10 april 2015

Wie was…….. dokter Leenaers

Riek de Jongh en Harry Leenaers trouwen op 9 september 1926 in Amsterdam.
Riek de Jongh en Harry Leenaers trouwen op 9 september 1926 in Amsterdam.
Riek de Jongh en Harry Leenaers trouwen op 9 september 1926 in Amsterdam.

“Collega Leenaers bezat alle gaven om een belangrijke rol te spe­len in het artsenverzet en hij heeft deze gaven met brandend en­thousiasme in dienst van het verzet gesteld. Tegen zijn overredingskracht waren slechts weinigen bestand, marchanderen ken­ de hij niet, elk offer wilde hij ten alle tijde brengen voor een triomf van het Medisch Contact, dat hij er zijn leven voor over zou hebben was bij hem geen holle frase, verlies van huis en praktijk telde hij gering in verhouding tot het grote doel: de ideële en feite­lijke overwinning op het Nazidom”.

Met deze gloedvolle woorden werd dokter Leenaers herdacht tij­dens de eerste in vrijheid gehouden vergadering van het Medisch Contact, dat van 1941 tot 1945 het artsenverzet leidde.

Wie was dokter Leenaers………

Henri Maria Joseph Michel Leenaers werd op 11 december 1901 in Maastricht geboren. Hij was het derde kind van Alphonse Lee­naers, bierbrouwer en Emma Marres. Henri werd al spoedig Harry genoemd. Vier kinderen telde het gezin, dat woonde in de Sta­tionsstraat vlakbij het station. Hij bezocht in Maastricht de lagere school en daarna het gymnasium. Een grote gave van hem was zijn uitstekende geheugen. Hij hoef­ de maar één keer iets te lezen en dan was het in zijn geheugen ge­ grift. In het begin van het laatste jaar op het gymnasium trof hem een ramp. Hij kreeg een hersentumor en dreigde blind te worden. De genezingskansen waren heel gering. De destijds zeer bekende chirurg prof. Winkelman opereerde hem in Utrecht. Het werd op dit gebied de tweede geslaagde operatie in Nederland. Een stukje van zijn schedel moest worden verwijderd en dat is nu nog in be­zit van de familie, omdat Harry er op stond dat hij dat mee zou krijgen. Zijn belangstelling voor de medicijnenstudie was toen al duidelijk aanwezig.

Enkele maanden was hij door zijn ziekte niet op school en de rec­tor van het gymnasium achtte het dan ook niet verantwoord dat hij examen deed. Op eigen risico nam hij er toch aan deel en tot ieders verbazing slaagde hij met uitstekende cijfers.

Student

In het jaar 1919 begon Harry Leenaers zijn artsenstudie aan de universiteit van Amsterdam. Hij werd lid van de Katholieke Stu­denten vereniging Thomas van Aquino en werd gevraagd zich aan te sluiten bij het dispuut Noctua.

Noctua was in 1917 opgericht en telde enkele tientallen leden die allen medicijnen studeerden. Een jaar na zijn inauguratie op 6 november 1920 werd Harry Leenaers voorzitter. Daarna was hij nog een jaar secretaris. Tot de uiterlijke tekenen van het lidmaat­ schap behoorde een soort Schotse baret en een wandelstok. Het dispuut betekende heel veel voor de leden, die vrienden voor het leven werden. Leenaers had niet kunnen denken dat zijn jongste zoon Walter in 1958 tijdens diens artsenstudie van het­ zelfde dispuut lid zou worden. Ook in ander opzicht zou Walter in de voetsporen van zijn vader treden zoals later blijkt.

Bij dat dispuut ontmoette Leenaers zijn latere opvolger A.P.W.A.M. de Jongh, “Dikkie” voor vrienden, wiens vader in het hartje van Amsterdam in de Oude Hoogstraat een apotheek had. Met het zusje van zijn vriend, Hendrica (Riek), ontstond een nog inniger band, hetgeen tot een verloving leidde. Op 9 sep­tember 1926 werd in Amsterdam hun huwelijk gesloten.

Op ’t Sant

Inmiddels was Harry op 17 februari 1926 afgestudeerd. Hij nam per 1 april 1926 in Castricum de praktijk over van dokter Schoonhoff, die ongeveer 20 jaar huisarts in Castricum was ge­weest. De praktijk van dokter Schoonhoff was gevestigd in diens woning; het oude Hermana State, dat stond in de Dorpsstraat op de plaats waar nu de Amrobank staat.

Tekening van Sijf Portegies van Huize Maja. Het huis werd in 1919 gebouwd in opdracht van de heer J.P. Kraak. In 1929 werd het voor de eerste keer gedeeltelijk aangepast tot café en pension. Nu ken­ nen we het als hotel-rest. Kornman.
Tekening van Sijf Portegies van Huize Maja. Het huis werd in 1919 gebouwd in opdracht van de heer J.P. Kraak.  In 1929 werd het voor de eerste keer gedeeltelijk aangepast tot café en pension. Nu ken­ nen we het als hotel-rest. Kornman.

Dokter Leenaers betrok eerst Huize Maja, het tegenwoordige Hotel-Restaurant Kornman, (Mezza Luna). Hij huurde het van de heer Claasen die in het toenmalige Ned. Indië verbleef. Hij liet er een tijdelijke houten garage naast zetten. Door aannemer Jan Houtenbosch werd een nieuwe praktijkwoning gebouwd aan de Mient die de naam ”Op ’t Sant” kreeg. Iets ten noor­den van deze plaats zou later het naar hem genoemde wijkgebouw verrijzen.

Huize "Op ’t Sant”
Huize “Op ’t Sant”

In korte tijd wist dokter Leenaers het vertrouwen van velen te winnen. Hij voelde de mensen goed aan, was bijzonder kundig en stond bekend om zijn goede diagnoses. Hij kreeg een heel drukke praktijk, die zich uitstrekte tot Egmond-Binnen. Ook had hij de zorg voor gasten op het kampeerterrein en voor de kinderen in de toenmalige vacantiekolonies St. Antonius en De Eenheid.

De gezondheidstoestand van de bevolking liet heel wat te wensen over. Er waren veel grote gezinnen die klein behuisd waren en in de helft van de woningen werd nog in bedsteden geslapen zonder frisse lucht. Besmettelijke ziekten konden zich makkelijk verspreiden.

Er waren veel gezinnen waar T.B.C. heerste en bij die woningen stond dan een soort tuinhuisje dat naar de zon kon worden ge­draaid, waar de patiënt overdag in lag.

Er moest hard worden gewerkt. De dokter had een apotheek aan huis en trok zo nodig ook tanden en kiezen (tarief per stuk ƒ1,–) en oefende dus naast het beroep van huisarts ook dat van apotheker en zo af en toe tandarts uit. Ook bevallingen werden door hem veel gedaan (tarief ƒ 15,-). Voor bevallingen werd door de dokter ook wel verwezen naar de verloskundige. Mevr. Scholten-Kloes herinnert zich dat een van de moeders na de zoveelste be­valling steeds maar informeerde of de dokter het al wist. Toen zij dat aan de dokter vertelde zei hij: ”Dat begrijp ik wel. Ze kreeg bij elke gezinsuitbreiding een grote taart van me. Die krijgt ze nu ook weer hoor!”

De dokter eiste van zijn patiënten dat ze zijn voorschriften precies opvolgden anders kregen ze de wind van voren.

Dokter Leenaers, 2e van links, bij de strandpost van de EHBO in 1933.
Dokter Leenaers, 2e van links, bij de strandpost van de EHBO in 1933.

Kort na zijn komst in Castricum nam de dokter het initiatief tot oprichting van de EHBO. Hij gaf zelf les in een zaaltje achter het toenmalige café Van Benthem op de hoek van de Dorpsstraat en de Burg. Mooijstraat. Een van zijn leerlingen herinnert zich dat hij heel goed les gaf, maar dat het zo snel ging dat sommigen het moeilijk bij konden houden.

Leenaers wordt ook genoemd als een van de oprichters van het Witte Kruis in Castricum en hij was een van de voorvechters van een nauwe samenwerking met het Wit Gele Kruis om op die ma­ nier een groter dienstenpakket te kunnen aanbieden. In oktober 1941 werd tussen de twee organisaties voor dat doel een overeen­ komst gesloten.

Het gezin Leenaers telde drie zoons en twee dochters. Op 10 juni 1941 kwam daar nog een tweeling bij, waarvan het jongetje echter overleed. Het was een druk gezin, maar mevrouw Leenaers, een knappe en charmante vrouw op wie de dokter heel trots was, stond er niet alleen voor. Bij één van zijn grootste vrienden de chirurg dokter Kerssemakers van het St. Elisabeth-ziekenhuis te Alkmaar, was een dienstbode in huis uit ’t Zand in Noord-Holland. Aan haar vroeg Leenaers of zij niet nog iemand kende die bij hem in dienst kon komen. Dat bleek het geval te zijn. Op deze manier kwam het kontakt tot stand tussen Regien Baltus eveneens uit ’t Zand en de familie Leenaers. Tussen haar en de familie ontstond een band die nog tot de dag van vandaag voortduurt.

