Door: Eric Bor
Hertog Willem van Beieren (de latere graaf Willem V) liet in 1351 in Delft een gezegelde oorkonde opstellen, waarin stond dat hij ter ere van God een kapel zou stichten in Bakkum. Dit omdat zijn leger eerder die maand de scheepsslag bij Zwartewaal had gewonnen van het leger van zijn moeder, Margaretha van Beieren, waarmee Willem de heerschappij verkreeg over Holland. Zeer waarschijnlijk kwam hij tot de keuze van Bakkum (destijds vallend onder Egmond) als plaats voor de kapel op aanraden van zijn adviseur Jan van Egmond.
Uit twee documenten uit het jaar 1439 in de archieven van de Abdij van Egmond blijkt dat de bouw van de kapel aan de Heereweg te Bakkum meer dan tachtig jaar later plaatsvond. Als schutspatroon wordt de Heilige Cornelius genoemd. Het altaar van de kapel werd ingewijd op 9 maart 1439. De kapel bleef ruim honderd jaar in gebruik. Tussen 1560 en 1570 werd de kapel verschillende keren beschadigd door de geuzen, die hun agressie richtten op alles wat Spaans en katholiek was. In 1576 was de kapel verlaten en in het begin van de 17e eeuw werd zij ingericht als ‘regthuys’ voor bestuur en rechtspraak door schout en schepenen en als school. Na 1812 werd het gebouw als woonhuis verhuurd.
Op 29 januari 1873 werd het voormalige raadhuis met erf openbaar verkocht. De Castricummer Dirk Bruin werd de nieuwe eigenaar voor een bedrag van 606,- gulden. Het huis werd afgebroken en de stenen ervan werden gebruikt voor de bouw van de rentenierswoning ‘Eva’s Hof’ aan de Achterlaan. Ruim honderd jaar later werd ook deze woning afgebroken en nu werden de oude stenen van de kapel gebruikt bij de bouw van een modern landhuis aan de Achterlaan, op een perceel naast dat van het vroegere ‘regthuys’.
Opmerkelijk is, dat de naam Cunerakapel nergens in de kerkelijke stukken opduikt. In de documenten uit 1439 is sprake van de H. Cornelius als schutspatroon. De enige die de naam ‘Cunerakapel’ vermeldt, pastoor Nicolaas Bommer (1777-1808) in zijn ‘Korte beschrijving van de slag bij Castricum’ (1799) onder de diefstallen door de Franse troepen “de klok van ‘t Raadhuijs te Baccum, eertijds de Capel van Sinte Cunera”. Het is mogelijk dat Cornelius op een zeker moment is vervangen door Cunera, wier relikwieën in Egmond worden bewaard.
BronnenTekst:
Foto’s:
N.B. Meer columns van Eric Bor lezen?
U vindt al zijn columns hier.