Door: Eric Bor
Baukje Weda vroeg enige tijd geleden op de Facebooksite ‘Je bent Castricummer als..’ of er nog iemand foto’s had van de brand in de filterfabriek ‘Golden Super’. In mei 1983 ging dit bedrijf in vlammen op. Baukje bracht haar jeugd door in het laatste stukje Geelvinckstraat tussen de Dr. Leenaersstraat en de Ruiterweg en ik woonde daar in die tijd ook. Ik heb inderdaad nog foto’s.
Op het terrein tussen dat stuk Geelvinckstraat en de Mient bevond zich sinds de jaren zestig de filterfabriek ‘Golden Super’ van Laurens Abercrombie. Hij had de locatie overgenomen van Thijs de Nijs, die daar oorspronkelijk zijn bouwbedrijf had. In het Nieuwsblad van Castricum van 13 oktober 1967 staat een uitvoerige beschrijving van de filter- en metaalfabriek, die aan de Mient 111(B) was gevestigd. De Golden Super NV, de enige fabriek op dit gebied in Nederland, was nog steeds groeiende en vervaardigde ruim 11,5 miljoen filters per jaar. Het bedrijf groeide letterlijk tegen de achtertuinen van de Geelvinckstraat op: mijn schuur stond tegen een bedrijfsruimte aan. Aan de Mientkant was er achter de tuinen een steeg, waaraan nog wat loodsen grensden: schoenmaker Gerbrand Heijne had daar bijvoorbeeld zijn werkplaats.
Op 10 mei 1983 ging het mis. Een werknemer die met propaangas een filter aan het afbranden was, zag dat een in de buurt liggende doek in de brand was geraakt. Direct na deze ontdekking sloeg het vuur over naar in de omgeving liggende spullen. De brand was al snel zo hevig, dat de brandweerkorpsen van Castricum en Heemskerk er met zes bluswagens en groot materieel aan te pas moesten komen. Hun bluswerkzaamheden werden bemoeilijkt door de enorme rookontwikkeling. Zij konden niet voorkomen dat de fabriek grotendeels afbrandde, maar wisten het kantoor (met brandschade) te redden en voorkwamen dat het vuur oversloeg naar de omliggende huizen, al hadden de tegen de fabriek aanliggende schuurtjes ook brandschade. Eén werknemer van de fabriek werd met brandwonden overgebracht naar het Rode Kruis Ziekenhuis in Beverwijk. Abercrombie zocht een nieuwe locatie voor zijn bedrijf en vond die in Uitgeest. Al vrij snel kon hij daar de productie voortzetten. Na enkele jaren gesteggel over de bestemming van het binnenterrein tussen de Geelvinckstraat en de Mient, werden de restanten van de uitgebrande fabriek verwijderd en kregen de omwonenden de gelegenheid, de aan hun tuin grenzende grond te kopen. Vrijwel iedereen maakte van deze mogelijkheid gebruik.
BronnenFoto’s:
N.B. Meer columns van Eric Bor lezen?
U vindt al zijn columns hier.