oterleek bij Heerhugowaard.
Na de Franse overheersing werden op 1 mei 1817 deze samenvoegingen weer teniet gedaan. Dat gold alleen niet voor de samenvoeging van Bakkum en Castricum, wat niet zijn oorzaak vond in het geringe inwoneraantal van Bakkum. Wimmenum werd namelijk ook weer zelfstandig met 68 inwoners.
Wapen van de ambachtsheer van Bakkum, 1695. Dit is het wapen van Perné, Jacob vanaf 1695, Isaac vanaf 1748, Abraham vanaf 1748-1749. Een ambachtsheer oefende in een plaats of dorp het gezag uit namens de graaf of na de middeleeuwen namens de Staten van Holland. Een dorp waar de graaf het gezag erfelijk in leen had uitgegeven aan de ambachtsheer werd een (ambachts) heerlijkheid genoemd. Het gezag in Bakkum werd tot het begin van de 17e eeuw uitgeoefend door de machtige heren Van Egmond, die zetelden op het ‘Slot op den Hoef’ te Egmond aan den Hoef. Collectie Oud-Castricum. Toegevoegd.
Het kwam vooral doordat Bakkum toch al nauw verbonden was met Castricum, vanwege het feit dat we al sinds 1749 toebehoorden aan dezelfde ambachtsheer en dezelfde schout hadden. Ook zou het opnieuw inrichten van een plaatselijk bestuur voor Bakkum wel eens lastig geweest kunnen zijn.
Nog in 1811 wordt Jan van Bruijnswaard benoemd als burgemeester van Bakkum. Direct na zijn aanstelling heeft hij hemel en aarde bewogen om hem dit niet aan te doen, want hij achtte zich door zijn hoge leeftijd, zijn slechte gehoor, zijn onvoldoende opleiding en het niet beheersen van de Franse taal niet capabel om dit ambt te vervullen. Desondanks werd hij niet ontslagen.
Op 1 januari 1812 ging de nieuwe gemeente officieel heten: Castricum en Bakkum. Tot burgemeester werd Jacob Nuhout van der Veen benoemd, zoon van de voormalige schout.
Joachim Nuhout van der Veen was van 1780 tot 1814 schout van Castricum en Bakkum. Het ambt van schout is het best te vergelijken met dat van burgemeester. Hij woonde in de nog bestaande boerderij het Knophuis aan de Overtoom in Castricum. Collectie Oud-Castricum. Toegevoegd.
Op 5 januari daaropvolgend werd de nieuwe gemeenteraad op het raadhuis van Castricum geïnstalleerd.
De raadsleden zijn Wouter de Bie, Fulps Ranke, Gerrit Brasser, Evert Asjes, Pieter Schavemaker, Arie Admiraal, Simon Duinmaijer, Albert Knaap en Willem Brakenhoff. Van hen hebben de laatste vier deel uitgemaakt van het bestuur van de opgeheven gemeente Bakkum.
Simon Zuurbier
Een verordening van het dijksbestuur over het houden van vee op de dijk. Castricum, 1807. Collectie Oud-Castricum. Toegevoegd.
Vertegenwoordigers van Castricum en Bakkum in het bestuur van de Sint-Aagtendijk:
Heemraad voor Castricum: tot 1833 meester Joachim Nuhout van der Veen 1833 Pieter Kieft 1836 Pieter Schotvanger 1859 Johannes F. Rommel 1878 Cornelis Mooij Janszoon 1916 Joseph M. Goes
Heemraad voor Bakkum: tot 1837 meester Jacob Nuhout van der Veen 1837 Jan de Quack 1836 Pieter Schotvanger 1853 Klaas Stet 1860 Cornelis Schermer 1878 jonkheer meester J.W.G. Boreel 1888 Johannes Kuijs Pieterszoon 1913 Johannes Mooij
Hoofdingeland voor Castricum: Pieter Duijneveld 1833 Fulps Ranke
1861 Johannes Louter Adrianus van der Park 1892 Wulbert Melker 1905 Cornelis Spaansen
Hoofdingeland voor Bakkum: Simon Duijnmeijer 1833 Bartholomeus N. Rommel 1870 Jan Schotvanger
Het gemeentebestuur van Castricum tussen twee fusies: de fusie met Bakkum in 1812 en de fusie met Limmen en Akersloot in 2002
4e deel: periode 1974-2002 met zeven keer een nieuwe gemeenteraad
Het vierde en laatste artikel over het gemeentebestuur van Castricum behandelt de periode vanaf de gemeenteraadsverkiezingen in 1974 tot de fusie met de gemeenten Limmen en Akersloot in 2002.
In 1974 begint een nieuwe politieke periode in de Castricumse gemeenteraad met de drie christelijke partijen in het CDA en een samenbundeling van vier linkse partijen in een afzonderlijke lijst (PvdA, PPR, D66 en PSP). Waren er in 1970 nog negen verkiezingslijsten, in 1974 zijn er slechts vijf.
Op 1 januari 1974 telt Castricum telt 20.715 inwoners; bij het ingaan van de fusie op 1 januari 2002 telde de ‘oude’ gemeente Castricum 23.345 inwoners.
1. De raadsperiode van september 1974 tot september
1978 (19 raadszetels)
Het aantal raadsleden is uitgebreid van 17 naar 19. De verkiezingen worden gehouden op 29 mei 1974. Het CCC doet nu overeenkomstig de landelijke politiek mee als CDA (lijst 1). Verder Sociaal Politiek Castricum (SPC) onder aanvoering van Piet Janzen (Lijst 2), De heren J.P. van Hemert en ir. W. Stam trekken lijst 4; zij halen overigens geen zetel. De PvdA-PPR-D66-PSP-combinatie haalt 7 zetels, het CDA haalt 6 zetels, de VVD 5 en SPC haalt 1 zetel. Er worden 9.552 stemmen uitgebracht. De beëdiging van de raadsleden is op 3-9-1974.
Samenstelling gemeenteraad:
Burgemeester: Boxtel, W.C.A.M. van gedurende periode van 1-1-1969 tot 1-11-1977 Gmelich Meijling, J.C. gedurende periode van 17-4-1978 tot 31-5-1985
Raadsleden: Stam, L.W. zetel a, PvdA-PPR-D66-PSP, van 1-9-1970 tot 15-10-1976 Janmaat, H. zetel a, PvdA-PPR-D66-PSP, van 28-10-1976 tot 5-9-1978 Poeze, H.A. zetel b, PvdA-PPR-D66-PSP, van 28-10-1971 tot 7-9-1982 Janmaat, H. zetel c, PvdA-PPR-D66-PSP, van 3-9-1974 tot 27-3-1975 Hilarius, J. zetel c, PvdA-PPR-D66-PSP, van 24-4-1975 tot 29-3-1979 Leijgraaf, J.H.A. zetel d, PvdA-PPR-D66-PSP, van 3-9-1974 tot 5-9-1978 Mooijman, A.J.S. zetel e, PvdA-PPR-D66-PSP, van 3-9-1974 tot 5-9-1978 Scholtz-Brand, P. zetel f, PvdA-PPR-D66-PSP, van 3-9-1974 tot 7-9-1982 Wit, A.J.M. de zetel g, PvdA-PPR-D66-PSP, van 3-9-1974 tot 5-9-1978 Baltus, C.J. zetel h, CDA, van 4-9-1962 tot 6-11-1975 (overl.) Boer, G. de zetel h, CDA, van 29-1-1976 tot 5-9-1978 Bats-van Oort, N.A. de zetel i, CDA, van 1-9-1970 tot 5-9-1978 Wokke, H.P.zetel j, CDA, van 1-9-1970 tot 26-2-1987 Kaper, D. zetel k, CDA, van 3-9-1974 tot 5-9-1978 Noort, C. van zetel l, CDA, van 3-9-1974 tot 7-9-1982 Ruijter, C. de zetel m, CDA, van 3-9-1974 tot 23-2-1995 Wagenaar-Maan Voogd Bergwerf, P. zetel n, VVD, van 1-9-1970 tot 25-5-1976 Deetman, A. zetel n, VVD, van 26-6-1976 tot 27-4-1978 Gramberg-Huijbrechtse, J.M. zetel o, VVD, van 25-1-1973 tot 25-3-1976 Dijckhoff, A.M.B. zetel o, VVD, van 29-4-1976 tot 5-9-1978 Beltman, J.D. zetel p, VVD, van 3-9-1974 tot 29-1-1976 Postelmans-Blankemeijer, M.J. zetel p, VVD, van 26-2-1976 tot 31-1-1985 Heerschop, A.J.P. zetel q, VVD, van 3-9-1974 tot 30-3-1978 Beltman, J.D. zetel q, VVD, van 27-4-1978 tot 5-9-1978 Velde, H. van der zetel r, VVD, van 3-9-1974 tot 5-9-1978 Janzen, P.F. zetel s, SPC, van 5- 9-1961 tot 29-4-1981
Toelichting tabel: De kleine letters a tot en met s geven de zetels aan van 19 raadsleden. Als een raadslid wordt vervangen binnen een raadsperiode, dan geldt voor zijn opvolger dezelfde letter. De begin- en einddatum vermelden de periode van genoemd raadslid.
Jaarboek 35, pagina 22
Het college van burgemeesters en wethouders bij het afscheid van de raad op 31 augustus 1978. Van links naar rechts zittend: Henk Wokke, burgemeester Gmelich Meijling en Paula Scholtz-Brand; staand: Henk van der Velde, Harry Poeze en gemeentesecretaris Fons Mok.
Wethouders: De vier wethouders, gekozen tijdens de eerste raadsvergadering op 3-9-1974, zijn H.P. Wokke (ruimtelijke ordening, financiën en verkeer), H. van der Velde (openbare werken, gemeentewerken en personeelszaken), H.A. Poeze (sociale zaken) en L.W. Stam (onderwijs, culturele- en sportzaken). Door zijn benoeming tot burgemeester van Wieringen, vertrekt laatstgenoemde en wordt op 28-10-1976 opgevolgd als wethouder door mevrouw P. Scholtz-Brand.
Bij het afscheid van de raadsleden uit de zittingsperiode 1974-1978 op 31 augustus 1978. Van links naar rechts zittend: Henk van der Velde, Henk Wokke, burgemeester Gmelich Meijling, Paula Scholtz-Brand en Dirk Kaper; staand: Fons Mooijman, Aad de Wit, Hans Janmaat, Hans Beltman, Louk Dijckhoff, Joop Leijgraaf, Jane Postelmans- Blankemeijer, Harry Poeze, Fons Mok, Jan Hilarius, Gerrit de Boer, Nora Bats-van Oort, Piet Janzen en Cees van Noort.
Jaarboek 35, pagina 23
Burgemeesterswissel: vertrek Van Boxtel en komst
Gmelich Meijling
Sinds eind maart 1977 is burgemeester Van Boxtel wegens gezondheidsredenen niet meer in staat om zijn functie uit te oefenen en wordt op non-actief gesteld. Op zijn verzoek is hem per 1 november van dat jaar eervol ontslag verleend. Kort daaraan voorafgaand is hij verhuisd naar Breda. Van Boxtel heeft zich in een hectische periode in de plaatselijke geschiedenis vooral ingezet op de terreinen ruimtelijke ordening (plan Noordend, structuurschets, winkelcentrum Geesterduin) en het welzijnsbeleid. Hij was een man met gevoel voor decorum en etaleerde een grote verbale vaardigheid.
Gmelich Meijling, burgemeester van 1978 tot 1985.
Van Boxtel wordt opgevolgd door J.C. Gmelich Meijling. Op 17 april 1978 wordt in een buitengewone raadsvergadering in Geesterhage de nieuwe burgemeester door locoburgemeester H.P. Wokke geïnstalleerd. Gmelich Meijling is voor zijn komst naar Castricum achtereenvolgens marine-officier en wethouder van Oegstgeest.
2. De raadsperiode van september 1978 tot september 1982 (19 raadszetels)
De verkiezingen worden gehouden op 31 mei 1978. De gecombineerde lijst van de partijen PvdA, PPR, D66 en PSP wordt niet voortgezet. De PvdA en ook D66 doen als afzonderlijke partijen mee aan de verkiezingen. De PPR en PSP komen wel met een gecombineerde lijst uit. Behalve de hiervoor genoemde partijen doen alleen nog mee het CDA, de VVD en de Communistische Partij van Nederland (CPN). De laatstgenoemde partij haalt overigens geen zetel. De zetelverdeling is als volgt: CDA 8 zetels, de PvdA 4, de VVD 4, D66 2 zetels en de combinatie PPR/PSP haalt 1 zetel. Het aantal kiesgerechtigden is 15.447; er worden 12.007 stemmen uitgebracht. De beëdiging van de raadsleden is op 5-9-1978.
Samenstelling gemeenteraad:
Burgemeester: Gmelich Meijling, J.C. gedurende periode van 17-4-1978 tot 31-5-1985
Raadsleden: Janzen, P.F. zetel a, CDA, van 5-9-1961 tot 29-4-1981 Martens, A.J. zetel a, CDA, van 27-5-1981 tot 9-4-1990 Wokke, H.P. zetel b, CDA, van 1-9-1970 tot 26 2-1987 Noort, C. van zetel c, CDA, van 3-9-1974 tot 7-9-1982 Ruijter, C. de zetel d, CDA, van 3-9-1974 tot 23-2-1995 Berkhout, P. zetel e, CDA, van 5-9-1978 tot 21-9-1989 Rieke, R. zetel f, CDA, van 5-9-1978 tot 7-9-1982 Veldt, H.J. zetel g, CDA, van 5-9-1978 tot 29-4-1986 Wolf, P.G.B. de zetel h, CDA, van 5-9-1978 tot 14-4-1998 Poeze, H.A. zetel i, PvdA, van 28-10-1971 tot 7-9-1982 Scholtz-Brand, P. zetel j, PvdA, van 3-9-1974 tot 7-9-1982 Hilarius, J. k, PvdA, van 24-4-1975 tot 29-3-1979 Mooijman-Rodenburg, L.C. zetel k, PvdA, van 26-4-1979 tot 7-9-1982 Graaf, H.J.C. de zetel l, PvdA, van 5-9-1978 tot 30-8-1979 Mostert. A. zetel l, PvdA, van 27-9-1979 tot 7-9-1982 Postelmans-Blankemeijer, M.J. zetel m, VVD, van 26-2-1976 tot 31-1-1985 Koppenberg, R. zetel n, VVD, van 5-9-1978 tot 28-4-1983 Roos, C.H. zetel o, VVD, van 5-9-1978 tot 30-10-1980 Emmaneel, F.M.E. zetel o, VVD, van 20-11-1980 tot 29-4-1986 Slijkhuis, G.J. zetel p, VVD, van 5-9-1978 tot 31-1-1980 Rinkel, Th.S. zetel p, VVD, van 28-2-1980 tot 29-4-1986 Ritzer, V.G.N. zetel q, D66, van 5-9-1978 tot 25-2-1982 Kortbeek-Buur, H.E.M. zetel q, D66, van 25-3-1982 tot 7-9-1982 Wentink-Klinkenberg, M.M. zetel r, D66, van 5-9-1978 tot 7-9-1982 Bijlenga, J. zetel s, PPR/PSP, van 5-9-1978 tot 29-4-1986
Jaarboek 35, pagina 24
Wethouders: De vier wethouders, gekozen tijdens de eerste raadsvergadering op 3-9-1974, zijn H.P. Wokke (ruimtelijke ordening en openbare werken), P.F. Janzen (sociale zaken en volkshuisvesting), mevrouw P. Scholtz- Brand (onderwijs, jeugd en cultuur) en C.H. Roos (financiën en recreatie). Mevrouw P. Scholtz-Brand treedt per 1-6-1979 als wethouder af in verband met de problematiek rond de Juliana van Stolbergschool. In de raadsvergadering van 14-6-1979 wordt besloten om voorlopig met drie wethouders verder te gaan. In de vergadering van 27-9-1979 wordt als haar opvolger V.G.N. Ritzer benoemd, die vanaf 25-3-1982 wordt opgevolgd door P.G.B. de Wolf. Wethouder C.H. Roos wordt opgevolgd op 20-11-1980 door M.J. Postelmans-Blankemeijer. P.F. Janzen wordt niet opgevolgd bij besluit van de raad op 26-2-1981; het college gaat verder met drie wethouders.
Ontwikkelingen in deze raadsperiode
Opening ‘Bloemenbaan’ van het tenniscomplex Noord-End.
Aanleg van de wijk Kooiweg-Noord.
Bouw woongebouw aan het Kortenaerplantsoen.
Raadsbesluit tot intrekking van de plaatselijke monumentenverordening.
Direct voorafgaande aan de fusie werden door gemeentevoorlichter Hans Schwartz drie oud-raadsleden geïnterviewd over hun eigen ervaringen als raadslid. Deze interviews werden gepubliceerd in de afscheidskrant die in december 2001 door de ‘oude’ gemeente Castricum werd uitgegeven en zijn (iets verkort) in dit artikel opgenomen, omdat ze ervaringen vertolken uit de hier beschreven periode van het gemeentebestuur.
De heer C. de Ruijter
Cees de Ruijter heeft van 1974 tot 1995 in de gemeenteraad zitting gehad, tot november 1985 onder de vlag van het CDA en na die datum voorde groepering Castricum Aktief. Hij rolde als het ware in het raadswerk. Al jaren was hij actief inde lokale, regionale en landelijke besturen van de CDA-jongeren. In Castricum was hij lid van vrijwel alle adviescommissies van de raad. In het begin was het raadswerk natuurlijk vooral spannend, later waren termen als interessant en leuk meer van toepassing.
“In mijn beginperiode heb ik ook veel geleerd; mensen als Koppenberg, Van Noort, Berkhout en Stam waren natuurlijk niet de eerste de besten.”
Ondanks het feit dat De Ruijter altijd positief is ingesteld, bewaart hij toch ook nog wel een aantal minder goede herinneringen aan zijn raadsperiode. Het slepende gedoe rond de herbouw van het verbrande zwembad noemt hij een van de dieptepunten. Als goede tweede in de categorie dieptepunten noemt hij de onenigheid met het CDA, die leidde tot zijn vertrek uit de CDA-fractie. Als gevolg hiervan richtte hij deg roepering Castricum Aktief op. Het succes van die fractie beschouwt hij als een van de hoogtepunten van zijn politieke carrière.
Over de samenvoeging van de gemeenten Akersloot, Castricum en Limmen is De Ruijter zonder meer positief. “Een heel goede zaak, het behoud van de groene gebieden is van groot belang, maar er zijn meer positieve gevolgen. Een voorwaarde voor succes is wel om de ontstane problemen in het fusieproces zo snel mogelijk op te lossen.”
3. De raadsperiode van september 1982 tot september
1986 (19 raadszetels)
De verkiezingen worden gehouden op 2 juni 1982. Behalve het CDA, de VVD en D66 is er een gecombineerde lijst van de PvdA en PPR. Ook doet er een nieuwe partij mee onder de naam Gemeente Belangen Castricum (GBC). Laatst genoemde partij haalt overigens geen zetel. De zetel verdeling is als volgt: CDA 6 zetels, de PvdA/PPR 6, de VVD 6 en D66 haalt 1 zetel. Het aantal kiesgerechtigden is 16.129; er worden 11.741 stemmen uitgebracht. De beëdiging van de raadsleden is op 7-9-1982.
Samenstelling gemeenteraad:
Burgemeester: Gmelich Meijling, J.C. gedurende periode van 17-4-1978 tot 31-5-1985 Schouwenaar J.M. gedurende periode van 16-1-1986 tot 7-4-1998
Raadsleden: Wokke, H.P. zetel a, CDA, van 1-9-1970 tot 26-2-1987 Ruijter, C. de zetel b, CDA, van 3-9-1974 tot 23-2-1995 Berkhout, P. zetel c, CDA, van 5-9-1978 tot 21-9-1989 Veldt, H.J. zetel d, CDA, van 5-9-1978 tot 29-4-1986 Wolf, P.G.B. de zetel e, CDA, van 5-9-1978 tot 14-4-1998 Martens, A.J. zetel f, CDA, van 27-5-1981 tot 1-5-1990
Jaarboek 35, pagina 25
Bijlenga, J. zetel g, PvdA/PPR, van 5-9-1978 tot 29-4-1986 Dirkse, D. zetel h, PvdA/PPR, van7-9-1982 tot 1-4-1985 Neure, A. van zetel h, PvdA/PPR, van 25-4-1985 tot 29-4-1986 Hoeven, Chr. van der zetel i, PvdA/PPR, van 7-9-1982 tot 29-4-1986 Mosk, J.A. zetel j, PvdA/PPR, van 7-9-1982 tot 21-3-1994 Postma, J.M. zetel k, PvdA/PPR, van 7-9-1982 tot 14-4-1998 Schwartz, H.H. zetel l, PvdA/PPR, van 7-9-1982 tot 1-5-1990 Postelmans-Blankemeijer, M.J. zetel m, VVD, van 26-2-1976 tot 31-1-1985 Bos-Mutsemaker, C.W.H.M. zetel m, VVD, van 18-2-1985 tot 29-4-1986 Koppenberg, R. zetel n, VVD, van 5-9-1978 tot 28-4-1983 Not, G.M. van zetel n, VVD, van 26-5-1983 tot 29-3-1984 Wagenaar-Maan Voogd Bergwerf, P. zetel n, VVD, van 26-4-1984 tot 29-4-1986 Rinkel, Th.S. zetel o, VVD, van 28-2-1980 tot 29-5-1986 Emmaneel, F.M.E. zetel p, VVD, van 20-11-1980 tot 29-4-1986 Korthouwer, J.Th. zetel q, VVD, van 7-9-1982 tot 29-4-1986 Stevens, J. zetel r, VVD, van 7-9-1982 tot 29-4-1986 Rouwhorst, Th.A.J. zetel s, D66, van 7-9-1982 tot 14-4-1998
Wethouders: Er is een afspiegelingscollege van de drie grote partijen. Wethouders deze raadsperiode zijn H.P. Wokke, Chr. van der Hoeven en M.J. Postelmans-Blankemeijer. Laatstgenoemde wordt op 18-2-1985 opgevolgd door Th.S. Rinkel. Chr. van der Hoeve stapt 14 oktober 1983 op na de aanvaarding van een motie van wantrouwen. Hij wordt opgevolgd door A. Martens. Daarmee komt een einde aan het afspiegelingscollege.
Het raadhuis dat in november 1982 in gebruik werd genomen.
Ontwikkelingen in deze raadsperiode
Ingebruikneming nieuwe raadhuis.
Bouw woningen tussen Beverwijkerstraatweg en Oude Haarlemmerweg (Tolweid).
Realisatie bouwplan Het Strengh.
In het plan Kooiweg-Noord worden de straten met bloembollennamen bebouwd.
Bouw woningen bij Geesterduin.
Bouw appartementencomplex op de plaats van de voormalige Pius X-school aan de Alkmaarderstraatweg.
Cees de Ruijter treedt uit de CDA fractie en richt op 27 januari 1986 een nieuwe plaatselijke partij op genaamd ‘Castricum Aktief’.
Burgemeester Gmelich Meijling.
Burgemeesterswissel: vertrek Gmelich Meijling en komst Schouwenaar
Na een periode van zeven jaar als burgemeester van Castricum actief geweest te zijn, wordt Gmelich Meijling benoemd tot burgemeester van Den Helder. Aan deze stad heeft hij als marineofficier veel herinneringen en hij ziet dit als een uitdaging om deze veel grotere plaats als burgemeester te mogen dienen. In een buitengewone raadsvergadering wordt op 31 mei 1985 afscheid van de burgemeester genomen. Hij ontvangt van locoburgemeester H.P. Wokke de zilveren legpenning van de gemeente Castricum en wordt geprezen om zijn bestuurlijke en representatieve kwaliteiten. Gmelich Meijling heeft zich met een grote gedrevenheid ingezet voor de huisvesting van het ambtelijk apparaat, wat heeft geresulteerd in de bouw van een nieuw gemeentehuis.
Burgemeester Schouwenaar.
Tot zijn opvolger als burgemeester van Castricum wordt
benoemd J.M. Schouwenaar.
Op 17 januari 1986 wordt hij geïnstalleerd. Schouwenaar
(voor intimi Koos) was daarvoor zeven jaar burgemeester
van het Noord-Hollandse Venhuizen.
4. De raadsperiode van september 1986 tot mei 1990
(19 raadszetels)
De verkiezingen worden gehouden op 19 maart 1986. Er zijn vijf lijsten: het CDA, de combinatie PvdA en PPR, de VVD, D66 en Castricum Aktief (CA). De zetelverdeling is als volgt: CDA 6 zetels, de PvdA/PPR 5, de VVD 5, CA 2 en D66 haalt 1 zetel. Het aantal kiesgerechtigden is 17.253; er worden 13.526 stemmen uitgebracht. De beëdiging van de raadsleden is op 29-4-1986.
Jaarboek 35, pagina 26
Samenstelling gemeenteraad:
Burgemeester: Schouwenaar J.M. gedurende periode van 16-1-1986 tot 7-4-1998
Raadsleden: Wokke, H.P. zetel a, CDA, van 1-9-1970 tot 26-2-1987 Rieke, R., zetel a, CDA, van 26-3-1987 tot 1-5-1990 Berkhout, P. zetel b, CDA, van 5-9-1978 tot 21-9-1989 Wilms. F.F.J. zetel b, CDA, van 23-10-1989 tot 1-5-1990 Wolf, P.G.B. de zetel c, CDA, van 5-9-1978 tot 14-4-1998 Martens, A.J. zetel d, CDA, van 27-5-1981 tot 1-5-1990 Branderhorst, G.V. zetel e, CDA, van 29-4-1986 tot 21-3-1994 Groot-Kruidenberg, C.A.M. zetel f, CDA, van 29-4-1986 tot 1-9-1992 Mosk, J.A. zetel g, PvdA/PPR, van7-9-1982 7-9-1982 tot 21-3-1994 Postma, J.M. zetel h, PvdA/PPR, van 7-9-1982 tot 14-4-1998 Schwartz, H.H. zetel i, PvdA/PPR, van 7-9-1982 tot 1-5-1990 Sluis-Brouwer, H.C.J. van der zetel j, PvdA/PPR, van 29-4-1986 tot 1-5-1990 Wennekes, J.A.A. zetel k, PvdA/PPR, van 29-4-1986 tot 21-3-1994 Rinkel, Th.S. zetel l, VVD, van 28-2-1980 tot 29-5-1986 Wagenaar-Maan Voogd Bergwerf, P. zetel l, VVD, van 26-6-1986 tot 1-5-1990 Hartgers-de Jong, A. zetel m, VVD, van 29-4-1986 tot 21-3-1994 Krouwel, G. zetel n, VVD, van 29-4-1986 tot 21-3-1994 Postelmans-Blankemeijer, M.J. zetel o, VVD, van 29-4-1986 tot 8-11-1993 Slijkhuis, G.J. zetel p, VVD, van 29-4-1986 tot 1-5-1990 Ruijter, C. de zetel q, CA, van 3-9-1974 tot 23-2-1995 Zandbergen, J.M. zetel r, CA, van 29-4-1986 tot 1-4-2000 Rouwhorst, Th.A.J. zetel s, D66, van 7-9-1982 tot 14-4-1998
Wethouders: De drie wethouders gedurende deze raadsperiode waren H.P. Wokke (financiën, economische zaken en gemeentewerken), J.M. Postma (onderwijs, welzijns- en sportzaken) en M.J. Postelmans- Blankemeijer (ruimtelijke ordening, volkshuisvesting, sociale zaken en volksgezondheid). Door zijn benoeming als burgemeester van Marken vertrekt Wokke en wordt vanaf 26-3-1987 opgevolgd door A.J. Martens. Vanwege de besluitvorming rond de herbouw van het zwembad stapt wethouder A.J.Martens op 23 februari 1989 op. Hij wordt op 11 maart1989 opgevolgd door T.A.J. Rouwhorst.
5-7-1987: Het zwembad De Witte Brug brandt totaal uit.
Ontwikkelingen in deze raadsperiode
Vaststelling van het uitbreidingsplan Albert’s Hoeve door de gemeenteraad en aanleg eerste deel van de wijk
Straatnamen gewijd aan landnamen en vrouwennamen.
Jumelage met Balatonfüred in Hongarije wordt aangegaan.
Het sportfondsenbad ‘De Witte Brug’ wordt in de as gelegd.
5. De raadsperiode van mei 1990 tot maart 1994
(19 raadszetels)
De verkiezingen worden gehouden op 21 maart 1990. Ten
Jaarboek 35, pagina 27
opzichte van de voorgaande verkiezingen van 1986 is de PvdA niet meer gecombineerd met de PPR. Deze laatste partij is opgegaan in Groen Links die nu afzonderlijk aan de verkiezingen meedoet. De zetelverdeling is als volgt: CA en het CDA elk 4 zetels, D66, de PvdA en de VVD elk 3 zetels en Groen Links haalt 2 zetels. De grote winnaar is Castricum Aktief die van 2 naar 4 zetels opklimt. Het aantal stemgerechtigden is 17.575. Er worden 12.078 stemmen uitgebracht. De beëdiging van de raadsleden is op 1-5-1990.
Samenstelling gemeenteraad:
Burgemeester: Schouwenaar J.M. gedurende periode van 16-1-1986 tot 7-4-1998
Raadsleden: Ruijter, C. de zetel a, CA, van 3-9-1974 tot 23-2-1995 Zandbergen, J.M. zetel b, CA, van 29-4-1986 tot 1-4-2000 Bouman, I.G. zetel c, CA, van 1-5-1990 tot 31-12-2001 Hemert, J.P. van zetel d, CA, van 1-5-1990 tot 14-4-1998 Wolf, P.G.B. de zetel e, CDA, van 5-9-1978 tot 14-4-1998 Branderhorst, G.V. zetel f, CDA, van 29-4-1986 tot 21-3-1994 Groot-Kruidenberg, C.A.M. zetel g, CDA, van 29-4-1986 tot 1-9-1992 Ven, A.A. van de zetel g, CDA, van 10-9-1992 tot 31-12-2001 Slot-Abeling, C.A.M. zetel h, CDA, van 1-5-1990 tot 26-8-1991 Wilms, F.F.J. zetel h, CDA, van 26-8-1991 tot 21-3-1994 Rouwhorst, Th.A.J. zetel i, D66, van 7-9-1982 tot 14-4-1998 Galen, G.H. van zetel j, D66, van 1-5-1990 tot 21-3-1994 Schoor, H. van zetel k, D66, van 1-5-1990 tot 31-12-2001 Mosk, J.A. zetel l, PvdA, van 7-9-1982 tot 21-3-1994 Postma, J.M. zetel m, PvdA, van 7-9-1982 tot 14-4-1998 Wennekes, J.A.A. zetel n, PvdA, van 29-4-1986 tot 21-3-1994 Jong, A. de. zetel o, VVD, van 29-4-1986 tot 21-3-1994 Krouwel, G. zetel p, VVD, van 29-4-1986 tot 21-3-1994 Postelmans-Blankemeijer, M.J. zetel q, VVD, van 29-4-1986 tot 8-11-1993 Beltman, J.D. zetel q, VVD, van 25-11-1993 tot 21-3-1994 Beens-Jansen, M. zetel r, GL, van 1-5-1990 tot 14- 4-1998 Peperkamp, C.Q. zetel s, GL, van1-5-1990 tot 21-3-1994
Wethouders: Een college van CDA, PvdA, D66 met steun van Groen Links. De VVD en CA gaan in de oppositie. De drie wethouders gedurende deze raadsperiode zijn P.G.B. de Wolf (ruimtelijke ordening, verkeer en volkshuisvesting), J.M. Postma (financiën en onderwijs) en T.A.J. Rouwhorst (economische zaken, gemeentewerken, openbare werken en milieu).
3-11-1988: uitbreiding winkelcentrum Geesterduin; opening verricht door burgemeester Schouwenaar.
Opening kantoor van Het Noordhollands Landschap in het oude raadhuis.
Fusie van het Bonhoeffercollege en de Henricus Mavo.
Heropening gerenoveerde en uitgebreide winkelcentrum Geesterduin.
Samenwerkingsverband van de gemeenten Velsen, Beverwijk, Heemskerk, Uitgeest en Castricum is gepromoveerd tot een officieel Gewest IJmond.
Aanleg fietspad naar Heemskerk in het verlengde van de Heemstederweg.
Opening winkel van de stichting Muttathara op de Castricummer Werf.
Mevrouw A. de Jong
Anneke de Jong heeft van 1986 tot 1994 de VVD vertegenwoordigd in de Castricumse gemeenteraad. Zij maakte deel uit van vrijwel alle raadscommissies. Als medewerkster van de nieuwe gemeente Bergen kan zij zich een goed beeld vormen van allerlei zaken rond een gemeentelijke fusie.
“Een fusie vergt buitengewoon veel van ambtenaren en bestuurders. De effecten zullen voor de inwoners vaak pas in een veel later stadium worden opgemerkt. Voordat de dienstverlening optimaal functioneert, gaat er namelijk toch wel enige tijd overheen.”
Ze is van mening dat aansluiting bij de regio ten noorden van Castricum een positief gevolg zal zijn van de fusie. Anneke de Jong vond het raadswerk vooral spannend en leerzaam. Na allerlei andere bestuurlijke activiteiten, waaronder het peuterspeelzaalwerk, wilde zij het ook wel eens aan de andere kant van de tafel proberen. In de aanloop naar het zich verkiesbaar stellen als gemeenteraadslid had zij grote waardering gekregen voor de toenmalige wethouder van onderwijs en welzijn mevrouw P. Scholtz. De kandidatuur van Anneke de Jong was ook een gevolg van haar activiteiten bij het
Jaarboek 35, pagina 28
schrijven van een Emancipatienota. De beste ervaringen had Anneke de Jong in de commissie onderwijs.
“Daar werd door de verschillende vertegenwoordigers van de politieke partijen buitengewoon goed samengewerkt ener zijn in die periode ook heel wat belangrijke besluiten genomen.”
Na acht jaar vond ze het genoeg en maakte zij plaats voor andere vertegenwoordigers uit de VVD.
Bij het afscheid van de raad in maart 1994. Van links naar rechts zittend: Jan Postma, Piet de Wolf, burgemeester Schouwenaar, gemeentesecretaris Herman Sterken, Theo Rouwhorst en Joop Zandbergen; staand: Ria Beens-Jansen, Jaap Mosk, Anneke de Jong, Julia Wennekes, Hans Beltman, Irene Bouman, Gerrit Branderhorst, Catharina Peperkamp, Fer Wilms, Hans van Schoor, Jan van Hemert, Cees de Ruijter en Alex van de Ven.
6. De raadsperiode van maart 1994 tot april 1998
(19 raadszetels)
De verkiezingen worden gehouden op 2 maart 1994. Aan de verkiezingen doen dezelfde partijen mee als bij de voorgaande verkiezingen. De zetelverdeling is als volgt: CA 7 zetels, het CDA, de PvdA en de VVD elk 3 zetels, D66 2 zetels en Groen Links haalt 1 zetel. Er worden 12.884 stemmen uitgebracht. De beëdiging van de raadsleden is op 21-3-1994.
Samenstelling gemeenteraad:
Burgemeester: Schouwenaar J.M. gedurende periode van 16-1-1986 tot 7-4-1998 Waal, C.J.D. gedurende periode van 8-4-1998 tot 31-12-2001
Raadsleden: Ruijter, C. de zetel a, CA, van 3-9-1974 tot 23-2-1995 Lute, A.A.M. zetel a, CA, van 30-3-1995 tot 20-6-1996 Duinmeijer-Beentjes, G.A.M. zetel a, CA, van 26-9-1996 tot 14-4-1998 Zandbergen, J.M. zetel b, CA, van 29-4-1986 tot 1-4-2000 Bouman, I.G. zetel c, CA, van 1-5-1990 tot 31-12-2001 Hemert, J.P. van zetel d, CA, van 1-5-1990 tot 14-4-1998 Ven, A.A. van de zetel e, CA, van 10-9-1992 tot 31-12-2001 Deen, A.C.M.T. zetel f, CA, van 21-3-1994 tot 14-4-1998 Weda, F.J.S. zetel g, CA, van 21-3-1994 tot 31-12-2001 Wolf, P.G.B. de zetel h, CDA, van 5-9-1978 tot 14-4-1998 Gosliga, IJ.J. van zetel i, CDA , van 21-3-1994 tot 31-12-2001 Staaij-Hogeling, A.M.A. van der zetel j, CDA, van 21-3-1994 tot 29-9-1994 Meppelink, J.D. zetel j, CDA, van 31-10-1994 tot 31-12-2001 Postma, J.M. zetel k, PvdA, van 7-9-1982 tot 14-4-1998 Meijer, E.F.G. zetel l, PvdA, van 21-3-1994 tot 31-12-2001 Visser, A.B. zetel m, PvdA, van 21-3-1994 tot 14-4-1998 Bijvoet-de Brouwers, M.E. zetel n, VVD, van 1-3-1994 tot 31-12-2001 Lamme, A.H. zetel o, VVD, van 21-3-1994 tot 31-12-2001 Tempelman, B.A. zetel p, VVD, van 21-3-1994 tot 14-4-1998 Rouwhorst, Th.A.J. zetel q, D66, van 7-9-1982 tot 14-4-1998 Schoor, H. van zetel r, D66, van1-5-1990 tot 31-12-2001 Beens-Jansen, M. zetel s, GL, van 1-5-1990 tot 14-4-1998
Jaarboek 35, pagina 29
Wethouders: De drie wethouders gedurende deze raadsperiode zijn J.P. van Hemert, J.M. Postma en A.H. Lamme.
Ontwikkelingen in deze raadsperiode
Nieuwbouw Jac.P. Thijsse College aan de Bloemen.
Opening milieu-natuurtuin ‘Tuin van Kapitein Rommel’.
Opening bezoekerscentrum ‘De Hoep’.
Aanleg van het natuur- en landschapspark ‘Hendriksveld’.
Bouw vlek E/F in uitbreidingsplan Albert’s Hoeve.
Opheffing van de Bethlehemparochie.
Instelling onderzoek mogelijke fusie Akersloot, Limmen en Castricum.
Bij het afscheid van de raad begin april 1998. Van links naar rechts zittend Joop Zandbergen, André Lamme, Jan van Hemert, Koos Schouwenaar, Herman Sterken, Jan Postma en Bert Meijer; staand Ben Tempelman, Bert Visser, Hans Meppelink, Marian Bijvoet-De Brouwers, Ymte van Gosliga, Ria Beens-Jansen, Fred Weda, Gerda Duinmeijer- Beentjes, Hans van Schoor, Alex van de Ven, Theo Rouwhorst, Piet de Wolf, Irene Bouman en Nettie Deen.
Burgemeesterswissel: vertrek Schouwenaar en komst
Waal
Na een periode van twaalf jaar neemt Koos Schouwenaar afscheid van Castricum. Hij is benoemd per 7 april 1998 tot burgemeester van Maarssen. Op 3 april 1998 is er een afscheidsreceptie in Geesterhage. Castricum neemt afscheid van een burgemeester die midden in de lokale samenleving stond en die de sportiefste burgemeester van ons land was. Koos Schouwenaar was meervoudig Nederlands kampioen wielrennen bij de burgemeesters.
C.J.D. Waal, burgemeester van 1998 tot 2002.
Met een mogelijke fusie van Castricum, Akersloot en Limmen in het vooruitzicht heeft het ambt van zijn opvolger een tijdelijk karakter en krijgt het predicaat waarnemend-burgemeester. In die functie wordt per 8 april 1998 benoemd de heer C.J.D. Waal.
Waal was tot die tijd in vele functies werkzaam: tien jaar als wethouder van Leiden, negen jaar burgemeester van Deventer, voorzitter van de Hogeschool Rotterdam en lid van Provinciale Staten van Zuid-Holland.
Als bestuurlijk zwaargewicht is Waal benoemd om het samenvoegingsproces in goede banen te leiden; hij is een fervent voorstander en een ambassadeur van de samenvoeging. Op 8 april 1998 wordt waarnemend burgemeester Waal door locoburgemeester J.P. van Hemert tijdens een buitengewone raadsvergadering geïnstalleerd.
Jaarboek 35, pagina 30
7. De raadsperiode van april 1998 tot januari 2002 (19 raadszetels)
De verkiezingen worden gehouden op 4 maart 1998. Aan de verkiezingen doen dezelfde partijen mee als bij de voorgaande verkiezingen. De zetelverdeling is als volgt: de VVD 5 zetels, CA 4 zetels, het CDA, GL en de PvdA elk 3 zetels en D66 haalt 1 zetel. Er worden 12.746 stemmen uitgebracht. De beëdiging van de raadsleden is op 14-4-1998.
Samenstelling gemeenteraad:
Burgemeester: Waal, C.J.D. gedurende periode van 8-4-1998 tot 31-12-2001
Raadsleden: Bijvoet-de Brouwers, M.E. zetel a, VVD, van 21-3-1994 tot 31-12-2001 Lamme, A.H. zetel b, VVD, van 21-3-1994 tot 31-12-2001 Portegies, C. zetel c, VVD, van 14-4-1998 tot 31-12-2001 Ruijmgaart, J.I. zetel d, VVD, van 14-4-1998 tot 31-12-2001 Willems, E.W. zetel e, VVD, van 14-4-1998 tot 27-10-1999 Holtslag, J. zetel e, VVD, van 25-11-1999 tot 31-12-2001 Zandbergen, J.M. zetel f, CA, van 29-4-1986 tot 10-4-2000 Voulon, P. zetel f, CA, van 27-4-2000 tot 31-12-2001 Bouman, I.G. zetel g, CA, van 1-5-1990 tot 31-12-2001 Ven, A.A. van de zetel h, CA, van10-9-1992 tot 31-12-2001 Weda, F.J.S. zetel i, CA, van 21-3-1994 tot 31-12-200131-12-2001 Gosliga, IJ.J. van zetel j, CDA, van 21-3-1994 tot Meppelink, J.D. zetel k, CDA, van 29-9-1994 tot 31-12-2001 Wilms, F.F.J. zetel l, CDA, van 1-5-1990 tot 31-12-2001 Cornel-Draijer, J.M. zetel m, GL, van 14-4-1998 tot 31-12-2001 Keijsper, V.P. zetel n, GL, van 14-4-1998 tot 29-11-1998 (overl.) Bijlenga, J. zetel n, GL, van 28-1-1999 tot 31-12-2001 Peperkamp, C.Q. zetel o, GL, van 14-4-1998 tot 31-12-2001 Meijer, E.F.G. zetel p, PvdA, van 21-3-1994 tot 31-12-2001 Gelderen, D. van zetel q, PvdA, van 14-4-1998 tot 31-12-2001 Hommes, J.M. zetel r, PvdA, van 14-4-1998 tot 31-12-2001 Schoor, H. van zetel s, D66, van 1-5-1990 tot 31-12-2001
Wethouders: De drie wethouders gedurende deze raadsperiode zijn A.H. Lamme, IJ.J. van Gosliga en E.F.G. Meijer.
Oktober 1999: Onthulling van het monument van de Slag bij Castricum.
Besluit door gemeenteraden tot samenvoeging van de gemeenten Akersloot, Limmen en Castricum per 1 januari 2002.
De heer J. Bijlinga
De raadswerkzaamheden van Jan Bijlenga strekken zich over een groot aantal jaren uit. Van 1978 tot 1982 vertegenwoordigde hij de PPR/PSP in de gemeenteraad en van 1982 maakte hij vier jaar lang deel uit van de PvdA/PPR-fractie. In 1999 kwam hij opnieuw in de gemeenteraad, toen als lid van de Groen Links-fractie.
Bijlenga vindt vooral het werk in de adviescommissies zeer aantrekkelijk. “Daar vindt vaak de echte discussie plaats. Allerlei verschillende standpunten komen hier samen: de contacten met de ambtenaren, de ontmoetingen met de inwoners. In de raad is het allemaal wat formeler en zijn de kaarten vaak al geschud.”
Jan Bijlenga is, zoals vele anderen, er eigenlijk een beetje ingerold. “Zonder enige kennis van zaken,” zoals hij zelf nadrukkelijk opmerkt. Dan moet er in de achter ons liggende jaren heel wat veranderd zijn, want het raadswerk van Bijlenga wordt volgens velen gekenmerkt door een grote dossierkennis en door een gedegen voorbereiding.
Hij is geen man die redeneert in hoogte- en dieptepunten. Toch denkt hij met genoegen aan twee zaken terug. In zijn eerste raadsperiode heeft hij zich verzet tegen de bouw van het ‘nieuwe’ gemeentehuis in Castricum. Nog steeds waardeert hij dat hij daarin ook de ruimte kreeg van andere fracties. Als lid van de PvdA/PPR-fractie heeft hij een
Jaarboek 35, pagina 31
initiatiefvoorstel ingediend over de medezeggenschapin het onderwijs.
De samenvoeging zelf acht Bijlenga een goede ontwikkeling. “Door het grotere draagvlak kan een duidelijk gebiedsgerichte aanpak plaats vinden, waardoor eventuele problemen ook beter beheersbaar worden.”
Het college in 2001. Van links naar rechts Ymte van Gosliga (wethouder), Herman Sterken (ex-gemeentesecretaris), Bert Meijer (wethouder), Cees Waal (burgemeester) en André Lamme (wethouder).
Gemeentebestuur in december 2001. Bijzondere raadsvergadering ter afsluiting van de huidige bestuursperiode en de huidige gemeente. Van links naar rechts zittend Ymte van Gosliga, André Lamme, Cees Waal, Niek Kaan en Bert Meijer; staand: Marian Bijvoet-De Brouwers, Hans van Schoor, John Hommes, Jan Bijlenga, Daphne van Gelderen, Hans Holtslag, Hans Meppelink, Fred Weda, Catharina Peperkamp, Fer Wilms, Inge Ruijmgaart, Janine Cornel-Draijer, Alex van de Ven, Christel Portegies, Piet Voulon en Irene Bouman.
Samenvatting periode 1974 tot 2002
In het onderstaande schema wordt het aantal raadszetels vermeld dat een politieke partij of combinatie van partijen bij elke verkiezingen heeft gehaald. Groepen of eenlingen die geen enkele zetel hebben behaald, worden niet genoemd.
Jaarboek 35, pagina 32
Verdeling van de raadszetels over de politieke partijen,
Slotopmerking
Het oude gemeentewapen.
Met de fusie van de gemeenten Castricum, Akersloot en Limmen per 1 januari 2002 wordt een periode van 190 jaar afgesloten, waarin de gemeente Castricum – behoudens minimale grenscorrecties – binnen dezelfde gemeentegrenzen heeft bestaan. Deze gemeentegrenzen werden per 1 januari 1812 gevormd na de fusie van de toenmalige gemeenten Bakkum en Castricum.
De samenvoeging in 2002 werd noodzakelijk geacht, omdat vooral de oorspronkelijke gemeenten Akersloot en Limmen te klein werden geacht om zelfstandig te blijven. Het in stand houden van een ambtenarenkorps om de benodigde diensten te kunnen aanbieden, is voor kleine gemeenten financieel niet meer op te brengen. Op de langere termijn zou dat ook voor Castricum kunnen gaan gelden.
Door de samenvoeging is een grote buffer ontstaan tussen kaasstad Alkmaar en staalstad IJmond. Laten we hopen dat daardoor ook voor de toekomst het behoud van dit groene middengebied gewaarborgd is.
Simon Zuurbier
Bronnen:
Archieven:
Regionaal Archief Alkmaar: archief gemeente Castricum 1812- 1992, burgerlijke stand en bevolkingsregisters gemeente Castricum
Bats-van Oort, Nora Aldegonda de, geboren Maastricht 16-8-1938, onderwijzeres, woonde Henri Dunantsingel 12 (1970), later Willem de Rijkelaan 6 (1974), gehuwd met Felix Th. de Bats, dochter van Theodorus A. van Oort en Helena J.L. Leenarts. Raadslid CCC van 1-9-1970 tot 3-9-1974 en CDA van 3-9-1974 tot 5-9-1978.
Beens-Jansen, Maria (Ria), geboren Amsterdam 26-5-1944, woont 1e Groenelaan 61. Van 1999-2005 prov. statenlid van N-H voor GL, wethouder van Beverwijk (2004-06) na 2006 waarnemend burgemeester van Wieringermeer, 2010 wethouder van Castricum, gehuwd met Jan Beens, dochter van Reint Jansen en Berendina Gosseling. Raadslid GL van 1-5-1990 tot 14-4-1998.
Beltman, Johan Derk (Hans), geboren Bussum 10-5-1934, economisch drs., woont Kamperfoelielaan 17, gehuwd met (1) Antje Roest Crollius (overleden 29-12-1997), (2) met Renée Katy Jeelof, zoon van Arend Johan Beltman en Jacoba Jannetje van Lonkhuijzen. Raadslid VVD van 3-9-1974 tot 29-1-1976, van 27-4-1978 tot 5-9-1978, van 25-11-1993 tot 21-3-1994.
Berkhout, Peter, geboren Wieringerwaard 3-3-1942, constructeur, bouwkundig adviseur (1986), woonde Dokter Melchiorlaan 10, in 1994 vertrokken naar Vlissingen, woont in Amsterdam, weduwnaar van Hendrika Johanna Penha, zoon van Pieter Rokus Berkhout en Lena Riede. Raadslid CDA van 5-9-1978 tot 21-9-1989.
Jaarboek 35, pagina 33
Boer, Gerrit de, geboren Hollum (Ameland) 1-5-1927, assistent accountant, woont Dag Hammerskjöldlaan 97, werd op 29-4-1997 onderscheiden als lid in de Orde van Oranje Nassau, overleden Castricum 22-11-2009, gehuwd met Johanna Magdalena Goede, zoon van Gerrit de Boer en Renske van der Laag. Raadslid CDA van 29-1-1976 tot 5-9-1978.
Bos-Mutsemaker, Cora Wilhelmina Helena Mary, geboren Amsterdam 19-5-1942, salarisadministratie Duin en Bosch, woonde Joos de Moorstraat 11, gehuwd geweest met PieterBos, dochter van Herman Jacob Mutsemaker en Maria de Vos. Raadslid VVD van 18-2-1985 tot 29-4-1986
Bouman, Irene Gerardina, geboren Medemblik 22-6-1950,onderwijzeres, woont Bakkummerstraat 52, gehuwd metJohannes Gijsbertus Krimp, dochter van Jan Bouman en AnnaRegina Vriesman. Raadslid CA van 1-5-1990 tot 31-12-2001.
Boxtel, Wouterus Cornelis Anna Maria van, geboren Tilburg 3-12-1918, wethouder en locoburgemeester van Breda, burgemeester van Castricum, woonde Stationsweg 13, later Dotterbloem 13, verhuist op 11 oktober 1977 naar Breda, aldaar overleden 18-11-1998, gehuwd met (1) Mathilda van Luijck, (2) Dina Maria Johanna ’t Sas, zoon van Vincentius J.L. van Boxtel en Adriana J. Heerkens. Burgemeester van 1-1-1969 tot 1-11-1977 (stopt in maart 1977, staat een aantal maanden op non-actief).
Branderhorst, Gerrit Victor, geboren ‘s-Hertogenbosch 21-5-1945, civiel ingenieur, woont Hendersonstraat 5, gehuwd met Isabelle Catharina Weststeijn, zoon van Cornelis Pieter Hendrik Branderhorst en Emma Cornelia van der Beek. Raadslid CDA van 29-4-1986 tot 21-3-1994.
Bijlenga, Jan, geboren Utrecht 11-2-1934, wetenschappelijk ambtenaar (bibliothecaris Universiteits-bibliotheek), woonde Prinses Margrietstraat 22, overleden Alkmaar 16-3-2007, gehuwd met Cornelia Theresia Helena Jeanne Aarts, zoon van Jacob Johannes Bijlenga en Geertje Jansen. Raadslid PPR/PSP van 5-9-1978 tot 7-9-1982; PvdA/PPR van 7-9-1982 tot 29-4-1986, GL van 28-1-1999 tot 31-12-2001.
Bijvoet-De Brouwers, Marianne Elisabeth (Marian), geboren Naarden 8-12-1943, opleiding aan de Zwitserse Hogere Hotelschool te Lausanne, woonde Duinpad 2 (1994), daarna Kinnehin 2 (1998), gehuwd geweest met Willem Frederik Bijvoet, dochter van Herman Thiemen Robert De Brouwers en Elisabeth Spijkstra. Raadslid VVD van 21-3-1994 tot 31-12-2001.
Cornel-Draijer, Janine Margarietha, geboren Eindhoven 30-5-1949, wetenschappelijk medewerkster, woont Dag Hammarskjöldlaan 39, gehuwd met Carel Wilhelm Cornel, dochter van Jannes Draijer en Tettje Margrieta Weeke. Raadslid GL van 14-4-1998 tot 31-12-2001.
Deen, Antoinetta Cornelia Maria Theresia (Nettie), geboren Castricum 9-12-1938, woont Prof van der Scheerlaan 80, gehuwd geweest met Cornelis Adrianus Bakker, dochter van Petrus Gerardus Deen en Johanna Cornelia Veldt. Raadslid CA van 21-3-1994 tot 14-4-1998.
Deetman, Arie, geboren Den Haag 16-12-1931, afdelings-directeur bij een bank, oprichter Rotary Castricum-Limmen, woonde Mendelsohnlaan 15, overleden Castricum 18-9-1980, gehuwd met Geertruida M.C. Helmers, zoon van Jan W. Deetman en Adriana F. Zevenbergen. Raadslid VVD van 19-11-1970 tot 27-4-1972; van 26-6-1976 tot 27-4-1978.
Dirkse, David, geboren Amsterdam 8-6-1917, technisch chemicus, woonde Helmkade 4, overleden Heemskerk 9-4-1995, gehuwd met Henriette Charlotte Boukamp, zoon van Eduard George Dirkse en Johanna Kuijken Raadslid PvdA/PPR van 7-9-1982 tot 28-3-1985.
Duinmeijer-Beentjes, Gerarda Anna Maria (Gerda), geboren Castricum 16-2-1952, woont Heereweg 47, gehuwd met Nicolaas Maria Duinmeijer, dochter van Gerardus Gijsbertus Beentjes en Annie Alida Brakenhoff. Raadslid CA van 26-9-1996 tot 14-4-1998.
Dijckhoff, Aloysius Maria Bernhard (Louk), geboren te ’s-Gravenhage 29-2-1940, reclame-adviseur, administrateur, woont Schelgeest 25, in 1980 vertrokken naar Terschelling, gehuwd met Johanna Geesje Tenhaeff, zoon van Aloysius Maria Bernard Dijckhoff en Maria Louise van Rijn. Raadslid VVD van 29-4-1976 tot 5-9-1978.
Emmaneel, François Marie Eduard (Frans), geboren Terneuzen 6-5-1932, docent, woonde Henri Dunantsingel 42, overleden Dijon 26-6-1999, gehuwd met Mathilde Josephine Debije, zoon van Johannes Franciscus Emmaneel en Jeannetta Virginie Marie van der Vlies. Raadslid VVD van 20-11-1980 tot 29-4-1986.
Galen, George Hendrikus van, geboren Utrecht 30-4-1950, wetenschappelijk medewerker, woont Nuhout van der Veenstraat 31, vanaf 1995 in Velsen, inmiddels overleden, gehuwd met Antoinette Seya Hoogstraten, zoon van Willem Frederik van Galen en Maria van Woudenberg. Raadslid D66 van 1-5-1990 tot 21-3-1994.
Gelderen, Daphne van, geboren Heemskerk 24-1-1970, studeerde Internationale betrekkingen (UvA), beleidsmedewerker Welzijn, woont Tulpenveld 158, gehuwd met Steven de Römph, dochter van Petrus Marinus van Gelderen en Julia Alida Agnes Wennekes (raadslid). Raadslid PvdA van 14-4-1998 tot 31-12-2001.
Gmelich Meijling, drs. Jan Christoffel, geboren te Heemstede 4-2-1936, was marineofficier vanaf 1960, wethouder in Oegstgeest, woonde Händelstraat 24, werd in juni 1985 burgemeester van Den Helder en in 1994 staatssecretaris van Defensie, overleden Wassenaar 2-6-2012, gehuwd met Anne Marie Siemens, zoon van Christoffel Willem Gmelch Meijling en Emma Rensia Huizinga. Burgemeester van 17-4-1978 tot 31-5-1985.
Gosliga, IJmte Jouke van, geboren Amsterdam 3-3-1944, directeur scholengemeenschap voortgezet onderwijs, woont Rooseveltlaan 14 (1994), Juliana van Stolbergstraat 29 (1998), gehuwd met Jannetje Anna Filius, zoon van Jouke van Gosliga en Anna Eijsenga. Raadslid CDA van 21-3-1994 tot 31-12-2001, wethouder van 14-4-1998 tot 31-12-2001.
Graaf, Hendrikus Jacobus Cornelis de (Henk), geboren Castricum 15-3-1946, loodgieter, woonde Pirola 20, later Leo Toepoelstraat, nu Cieweg 60, gehuwd met Anne Maria Peeters, zoon van Engelbertus de Graaf en Alida Johanna Visser. Raadslid PvdA van 5-9-1978 tot 30-8-1979.
Gramberg-Huijbrechtse, Jacoba Margaretha (Gré), geboren Amsterdam 6-3-1923, kinderverzorgster, woont Anna van Burenstraat 7, gehuwd met Frederik Karel Gramberg, dochter van Franciscus J. Huijbrechtse en Maria E. Mossel. Raadslid VVD van 25-1-1973 tot 25-3-1976.
Groot-Kruidenberg, Cornelia Alida Maria (Corry), geboren Zaandam 15-5-1947, medisch analiste, woonde Monetastraat 13, , nu Laan van Albert’s Hoeve, gehuwd met Johannes Gerbrandus Groot, dochter van Gerardus Johannes Kruidenberg en Jacoba Sophia Lange. Raadslid CDA van 29-4-1986 tot 1-9-1992.
Jaarboek 35, pagina 34
Heerschop Anthonius Johannes Petrus (Ton), geboren te Haarlem 7-1-1939, medewerker SFB; documentalist, woonde Kamperfoelielaan 1, vanaf 1988 in Haarlem, aldaar overleden 6-10-1990, partner van Hendrik van der Velde (wethouder), zoon van Anthonius Johannes Petrus Heerschop en Maria Fokkelina Christina Suurendonk. Raadslid VVD van 3-9-1974 tot 30-3-1978.
Hemert, Jan Petrus, geboren Amsterdam 26-2-1928, leraar geschiedenis op Atheneum, voorzitter VVV Castricum-Bakkum, ridder in de Orde van Oranje Nassau, woonde Kemphaan 9, overleden Uitgeest 14-7-2011, gehuwd met Geeske Rosina de Vries, zoon van Martinus C. van Hemert en Sybilla Eusman. Raadslid D66 van 1-9-1970 tot 3-9-1974; CA van 1-5-1990 tot 14-4-1998; wethouder van 14-2-1972 tot 3-9-1974 en van 21-3-1994 tot 14-4-1998.
Hilarius, Jan, geboren Amsterdam 13-2-1932, hoofd personeel en organisatie Openbare Werken Haarlem, woonde Rossinistraat 10 (1975), Geelvinckstraat 76 (1978), overleden Alkmaar 5-8-2012, gehuwd met Jacoba Elisabeth den Hoed, zoon van: Jan Hilarius en Wilhelmina Hardijzer. Raadslid PvdA-PPR-D66-PSP van 24-4-1975 tot 5-9-1978; PvdA van 5-9-1978 tot 29-3-1979.
Hoeven, Christiaan (Chris) van der, geboren Rotterdam 10-6-1944, ambtenaar secretarie gemeente Beverwijk, voorzitter stichting kunstzinnige vorming, vanaf 1-8-1982 inspraakbegeleider gemeente Alkmaar, woonde Deurganck 25, vanaf 1988 in Alkmaar, gehuwd geweest met Sonja Ingrid de Jong, zoon van: Willem van der Hoeven en Alida Hendrika Motz. Raadslid PvdA/PPR; wethouder van 7-9-1982 tot 29-4-1986.
Holtslag, Johan (Hans), geboren Brummen 30-5-1943, hoofdleider van een koloniehuis in Julianadorp, in 1990 voorzitter Emergo, woont Prinses Beatrixstraat 31, gehuwd met Neeltje Adriana Anna Fokker, zoon van Steven Holtslag en Hendrina Johanna Schut. Raadslid VVD van 25-11-1999 tot 31-12-2001.
Hommes, mr. Johannes Gerbrandus (John), geboren Castricum 16-12-1953, woont Tulpenveld 212, belastinginspecteur, gehuwd met Andrea Zwart, zoon van Johan Hommes en Wilhelmina Lute. Raadslid PvdA van 14-4-1998 tot 31-12-2001.
Janmaat, Hans, geboren Amsterdam 3-7-1921, technisch hoofdambtenaar Dienst Volkshuisvesting Amsterdam, woonde Willem de Zwijgerlaan 78, overleden Castricum 25-1-1994, gehuwd met Jeltje Bootsma, zoon van Gerardus Janmaat en Anna Henriëtta Grommé. Raadslid PvdA-PPR-D66-PSP van 3-9-1974 tot 27-3-1975 (om gezondheidsredenen); van 28-10-1976 tot 5-9-1978.
Janzen, Petrus Franciscus (Piet), geboren Heemstede 12-3-1915, chef wasserij op Duin en Bosch, ontving koninklijke onderscheiding, woonde Duinenbosch 12 (1961),Bakkummerstraat 45, overleden Amsterdam 23-2-1983, gehuwd met (1) Maria van Egmond, (2) Anna M. Borst, zoon van Leonardus P. Janzen en Johanna van der Linden. Raadslid KVP van 15-9-1961 tot 4-9-1962; lijst Janzen (de R.K. Vrije Groepering) van 4-9-1962 tot 6-9-1966, KVP van 6-9-1966 tot 1-9-1970; PB70-74 van 1-9-1970 tot 3-9-1974; SPC van 3-9-1974 tot 5-9-1978 en CDA van 5-9-1978 tot 29-4-1981; wethouder van 5-9-1978 tot 27-5-1981.
Jong, Annigje de (Anneke), geboren Krimpen aan de Lek 13-9-1939, secretaresse, woonde Piet Heinlaan 71, eerder gehuwd met Peter Hartgens, dochter van Arie de Jong en Jannigje Huijzer. Raadslid VVD van 29-4-1986 tot 21-3-1994.
Kaper, Dirk, geboren Zaandam 3-5-1908, hoofd Bouwkundige Dienst van Duin en Bosch, architect, voorzitter woningbouwvereniging, woonde Schelgeest 43 (1962), Sans Souci (van 1980), overleden Alkmaar 17-5-1990, gehuwd met Grietje Hoogendijk, zoon van Muus Kaper en Jannetje Kleijne. Raadslid PCC van 4-9-1962 tot 1-9-1970 en CDA van 3-9-1974 tot 5-9-1978.
Keijsper, Volkert Petrus, geboren Blokker 18-6-1960, ontwikkelingswerker, voorzitter van de wereldwinkel, woonde Ruiterweg 45, ongehuwd overleden Zeewolde 29-11-1998, zoon van Johannes Jozef Keijsper en Martha Elisabeth Paulina Roobeek. Raadslid GL van 14-4-1998 tot 29-11-1998 (overleden).
Koppenberg, Rudolf (Ruud), geboren Amsterdam 22-4-1936, hoofd secretarie-afdeling gemeente Haarlem, woonde aan De Bloemen 36, vanaf 1983 in Voorschoten, gehuwd met Maria Erna Bekker, zoon van Willem Cornelis Koppenberg en Jansje Mathilde Helsloot. Raadslid VVD van 5-9-1978 tot 28-4-1983 (wegens benoeming tot directeur financiën in Den Haag).
Kortbeek-Buur, Hanneke Elsje Mary, geboren Soerabaja 29-9-1940, secretaresse, woonde Jan van Galenlaan 29, gehuwd met Andras Guus Theodorus Kortbeek, dochter van Arie Buur en Elsje Terlaak. Raadslid D66 van 25-3-1982 tot 7-9-1982.
Korthouwer, Johannes Theodorus (Jan), geboren Heiloo 11-9-1941, leraar rooms-katholieke mavo Heerhugowaard en directeur Middenstandsschool Castricum, woonde Braveld 33, nu Hyacintenveld 23, gehuwd met Anna Maria Christian Ernst, zoon van Hendrikus Korthouwer en Anna Johanna de Roode. Raadslid VVD van 7-9-1982 tot 29-4-1986.
Krouwel, Gerrit, geboren Utrecht 5-7-1952, technisch hoofdambtenaar gemeente Amsterdam, woont Bloemgaarde 48, gehuwd met Johanna Maria van Dijck, zoon van Elbert Johannes Krouwel en Aaltje Jansje Oosterbroek. Raadslid VVD van 29-4-1986 tot 21-3-1994 (treedt tussentijds uit de VVD en blijft zijn zetel bezetten).
Lamme, Andreas Hendrik (André), geboren Amsterdam 8-6-1935, werkte als EDP-Auditor voor RCZ NV in Wormer, ontving koninklijke onderscheiding, woont Willem de Rijkelaan 4, gehuwd met Nelly Vermeulen, zoon van Dirk Andreas Lamme en Catharina Jacoba Helms. Raadslid VVD en wethouder van 21-3-1994 tot 31-12-2001.
Leijgraaff, Johannes Hermanus Albertus (Joop), geboren Amsterdam 14-5-1939, assistent accountant, woonde Kastanjelaan 35, later Vondelstraat, CF Smeetslaan en Cieweg, gehuwd met Maria Jacoba Sophia Niessen, zoon van Theodorus Albertus Leijgraaff en Ludwina Geertruida Maria ten Thij. Raadslid PvdA-PPR-D66-PSP van 3-9-1974 tot 5-9-1978.
Lute, Alfonsius Adrianus Maria (Fons), geboren Castricum 7-12-1956, verkoopleiding en marketing van industriële producten, afdelingsdirecteur beleggingsinstelling, woont Brederodestraat 8, gehuwd met Lucia Maria Paula Janssen, zoon van Johannes Lute en Johanna Maria Dix. Raadslid CA van 30-3-1995 tot 20-6-1996.
Jaarboek 35, pagina 35
Martens, Adriaan Johan (Aad), geboren Venray 26-9-1938, gemeenteambtenaar van Alkmaar, woonde Dorpsstraat 106 (1970), Nachtegaal 11 (1982), gehuwd met Klasina Bouwman, zoon van Wilhelmus H. Martens en Geertruida M. de Ruyter. Raadslid CCC van 19-11-1970 tot 3-9-1974; CDA van 27-5- 1981 tot 1-5-1990; wethouder van 26-3-1987 tot 1-5-1990.
Meppelink, Johannes Diederik (Hans), geboren Barendrecht 22-9-1931, commercieel medewerker, voorzitter van de Raad van kerken, van het bestuur van De Kern, van de Seniorenraad en Volggroep Soc. Vernieuwing, woont Rooseveltlaan12, gehuwd met Cornelia Maria de Klerk, zoon van: Dirk Meppelink en Johanna Cornelia van Oortmerssen. Raadslid CDA van 31-10-1994 tot 31-12-2001.
Meijer, Egbert Franciscus Geerdinus (Bert), geboren Made en Drimmelen 1-5-1952, directeur basisschool Augustinus, woont Rossinistraat 9, Bloemgaarde 66 (2006), gehuwd met Petronella Maria Anna Koreman, zoon van Jakob Meijer en Helena Ludovica Francisca Hagenaars. Raadslid PvdA van 21-3-1994 tot 31-12-2001; wethouder van 14-4-1998 tot 31-12-2001.
Mooijman, Alfons Julian Saïdjah (Fons), geboren Haarlem 24-8-1926, arbeidsdeskundige, woonde Jan van Brakellaan21, overleden Castricum 11-10-2011, gehuwd met Louisa C. Rodenburg (raadslid van 1979-1982), zoon van Jan Mooijman en Petronella van Oosterhout. Raadslid PvdA van 1-9-1970 tot 30-9-1971; van 3-9-1974 tot 5-9-1978.
Mooijman-Rodenburg, Louisa Catharina (Loes), geboren Enkhuizen 16-9-1928, muziekdocente, woont Jan van Brakellaan 21, gehuwd met Alfons J.S. Mooijman (raadslid), dochter van Petrus Rodenburg en Louisa Kistemaker. Raadslid PvdA van 26-4-1979 tot 7-9-1982.
Mosk, Jacob Arie (Jaap), geboren Oudkarspel 18-4-1941, wetenschappelijk ambtenaar ministerie WVC, werkt bij centrale laboratorium voor onderzoek van voorwerpen van kunst en wetenschap (Amsterdam), 2001 voorzitter Stichting Castricums Monument (2001), woonde Laanacker 20 (1982, 86), nu Stetweg 9, gehuwd met: Laura Henny Stoets, zoon van Arie Mosk en Anna Alida Kapitein. Raadslid PvdA/PPR van 7-9-1982 tot 1-5-1990; PvdA van 1-5- 1990 tot 21-3-1994.
Mostert, Arend, geboren Bergschenhoek 7-3-1929, calculator; budget administrateur, woonde Jan van Galenlaan 19, overleden Castricum 4-8-1991, gehuwd met Margaretha Cornelia van der Wulp, zoon van Nicolaas Maarten Mostert en Maria Schipper. Raadslid PvdA van 27-9-1979 tot 7-9-1982.
Neure, Aart van, geboren Zaandam 22-8-1918, fineerder, kantoorbediende, werkvoorbereider, woonde Bizetstraat 1, Castricum 26-9-2000, gehuwd met Margaretha Maria Strop, zoon van Klaas van Neure en Maartje de Vries. Raadslid PvdA/PPR van 25-4-1985 tot 29-4-1986.
Noort, Cornelis van (Cees), geboren Rotterdam 8-6-1929, salarisadministrateur, woonde Korte Cieweg 40, later De Loet 22, overleden Castricum 31-3-1997, gehuwd met Willempje Catharina van Dooren, zoon van Gerrit van Noort en Anna Sikma. Raadslid CDA van 3-9-1974 tot 7-9-1982.
Not, Gonzales Marcus van, geboren Amsterdam 30-6-1927, employé BPM, woont Petronella Voutestraat 22, gehuwd met geweest met Elmy Constance Colthoff, zoon van Maria van Not. Raadslid VVD van 26-5-1983 tot 29-3-1984.
Peperkamp, Catharina Qunera, geboren Castricum 11-2-1951, docent organisatiekunde en management aan Hogeschool in Haarlem (2002), woont Dotterbloem 13, gehuwd met Herman Aart Waterman, dochter van Franciscus Josephus Peperkamp en Cornelia Maria Nijssen. Raadslid GL van 1-5-1990 tot 21-3-1994, van 14-4-1998 tot 31-12-2001.
Poeze, dr. Harry Albert, geboren Loppersum 20-10-1947, politicoloog, woonde W. de Zwijgerlaan 64 (1978), nu Stetweg 21, gehuwd met Hinderkien Huisman, zoon van Eeltje Poeze en Antje Reuvers. Raadslid PvdA van 28-10-1971 tot 7-9-1982; wethouder van 3-9-1974 tot 5-9-1978.
Portegies, drs. Christel, geboren Heemskerk 7-4-1971, kunsthistoricus, woont Ch. van Pallandtlaan 8, samenwonend met Antony van Zanten, dochter van Pieter Maria Portegies en Adriana Geertruida Maria Jonkers. Raadslid VVD van 14-4-1998 tot 31-12-2001.
Postelmans-Blankemeijer, Mary Jane (Jane), geboren Den Haag 16-9-1930, secretaresse, voorzitter Stichting Zorgcentrum Castricum (1999), ontving in 1994 een koninklijke en in 2005 een gemeentelijke onderscheiding, woont Jan van Galenlaan 15, overleden Alkmaar 20-5-2008, gehuwd met Pieter Nicolaas Postelmans, dochter van Dirk Nicolaas Blankemeijer en Severine Silvine Poublon. Raadslid VVD van 26-2-1976 tot 31-1-1985; van 29-4-1986 tot 8-11-1993; wethouder van 20-11-1980 tot 22-11-1984.
Postma, Johannes Machiel (Jan), geboren Uitgeest 17-12-1950, docent onderwijskunde, ambtenaar ministerie Onderwijs & Wetenschappen, bestuurslid en adviseur van de Hogeschool Alkmaar, medewerker KPMG, in 1998 directeur Onderwijsbegeleidingsdienst Haarlem en omstreken, woonde Prinses Beatrixstraat 25, nu Prins Willem Alexandersingel 14, gehuwd met Maria van Wordragen, zoon van Bartele Postma en Johanna Eva Engelina Houben. Raadslid PvdA/PPR van 7-9-1982 tot 1-5-1990; PvdA van 1-5-1990 tot 14-4-1998; wethouder van 29-4-1986 tot 14-4-1998.
Rieke, Roelof (Roel), geboren Wormerveer 29-9-1933, directeur technisch bureau, voorzitter VVV (1994), ontving in 2007 een koninklijke onderscheiding, woont Duindoornlaan 5, gehuwd met Barbara Elizabeth Gerardina Leguijt, zoon van: Hendrik Rieke en Hillegonda Hendrika Gerding. Raadslid CDA van 5-9-1978 tot 7-9-1982; van 26-3-1987 tot 1-5-1990.
Rinkel, Theodorus Simon (Dick), geboren Hoogwoud 7-2-1934, ambtenaar gemeente Zaanstad, woont Molenweide 50, gehuwd met Catharina Maria Kooter, zoon van Dirk Rinkel en Christina Maria Bakker. Raadslid VVD van 28-2-1980 tot 29-5-1986, wethouder van 18-2-1985 tot 29-4-1986.
Ritzer, drs. Vincentius Gerardus Nicolaas, geboren Utrecht 10-1-1944, gemeente ambtenaar, woonde Oranjelaan 39, gehuwd met Maria Magdalena Adriana Al, zoon van Johannes Marinus Ritzer en Bertha van Boom. Raadslid D66 van 5-9-1978 tot 25-2-1982. Ontslag in verband met benoeming tot burgemeester van gemeente Onderbanken in Zuid-Limburg.
Roos, drs. Charles Hendrikus, geboren Amsterdam 12-9-1933, wetenschappelijk ambtenaar bij de Provinciale Planologische Dienst, woonde Cieweg 49, later Molenweide 1, gehuwd met Christina Maria Oprel, zoon van Charles Martinus Roos en Hendrika van Elst. Raadslid VVD en wethouder van 5-9-1978 tot 30-10-1980.
Jaarboek 35, pagina 36
Rouwhorst, Theodorus Antonius Jacobus (Theo), geboren Amsterdam 14-2-1944, plaatsvervangend hoofd van Bureau Monumentenzorg Amsterdam, woont La Fontainestraat 6, gehuwd met Augusta Hendrika Gerritsma, zoon van Antonius Matheus Gerardus Rouwhorst en Anna Maria Tromp. Raadslid D66 van 7-9-1982 tot 14-4-1998, wethouder van 1-5-1990 tot 21-3-1994.
Ruijmgaart, Julia Inge (Inge), geboren Terborg (Gelderland) 6-7-1957, heeft kapsalon Inge’s Hairshop, woont Bakkummerstraat 110, gehuwd met Stephanus Martinus Middelhoff, dochter van: Gerhard Everardus Ruijmgaart en Cornelia Alida Maria Worst. Raadslid VVD van 14-4-1998 tot 31-12-2001.
Ruijter, Cornelis de (Cees), geboren Castricum 14-11-1938, woonde Het Wamellant 17, inkoper woningtextiel, woninginrichter, voorzitter KVP, afdeling Castricum van 1970-1974, in 1986 medeoprichter van politieke partij Castricum Actief. Speaker bij vele sportevenementen, braderieën. Start in 1989 samen met zijn broer een regiokrant ‘De Castricummer Uw Regiokrant’. Ontving in 1995 een koninklijke onderscheiding, gehuwd met Helena Jacoba Tuijnman, zoon van Qurinus de Ruijter en Catharina Brandjes. Raadslid CDA van 3-9-1974 tot 29-4-1986; CA van 29-4-1986 tot 23-2-1995.
Scholtz-Brand, Paulina (Paula), geboren Zaandam 5-5-1924, kantoorbediende verffabriek, woonde Koningin Wilhelminalaan 25, overleden Egmond aan Zee 27-6-2012, gehuwd met Johan Scholtz, dochter van Louis Albert Branden Hendrika Jansen. Raadslid PvdA-PPR-D66-PSP van 3-9-1974 tot 5-9-1978; PvdA van 5-9-1978 tot 7-9-1982; wethouder van 28-10-1976 tot 1-6-1979.
Schoor, Hans van, geboren Nieuwer Amstel 14-9-1949, HTS-elektrotechniek, bedrijfsleider van een schoonmaakbedrijf, woont Dr. Jacobilaan 6b, gehuwd met Theodora Maria Piek, zoon van Johannes van Schoor en Catharina Beck. Raadslid D66 van 1-5-1990 tot 31-12-2001.
Schouwenaar, mr. Jacobus Marinus (Koos), geboren Rotterdam 13-5-1947, 12 jaar bij de marine, 3 jaar ambtenaar in Tubbergen, burgemeester van Venhuizen (1979-1986), woonde Orchideelaan 1. Wordt per 7-4-1998 burgemeester van Maarssen, nadien burgemeester van Middelburg (Z) tot zijn pensionering per 1-5-2012. Meervoudig Nederlands kampioen wielrennen bij de burgemeesters, gehuwd geweest met Margaretha Elisabeth van Douwe, zoon van Arie Jan Schouwenaar en Johanna Frederika Franssen. Burgemeester van 16-1-1986 tot 7-4-1998.
Schwartz, Hans Hendricus (Hans), geboren Amsterdam 30-5-1944, directeur openbare basisschool, gemeente voorlichter, woonde Marshallstraat 34, nu IJmuiden, gehuwd met Gonda Marion van der Hout, zoon van Marinus Wilhelm Schwarz en Anna Weidman. Raadslid PvdA/PPR van 7-9-1982 tot 1-5-1990.
Slijkhuis, ir. Gerrit Jan, geboren Apeldoorn 21-9-1924, ingenieur, woont Orchideelaan 4, overleden Castricum 21-5-2009, gehuwd met Margaretha Elisabeth van der Harst, zoon van Gerrit Jan Slijkhuis en Geertrui Zwiers. Raadslid VVD van 5-9-1978 tot 31-1-1980, van 29-4-1986 tot 1-5-1990.
Slot-Abeling, Clara Antonia Margaretha (Clarien), geboren Enschede 5-10-1953, lerares, woont Bloemgaarde 11, gehuwd met Bernardus Johannes Slot, dochter van Blasius Johannes Abeling en Elisabeth Antonia Bröker. Raadslid CDA van 1-5-1990 tot 26-8-1991.
Sluis-Brouwer, Helena Cornelia Johanna van der, geboren Oosterland 4-8-1933, directrice huishoudschool, woont Willem de Zwijgerlaan 16, gehuwd met Benjamin van der Sluis, dochter van Jacob Jacobus Gerard Brouwer en Adriaantje van Hoeve. Raadslid PvdA/PPR van 29-4-1986 tot 1-5-1990.
Staaij-Hogeling, mr. drs. Anna Maria Aleida van der (Annet), geboren Weststellingwerf 16-7-1963, juridisch bestuurlijk medewerker bij Rijkswaterstaat in Haarlem, in 1994 bij Ministerie van Verkeer en Waterstaat in Den Haag; juriste bij de rechtswinkel in Castricum, woonde Laan van Albert’s Hoeve 194, gehuwd met Robert Johannes van der Staaij, dochter van Johannes Hendrikus Hogeling en Margaretha Angela Feringa. Raadslid CDA van 21-3-1994 tot 30-9-1994.
Stam, drs. Lambertus Willem (Bert), geboren Koog aan de Zaan 6-5-1938, leraar, woonde Laanacker 16, vertrokken op 9-12-1976 naar Wieringen, achtereenvolgens burgemeester van Wieringen, Schagen en Vlaardingen, overleden Vlaardingen 11-9-2010, gehuwd met Wijnanda R.W.L. van den Brink, zoon van Dirk Stam en Antje Kraaij. Raadslid PvdA van 1-9-1970 tot 16-10-1976; wethouder, locburgemeester van 3-9-1974 tot 16-10-1976.
Stevens, Jannes (Jo), geboren Gramsbergen 23-2-1918, ondernemer, woont J. van Heemskerklaan 16, gehuwd met Elsje Spijkerman, zoon van Hendrik Stevens en Trijntje Voerman. Raadslid VVD van 7-9-1982 tot 29-4-1986.
Tempelman, Bernardus Antoni (Ben), geboren Deventer 5-5- 1934, assistent accountant; vertegenwoordiger, woont Van Haerlemlaan 34, gehuwd met Christina Johanna Maria Stut, zoon van Johannes Antonius Tempelman en Wilhelmina Elizabeth Kerkhoff. Raadslid VVD van 12-4-1994 tot 14-4-1998.
Velde, ir. Hendrik van der (Henk), geboren Oosterhesselen 19-9-1924, directeur HTS te Haarlem, woonde Kamperfoelielaan 1, overleden Beverwijk 21-4-1982, partner Anthonius J.P. Heerschop (raadslid), zoon van Louw Hendrik van der Velde en Aafke Zijlstra. Raadslid VVD en wethouder van 3-9-1974 tot 5-9-1978 (vanaf 30-3-1978 onafhankelijk wethouder).
Veldt, Hermanus Johannes (Herman), geboren Castricum 11-7-1935, bloembollenkweker, veehouder, woont Brakersweg 24, gehuwd met Divera Cornelia Maria Ligthart, zoon van Nicolaas Veldt (wethouder) en Johanna Jacoba Neelissen. Raadslid CDA van 5-9-1978 tot 29-4-1986.
Ven, Alexander Antonius van de (Alex), geboren Castricum 6-11-1957, vervangend hoofd Bouw- en Woningtoezicht, gemeente Haarlemmermeer, woont Torenstraat 35, gehuwd met Catharina Elisabeth van de Bult, zoon van Andreas Antonius van de Ven en Anna Maria Afra Portegies. Raadslid CDA van 10-9-1992 tot 22-12-1993 (uitgetreden uit het CDA), CA van 21-3-1994 tot 31-12-2001.
Visser, Albertus Barend (Bert), geboren Haamstede 29-12-1955, beleidsadviseur provincie Zuid-Holland., ambtenaar (gemeente Castricum), nu locogriffier bij de gemeente Purmerend, woont Koekoeksbloem 23, gehuwd met Margaretha Christina Johanna van Amerongen, zoon van Albertus Pieter Visser en Jannetje Adriaantje Kramer. Raadslid PvdA van 21-3-1994 tot 14-4-1998.
Jaarboek 35, pagina 37
Voulon, Pieter (Piet), geboren Zweeloo 4-4-1943, jurist bij de gemeente Zaanstad, woonde Ruiterweg 61, gehuwd met Annechien Weering, zoon van Eduard Voulon en Trijntje Jacoba Swart. Raadslid CA van 27-4-2000 tot 31-12-2001.
Waal, mr. Cornelis Jan Dirk (Cees), geboren Soest 15-9-1943, wethouder van Leiden (1974-84), burgemeester van Deventer (1984-93), voorzitter van de Hogeschool Rotterdam (1993-96), lid van Provinciale Staten van Zuid-Holland en lid van de Commissie voor bezwaarschriften van OC en W (1998), officier in de Orde van Oranje Nassau, ereburger van Leiden en Deventer, woonde C.F. Smeetslaan 111, overleden Leiden 11-7-2011, weduwnaar van Iris Schuddebeurs, relatie met Evelyne Verheggen. Burgemeester van 8-4-1998 tot 31-12-2001.
Wagenaar-Maan Voogd Bergwerf, Petronella (Nel), geboren Vlaardingen 11-1-1932, woonde Kleibroek 56 (1970), Händelstraat 18 (1984), Burgemeester Nieuwenhuijsenstraat 43 Limmen; overleden Limmen 23-9-1999, gehuwd met Bernard W. Wagenaar, dochter van Alewijn Maan Voogd Bergwerf en Maartje S.Schouten. Raadslid VVD van 1-9-1970 tot 25-5-1976; van 26-4-1984 tot 29-4-1986; van 26-6-1986 tot 1-5-1990; wethouder van 1-9-1970 tot 3-9-1974.
Weda, Frederikus Johannes Stephanus (Fred), geboren Castricum 26-12-1949, medewerker bij Gasbedrijf Midden-Kennemerland, woont Tulpenveld 218, gehuwd met Geertruida Janneke de Wal, zoon van Albertus Johannes Weda en Alida Maria Res. Raadslid CA van 21-3-1994 tot 31-12-2001.
Wennekes, Julia Alida Agnes, geboren Langbroek 11-5-1946, kleuterleidster; beroepskracht gemeenschapsraad, woont Oranjelaan 31, gehuwd met Petrus Marinus van Gelderen, dochter van Lambertus Anthonius Wennekes en Julia Alida Agnes. Raadslid PvdA/PPR van 29-4-1986 tot 1-5-1990; PvdA van 1-5-1990 tot 21-3-1994.
Wentink-Klinkenberg, Margaretha Maartje (Greet), geboren Westzaan 23-5-1944, kantoorbediende, woont Duyncroft 8, gehuwd met Pieter Wentink, dochter van Adriaan Dirk Jan Klinkenberg en Margaretha Johanna Veronika Zaaijer. Raadslid D66 van 5-9-1978 tot 25-6-1982.
Willems, Eelco Walraven (Eelco), geboren Amsterdam 24-3-1961, makelaar in onroerend goed, woonde Belle van Zuylenlaan 14, gehuwd met Theodora Elisabeth Maria van Zandbergen, zoon van Jacob Willems en Johanna Alida Tijssen. Raadslid VVD van 14-4-1998 tot 27-10-1999.
Wilms, Ferdinand Frans Joseph (Fer), geboren Amsterdam 19-2-1949, zelfstandig ondernemer, woont Alkmaarderstraatweg 60, gehuwd met Catharina Cornelia Afra Maria Castricum, zoon van Joseph Frans Wilms en Maria Catharina van den Broek. Raadslid CDA van 23-10-1989 tot 1-5-1990; van 19-9-1991 tot 21-3-1994, van 14-4-1998 tot 31-12-2001.
Wit, Adrianus Johannes Maria de (Aad), geboren Castricum 30-4-1946, opbouwwerker, woonde aan de Mient 41, later Ganzerik en van Renesselaan, gehuwd met Elisabeth Margaretha Alida Hendrikse, zoon van Adrianus de Wit en Catharina Margaretha Maria Lute. Raadslid PvdA-PPR-D66-PSP van 3-9-1974 tot 5-9-1978.
Wokke, Hendrik Pancratius (Henk), geboren Castricum 12-5-1935, kruidenier, ondernemer, voorzitter VVV, voorzitter Rabobank, voorzitter stichtingsbestuur zwembad, ereburger van Castricum, woonde Bakkummerstraat 50, later Bloemgaarde 33, werd per 1-3-1987 burgemeester van Marken, en per 16-12-1990 burgemeester van Wervershoof, gehuwd met Maria Johanna Hes, zoon van Johannes Wokke en Anna Tromp. Raadslid CCC van 1-9-1970 tot 3-9-1974; CDA van 3-9-1974 tot 26-2-1987; wethouder van 3-9-1974 tot 26-3-1987.
Wolf, Petrus Gerhardus Bernardus de (Piet), geboren Amsterdam 21-6-1939, leraar geschiedenis, woont Arnoldsonstraat 4, gehuwd met Margaretha Maria Theodora de Meij, zoon van Gerhardus Bernardus de Wolf en Adriana Constantia Welbergen. Raadslid CDA van 5-9-1978 tot 14-4-1998; wethouder van 25-3-1982 tot 7-9-1982 en van 1-5-1990 tot 21-3-1994.
Zandbergen, Johannes Mattheus (Joop), geboren Castricum 19-7-1945, kapper, verkoper, woont Scheerling 25, gehuwd met Christina Cornelia Maria Baltus, zoon van Johannes Mattheus Zandbergen en Wilhelmina Schouten. Raadslid CA van 29-4-1986 tot 10-4-2000. Enkele dagen na de verkiezingen in 1998 breekt Zandbergen met CA en start een eigen partij.
Verschenen jaarboekartikelen over het gemeentebestuur:
De eerste vermelding van de naam Castricum. Gedateerd tussen 500-900. Collectie Oud-Castricum. Toegevoegd.
Voor de naam Castricum is nog geen waterdichte verklaring gevonden. Meerderen hebben zich reeds eerder met dit onderwerp bezig gehouden. Een geheel nieuwe invalshoek is de oorsprong te zoeken in de Moezelstreek, waar de patroonheilige Castor werd geëerd in een periode dat er connecties waren van deze streek met Kennemerland. De parochiekerk in Castricum zou gesticht zijn door de landheer Karel Martel, die vanuit zijn thuisland ‘de Moezelstreek’ een van zijn trouwe mannen met dit kerkelijk bezit heeft beloond. In deze gedachtegang is de oorspronkelijke naam Castorheem geëvolueerd tot Castricum.
Verschillende verklaringen voor de naam Castricum
Voor velen doet de naam Castricum wat mysterieus en Latijns aan. Leden van de Werkgroep Oud-Castricum hebben zich bij tijd en wijle bezig gehouden met de naam van het dorp. Van Deelen (1) citeert L. van Ollefen (2) die meende dat de naam afkomstig is van ‘den Griekschen’ Castor, dat is van Castorhum, een huis waar deze Castor, in dit toen nog heidense land, als een god werd vereerd. Verder noemt Van Deelen een brief uit 1858 van de Commissaris des Konings aan de burgemeester waarin hij inlichtingen vraagt, aangezien de naam van het dorp “zo verschillend wordt geschreven.”
Burgemeester Jan de Quack. Castricum, 1840. Collectie Oud-Castricum. Toegevoegd.
De burgemeester Jan de Quack antwoordde dat hij daar niets van afwist: “op zijn boers zei men Kasterkom.” Hij vermeldt ook meerdere schrijfwijzen uit het verleden, die duidelijk ontleend zijn aan het archief van de vroegere abdij van Egmond. Vanaf 1644 schreef men ‘Castricum’.
Wil Steeman (3) wijst op een aantal voorheen gedane suggesties, waarvan de meeste zo triviaal zijn dat we ze hier niet herhalen. Tevens oppert hij nog de mogelijkheid dat Castricum afgeleid zou kunnen zijn van Gaast-rik-heem, rijk aan geestgrond. Taalkundig is er echter geen verband tussen gaast en cast.
Karsten (4) stelt dat het eerste deel van de naam, het Latijnse castra, kamp betekent. Ook Steeman noemt castrum als legerplaats, kamp. Dat zo’n kamp in het vroegere Oer-IJ estuarium zou hebben gelegen, zo dicht bij het Romeinse forten havens bij Velsen, is vrijwel uitgesloten (5).
Simon Zuurbier. Castricum, 1998.
Ter gelegenheid van de millenniumwisseling schonk Simon Zuurbier opnieuw aandacht aan de dorpsnaam Castricum, die voor het eerst ongeveer 1000 jaar geleden in de geschreven bronnen van de abdij van Egmond voorkomt (6).
Naamkundigen neigen het meest naar Castrik-heem als oorspronkelijke naam, die in elk geval een Frankische en geen Friese naam zou zijn. Door research wordt dit laatste bevestigd.
Boekenoogen (7) toont aan dat in Hollands Noorderkwartier in de Frankische tijd een Fries dialect werd gesproken, gezien een aantal opvallende kenmerken en persoonsnamen die met Friese overeenkomen en alleen uit de Friese klankwetten zijn te verklaren. Hij gebruikte onder meer de grafelijkheidsrekeningen van Holland uit de 14e eeuw (8).
Onder invloed van de kerk was toen ongeveer de helft van het namenbestand afkomstig van heiligen en bijbelse personen, maar in de 12e eeuw droegen priesters en leken nog Germaanse namen. Onder de Friese vond hij slechts een met de lettercombinatie Cast: ‘Godilt Castardsdochter’ (8).
In noordelijk Gallië werden de Gallo-Romeinse namen al snel verdrongen door Germaans-Frankische (9) die tot ver in de middeleeuwen dominant bleven, totdat het gewoonte werd doopnamen naar heiligen te noemen. Een Frankische naam bestond gewoonlijk uit twee elementen, elk met een eigen betekenis: Sigebert = schitterende (-bert), zege (-sige) of de naam van Clovis’ vader: Childerik = sterk (-rik) in de strijd (-childe).
Namen van twee gekoppelde Germaanse begrippen zijn ook bij Friese namen te vinden; Sibrand = zege (sigi) en zwaard (-brand). Het element cast- vindt hierbij echter geen enkele aansluiting. De naam Castricum verklaren uit een tweedelige Germaanse naam is blijkbaar geen ‘begaanbare weg’.
De oorsprong van de parochie Castricum
Eind 7e eeuw kreeg Pippijn de Middelste als Major Domus de macht in handen in Francia Rinensiss, het Oost-Frankische rijk, toen Austrasië genoemd. Nadat Pippijn de eenheid in het Frankische Rijk had hersteld door het opstandige westelijke Neustrië te verslaan, heroverde hij Fresia Citerior, het Friese gebied ten zuiden van de Rijn, waartoe Brabant en Zeeland behoorden.
Franken, die zich in het bezette gebied vestigden, en de inheemse adel bond hij aan zich door schenkingen van landerijen en verdubbeling van hun weergeld. Deze ‘homines Franci’ vormden een betrouwbare heersende klasse.
Pippijn stierf in 714 en werd opgevolgd door zijn natuurlijke zoon Karel Martel. Nadat in 719 ook de Friese koning Redbad was gestorven, benutte Karel de kans om heel westelijk Friesland te bezetten, mogelijk zelfs tot aan de Lauwers, het riviertje op de grens van Friesland en Groningen. De politiek van het belonen van loyale medestanders zette hij voort. Strategisch gelegen koninklijke domeinen ontstonden er aan de zeegaten en riviermonden (10).
Volgens een oorkonde, gegeven in de stad Trier, schonk Karel Martel de villa Adrichem aan Willibrord. De inhoud van deze oorkonde was meer dan driehonderd jaar later nog bekend bij Thiofried, abt van Willibrords klooster te Echternach (1083-1110).
In een tweede oorkonde schonk Karel Martel ‘de kerk gebouwd in de villa Felison’ aan Echternach (11). Deze abdij lag in het thuisland van de Pippiniden. Koene c.s. (12) wijden een uitgebreide be-
Jaarboek 35, pagina 17
schouwing aan deze giften, maar toch blijft veel onduidelijk over de relatie tussen beide. D.P. Blok laat dit in het midden en spreekt slechts van het complex Velsen/Adrichem (12).
De villa Adrichem moet vrij groot zijn geweest met horige boeren en een Herenhof. Karel Martel heeft de strategische ligging ervan zeker ook onderkend. De overdracht aan Willibrord, een loyale vazal van Pippijn II en Karel Martel, is vermoedelijk geen gift geweest maar een koningsgoed. Hierover behield de koning de zeggenschap en genoot Willibrord de revenuen.
Fragment 1 van een kaartje met de indeling van de bisdommen, waaronder het aartsbisdom Trier met het Moezeldal en de plaatsen Koblenz en Trier.
Fragment 2 van een kaartje met de indeling van de bisdommen, waaronder het aartsbisdom Trier met het Moezeldal en de plaatsen Koblenz en Trier.
Zoekend naar de oorsprong van de parochie Castricum toonde ik (de schrijver) eerder aan dat zij geen dochterkerk van de abdij van Egmond was (13). Zij komt ook niet voor op de kerkenlijst uit het ‘Liber Sancti Adalberti’ (circa 1150) en gezien de strijd van de monniken en buren van de abdij circa 1100 tegen de buren van Castricum ligt dit ook niet voor de hand.