De dokter zette zich volledig in voor zijn patiënten en niet alleen in medisch opzicht. Als hij wist dat mensen armoede leden dan volgde er geen nota. Daarentegen bleef er soms na zijn vertrek een geldbedrag op tafel achter.

Vòòr de oprichting van de ziekenfondsen hadden veel artsen een eigen fonds, de zgn. doktersbus. Tegen betaling van een geringe premie had men een beperkt recht op hulp. Ook dokter Leenaers had een dergelijke regeling. Verschillende personen heeft dokter Leenaers in dienst gehad om het geld voor dit fondsje op te halen. In 1941 betaalde men 62 cent per week. Het was in de crisisjaren dat Leenaers Joop Zentveld aantrok die juist zonder werk was en een groot gezin moest onderhouden. Later zou de heer Zentveld in dienst treden bij het ziekenfonds Alkmaar.

De grote receptie ter gelegenheid van zijn 12 1/2 jarig ambtsjubi­leum in 1938 werd een demonstratie van aanhankelijkheid jegens de dokter. Als kado werd de dokter een nieuwe onderzoektafel aangeboden. Op zijn oudste zoon Gerard maakte de serenade die de fanfare ’s avonds voor hun huis ten gehore bracht diepe in­ druk. Misschien wel vooral omdat die bij het licht van vele fak­kels plaats vond.

Bezetting

Het bombardement op het vliegveld Bergen in de vroege ochtend van de 10e mei 1940 was de eerste kennismaking van onze streek met de oorlog. Al spoedig arriveerden de eerste Duitsers in Castricum. De Ortskommandantur werd gevestigd in de pastorie van de Hervormde kerk. Burgemeester Van den Clooster, baron Sloet tot Everlo liet zich kennen als aanhanger van de NSB. Spoe­dig maakte hij promotie en werd benoemd tot burgemeester van ’s Hertogenbosch. Op 29 augustus 1942 werd zijn opvolger NSB burgemeester Masdorp geïnstalleerd door de commissaris der provincie A.J. Backer. In de avonduren werd het groepshuis van de NSB in de Torenstraat geopend. De plaatselijke leider van de partij verklaarde bij die gelegenheid dat de geestelijken en de doktoren in Castricum aanstokers van het verzet zijn.

Burgemeester Masdorp heeft dat zeker ervaren. Op 19 oktober 1942 liep hij dokter Leenaers tegen het lijf in het gemeentehuis en ontspon zich de volgende dialoog:

”Bent u niet dokter Leenaers?”

”Wat zou dat”
”Bent u niet de gemeentearts?”

”Wat zou dat”

“Behoort u uw burgemeester dan niet te groeten?”

”Ik groet alleen burgemeesters die door de Koningin zijn aangesteld”

“Hier zult u meer van horen!”

”Ik ben voor u en uw terreur niet bang”

Later op die dag ontmoette juffrouw Van Nievelt, zuster van collega-arts Van Nievelt, dokter Leenaers en hoorde het verhaal. Zij waarschuwde hem en zei: ”Wees toch wat voorzichtiger, denk aan je vrouw en kinderen”. Dokter Leenaers antwoordde echter: ”Ze zullen zich nooit hoe­ ven te schamen, omdat ik mijn mond heb gehouden”.

De burgemeester liet het er niet bij zitten, nog dezelfde dag ont­ving Leenaers schriftelijk bericht van zijn voorgenomen ontslag. Hem werd verweten dat hij zich niet gedroeg zoals van een gemeente-arts verwacht mocht worden, vanwege zijn:

1. bij herhaling uiting geven aan anti-Duitse en anti nationaal so­cialistische inzichten
2. onbeleefd en onbehoorlijk gedrag tegen de burgemeester
3. verwekken van onrust en onenigheid in de gemeente
Kapelaan Verheul noteerde op 19 oktober 1942 in het dagboek van de kapelaans van de Pancratiusparochie: “Onverschrokken en onverdroten getuigt onze dokter voor het vaderland. Tot voor­ beeld voor ons nageslacht willen we even wijzen op de grote naastenliefde die door de dokter wordt beoefend. Honderden zakken aardappelen en graan zijn door hem opgekocht voor arme arbeiders”.
De dokter verleende in de oorlogsjaren op grote schaal hulp. Ar­ moede en honger kon hij niet aanzien zonder zijn best te doen iets van die nood te lenigen. De thans 79-jarige kapelaan Verheul herinnert zich de kontakten met dokter Leenaers nog goed. De dokter had een duidelijke visie op de maatschappij zoals die er na de oorlog uit zou moeten zien. Hij was van mening dat er dan voor iedereen een gelijk recht op medische hulp zou moeten ko­ men, onafhankelijk van iemands financiële positie. Goede woningen en sociale voorzieningen waren zaken waarvoor hij wilde strijden.

Hoe fel Leenaers gekant was tegen de Duitsers bleek al op 10 juni 1941 toen zijn jongste dochter werd geboren en zij de namen ont­ ving Madeleine Beatrix Irene. Vaders houding ontging ook de toen 4-jarige Walter niet. In het dorp achter op de fiets bij de huishoudster Regien Baltus kraaide hij tot haar grote schrik: “Rotmoffen hè Regien, rotmoffen”.

Dankbetuiging van de Engelse regering aan dokter Leenaers voor zijn berichtgeving via een postduif.
Dankbetuiging van de Engelse regering aan dokter Leenaers voor zijn berichtgeving via een postduif.

Dokter Leenaers heeft vanuit Castricum op bijzondere wijze spionage verricht. Door de Engelsen werden kooitjes met duiven gedropt. Daarin zat naast voer voor de duif een papiertje met vragen over de positie van de vijand, versterkingen etc.

Jan Veldt trof begin 1943 een kooitje met een duif aan hangend in het prikkeldraad, vlakbij de gesloopte boerderij van de familie aan de Brakersweg. Hij bracht het papier met het verzoek om in­ formatie naar dokter Leenaers. Welke gegevens de dokter heeft verstrekt heeft Jan Veldt nooit geweten, maar die heeft het dunne papiertje weer in het kokertje gestopt dat aan de poot van de duif was bevestigd en het diertje weer vrijgelaten. Het enige wat hij er­ van wist was dat het bericht was ondertekend met de schuilnaam “Spijker”.

Na de oorlog werd in de kranten een oproep geplaatst met de vraag wie aan deze vorm van spionage hadden meegewerkt. De zuster van Jan Veldt, Marie, heeft toen haar broer en dokter Lee­naers voorgedragen, met het gevolg dat aan beiden een officiële dankbetuiging van de Engelse regering werd aangeboden.

Medisch Contact

Zoals de meeste artsen was Leenaers aangesloten bij de Neder­landse Maatschappij tot Bevordering der Geneeskunst. Handhaving van de medische ethiek en de waardigheid van de medische stand was een belangrijke doelstelling van de organisatie. Het besef van rechten en plichten heeft tijdens de oorlog onder de art­sen sterk geleefd en schiep de bereidheid zich te verzetten tegen iedere macht, die het de arts zou willen beletten zijn beroep overeenkomstig de beginselen van de organisatie uit te oefenen.

Dokter Leenaers voor de deur van de abdij van Egmond.
Dokter Leenaers voor de deur van de abdij van Egmond.

Het hoofdbestuur van de maatschappij accepteerde in mei 1941 de aanwezigheid van een vertegenwoordiger van de NSB, tevens lid van de Nederlandse SS in haar midden.

Een officiële mededeling van het hoofdbestuur in het Neder­ lands Tijdschrift voor geneeskunde van 14 juni 1941 maakte een einde aan alle twijfel die over de bedoelingen van de Duitsers nog kon bestaan. Eisen waren: joden uit de maatschappij, benoemingen onder controle, beperking van het beroepsgeheim, uitvoering van sterilisatie wetten enz.

De Nederlandse artsen protesteerden fel en daarmee begon de geschiedenis van het georganiseerde medisch verzet in Nederland. Akties werden gestart om collectief als lid van de maatschappij te bedanken.

Op 24 augustus 1941 kwamen drie artsen in het stationskoffie-huis te Zutphen bijeen en maakten een schema van de organisatie van het artsenverzet, dat zij meteen doopten met de naam Medisch Contact, afgekort “Het M.C.”.

Uitgetreden leden van afdelingen van de Maatschappij vormden een groep. De groepen van elke provincie vormden samen een district. De districten werden in landelijke conferenties vertegen­woordigd door districtsvertrouwensmannen.

Door middel van groepsvertrouwensmannen, districtsvertrou­wensmannen en koeriers (de z.g. estafettes) stond het leidend Centrum in vast kontakt met ruim zesduizend huisartsen en specialisten. Voor Noordholland waren tot districtsvertrou­wensmannen benoemd dokter Leenaers en dokter Roorda.

