Wat te doen met de oude begraafplaats op landgoed Duin en Bosch in Bakkum? Het Rijksmonument verpaupert, maar Dijk en Duin wil er geen geld meer in stoppen. Dat gaat de Werkgroep Oud-Castricum aan het hart.
Het is bijna een mystieke ervaring om over de begraafplaats van het voormalige psychiatrisch ziekenhuis Duin en Bosch in Bakkum te dwalen. Zeker als de bomen geel en rood kleuren en de herfstzon lange schaduwen werpt over het duinterrein.
Het rijksmonument is vervallen. Bijna alle iepen die de begraafplaats decennia kenmerkten, zijn vanwege de iepziekte gerooid.
Diepe kuilen langs de bijna onder het gras verdwenen paden geven aan waar de karakteristieke bomen tot voor kort stonden.
Schots en scheef
De grafstenen van de in 1963 officieel gesloten begraafplaats staan schots en scheef in de grond. Diverse grafstenen zijn gebroken, andere vertonen sporen van vandalisme.
Sommige zijn omgestoten door de grasmaaiers die vrij rigoureus te werk zijn gegaan.
Er zijn er ook voorzien van graffiti. Zo staat er op een grafsteen:
’I am dead’. De hakenkruizen die ook op een grafsteen waren gekalkt, zijn inmiddels verwijderd.
Maar heel veel onderhoud vindt er verder niet meer plaats. De huidige eigenaar Parnassia, waar GGZ-instelling Dijk en Duin onderdeel van is, wil er het liefst vanaf, zo liet Parnassia onlangs weten. Elke euro die naar de begraafplaats gaat, kan niet aan de zorg worden besteed. Om die reden wil Dijk en Duin ook af van het duingebied dat het nu nog in beheer heeft, en waar het ’leasekoeien’ heeft lopen. Ook de herten op het terrein moeten verdwijnen. Duin en Bosch trekt zich terug in zijn nieuwe klinieken en verkoopt de rest.
Tot verdriet van de Werkgroep Oud-Castricum. Deze club van hoeders van het cultureel erfgoed is er verantwoordelijk voor dat één graf op de begraafplaats in oude luister is hersteld. Dat is het graf van dr. Jacobi, de grondlegger van Duin en Bosch en tevens de eerste directeur-geneesheer van het psychiatrische ziekenhuis. Voorzitter Peter van Eerden van Oud-Castricum: ,,Dat wat dr. Jacobi voor Bakkum en Castricum heeft betekend, is van onschatbare waarde. Zijn graf laten verrommelen of laten ruimen zelfs, dat is onmogelijk.’’ Ernst Mooij van de werkgroep die zich verdiepte in de historie van de begraafplaats, roemt in het artikel dat hij er over schreef in het jaar- boek van Oud-Castricum, het ontwerp in decoratieve tuinstijl.
Tuinarchitect
Mooij: ,,Duin en Bosch laat nu een herstelplan maken bij een tuinarchitect. Dat vind ik positief. Het toont aan dat ze wel hun verantwoordelijkheid nemen. Maar ik heb er wel op aangedrongen dat ze tegelijk een onderhoudsplan maken. Anders is het zo weer verpauperd. Kijk naar de padenstructuur die in de jaren negentig was hersteld. De meeste paden zie je al niet meer.’’
Mooij wijst op de toegevoegde waarde van de begraafplaats, die niet per se in geld is uit te drukken. ,,Er komen niet alleen nieuwe klinieken op het terrein, maar ook woningen. Die mensen kiezen voor een bijzondere woonomgeving, dus moet die omgeving ook bijzonder blijven. De begraafplaats maakt integraal deel uit van het landgoed Duin en Bosch.’’
De namen van de overledenen – artsen, verplegend personeel, patiënten – zijn grotendeels verloren gegaan. Duin en Bosch heeft de archieven niet meer. Oud-Castricum doet een poging ze te achterhalen. Slechts van een enkel graf zijn de gegevens bekend. Van dr Jacobi natuurlijk, maar ook van de drie kinderen Gerrit en Henk Koeman en de kleine Jan Blei. Mooij schreef enkele jaren terug een artikel over de tragische dood van de broertjes Koeman, kinderen van een verpleger, en van Jantje Blei, ook het kind van een verpleger. Maar voor de rest is het gissen naar de levens achter die onbekende, bijna niet meer leesbare namen.
Koerdistan
Peter van Eerden is inmiddels gegrepen door de geschiedenis van Gabriël Benjamin uit Koerdistan, gestorven in 1917 en begraven naast dr. Jacobi zelf. Van Eerden: ,,Waarom lag deze man die een week na zijn aankomst in Bakkum overleed, op zo’n prominente plaats begraven?’’
Waar Garbriël Benjamin vandaan kwam, weet Van Eerden inmiddels: uit Matta, een Syrisch-orthodox klooster nabij Mosul in Iraaks Koerdistan (tegenwoordig onder het regime van IS). Maar wat die man in Nederland deed, geen idee. Van Eerden: ,,Er is nog veel werk te doen. Doodzonde als dit verloedert.’’
Mooij: ,,Het is een bijzondere plek. Dat voel je pas als je er bent. Je moet het ervaren. Als het weg is, krijg je het nooit meer terug.’’
Bron: Dagblad Kennemerland – 4 november 2015 – Koen van Eijk.