Door: Eric Bor

In de middeleeuwen werd er rechtgesproken op een Dingplaats. Tal van woorden herinneren daar nog aan, bijvoorbeeld (kort) geding, bedingen en mededinger. In plaats van ‘plaats’ werd soms ‘stoel’ gebruikt. Dit woord gebruiken we niet meer in die betekenis, maar ‘zetel’ wel: het Internationaal Gerechtshof zetelt in Den Haag.
Castricum had eeuwenlang een Dingstoel, ook wel genaamd Dingstal. Die lag op de plek waar later het raadhuis gebouwd zou worden. We weten dat in 1584 de onderwijzer op de Dinckstal woonde. We weten ook dat er in 1590 een gebouw was, waarin het ‘regthuys’ was opgenomen. In het voormalige raadhuis is een gevelsteen ingemetseld uit 1684, die uit een eerder gebouw komt. In het boek “De Nederlandsche Stad- en Dorpsbeschrijver” uit 1795 staat dat de zogenaamde rechtkamer wordt gehouden “boven het school en woonhuis van den Meester, zijnde deeze kamer een vertrek dat niets bijzonders heeft”.
Tot 1813 gebruikten schout en schepenen de rechtkamer, daarna kreeg Castricum een burgemeester, wethouders en een gemeenteraad. Ook zij gebruikten aanvankelijk de school. Pas in 1869 kwam er op voorstel van burgemeester Zaalberg een echt raadhuis naast de school te staan waarin, naar oud gebruik, de onderwijzerswoning was opgenomen. De gemeente had dat jaar 1367 inwoners.
In 1910 waren er 3267 inwoners en was het raadhuis te klein geworden. Er moest een nieuw raadhuis komen en architect Jan Stuyt maakte twee ontwerpen, waaruit de gemeenteraad er een koos. In het raadhuis werden verschillende gevelstenen ingebouwd: de reeds genoemde gevelsteen uit 1684, een gevelsteen met het jaar waarin het raadhuis werd gebouwd (1911), een gevelsteen met het gemeentewapen en een gevelsteen met SPQC: Senatus Populusque Castrici, hetgeen betekent “bestuurders en bevolking van Castricum”.[1]

In 1982 verliet het gemeentebestuur de historische plek. Het betrok een groter, nieuw gebouwd pand op de plek die Raadhuisplein werd gedoopt. Het oude raadhuis was tot 2009 in bezit van Stichting Landschap Noord-Holland en werd daarna een hotel.
Meer weten? Lees Niek Kaan, De gemeente Castricum en haar raadhuizen, in: Jaarboek Oud-Castricum 5, 1982
[1] Naar voorbeeld van de officiële naam van het Romeinse Rijk: SPQR, Senatus Populusque Romanus. Dit staat in Rome nog steeds op de putdeksels. Inwoners van Rome zeggen wel eens spottend dat de afkorting betekent Soli Papi qui Regano: alleen pauzen regeren hier. Italianen buiten Rome hebben hun eigen versie. Sono Porci questi Romani: het zijn varkens, die Romeinen.

Tekst:
Foto’s:
N.B. Meer columns van Eric Bor lezen?
U vindt al zijn columns hier.