Vanaf 1 februari is tijdens de open dag (de eerste zondag van de maand van 12.00 tot 17.00 uur) in De Duynkant een tentoonstelling te zien over de Dorpsstraat. De tentoonstelling is tevens een eerbetoon aan ons in september jl. overleden lid Wim Hespe, die in 10 delen voor het jaarboek de geschiedenis van de Dorpsstraat heeft beschreven.
Het is een deel van de eeuwenoude hoofdweg tussen Haarlem en Alkmaar. Het dorp en de Kerkbuurt is er aan ontstaan. Oorspronkelijk liep de oude weg dicht langs de duinen. De Hollaan, Oude Haarlemmerweg en de Oudeweg die we nu nog kennen maakten er deel van uit.
Tot aan de 19e eeuw was het een onverharde weg die door zandverstuivingen dikwijls onbegaanbaar was. Regelmatig kwamen de postkoets en andere rijtuigen vast te zitten. Het stadsbestuur van Alkmaar diende een plan in bij de landsregering om het weggedeelte ten zuiden van Castricum meer naar het oosten te verleggen. Het plan is in 1785 onder leiding van schout Joachim Nuhout van de Veen gerealiseerd. Er werd grond aangekocht en het werk werd aanbesteed. De omleiding liep vanaf de Maardijk in Heemskerk tot aan de Korendijk en daarna langs het Krengenbos terug naar de Hollaan. Vanwege de vreemde kronkels in de doorgaande weg kreeg het nieuwe deel de naam Malleweg.
In 1820 werd de ‘Nieuwe Weg’ aangelegd. De oude weggedeelten werden vervangen door een weg die vanaf de bocht in de Dorpsstraat dwars door de weilanden liep en aansloot op het oude tracé vlak voor de buurtschap Noorddorp onder Heemskerk.
De nieuwe weg passeerde een paar hoge duinen, die voor de aanleg deels moesten worden afgegraven, De eerste lag bij de gemeentegrens met Heemskerk en de volgende 250 meter ten noorden van het jachthuis.
Het weggedeelte Castricum- Alkmaar werd apart aanbesteed. In verband met verbreding van de weg moesten enkele opstallen en grond aangekocht worden. Ook de doorrijstal van De Rustende Jager moest wijken, De stal werd wel herbouwd om zo een uitspanning bij de herberg te behouden.
De herberg stond op een strategische plaats, tegenover de 11e eeuwse dorpskerk en nabij de afslag richting Egmond, de tegenwoordige Torenstraat. Rond de kerk ontstond de Kerkbuurt centraal gelegen tussen de andere vier buurten, Oosterbuurt, Heemstede, Noordeinde en Kleybroek . Ook stond daar het Schoolhuys waar de onderwijzer woonde. In hetzelfde pand was het schoollokaal en het gemeentebestuur te vinden. In het uit l911 daterende oude raadhuis woonde de hoofdonderwijzer er nog steeds. In 1854 bouwde het gemeentebestuur een nieuwe lagere school aan de Schoolstraat. Die stond op het terrein dat blijkens documenten al in de 15 eeuw werd aangeduid als De Dinckstoel, dat wil zeggen de plaats waar de inwoners vergaderden en waar recht werd gesproken.
In 1897 reed de stoomtram voor het eerst door het dorp. Nog geen 25 jaar later maakte de tram zijn laatste rit. Intussen waren er heel wat ongelukken gebeurd, ondanks het feit dat de maximum snelheid voor motorvoertuigen 10 km per uur bedroeg. In l920 werd gesproken over een omleiding van de rijksweg, maar er waren heel wat tegenstanders die bang waren dat Castricum een dood dorp zou worden. In l937 werd de straat verbreed. De discussie zette zich voort maar het doorgaand verkeer bleef binnen de bebouwde kom. In de vijftiger jaren verving de Rijksweg 9 de oude hoofdweg en opnieuw kwamen er nooit gerealiseerde plannen voor een andere wegenstructuur. In de 80-er jaren besloot de gemeenteraad het doorgaand verkeer meer te spreiden en de Dorpsstraat te versmallen. In 2010 is de voormalige rijksweg zelfs ingericht als fietsstraat.
Nu zijn de fietsers hier de baas….(?)