Zoekresultaat:    Uitspraak   (in veld: Rubriek)     

Klik hier voor een uitleg over het gebruik van de informatiebank strandvondsten

Aantal gevonden publicaties : 1   (uit: 879)


Uitgebreid zoeken

Klik op publicatie voor vergroting en meer informatie

1. Database nr.: 00801  
Stranding ,, IJm.'' 215 bij paal 45
Uitspraak           (23 April 1948)   
3.30 uur het schip stoten en zoals weldra bleek, vastzat het was nog steeds mistig met een flauwe zuidelijke koelte en kalme zee. Toen het opklaarde bleek de ,,IJM.'' 215 te zijn gestrand nabij paal 45 bij de Zeeweg naar Castricum. Toen de motor werkte, gelukte het niet meer met eigen middelen vlot te komen daar het water vallende was. Eerst na 14 dagen is de IJM. 215 met behulp van bergers vlot gekomen.
Ter zitting bleek dat een goede manilla ankertros overeenkomstig de voorschriften was maar onder dek was gestuwd, toen het nodig was te ankeren,toen het nodig was om te ankeren, maakte men gemakshalve gebruik van een dek liggende vislijn.
De inspecteur voor de scheepvaart voer dat hij veronderstelt dat voor het ankeren gebruikte vislijn vroeger overbelast is geweest. De inspecteur voor de scheepvaart acht het onbegrijpelijk, dat geen der opvarenden heeft gevoeld dat het schip dwarszees is gevallen zoals zeker is gebeurd na het breken van de staaldraad. Als meer aandacht aan het anker was gegeven zou de stranding zijn voorkomen. Niet vergeten moet echter worden, dat de beide opvarenden druk bezig waren met de motor en dat zij konden aannemen dat op de 4 vadem-lijn geen schepen zouden naderen.
De Raad van scheepvaart is van oordeel dat de stranding van het vissersvaartuig ,,Noordzee '' IJM. 215 is veroorzaakt doordat tijdens dikke mist, toen het vaartuig met de in ongerede geraakte motor dicht onder de kust ten anker lag de in slechte conditie verkerende staaldraad, die op het anker was gestoken, is gebroken, dit is niet bemerkt door de opvarenden waardoor het schip op de kust is gedreven en vastgeraakt.
De Raad kan zich er mede verenigen, dat op het schip met 2 opvarenden dat buiten het vaarwater bij mistig weer doch goed weer ten anker ligt, niet een constante ankerwacht wordt gelopen, temeer dan deze opvarenden met spoed een motor moesten nakijken. Het is echter onjuist, dat een oude staaldraad voor het anker werd gebruikt, terwijl het schip een goede anker aan boord had. Deze was uit verkeerde begrepen zuinigheid onder dek weg-
gestuwd en lag daardoor niet voor de hand, zodat toen plotseling worden geankerd een ondeugdelijk stuk staaldraad op het anker werd gestoken.
Aldus gedaan door den heren mr. Dirkzwager, tweede vice voorzitter jhr. G.A. Berg, K.E.Dik, en J.Frater Smid leden tegenwoordigheid van 's Raads secretaris mr. A. Boosman en uitgesproken ter openbare zitting van de Raad

 

Laatste wijziging binnen getoonde publicaties: 3 februari 2020