14 december 2020

Trammetje Duin en Bosch (Jaarboek 16 1993 pg 18-19)

Niets uit deze publicatie mag worden overgenomen zonder toestemming van de Stichting Werkgroep Oud-Castricum.


Jaarboek 16, pagina 18

Het trammetje naar Duin en Bosch

De nu geëlektrificeerde tram bij de eindhalte op het terrein van Duin en Bosch.
De nu geëlektrificeerde tram bij de eindhalte op het terrein van Duin en Bosch.

Een nieuw ziekenhuis

In het begin van de twintigste eeuw werden plannen gemaakt voor het stichten, in Noord-Holland, van een tweede Provinciaal ‘Krankzinnigengesticht’ zoals dat toen werd genoemd, daar het bestaande ziekenhuis ‘Meer en Berg’ te Santpoort geen ruimte meer had om aan de aanvragen tot opneming van patiënten te voldoen. Het oog viel op een terrein gelegen in de duinen van Castricum, dat van de eigenaresse Prinses Von Wied werd aangekocht. Ten behoeve van de aanvoer van bouwmaterialen werd reeds in 1904 een raccordement aangelegd van het station Castricum naar de toekomstige bouwplaats in de duinen. Een raccordement is een spoorlijn, die eindigt op een particulier terrein. In 1909 was het nieuwe ziekenhuis Duin en Bosch voltooid en zocht men naar een mogelijkheid om personeel op gemakkelijke wijze van en naar het station te vervoeren.

De paardentram

Er werd gedacht aan een vervoermiddel, waarmee ook de bezoekers van het ziekenhuis gediend zouden zijn. In 1912 viel de beslissing; het zou een paardentram moeten worden, rijdend over de rails van het bestaande spoor. Van de Gemeente Tram Amsterdam (G.T.A.) werden de twee tramrijtuigen overgenomen. Nadat de bouw van een remise op Duin en Bosch en een spoor aftakking daarheen gereed waren, alsmede het leggen van een daarvoor noodzakelijke wissel met een ‘ slapertje’ (een bepaalde bedieningshandle) en een paardenpadje’ tussen de rails waren voltooid, was de mogelijkheid geschapen om met de exploitatie aan te vangen.

De paardentram bij aankomst op Duin en Bosch.
De paardentram bij aankomst op Duin en Bosch.

De eerste rit

Op 30 januari 1914 vertrok de paardentram voor de eerste rit. Er werden 13 ritten per dag gemaakt in aansluiting op de aankomst van de treinen in Castricum. De rijtijd naar Duin en Bosch was acht minuten. Als er veel bezoekers waren, zoals op de zondagen, dan werd het tweede rijtuig bijgeplaatst en het aantal trekkende paardenkrachten verhoogd tot twee. Bezoekers betaalden vijf cent per rit, personeel en patiënten 3 cent. Door de eerste wereldoorlog werd in 191 8 het paardenvoer echter zo duur de Duin en Bosch-lijn naar andere tractie moest omzien.

De electrische tram verzorgde van 1920 tot 1938 het personenvervoer van Castricum naar Duina en Bosch.
De electrische tram verzorgde van 1920 tot 1938 het personenvervoer van Castricum naar Duin en Bosch. Voordien reed er een paardentram. Van links naar rechts J.Witbaard, G.de Wit en G.Borst, waaronder de conducteur. Collectie Oud-Castricum. Toegevoegd.

De elektrische tram

Reddende engel was in dit moeilijke geval de hoofdmachinist van het ziekenhuis de heer Maartense, die verklaarde in staat te zijn een tramwagen om te bouwen en te voorzien van elektrische tractie. Hij heeft dit waargemaakt en in de herfst van 1920 waren, met behulp van ander Duin en Bosch personeel, het eerste rijtuig, alsmede baan en bovenleiding zover gereed, dat een regelmatige exploitatie elektrisch kon worden voortgezet. Eenmaal per maand kreeg de tram een controle-reparatiebeurt en werden de passagiers vervoerd met de bestelauto van het ziekenhuis, die voor die gelegenheid was voorzien van langs de wanden geplaatste banken.


Jaarboek 16, pagina 19

Veranderingen

Op 26 mei 1928 werd de lijn circa honderd meter ingekort, omdat de NS het overpad van het 2e naar het 3e perron opbrak. Dit was nodig voor de grote verbouwing van het spoor emplaceement in verband met de elektrificatie van de spoorlijn, die in 1931 gereed kwam. Daar het aantal reizigers op den duur voor een goede exploitatie toch wat aan de lage kant was, besloot men op 1 oktober 1935 niet meer op werkdagen te rijden. In juni 1938 kreeg het tramrijtuig te kampen met een defecte motor en moest het tijdelijk uit de dienst worden genomen. Aan het taxibedrijf ‘De Zeemeeuw’ te Castricum werd gevraagd zolang de reizigers met een bus te vervoeren. Dat gebeurde en het beviel zo goed, dat ook na herstel van de tram het busvervoer bleef gehandhaafd.

De tram rijdt nog door een open landschap langs de Duinenboschweg.
De tram rijdt nog door een open landschap langs de Duinenboschweg.

Sloop

Tram- en bovenleiding werden toen alsnog gesloopt. Het tweede rijtuig dat niet was verbouwd, eindigde als bloemenhuisje op het ziekenhuisterrein. Behalve voor personenvervoer heeft de lijn – als raccordement – veel dienst gedaan bij het vervoer van voor Duin en Bosch bestemde goederen. De ketels voor verwarming en wasserij werden aanvankelijk met kolen gestookt en enige malen per week gingen er tot in de jaren (negentien) zestig nog wagens met kolen van het station Castricum naar het ziekenhuis. Ook closetpapier en zout werden per spoor aangevoerd. Tot circa 1955 gebeurde dat per locomotor-trein vanaf Wormerveer, daarna vanuit Alkmaar.

De locomotor 'de Sik' met 'sikkebaas' en rangeerder in 1957.
De locomotor ‘de Sik’ met ‘sikkebaas’ en rangeerder in 1957. Collectie Oud-Castricum. Toegevoegd.

Personeel

Toen Duin en Bosch nog een gesloten inrichting was, hing er op het station een bos sleutels, waarmee het toegangshek tot het terrein kon worden geopend en gesloten, als ook de wisselhandel kon worden vrijgemaakt bij het rangeren op het terrein. Het begeleidend personeel van het rangeerdeel moest dan ‘ogen van voren en van achteren’ hebben met het oog op de enthousiaste neigingen van ziekenhuisbewoners om te helpen. Vooral wijlen de heer Willem Knebel was in die jaren een zeer gewaardeerde hulp. Hij reed mee op de brede treeplank van de ‘sik’ en vertelde wat er gebeuren moest. Evenals op de heenweg moesten ook op de terugweg naar het station de kruisingen met wegen en paden worden beveiligd door middel van de wettelijk voorgeschreven ‘man met rode vlag’, die het verkeer tegenhield als de trein of het rangeerdeel moest passeren.
Het zijn beelden, die we in Castricum niet meer zo gauw zullen zien. Ze horen bij een tijd, die nu alweer zolang achter ons ligt. Het wandelpad langs de Duinenboschweg is aangelegd op het tracé van de voormalige spoorbaan. Met het nog aanwezige stationsgebouwtje zijn het nog de enige getuigen van deze historie.

P.A. van der Kamp

Bronnen:

  • Archief Provinviaal Ziekenhuis Duinenbosch
  • Archief Werkgroep Oud Castricum
Print Friendly, PDF & Email
Abonneer
Laat het weten als er
0 Reacties
Nieuwste
Oudste
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties