Speech Kees van Ginhoven
Nationale Dodenherdenking 4 mei 2024,
Gedenkkruis Bussumerheide.
Dames en heren, lieve mensen,
Op 17 maart 1942, ik was toen 7jaar oud, werd mijn vader hier, waar wij nu staan, om twee minuten over vier, door de nazi’s doodgeschoten. Hij weigerde een blinddoek.
….
Dat jochie van 7 jaar zat op de School met de Bijbel in Castricum. Ik werd die dag vanuit de Torenstraat thuis opgehaald om naar Amsterdam gebracht te worden, waar wij op de Lekstraat op 1-hoog het tijdstip van vaders executie zouden meemaken, in aanwezigheid van oom Dick, mijn moeder, mijn broertje Martin (3 jaar) en mijn zusje Lientje (4jaar). Mijn 3 oudere broers waren er niet bij, zij waren ondergedoken.
Mijn moeder Lientje Feij, die kon heel mooi zingen, ze was sopraan in het koor van de Waalkerk Amsterdam en zelfs in het koor van het Concertgebouworkest.
Op die middag in de Lekstraat zette mijn moeder precies om 4 uur het Wilhelmus in. Dat had ze al eerder gedaan, staande in de rechtszaal toen het doodvonnis werd uitgesproken. De rillingen gingen door ons lijf, niet te geloven, wat een sterke vrouw! We huilden allemaal in stilte. Het was een onwezenlijke situatie die je op dat moment als jongetje totaal niet begrijpt.
Diezelfde ochtend nog had mijn vader aan mijn moeder en al zijn 5 zoons en dochter een eigen afscheidsbrief gezonden. Die brieven zijn aangrijpend mooi en getuigen’ van een bijzonder gelovigen dapper man. lk kreeg in mijn brief, die jarenlang ingelijst boven mijn bed heeft gehangen, een heel specifieke opdracht van mijn vader “Jij moet goed op je moeder passen”. Dat heb ik zo goed en zo kwaad als ik kon gedaan.
De rest van de oorlog bracht ik met mijn moeder, broertje en zusje als evacués in Friesland door. We waren uit het huis in Castricum gezet, omdat het in de weg stond van de bouw van de Atlantic Wall, die er gelukkig nooit is gekomen.
Na de oorlog, werd er niet meer over gesproken. De hele familie emigreerde naar Canada en probeerde daar een nieuw leven op te bouwen. Het verleden, de oorlog, was te afschuwelijk voor woorden. Daar werd niet meer over gesproken… we moesten vóóruit!
Nu bijna 82 jaar later sta ik hier, dankzij mijn neef Dick, (‘dankje Dick’) om de moord op mijn vader officieel te gedenken en hem te eren.
Wij zijn de Gemeente Gooise Meren en de Gemeente Hilversum veel dank verschuldigd om dit mogelijk te maken. Maar zeker ook de beheerder van het Gedenkkruis, Arthur Graaff. (‘dank u allen’)
Graag herdenk ik met u vandaag ook de andere hier op deze plek geëxecuteerde verzetshelden:
- Anne Bosschart,
- Lodewijk Van Hamel,
- Rudolf s’Jacob,
- Cornelis van der Vegte
- en Han van Zomeren.
Ook zij gaven hun leven voor onze vrijheid.
Ik ben erg blij dat we hier de naam van mijn vader, Huibert van Ginhoven, aan toe kunnen voegen, namens de gehele familie Van Ginhoven mijn oprechte dank.
Ik zeg nog tegen mij familie het volgende. Onze familiestichting geeft aandacht aan al die verhalen over de oorlog en die verschrikkelijke bezetting van Nederland. Juist in deze tijd is het nodig dat onze verhalen worden vastgelegd in de nieuwe ‘Website’. Blijf uw best doen.
Overigens ben ik van mening dat de as van mijn vader naar Castricum komt, zijn urn ligt nu nog te wachten in een begraafplaats in Osnabrück. lk zal een poging doen om dat te realiseren. lk hoop dat daar steun voor is.
Denkend aan mijn vader, maar ook aan de toekomst van zijn en mijn eigen kinderen en de kleinkinderen schiet mij een strofe in gedachte uit wellicht één van de mooiste gedichten uit de Nederlandse poëzie: het gedicht ‘De Ploeger’ van Adriaan Roland Holst.
lk deel deze strofe vandaag graag met u.
“Ik zal de halmen niet meer zien
Noch binden ooit de volle schoven
Maar doe mij in den oogst geloven
Waarvoor ik dien”
Dat zijn dood niet voor niets is geweest.
……….. Onthulling nieuwe naamplaatje………..
Dank u wel.