6 november 2012

Weer een pareltje uit onze collectie…

Zo mooi zag onze dupondius er ook eens uit

De dupondius van Vespasianus

 

Zo mooi zag onze dupondius er ook eens uit

Het perceel Goudtuinen en omgeving aan de Heemstederweg moet al vanaf 200 jaar voor Christus bewoond zijn geweest. Behalve groente oogstte Cees Beentjes er kilo’s scherven en ander materiaal. Via Hans van Weenen kwam het allemaal bij Oud-Castricum terecht.

Een van de vondsten mag een parel uit onze collectie worden genoemd. Het is een munt die door het Penningkabinet gedetermineerd kon worden als een dupondius uit de tijd van keizer Vespasianus. Van 69 tot 79 regeerde hij over het immense Romeinse rijk.  De keizer stond bekend om zijn zuinigheid en voerde veel nieuwe belastingen in. Hij had zelfs een belasting op urinoirs bedacht. Hier vond de spreuk “geld stinkt niet” (pecunia non olet) waarschijnlijk zijn oorsprong. Onder zijn bewind werd ook begonnen met de bouw van het Colosseum.

Hoe kwam die munt nu op de Goudtuinen terecht.  De Romeinen woonden niet meer in Kennemerland. In 47 n Chr trokken ze zich definitief terug achter de oude Rijn.  In dat gebied boven de grote rivieren dat ze ‘Frisia’ noemden hadden ze weinig interesse. Het  was nat en moerassig en de bewoners waren niet makkelijk onder duim te houden.  Er was wel handel tussen de twee volken. IJzer en wol ruilden de Friezen voor Romeins aardewerk en bronzen voorwerpen. De visvangst en de veeteelt waren belangrijk voor de proviandering van de legioenen.  Door de vondst van munten weten we dat de Friezen ook geld kregen voor hun producten.

Romeinse munten zijn belangrijke getuigenissen van de tijd waarin ze werden geslagen.

 

Niek Kaan

Abonneer
Laat het weten als er
0 Reacties
Nieuwste
Oudste
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties