Na de oprichting van de werkgroep Oud-Castricum in 1967 werd regelmatig een beroep gedaan op de inwoners om historische voorwerpen aan de werkgroep af te staan.
De Bakkumse wagenmaker Dirk de Winter (1890-1969) schonk zijn gereedschappen, bestaande uit allerlei soorten schaven, boren en mallen. Hiermee zijn heel wat schelpenkarren, boerenwagens, hondenkarren en handkarren gemaakt. De wagenmaker was een van de belangrijkste ambachtslieden in een dorp.
Wagenmaker en smid hadden vroeger veel met elkaar te maken en zaten meestal dicht bij elkaar. Dat was in Bakkum ook het geval.
Het pand van Dirk de Winter staat (nog steeds) naast de Beatrixklok in de Bakkummerstraat en smid Jan Hoebe was zijn buurman. Het leggen van een ijzeren strip rondom een karwiel was het werk van de smid. Een kunstje wat nog niet zo lang geleden voor de schelpenkar van het strandvondstenmuseum is uitgevoerd.
Ook het maken van een houten wiel vereist veel vakmanschap. Het aantal spaken hangt af van het gewicht dat de wielen te verdragen krijgen. Met de komst van de auto en rubber banden verdween het vak. De gereedschappen horen nu bij ons materieel erfgoed.