In een later stadium toen het landelijk kontakt van zoveel perso­nen te moeilijk en te gevaarlijk werd, formeerde zich een vrijwel permanent college van verzetsleiders onder de naam Centrum. Dit Centrum bestond voor een belangrijk deel uit de deelnemers van de Noordhollandse districtsbijeenkomsten. Naast dokter Leenaers worden met ere genoemd Noordhoek Hegt, Roorda, Wamsteker en de professoren Heringa en Borst. Nadat dokter Roorda gevangen werd genomen leidde dokter Leenaers de bijeenkomsten.
Normaal kwam het Centrum elke zondag bijeen teneinde zich over de situatie te beraden. Vele malen vergaderde men bij dokter Leenaers thuis. Zijn kinderen herinneren zich de vele omes, die in de woning Op ’t Sant werden ontvangen. Om het bezoek te verklaren werd dan maar iets gezegd over een verjaardag die gevierd werd.

Het gastvrije onthaal en de bevlogenheid van dokter Leenaers voor zijn idealen maakten deze bijeenkomsten voor de deelnemers onvergetelijk.

Vanaf het begin werd strijd gevoerd tegen de door de Duitsers ingestelde Artsenkamer, waarvan medici verplicht lid moesten zijn. Verordeningen van de kamer werden genegeerd en opdrachten niet opgevolgd.

In een brief van 5 december 1941 werd aan Rijkscommissaris Seys Inquart een brief gericht waarin de artsenverordening werd afgewezen. De brief eindigde met de zin: “Gebonden als wij ons weten aan den eed, of plechtige belofte, waarmede wij ons ambt hebben aanvaard, gevoelen wij ons verplicht u te verklaren, dat wij trouw zullen blijven aan de hooge normen, waarop sinds mensenheugenis ons beroep heeft gerust en dat wij in de uitoefening van ons beroep nimmer andere overwegingen zullen kunnen laten gelden dan zulke, welke gerechtvaardigd zijn door ons geweten, ons plichtsbesef en onze wetenschap” .

De brief met de handtekeningen van ruim 4000 artsen werd heel moedig, op het kantoor van de Rijkscommissaris overhandigd door de doktoren Leenaers, Heringa en Noordhoek. Men kreeg de Rijkscommissaris niet te spreken maar de heren lieten hun visitekaartjes voor hem achter!

Naambordje van dokter Leenaers
Naambordje van dokter Leenaers

In september 1942 weigerden de artsen zich door middel van een toegezonden formulier bij de Artsenkamer aan te melden. Grote druk werd uitgeoefend om toch tot aanmelding over te gaan. Dokter Leenaers en dokter Van Nievelt werden tegelijkertijd op­ geroepen voor een verhoor in Amsterdam. Dokter Leenaers weigerde zich de rol van verdachte te laten opdringen en las degene die hem wilde verhoren op felle toon de les.

Een hoogtepunt in de door het Centrum gecoördineerde akties was toen in maart 1943 vele duizenden artsen aan de president van de Artsenkamer de NSB’er dr Croïn mededeelden afstand te doen van hun bevoegdheid tot uitoefening van het beroep als arts. Op de naambordjes op de gevel en op de recepten werd de aanduiding ”arts” doorgehaald.

Dr. L. de Jong noemt deze daad van de Nederlandse artsen een imposante publieke protestaktie, die de definitieve mislukking van de Artsenkamer inluidde.

Arrestatie

Inmiddels was dokter Leenaers op 20 februari 1943 definitief ontslagen als gemeente-arts en onmiddellijk moest de familie het huis aan de Mient verlaten. Zijn vrouw en 5 van zijn kinderen vertrokken naar Son in Bra­bant, waar zijn zwager dokter A.P.W.A.M. de Jongh een praktijk uitoefende en waar een bescheiden huisje beschikbaar was. Na eerst nog even de praktijk te hebben uitgeoefend in huize Hermana State vertrok de dokter, met zijn oudste zoon Gerard die aan het lyceum in Alkmaar studeerde, naar Heiloo. Vandaaruit probeerde hij de praktijk voort te zetten.

Het Reichscommissariat werd in verband met de artsenstaking aanbevolen een aantal artsen te arresteren, die ervan werden ver­ dacht deel uit te maken van het Centrum. Hierbij was ook dokter Leenaers. Op 29 maart 1943 werd hij ’s nachts in Heiloo opgepakt en naar de Weteringschans-gevangenis in Amsterdam gebracht.

