Vervolg van “Castricum wordt een badplaats. Deel 2: 1925-1926“
Door: Eric Bor
In 1926 signaleerde de gemeenteraad, dat het wild kamperen in het duin en op het strand hand over hand toenam. Via de krant liet het gemeentebestuur weten waar men voor kamperen een vergunning kon krijgen. Een tent opzetten voor een stranddagje kon zonder vergunning, daar waren ook tenten voor te huur. Vanuit de tent op het strand mocht niet worden gebaad en je mocht je er ook niet geheel of gedeeltelijk ontkleed voor bevinden.