Artikel van Dagblad Kennemerland/NHD van 20 oktober 2018,
door Ton de Lange
Expositie van Werkgroep Oud-Castricum
Alles moet anders. Zo’n golfbeweging was er bij uitstek in de jaren zestig en zeventig. Bij de protesten en demonstraties was ’ludiek’ hét woord bij de jongeren die werden weggezet als langharig werkschuw tuig, en die zichzelf Provo’s noemden of Kabouters. De heftigheid van de stad dook op in dorpen. De ’aksies’ in Castricum zijn een mooi voorbeeld.
Rustende Jager en De Bakkerij
Stichting Werkgroep Oud-Castricum (anno 1967) blikt met de expositie ‘Protest in Castricum’ terug op 50 jaaracties en demonstraties in het plattelandsdorp.
Een extra levendig overzicht dankzij foto’s, muziek én een half uur lange film die Anton Visser maakte met actievoerders van toen. Van Kabouter- protesten en verzet tegen opheffing van buslijn 164 tot oprichting van De Bakkerij en verdwijning van De Rustende Jager. De tentoonstelling in gebouw De Duynkant aan Geversweg 1b wordt geopend door twee oud-Kabouters: Bernard van den Boogaard doet de inleiding, de muziek is van Toon Hollanders. ‘Protest in Castricum’ is tot februari te zien op elke 1e en 3e zondag van de maand, van 13.30-16 uur. Info: oudcastricum.com
Oranje Vrijstaat in het dorpse Castricum
Castricum
Ook in Castricum ging het gepaard met de introductie van de fonetische spelling. Zo moesten er ’kinderkresjes’ komen, om de huisvrouw te verlossen uit ’haar slavernij als sloofje’.
Bernard van den Boogaard (66) – immer actief als musicus en goochelaar – was destijds een van de Kabouters. Na de eerste volksvergadering riepen ze op 26 april 1970de Castricumse Oranje Vrijstaat uit, ofwel een staat binnen een staat die in overleg met anderen de dingen wilden veranderen en verbeteren.Wat volgde is nu vastgelegd op vijftien panelen, die een kleurrijk overzicht geven van vijftig jaar dorpsgeschiedenis. Van den Boogaard is ook geïnterviewd voor de bijbehorende amateurfilm.
Hij was nummer negen in een Castricums gezin met elf kinderen. Vader had een bedrijf voor reclamefolders, het muzikale en creative kwam met name van moeder. Het kwam terug in onder anderen Bernard, zus Tequila en broer Theo. De laatste werd landelijk bekend als tekenaar van de beruchte Sjef van Oekel-strips, geschreven door Wim T. Schippers.
Na het Petrus Canisius College in Alkmaar ging Bernard naar het conservatorium in Amsterdam. Hij was pas zeventien, maar zijn piano- en compositietalent was al vier jaar onder de hoede van vermaard componist Peter Schat. In de turbulente hoofdstad ging Bernard volop mee in de vaart der volkeren, zo was hij een van de componisten van het muziektheater ’Dictatuur’ in Paradiso. Milieuvervuiling was toen al een van de speerpunten. Voor zijn band Kameleon schreef hij het nummer ’Pollution’.
Funadama
Vanaf 1970 roerde hij zich in het dorp, met gelijkgestemde jongeren die zich daar niet langer stierlijk wilden vervelen. “Je kon dansen bij Funadama, dat was het zo’n beetje.” De jongens van de vrijstaat bezetten een al jaren leegstaande veilinghal en maakten deze helemaal schoon. Plannen voor een parkeerterrein op strandgrond waren meer dan een doorn in het oog. Het ludiek protest goten ze inde vorm van een cynische begrafenisstoet.
“Anti-vernieling van de natuur, we gingen planten symbolisch begraven.” Ze wandelden dramatisch en cabaretesk richting kust; voorop een trommelaar, achter hem een begrafenisondernemer, daarachter een voortgeduwde kar met kist én een harmonium waarop Bernard de treurmars van Chopin speelde.
De Kabouters in Castricum, ze wierpen zich ook op als lokale politieke partij. “Alle openheid en inspraak in politiek en samenleving, het is te danken aan die jaren.” De leus was ‘op één raadszetel kunnen vele Kabouters’, maar in de raad kwamen ze niet.
Dat was ook niet nodig om iets te bereiken of anderszins leven in de brouwerij te krijgen. Het eigenzinnige cabaretduo Neerlands Hoop, met Freek de Jonge en Bram Vermeulen, kwam naar de Clinghe-zaal. Net als Ivo de Wijs, Don Quishocking of de niet bepaald extreemlinkse Henk van Ulsen met ’Dagboek van een gek’ of een voorstelling over schilderijenvervalser Han van Meegeren. Alles op initiatief van de culturele werkgroep waar Bernard tien jaar zat.
Bakkerij
In 1974 werd de gemeente geconfronteerd met de dreiging van een zaterdagse demonstratie van maar liefst 450 jongeren die eindelijk eens een eigen plek wilden in het dorpscentrum.
Het gezag ging door de knieën en zou hiervoor het Dorpsstraat-pand van bakkerij Hemmer aankopen. De actie werd daarop afgeblazen en ging de geschiedenis in als ‘de grootste demonstratie in Castricum die nooit gehouden werd’.
Cultureel podium De Bakkerij bestaat nog altijd. Latere ludieke campagnes als ‘Laat de kust met rust’ kregen een Castricumse afdeling. Wat nou een vliegveld voor de deur: ten strijde! Met hulp van actiekoor De Straatklinker werden protestliederen succesvol uit volle borst gezongen, in weer en wind: ‘Rollen in de golven, zwemmen in de zee; rollen in de golven maar een vliegveld nee’.
Zingen gebeurde dit jaar ook nog, maar dan niet tégen maar vóór iets. Het waren echter geen jongeren meer die lieten horen dat (bioscoop) ‘Corso moet blijven’.
“Het fijne van nu is dat je met een telelens naar toen kunt kijken”, besluit Bernard. Hij ziet in de huidige tijd nog wel goede voorbeelden van kritische ’jongeren’, en noemt Arjen Lubach die maandag al 39 jaar is.
Lulligheid
“We hebben de emancipatie meegemaakt, de komst van de pil, de NVSH, en noem alles maar op. Toch heb ik het idee dat de jeugd – in het algemeen dan – niet meer zo’n interesse heeft in plaatselijke dingen en dat er een soort ‘nieuwe lulligheid’ is ontstaan. Aan de andere kant, je kunt natuurlijk ook doorslaan, hè. Ik bedoel, studenten die bij elkaar het examen afnemen. Kom op zeg.”