Niets uit deze publicatie mag worden overgenomen zonder toestemming van de Stichting Werkgroep Oud-Castricum.
Jaarboek 10, pagina 2
Werkgroep Oud-Castricum 20 jaar
Op 16 mei 1967 werd de werkgroep Oud-Castricum opgericht. Naar aanleiding van deze heuglijke gebeurtenis werd door Oud-Castricum van 27 april tot 14 mei 1987 een tentoonstelling ingericht in de Openbare Bibliotheek. Bij gelegenheid van de opening van deze tentoonstelling schetste de voorzitter van de stichting ‘Werkgroep Oud-Castricum’ de heer G. van Geenhuizen de 20 jaren van haar bestaan. De redactie van het jaarboekje heeft gemeend deze toespraak in zijn geheel ds inleiding van het 10e jaarboekje hier op te nemen:
“20 Jaar Werkgroep Oud-Castricum of Oud-Castricum om maar eens de korte naam te gebruiken, waaronder iedereen ons kent. We hebben in die 20 jaar rondom ons vele oudheidkundige verenigingen zien ontstaan en ik vind dat wij als 20-jarige vereniging toch wel echt de kinderschoenen zijn ontgroeid, volwassen zijn geworden en ons bestaansrecht hebben bewezen.
De Werkgroep Oud-Castricum is ontstaan ten tijde van de grote uitbreidingen van ons dorp. Vooral bij het bouwrijp maken van de wijk Molendijk trok het de aandacht van amateurarcheologen, dat er allerlei aardewerkscherven van zeer hoge ouderdom in de grond zaten.
Voor de ingewijden: Fries aardewerk vanuit het begin van onze jaartelling met hier en daar een stukje Romeins aardewerk. De meeste van deze vondsten werden afgeleverd bij de in Castricum zeer bekende amateurarcheoloog Derk van Deelen, die ook al samen met zijn vrouw zijn zoon en zijn vriend Arie Schermer uit Schoorl belangrijke oudheidkundige vondsten in het duinterrein van Castricum nabij het infiltratiegebied had gedaan. Samen met een aantal anderen richtte de heer Van Deelen op 16 mei 1967 de Werkgroep Oud-Castricum op met als eerste voorzitter de heer Klaas Veldt, in het politieke- en verenigingsleven van Castricum geen onbekende. Namen uit de oprichtingsvergadering als Kortenoever, Krist, Kaan en Mooij komen vandaag de dag nog voor in de werkgroep. De heren Van Deelen, Steeman en Veldt, Oud-Castricummers van het eerste uur zijn helaas overleden.
De vergaderingen van de werkgroep werden altijd gehouden op de zolder van het oude raadhuis aan de Dorpsstraat, een zolder die tevens depot was van alle vondsten en spullen die de werkgroep kreeg of zelf gevonden had.
De eerste keer dat de jonge werkgroep echt naar buiten trad was met een tentoonstelling in de aula van de Juliana van Stolbergschool. Deze tentoonstelling ‘Castricum vroeger en nu’ trok veel belangstelling.
Jaarboek 10, pagina 3
Ook werd in de beginperiode vele malen de pers gehaald met vondsten, die bij graafwerkzaamheden werden gedaan. Vooral de vondsten van de waterputten aan de Dr. De Jonghweg en de Willem de Rijkelaan trokken de aandacht.
Een volgende tentoonstelling werd in 1969 gehouden in Castricums enige monument: de Nederlands Hervormde kerk, terwijl ter gelegenheid van de 25-jarige herdenking van de bevrijding een expositie werd gehouden in de brandweerkazerne. Beide werden druk bezocht en Oud-Castricum werd een begrip voor de bewoners van het dorp. Na de tentoonstelling in de brandweerkazerne werden tot 1985 altijd exposities gehouden in ons eigen museumgebouwtje gedurende de zogeheten ‘Toer In’ periode.
Over het eigen gebouw straks meer. Een bijzondere expositie wil ik nog vermelden: tijdens de discussieperiode over de dorpskom in het begin van 1976 hebben we nog een ansichtkaartenexpositie gehouden in de boerderij van de firma Steeman aan de Verlegde Overtoom. Kort daarvoor hebben we met het rapport: ‘Een Toekomst voor Castricums Verleden’ de aandacht gevestigd op een aantal dorpsgezichten, gebouwen en boerderijen, die dreigden verwaarloosd te worden of zelfs te verdwijnen.
Een ander succesvolle uitgave van de werkgroep is ons Jaarboekje; dit jaar verschijnt de 10e editie. De uitgave van het eerste boekje kan ik me nog levendig herinneren. Dit werd mede mogelijk gemaakt door een legaat uit de nalatenschap van de destijds bekende Castricummer, de heer J.L. Pfundt.
Tijdens de voorbereidingen van het eerste boekje konden we niet vermoeden dat we in de loop der jaren zoveel kopij zouden kunnen verzamelen over een vroeger toch vrij onbelangrijk tuindersdorp als Castricum. Ook de Castricumse families zijn vaak uitgebreider dan we denken; ze vereisen dan ook heel veel speurwerk van de dames Bakker, Glorie en Steeman en van de heer Zuurbier, die ook tekent voor vele artikelen en tevens het hoofdredacteurschap op zich heeft genomen.
In 1975 heeft het toenmalige bestuur gemeend de werkgroep een wat meer officieel tintje te geven. Samen met notaris Van Zanten is toen de Stichting Werkgroep Oud-Castricum opgericht. In de statuten van de Stichting is een artikel opgenomen, waarin staat dat bij opheffing van de Stichting – na betaling van schulden – alle bezittingen, waaronder begrepen alle bescheiden en archieven, worden overgedragen aan de Gemeente Castricum.
Dan nu ons eigen gebouw. In 1971 kregen wij de beschikking over ons huidige gebouwtje aan de Geversweg, de voormalige telefooncentrale, een voor de werkgroep goed bruikbaar gebouw, dat redelijk beveiligd is. Hoofddoel bij de openstelling: expositie- en werkruimte. In de zomermaanden waren we zoals gezegd een aantal zondagen open, terwijl mevrouw Steeman altijd bereid was voor scholen en andere groepen een rondleiding te verzorgen.
In onze ledenvergadering van 1985 viel de beslissing om het gebouwtje wegens ruimtegebrek niet meer als tentoonstellingsruimte beschikbaar te houden, maar alleen als depot- en werkruimte te benutten. Exposities zouden we elders houden, vandaar dat we ’40 jaar bevrijding’ in 1985 groots opgezet in de bibliotheek hebben herdacht. Ook de viering van het twintigjarig jubileum met een tentoonstelling vindt hier plaats.
In dezelfde vergadering in 1985 is het bestuur de opdracht gegeven te gaan werken aan uitbreidingsplannen voor het gebouw. Een Castricumse architect heeft voor ons een schetsplan gemaakt. De wijziging van het bestemmingsplan Zanderij werd door de raad goedgekeurd en maakt het ons mogelijk uit te breiden naar de voorkant, waardoor tevens de bestaande zolder beter bereikbaar wordt. Het bestuur van de werkgroep is thans in gesprek met het gemeentebestuur en wij vertrouwen erop dat onze uitbreidingsplannen kunnen worden gerealiseerd, waardoor Castricum weer kan beschikken over een oudheidkamer.
Tot slot nog een bijzonder feit: aan de rand van de gemeente, aan de Heemstederweg ligt een stuk land ‘de Goudtuinen’ genaamd. Dit perceel is al zeer lang bewoond, getuige de vele bodemvondsten die daar worden gedaan door de huidige bewoners, de familie Beentjes. Alle vondsten worden verzameld en trouw afgedragen aan de werkgroep. Als dank daarvoor zou ik iets terug willen doen en een foto van de heer en mevrouw Beentjes, genomen bij de opgravingen aan de Heemstederweg, aan hen willen overhandigen als blijk van onze waardering.
Veel van de nu eerder genoemde activiteiten en gebeurtenissen vindt u terug op onze jubileumtentoonstelling. Ik hoop dat deze tentoonstelling wederom een groot succes wordt en een bewijs is dat de plaatselijke geschiedenis onder de bevolking leeft en dat een oudheidkamer in ons dorp niet mag ontbreken.”