In het dagboek van de kapelaans van de Pancratiusparochie treffen we op 3 april de aantekening aan: “Leenaers heeft tandenborstel, scheergerei en vitaminen gevraagd”.
Mevrouw Leenaers mocht haar man in de gevangenis één keer per week bezoeken. Hij zat in de cel met 2 Engelse piloten aan wie hij geprobeerd heeft Frans te leren.

Het bewijs van lidmaatschap van het Centrum werd niet gevon­den, maar verdacht bleef hij. Op 22 mei 1943 werd dokter Leenaers naar het concentratiekamp Vught overgebracht.

Vught

Het kamp Vught was omgeven met betonnen palen waartussen een hoge prikkeldraadversperring aangebracht was; achter die prikkeldraadversperring lag een gracht waarvan de taluds ook met prikkeldraad bespannen waren en daarop volgde nog een tweede hoge prikkeldraadversperring. Om de 50 meter was er een wachttoren met daarop een SS’er met een zoeklicht en een mitrailleur. Om het kamp patrouilleerden SS’ers met waakhonden.

In het kamp waren 36 woon- en slaap- en 23 werkbarakken, magazijngebouw, wasserij, crematorium en een gevangeniscel (bun­ker). Elke woon- slaapbarak kon 240 gevangenen herbergen.

Het kamp was in januari 1943 in gebruik genomen. Vooral de eerste maanden zijn vele honderden mensen gestorven door hon­ ger en ontbering.

Vanaf april/mei 1943 werd geen honger meer geleden. Er was een campagne opgezet onder de dekmantel van Het Rode Kruis, waardoor gevangenen elke week een voedselpakket konden ontvangen. Bovendien konden familie en vrienden levensmiddelen en andere zaken naar de gevangenen sturen. Dokter Leenaers heeft veel pakketten gekregen uit Castricum en omgeving.

In Castricum coördineerde bakker Gerard Hemmer deze aktie. De dokter kreeg zowat iedere dag een pakje en deelde veel uit aan minder goed bedeelden. Via de pakketten zijn ook medicamen­ten voor Leenaers het kamp binnengesmokkeld. Mevr. Leenaers stopte b.v. buisjes met morfine in de boter.

Het bestaan van de gevangenen was heel moeilijk door de om­standigheden, angst voor de toekomst, lange werkdagen, appèls enz.

Er waren verschillende werkplaatsen, waaronder het Philips-Kommando, waar reparatiewerk werd verricht en o.a. knijpkat­ ten en radiotoestellen werden geassembleerd. Dat Philips-Kommando was voor de gevangenen van grote positieve betekenis.

Dokter Leenaers gevangenisarts in het concentratie kamp Vught (tekening van Reinhart Dozy)
Dokter Leenaers gevangenisarts in het concentratie kamp Vught (tekening van Reinhart Dozy)

In de zomer van 1943 kwam de Krankenbau gereed: een klein echt ziekenhuis dat mede door de medewerking van Philips goed ingericht was. De lagerkommandant stemde er mee in dat er een equipe kwam van Nederlandse gevangenen: huisartsen, specialisten (ongeveer twaalf) en geschoolde verplegers. Van dat team heeft dokter Leenaers ook deel uit gemaakt en hij heeft zich er volledig voor ingezet.

Hij maakte veel vrienden in het kamp, waaronder de Drentse kunstschilder Reinhart Dozy, die hem in zijn zebra-pak heeft getekend. De driehoek op het pak was het kenteken van de politieke gevangenen. De tekening is opgevouwen in een portefeuille uit het kamp gesmokkeld. De omstandigheden waaronder Dozy en Leenaers elkaar leerden kennen en waaronder de tekening is gemaakt, blijken uit een brief die dokter Leenaers na zijn vrijlating schreef aan de vrouw van Dozy vanuit Son.

Geachte Mevrouw Dozy.

Het is mij een groot genoegen U de hartelijke groeten van Uw man te mogen overbrengen. Hij kwam bij mij in het ziekenhuis, omdat hij een beetje dikke beenen had van het klompendragen, hetgeen daar veel voor komt. Na een paar dagen was hij weer be­ter, maar omdat er een tweetal gevallen van vlektyphus waren moesten alle patiënten in het ziekenhuis blijven. Wij hebben daarvan geprofiteerd, want ziek was toen eigenlijk niemand meer en het was meer een vacantie. Uw man heeft toen heel wat portretten getekend, onder anderen het mijne, dat buitengewoon geslaagd is.

