Door: Eric Bor
Bij de kruising van de Laan van Albert’s Hoeve en de Molendijk staat het kunstwerk ‘Terra Sigillata”. Het is in 1999 gemaakt door de Amsterdamse kunstenaar Nicolaas L.M. Dings (Tegelen 1953) in brons en terrazzo (gepolijst mengsel van gedroogde klei met korrels van natuursteen). Het is een kunstzinnige herinnering aan de archeologische vondsten uit de Oosterbuurtopgraving. De opgraving vond plaats in 1995-1996 op een veld genaamd de Teling. Er zijn gedeelten van zeer goed geconserveerde nederzettingen uit de Romeinse, Merovingische en Karolingische tijd alsmede een grafveld uit de Romeinse tijd gevonden.

Het hoofd in het kunstwerk verwijst naar de acht gevonden skeletten, waarvan het belangrijkste na gezichtsreconstructie de naam Hilde heeft gekregen. De munt stelt de gouden Keltische stater (munt) voor van de stam der Nervii. Deze munt lag onder een huispaal en dateert van 50 jaar voor Christus. Terra Sigillata betekent ‘gestempeld aardewerk’ en is de naam van gebruiksvoorwerpen uit glanzend rood of roodbruin aardewerk dat vaak van een fraai reliëf is voorzien. Dergelijk aardewerk was heel populair bij de Romeinen en in de Oosterbuurt is een complete Romeinse aardewerken wrijfschaal gevonden.
Het kunstwerk van Dings bevat veel geometrische vormen: het grondvlak is een vijfhoek, er zijn twee cirkels (de munt en het ‘tafelblad’), drie cilinders (de pilaren) die in een driehoek staan, een kubus met vier zichtbare vierkanten en een kegel. De voet die prominent bovenop het kunstwerk staat, kun je op verschillende manieren opvatten: als het voetspoor uit het verleden dat gevormd wordt door de vondsten, als de voet van de tijd die de oude beschavingen heeft vermorzeld en als onze voet waaronder de sporen van het verleden begraven liggen.

Het kunstwerk als geheel doet denken aan de restanten van de Colossos (reusachtig standbeeld) van keizer Constantijn de Grote in het Conservatorenpaleis op het Capitool in Rome. Van deze Romeinse keizer die van 306 tot en met 337 aan de macht was en van het christendom de Romeinse staatsgodsdienst maakte, werd een gigantisch beeld vervaardigd uit met brons bekleed hout en marmer. Het beeld is in de middeleeuwen gesloopt om het brons te kunnen omsmelten, maar enkele marmeren delen zijn later teruggevonden: het hoofd, twee handen, een voet, twee knieën en een onderbeen.

Tekst:
Gegevens over de opgraving en over de betekenis van het hoofd en de munt komen van Werkgroep Oud-Castricum
Foto’s:
N.B. Meer columns van Eric Bor lezen?
U vindt al zijn columns hier.