Klik hier voor een uitleg over het gebruik van de informatiebank artikelen en documenten

 
 

 
 

 

Uitgebreid zoeken

Documentnummer : 12871
 
Titel : 'Jeugdherberg betekende saamhorigheid'
Auteur : Marjolein Eijkman
Datering : 01 maart 2002
Beschrijving : Koningsbosch

Koningsbosch in Bakkum is de eerste en oudste jeugdherberg, of, zoals het nu heet, herberg
van Nederland. Volgende maand wordt het zeventigjarig bestaan gevierd. De 86-jarige
Castricumse Ali Rommerts, ofwel Moeder Rommerts, is dan zeker van de partij. Van 1945 tot
1960 leidde zij samen met haar man als herbergmoeder en -vader de jeugdherberg met strenge,
doch rechtvaardige hand.

Gesprek van de Week

Door onze verslaggeefster MARJOLEIN EIJKMAN

,,Een sigarettenautomaat, snoep, dat had je destijds niet'', wijst Moeder Rommerts onthutst
naar de automaten met felle richtreclame in het halletje van Koningsbosch. Eigenlijk had ze
zich voorgenomen hier niet meer te komen. ,,Een jaar geleden was ik hier en zag dat er zo
veel veranderd was. Ik schrok er een beetje van, had mijn herinneringen liever gehouden
zoals ze waren.''
Naast de automaten, achter een deur, ziet ze haar herinneringen wel bevestigd: een
langwerpig zaaltje met houten plafondbalken en bordeauxrode bankjes langs de muren. De
muurschilderingen die hun voorganger Jan Reinders maakte, zijn inmiddels verdwenen. Twee
langgerekte felgekleurde glas-in-loodraampjes flankeren de grote open haard. ,,Oh, die
zijn er nog wel'', verzucht ze.
Want die glas-in-lood-raampjes vormen haar eerste herinneringen van Koningsbosch. ,,We
kwamen hier in 1945 aan.'', vertelt ze. ,,De verhuiswagen stond al voor de deur, toen ik
me realiseerde dat ik geen sleutel had. Ik vroeg de verhuizer of hij de wagen niet gewoon
kon laten staan, maar dat ging niet, hij had de volgende ochtend weer een klus.'' De
oplossing was eigenlijk heel simpel. ,,We hebben het raam van dit zaaltje ingeslagen, alle
spullen binnen gezet en hier op de grond geslapen. Het eerste dat ik de volgende ochtend
zag, was het zonlicht dat door die raampjes naar binnen scheen, prachtig.''
Moeder maakte overigens al veel eerder kennis met de jeugdherberg. Op haar zeventiende
leerde de van oorsprong Amsterdamse haar man Leo kennen. ,,Hij trok altijd langs
jeugdherbergen en vroeg of ik dat ook leuk zou vinden. Ik was meteen verslaafd'', lacht
ze. ,,Dat was ook niet zo gek, het was er zo anders dan ik in Amsterdam gewend was.''
In de oorlog trouwden ze.
,,Mijn man was inmiddels goed bekend in veel jeugdherbergen, hij had een prachtige stem en
speelde gitaar, iedereen kwam er altijd bij zitten. Iemand vroeg ons waarom we niet zo'n
herberg gingen leiden, en dat leek ons wel een goed idee.''

Uitgewoond

Koningsbosch stond op dat moment leeg. Het was door de Duitsers helemaal uitgewoond en
hard aan een opknapbeurt toe. ,,Tot het hier klaar was, hebben we in een herberg in een
herenhuis in Bunnik gezeten. Toen Koningsbosch weer wat opgeknapt was, konden we erin.''
Samen met hun zoon en hun twee dochters trokken ze in de woning op de bovenverdieping.
Hoewel de oorlog nog maar net achter de rug was, waren de weekends meteen stampend druk.
,,Vooral met Amsterdammers. De mensen waren zo blij dat ze eindelijk weer op vakantie
konden.'' Eigenlijk konden er maar 96 gasten logeren, in het weekeinde waren het er vaak
meer dan honderd. En voor al die gasten moest natuurlijk gekookt worden. ,,Dat had ik nog
nooit gedaan'', vertelt Rommerts. ,,Mijn schoonmoeder deed dat altijd.'' De eerste echte
grote maaltijd vergeet ze nooit meer. ,,Ik maakte met Pasen spinazie klaar. Onervaren als
ik was, wist ik niet dat de spinazie nog veel te jong was. Werkelijk iedereen was daarna
aan de diarree. Daarna ging het wel een stuk beter, hoor. En mensen kookten soms ook hun
eigen potje. Heerlijk was dat, de geuren van allerlei nationaliteiten uit de keuken.''
De saamhorigheid die een jeugdherberg in die tijd bewerkstelligde, is haar altijd
bijgebleven. ,,Wij verdienden er als herbergouders ook nauwelijks iets mee. Zoiets deed je
uit idealisme, om bij jongeren een gevoel van gemeenschapszin te kweken. Dat lukte
bijvoorbeeld door ze corvee te laten doen.''
Gezelligheid stond ook hoog op het lijstje van de herbergouders. ,,Mijn man kon daar goed
voor zorgen, 's avonds met zijn gitaar bij het haardvuur. Het leuke is dat deze herberg
nog steeds bekend is om de muziek, met themaweekends en dergelijke.''
Zoon Floris Rommerts, inmiddels 57 jaar, kan zich de muziek nog goed herinneren. ,,Ik
sliep hierboven, dus ik kon het allemaal goed horen. Soms mocht ik er ook bij zitten. In
die tijd heb ik vrijwel alle volksdansen geleerd, die je maar kunt bedenken.''
Het opgroeien in de herberg was voor hem een fantastische tijd. ,,Ik heb hier mijn Duits en
Engels leren spreken en ik kon heel vaak met allerlei spelletjes meedoen. Op oude foto's zie
je vaak een heel klein jongetje overal tussendoor lopen, dat ben ik.'' De omgeving leende
zich er ook uitstekend voor. ,,Die oude monumentale kastanjeboom op het plein bijvoorbeeld,
daar heb ik herhaaldelijk ingezeten.''
Toch kwam er elke dag wel een einde aan de gezelligheid.De ouders van de kinderen die er
logeerden, allemaal jongeren tussen de veertien en 31 jaar, wilden hen immers met een gerust
hart achter kunnen laten. ,,Om tien uur ging het licht uit'', vertelt Rommerts. ,,En daar
was ik heel streng in. Ik stond er zelf soms van te kijken hoeveel overwicht ik had.''
Volgens haar zoon moest dat ook wel. ,,Bijna iedere avond kreeg een van de slaapzalen wel
een waarschuwing.''
Hoewel ze het er heel goed naar hun zin hadden, besloten ze in 1958 dat ze beter konden
stoppen. ,,We waren er dag in, dag uit, 24 uur per dag zo intens mee bezig, ik was doodmoe.
Ik werkte naast de jeugdherberg ook nog voor de EHBO op het strand. We hadden helemaal geen
eigen leven, konden alleen buiten het seizoen op vakantie en moesten iedere dag heel vroeg
uit de veren.'' Toch duurde het nog twee jaar voor het gezin aan de Prins Bernhardstraat in
Castricum een woning had gevonden. ,,In het begin vond ik die rust heerlijk, maar met alle
leuke herinneringen, miste ik de herberg wel. Ik werd ook vaak rond half vijf 's middags
ineens onrustig. Dan had ik het gevoel dat snel de aardappelen op moest zetten, anders zou
het avondeten voor al die mensen niet op tijd klaar zijn.''

Flappie

Een huisgenoot keerde uiteindelijk terug naar de herberg: hond Flappie. ,,Hij vond het
niks in het dorp, moest ineens aangelijnd uitgelaten worden. Nadat hij twee keer naar de
herberg was teruggelopen, hebben we hem hier maar gelaten, bij de nieuwe herbergouders.''
Zelf zou ze niet meer naar de herberg terug willen. ,,Er is zo veel veranderd. Het
idealisme is een stuk minder. Er mogen niet meer alleen jongeren, maar ook volwassenen
hier logeren. Er mag gerookt worden en alcohol gedronken, het is gewoon niet meer zoals
het was. En dat moet ook, maar het is niets voor mij.''
Tijdens de festiviteiten op zondag 24 maart, ter ere van het zeventigjarig bestaan, is ze
wel van de partij. ,,Natuurlijk, dat laat ik niet zomaar voorbijgaan. Dan is ook de
jaarlijkse reunie van herbergouders, dan zie ik iedereen weer.'' Naast de reunie is er
tussen een en vijf uur 's middags een open dag met ondermeer een fotoexpositie,
theaterworkshops, een mountainbikeshow en speurtochten door de duinen.

1 Zwart wit foto maakt deel uit van het artikel.
Moeder Rommerts en haar zoon Floris voor wat ooit 'hun' jeugdherberg was.

Foto Ronald Goedheer
 
Soort : Krantenartikel
Naam krant : Dagblad Kennemerland
Jaargang/nummer :
Plaats : Bakkum
Straat/wijk : Heereweg
Medium : Krantenartikel (kopie)
Rubriek : Jeugdherberg
Subrubriek :
Plaatsing : A4-01
Archiefdoos-map-nr. : 9-5-10
 
 

Vorige object   Volgende object

 

Uitgebreid zoeken
 

Record aangepast: 29 december 2022