Hij ziet er uitstekend uit en zijn humeur is voortreffelijk. Wij hebben het samen erg genoegelijk gehad en zijn wederzijds op de hoogte van elkaars familie en woonplaatsen. Zoo heb ik Uw huis op de foto bewonderd, zooals het daar ligt te midden der Drentsche hei.

Tot mijn spijt mag ik niet in Elp komen, anders was ik U zeker persoonlijk komen opzoeken. Zijn pakketten komen regelmatig aan en die waren dan ook zeer welkom, want het gewone eten is daar niet overdreven schitterend. Naar ik van harte hoop zal hij ook spoedig vrijkomen. Sinds bijna 2 maanden behoeft hij niet meer de appèls bij te wonen, die eigenlijk het ergste deel van Vught vormen. Hij is nu in het z.g. schonungsblok en gaat bij Philips werken, dat is in een barak en heeft dus in het najaar vele voordeelen.. U kunt dus volkomen gerust over hem zijn.
Zelf probeer ik weer aan de vrije maatschappij te wennen!

Met de meeste hoogachting.

H.M.J.M. Leenaers

Vrijlating

Dokter Leenaers werd weer vrijgelaten op 19 september 1943. Hierbij hebben akties, die collega’s uit het artsenverzet en met name dokter Hoeneveld voor hem hebben gevoerd, een belangrijke rol gespeeld. Hij vervoegde zich bij zijn gezin in Son. In de tweede week van september was zijn woning aan de Mient gesloopt.

Huishoudster Regien Baltus was met de familie meegekomen naar Brabant. Zij herinnert zich deze periode als een verschrikkelijke tijd, vooral toen in Brabant de gevechten rond de bevrijding van ons land losbarstten en de kogels door het dakraam vlogen.

Dokter Leenaers pakte onmiddellijk zijn werk voor het Centrum van het Medisch Contact weer op. Hij kwam als arts in dienst van Philips in Eindhoven en nam waar voor andere artsen.

In Castricum nam zijn vriend Van Nievelt onder moeilijke omstandigheden vanuit Limmen de praktijk van Leenaers waar. Door enkele oud-patienten werd in Castricum gecollecteerd om nieuwe instrumenten voor Leenaers te kunnen kopen. Deze collecte werd door burgemeester Masdorp ontdekt en verboden. De ingezamelde gelden nam hij in beslag en stortte die in de kas van Winterhulp.

Dat men hem in Castricum niet was vergeten blijkt ook uit een brief die hij op 13 december 1943 stuurde aan mevrouw De Vries, echtgenote van Piet de Vries die voor de evacuatie aan het Dokterspad, tegenwoordig Dr. Leenaersstraat, woonde.

Beste Juffrouw de Vries

Je aardige brief heeft mij erg veel plezier gedaan en nog hartelijk bedankt voor je bonnen, waar ik de kinderen mee verrassen kan. Je zult wel gehoord hebben, dat ik geheel de oude gebleven ben, dus nog flink mopperen als ik een kwaje bui heb!! Het kan in een paar jaar tijd aardig veranderen. Eerst een flink bloeiend dorp en nu zitten we allemaal verspreiden kunnen elkaar bijna niet meer terug vinden.
Hier in het Brabantsche land is het stil en eenzaam. Je ligt 9 km. van de trein en vrijwel geen bussen, die bovendien meestal een à twee uur te laat zijn. Het is niet zoo erg prettig om met dit weer uren buiten te staan wachten. Ik ga zelf nogal eens hier en daar waarnemen voor een dokter, die ziek is, dan blijf je tenminste aan het werk.

In het kamp is het nu in den winter niet zoo prettig. Het zal er wel erg koud zijn en dan met dat slechte eten wordt het er niet beter op. Is Piet gelukkig nog aan het werk in het land? Dat werken in Duitschland valt ook niet mee, want daar gebeurd nog al eens wat.

Ons kleinste kindje groeit erg goed. Het is erg stout, maar praat nog heel weinig. De andere kinderen maken het allemaal goed. Jammer, dat je nog steeds zooveel last van je rug hebt en ook dat vloeien moest eigenlijk ophouden. Die twee staan wel met elkaar in verband. Heb je nog een goed corset? Hulp is overal moeilijk te krijgen.
Als je veel kinderen hebt komen ze heelemaal niet meer.
Nu, beste Marie, hou je goed, doe de groeten aan je man en kin­ deren en alle verdere bekenden, die in je omgeving wonen.

tot ziens

H.M.J.M. Leenaers

Dokter Leenaers is nog enkele keren in Castricum teruggeweest. Kapelaan Van der Zalm noteerde op 15 april 1944 in het eerder ge­ noemde dagboek van de Pancratius-parochie: “Vanmiddag om 12.30 uur is de held van Castricum dokter Leenaers even aan ge­ weest. Hij ziet er goed uit en is nog even strijdvaardig”.