Van de buren van Castricum werd gezegd dat: “Zij machtig waren door afkomst en fortuin daardoor bron en aanleiding waren tot haat, tweespalt, na-ijver en hoogmoed” (14). Een later Egmonds document noemt hen ‘het onbezonnen driftig volk van Castricum’. Zij stonden bij de kloosterlingen in een kwade reuk.
Dat Castricum een dochter van Limmen was, is zeer onwaarschijnlijk, want zij zou dan door de bisschop, wiens bezit zij was, bij de overdracht in 1108 met haar dochterkapellen Akersloot en Uitgeest aan het Utrechtse kapittel van St.-Marie zijn vermeld.
Tenslotte is er ook geen indicatie dat Velsen de moederkerk was. In de 19e eeuw werden lijstjes gevonden in een Echternachs Sacramentarium met namen van Hollandse en Friese kerken die het klooster hadden toebehoord. Zij zijn bestudeerd door D.P. Blok, die ze vergeleek met de in de oorkonde van 1063 genoemde namen (15).
Het oudste lijstje van voor 1000 noemt alleen de moederkerken, de latere uit de 11e eeuw ook de dochterkerken Agathenkirica, Hemezenkyrke, Ascammedelf, Spirnereuualt, Sloton, Harleim (Beverwijk, Heemskerk, Assendelft, Spaarnwoude, Sloten en Haarlem). De oorkonde uit 1063 noemt vrijwel dezelfde namen (16), maar ook hier is geen spoor van de naam Castricum te ontdekken.
Castricum en Heemskerk
Hoe de parochie Castricum is ontstaan en wie de stichter was, kan men hoogstens vermoeden. In de Frankische tijd werden sommige heiligen vereerd door adellijke geslachten; onder deze ridderheiligen waren St.-Joris, St.-Catharina (van Assendelft) en St.-Pancratius (Castricum).
Gezicht op de Pancratiuskerk. Dorpsstraat 61 in Castricum, 1834. Foto Rijksdienst voor het cultureel erfgoed. Toegevoegd.
De parochiekerk van Castricum is waarschijnlijk door een aanzienlijk of adellijk heer gesticht (13). Op grond van een vergelijking met andere romaanse kerkjes kwam W.J. Reder, die toezicht hield op de restauratie van het gebouw in 1953 tot 1956, tot de conclusie dat de kerk van Castricum in de eerste helft van de 11e eeuw moet zijn gebouwd (17).
Bij de restauratie in 1992 werd langs de binnenzijde van de muren een sleuf gegraven voor de aanleg van een drainagesysteem en kreeg ik (de schrijver) de gelegenheid de oudste muren tot aan de grondslag te onderzoeken (13). Dit onderzoek bevestigde de conclusie van Reder. De grootte van de
Jaarboek 35, pagina 18
dorpskerk uit de 11e eeuw was voor die tijd vrij fors, wat overeenstemt met het bericht dat omstreeks 1100 de buren van Castricum ‘rijk en machtig waren door afkomst en fortuin’. De kerk omvatte het huidige kerkschip, behalve het travee dat kerk en toren met elkaar verbond.
Heemstede en Heemskerk
Heemstede in het ambacht Castricum ligt op een kleine ovale geest tegen de grens met Heemskerk. Dit heeft tot de onjuiste gedachte geleid dat er een relatie zou kunnen bestaan met de naam Emeke, de stichter van de Hemezen-kyrika (15). Emeke (de dialectische H weggelaten) had volgens Groesbeek op eigen grond en kosten een kapel gesticht, de latere parochiekerk van Heemskerk (18).
De Friese naam Emeke was in de middeleeuwen bekend. Onder de aan de abdij Egmond tiendplichtige boeren op het land tussen Rekere en het Schoorl(?)woud wordt Emeke in Emekencamp genoemd (19). In de grafelijkheidsrekeningen van Kennemerland en Westfriesland, 1343-1344, vinden we onder de uitgaven Emeke, die vleeschhouwer, 2 schouderen, 2 hammen, 4 sc., 4 d.’ (20).
Het wiel bij de Korendijk. Castricum, 2011. Schilder Willem Hulsken. Collectie Oud-Castricum. Toegevoegd.
De Cock wees op de rechte Korendijk, die een vroeger bestaand grensbos zou hebben vervangen, waarbij de ambachtsgrenzen kunnen zijn gewijzigd (21). De Maerdijk of Korendijk aan de noordkant van de grenssloot, die de duinrand met Heemstede verbindt, is vermoedelijk in de tweede helft van de 12e eeuw aangelegd (22)
De naam Heemstede is een verbastering van Hemstede (23); toponymisch (naamkundig) is er geen enkel verband met de persoonsnaam Emece. Hem betekent akker, een omheind of door een sloot omgeven stuk land (24). Op het akkerland, de hem, omgeven door lager drassiger weiland, werd koren verbouwd, waarmee de naam Korendijk is verklaard. Hemstede wordt ook genoemd in het archief van Egmond, waar de stichters van de abdij, graaf Dirk II (overleden in 988) en zijn echtgenote Hildegard, een in Hemstede gelegen hoeve aan het klooster schenken (25).
De heren van Castricum en van Heemskerk
De enige relatie tussen de beide dorpen Heemskerk en Castricum is dat zij in de latere middeleeuwen dezelfde ambachtsheer hadden (26). Graaf Willem II en zijn broer Floris verkochten in 1248 in volle eigendom aan de ridders Simon van Haerlem en Wouter van Egmond de ‘curtis nostram in Hemezkerke, que vulgariter Hoflant dicitur’ (onze hof in Heemskerk die in de volksmond het Hofland wordt genoemd) met alle inkomsten en toebehoren.
Simon van Haerlem, overleden 1280, vestigde zich in Heemskerk waar hij veel land bezat en de jurisdictie in Heemskerk en Castricum verwierf. Zijn zoon Willem, overleden 1317, volgde hem als zodanig op.
In 1318 werd Jan van Bergen, baljuw van Kennemerland, overleden 1321, beleend met het erfgoed van zijn oom Willem van Haerlem inclusief de ambachten Heemskerk en Castricum. Na zijn dood vervielen zijn goederen wegens het ontbreken van wettige nakomelingen aan de grafelijkheid.
In 1327 kocht Jan van Polanen ‘onse huys tot Heemskerk’ en de ambachten Heemskerk en Castricum. Hij werd in 1339 baljuw van Kennemerlanden West Friesland en overleed in 1342. Beide ambachten kwamen later door vererving en huwelijk aan het geslacht Van Assendelft (26).
Castricum in het archief van de abdij van Egmond
Zanddijk met zicht op de Limmerweg en de abdij van Egmond. Schilder Addy Hanraads. Foto Jacques Schermer. Collectie Oud-Castricum. Toegevoegd.
De naam Castricum wordt, in enkele varianten, vermeld in de volgende archiefstukken van de abdij van Egmond(27):
Aantekeningen in een oud evangelieboek (eind 11e eeuw, 1080-1100); De Evangelie-aantekeningen bevatten giften aan de abdij van de eerste graven en andere eigenaren van hoeven, kerken, goederen en rechten. Graaf Arnulf schonk het klooster in Kasterkem 21⁄4 hoeve. Van drie hoevebezitters in Castrichem worden de namen vermeld, Rantzo, Nichilominus en Albret.
Liber Sancti Adalberti, waarin opgenomen het Gravenregister (1125-1144); De schenkingen van de eerste drie graven aan het klooster zijn overgenomen in het Gravenregister van het Liber Sancti Adalberti. Daarin wordt verder het Urbarium gebruikt, een opsomming van de inkomsten uit het kloosterbezit, gepacht door personen in diverse plaatsen. Onder anderen waren dat Meinard de Casterkem in Castricum, Thedericus de Castrikem in Limbon en Wibrandus de Eskemendelf in Casterkem. Ook kreeg de abdij in Castringhem nog een revenu van 9 uncias octo den. minus.
Oorkonde van 1083, de gravenoorkonde (1125-1150); De in de gravenoorkonde genoemde toponiemen zijn ontleend aan het Gravenregister (28).
Annales Egmundenses, deel handschrift F (1148-1173); Deze Annales memoreert de heervaart van graaf Floris III tegen de Westfriezen in 1168, waarin een aantal gesneuvelde edelen en andere militairen met name worden genoemd, waaronder Bruno de Kasterkem (29).
Vita Sancti Adalberti II (kort voor 1143), bijna geheel teruggaande op Vita I. Tenslotte komt de naam Castricum voor in twee late kopieën uit de 15e eeuw van de Vita Sancti Adalberti secunda, in de codex A (Alkmaar) gespeld als Castrichem en in de codex B (Berlijn) als Casterkem en Kasterkem.
De evolutie van Castor-heem naar Castricum
Van Ollefen citeerde Soeteboom in diens Saanlands Arcadia, waar deze schrijft dat Castricum komt van Castor. Laten wij de fantasierijke verklaring achterwege, dan blijkt Castorheem, hoe vreemd ook, een goed en interessant uitgangspunt te zijn voor de evolutie tot de huidige naam. Castricum behoort tot de oudst bekende plaatsen van onze streek, daterend van vóór de 10e eeuw. In de loop van zo lange tijd treden in de spreektaal en later in de schrijftaal vaak sterke veranderingen op. Bij de evolutie van Castorhem tot Castricum geven de in het archief van
Jaarboek 35, pagina 19
Egmond genoemde varianten waardevolle aanwijzingen. In het middeleeuws Nederlands lopen namen beginnend met C en die met K willekeurig door elkaar. We hanteren alleen namen met C, hetgeen het volgende oplevert: Castorhem – Castrichem, Casterchem, Castringhem, Castrickem, Casterkem, Casterkom of Castricum.
De afbeelding van de heilige Castor.
D.P. Blok veronderstelde dat Castringhem een ‘–ingheem’ naam is, plaats aan een rivier of ander water, maar gaf ook de mogelijkheid van een ‘–heem’ naam aan (30). Omdat de -ingheem vorm in het archief van Egmond maar eenmaal voorkomt, laten we die buiten beschouwing.
Een onbeklemtoonde tussenlettergreep heeft in de loop van de eeuwen de neiging tot een toonloze e te vervallen of geheel te verdwijnen. Er komt soms een i voor in de plaats of de e migreert tussen t en r en de tussenlettergreep blijft bestaan. De –heem of –haim namen voor nederzetting of woonplaats, die tussen circa 500 en 900 in zwang kwamen, zijn met hun afgesleten uitgangen –um, –om, –em in de omgeving van Castricum en ver daarbuiten nog altijd herkenbaar zoals Bakkum, Rinnegom, Hallum, Adrichem en Arem.
De zachte h van −hem wordt een ch en vervolgens vaak
een harde k.
Als we de genoemde gegevens combineren, dan ontstaat een beeld hoe parochie en ambacht zijn ontstaan. In de regel gaan de parochiegrenzen, die naadloos aansloten bij die van omgevende parochies, vooraf aan de ambachtsgrenzen. De nog niet ontgonnen gronden, de wouden, de wildernis, werden als bisschoppelijk domein beschouwd en later in bezit genomen door de Hollandse graven.
De oude dorpskerk. Pentekening collectie Ger van Geenhuizen. Toegevoegd.
Omdat de parochie Castricum geen dochter van Velzen, noch van Limmen of van de abdij Egmond was, moet de parochiekerk van Castricum zijn gesticht als vrije autonome parochiekerk. Er zijn dan twee mogelijkheden: óf de kerk is gebouwd op een ‘vicus publicus’, een publiek domein, dus niet op particuliere grond, gedoteerd (gegeven) door de dorpelingen en bediend door een door de bewoners gekozen priester, zij het onder de jurisdictie van de bisschop, óf zij is gesticht op particuliere grond en gedoteerd door de ‘dominus’, de landheer die als grondeigenaar het recht had op de aanstelling van een priester en het beheer van de kerkelijke goederen (31).
De basiliek Sankt Castor te Koblenz.
Karel Martel had, om zich in de veroverde gebieden te kunnen handhaven, een groep invloedrijke, trouwe mannen nodig, die hij aan zich trachtte te binden door hen met allerlei al of niet kerkelijke ambten en goederen te belonen. Het aantal kerken in lekenbezit werd daardoor steeds groter. Bovendien nam de macht van deze kerkheren zelf toe. De kerkheer werd van patroon en beschermer tevens kerkeigenaar.
Het is aannemelijk dat een van de Oost-Frankische immigranten uit het thuisland van Karel Martel zich heeft gevestigd in de naaste omgeving van het aan Willibrord overgedragen koningsgoed Adrichem-Velsen, al of niet daarmee verbonden voor het verrichten van diensten.
Het thuisland van Karels voorgeslacht en nazaten ligt in het gebied rondom het dal van de Moezel met de steden Koblenz, Trier en Metz met Echternach, waar Willibrords klooster was gelegen, in de nabijheid. In Trier werd de oorkonde uitgevaardigd, waarbij Willibrord de villa Adrichem ontving.
Jaarboek 35, pagina 20
St.-Castor (eind 4e eeuw) wordt beschouwd als de apostel van de Moezelstreek. Hij is ook de patroon van Koblenz, de plaats waar de Moezel in de Rijn stroomt en waar een klooster, gewijd aan St.-Castor, staat (32).
Het is plausibel dat de oorsprong van de naam Castricum in de Moezelstreek gezocht moet worden.
ir. J. Kol
Geraadpleegde literatuur:
D. van Deelen, Historie van Castricum en Bakkum, 1973, pagina 11;
L. Van Ollefen, Stad- en dorpsbeschrijver van Kennemerland, 1796;
W. Steeman, Oorsprong van gemeentenaam Castricum nooit achterhaald, Dagblad Kennemerland, december 1988;
G. Karsten, Noordhollandse plaatsnamen, 1951, pagina 45;
A.V.A.J. Bosman, Het culturele vondstmateriaal van de vroeg Romeinse versterking Velsen 1, 1997, Dissertatie Universiteit van Amsterdam;