Afscheid

Juni 1944: de invasie is begonnen. Bayeux is veroverd. Dan komt het bericht dat dokter Leenaers ernstig ziek in Tilburg in een zie­ kenhuis is opgenomen. In de trein was hij onwel geworden. Colle­ga’s uit het verzet, de professoren Borst en Biemondt uit Amster­dam hebben hem nog in het ziekenhuis opgezocht om te zien of zij nog iets konden doen, maar zijn toestand was hopeloos.
Op 22 juli overlijdt dokter Leenaers op 42-jarige leeftijd.

Meer dan 2000 mensen woonden de begrafenis van de geliefde dokter bij
Meer dan 2000 mensen woonden de begrafenis van de geliefde dokter bij

Op 27 juli vindt de begrafenis in Castricum plaats. Een deputatie van de bevolking en verschillende verenigingen willen het stoffe­lijk overschot aan het station afhalen. Op last van de burgemeester worden ze door de politie weggestuurd, uit angst voor demonstratie en verstoring van de openbare orde.

In het illegale blad Strijd stond in een In Memoriam o.a. het vol­gende: ”Zo werd Leenaers op zijn laatste gang door het dorp nog tegengewerkt, omdat men bang was voor zijn invloed! Welke kracht moet van deze man zijn uitgegaan, dat men zelfs zijn stoffelijk overschot vreesde”.

Bij de indrukwekkende uitvaartdienst en op het kerkhof van de St. Pancratiuskerk waren ongeveer 2000 diep geroerde mensen bijeen. De kerktoren was beroofd van zijn klokken, zo­ dat er tijdens zijn laatste gang slechts stilte heerste.

Er was een krans van vrienden uit kamp Vught met de tekst: ”Uit dankbaarheid van hen wier lijden gij in het kamp hielp verlichten”.
Door zijn dispuut Noctua is de grafsteen geschonken. Op 24 november 1946 werd deze steen plechtig onthuld.

Er kwamen akties op gang om een monument voor hem op te richten. Uiteindelijk is er een passend eerbetoon gevonden in de naamgeving van het wijkgebouw van het vroegere Wit-Gele Kruis; het dokter Leenaershuis.
In de hal van het wijkgebouw is een plaquette aangebracht met de beeltenis van dokter Leenaers. Mevr. Leenaers-de Jongh heeft op 14 oktober 1959 deze plaquette onthuld.

Haar broer dokter A.P.W.A.M. de Jongh heeft de praktijk van Leenaers overgenomen. In zijn spreekkamer stonden het bureau, de stoel en de onderzoektafel die eens in gebruik waren bij zijn voorganger.

Gedenkpenning artsenverzet
Gedenkpenning artsenverzet

Van de Kon. Maatschappij ter bevordering van de Geneeskunst heeft dokter Leenaers posthuum de gedenkpenning ont­vangen van het artsenverzet. De penning toont aan de voorzijde een hakenkruis dat door een slang wordt gebroken en het rand­ schrift luidt: “Alleen een vrij man kan een goed geneesheer zijn” .

N.A.Kaan

 

 

Bronnen:

Familie Leenaers, Mevr. H.v.d.Klei, Mevr. J.H. Scholten-Kloes, Mevr. G.M. Schram-Glorie, Mevr. I.D.E. Van Nievelt, Mevr. J. Zentveld-Schermer, De heer J. Houtenbos, De heer J. Stet, Familie Veldt, Kapelaan J. Verheul.

Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog de­len 6, 7 en 8 door dr. L. de Jong.

Geschiedenis van het verzet der artsen in Nederland door Ph. de Vries, Haarlem 1949.

Concentratiekampen systeem en praktijk in Nederland Fibula-Van Dishoeck, Bussum 1970.

Dagboek kapelaans Pancratiusparochie 1942 – 1945.

Archiefstukken Medisch Contact; Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie.

Informatie van de Kon.Maatschappij tot Bevordering der Geneeskunst.

Brieven van de heer V.A. Dozy te Elp Streekarchief Alkmaar.

Archief gemeente Castricum Oudheidkamer Vught de heer Scharf.

Bron: 13e Jaarboekje – Stichting Werkgroep Oud-Castricum – 1990.

Print Friendly, PDF & Email
Abonneer
Laat het weten als er
0 Reacties
Nieuwste
Oudste
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties