Niets uit deze publicatie mag worden overgenomen zonder toestemming van de Stichting Werkgroep Oud-Castricum.
Jaarboek 31, pagina 38
Popmuziek in Castricum in de zestiger jaren
‘Herkent u deze nog?’ Dat is een bekende slogan, die ook nu (in 2008) nog in radioprogramma’s wordt gebruikt bij het draaien van hits uit de jaren (negentien)zestig. Een tijdperk waarin de opkomst van de ‘beat’ zorgde voor een revolutie in de muziekgeschiedenis. Dat werd ook in Castricum ervaren.
Dansen als Rock & Roll en de Twist raakten op de achtergrond en de jeugd ontdekte Radio Luxemburg en later Radio Veronica. De popmuziek sloot goed aan bij de behoefte van jongeren om hun identiteit een eigen vorm te geven.
Ook menig Castricumse babyboomer heeft de ‘gouden’ sixties intensief beleefd. Vandaar dat wij met de muziekmakers en organisatoren uit die tijd nog eens terugblikken naar die enerverende jaren in ons dorp.
Het begin van de ‘lichte muziek’
Tot de beginjaren (negentien) zestig was het rondom de jeugd zeer rustig. Het leven van de jongeren werd grotendeels bepaald door de kerk en het plaatselijke verenigingsleven. De keuze uit onderwijs, sport en verenigingen ging niet verder dan dat je tot een groep moest behoren om aansluiting te vinden. Daarnaast werd het vertier vooral gezocht op dansavonden in de lokale horecagelegenheden en tijdens de jaarlijks terugkerende kermissen.
Vele jongeren gingen al vroeg werken. Het volgen van een verdere opleiding was nog niet zo algemeen als tegenwoordig. In de vrije tijd zaten velen op dansles. De rooms-katholieke jeugd ging naar de rooms-katholieke dansschool van Jack en Tiny Smit aan de Van Egmondstraat en naar de ’18-jarigen cursus’ van de kerk om de deur naar de volwassenheid te openen.
Maatschappelijke veranderingen
In de jaren (negentien) zestig veranderde de Nederlandse samenleving in snel tempo. Men kreeg het gevoel dat de oude tijden voorbij waren en dat nieuwe tijden waren aangebroken. De jaren (negentien) vijftig worden vaak afgeschilderd als de tijd waarin ‘geluk nog heel gewoon was’. Alles was overzichtelijk en de gevestigde orde had de teugels strak in handen.
De jaren (negentien) zestig vormen een breuk met het verleden. De groeiende welvaart en de technische ontwikkelingen brachten een toenemende mobiliteit. Vakanties in het buitenland werden meer algemeen. De Nederlanders kregen ook steeds meer vrije tijd. In 1962 werd de vrije zaterdag ingevoerd. De katholieke en protestantse zuilen werden steeds meer ontmanteld. Steeds meer jongeren volgden voortgezet onderwijs.
Een paar belangrijke gebeurtenissen in de wereld waren de moorden op president Kennedy en op dominee Martin Luther King, de bouw van de Berlijnse muur, massabetogingen tegen de oorlog in Vietnam, studentenopstanden, de eerste harttransplantatie en de eerste mens op de maan.
De jeugd werd rustelozer en zocht naar een eigen identiteit. Over de hele wereld werd men geconfronteerd met de nieuwe stromingen. Traditie, autoriteit en gezag waren in diskrediet. Jongeren gingen zich afvragen waar gezagsdragers het recht aan ontleenden om over anderen te beslissen. De muziek zou een belangrijke bijdrage leveren aan de vernieuwingen en voor een doorbraak zorgen op velerlei gebied.
Een van de weinige uitingen van een onderscheidend jongerengedrag in die tijd was terug te vinden bij de zogenaamde ‘nozems’. Dat waren jongens die een kapsel hadden in de vorm van een vetkuif en leren jassen droegen. Zij schopten tegen de gevestigde orde. Hun voertuig was een brommer, meestal van de merken Kreidler of Zündapp. Omdat je er plat op lag, werden ze ‘buikschuiver’ genoemd.
De meisjes onderscheidden zich door hun ‘suikerspinkapsel’.
Jaarboek 31, pagina 39
Het eerste grootschalige optreden van bekende vertolkers van ‘lichte muziek’ voor de Castricumse teenagers vond in mei 1962 plaats in de vroegere veilinghal aan de Kramersweg ter gelegenheid van het 40-jarig bestaan van voetbalvereniging Vitesse. De club bood de oudere jeugd een ‘Music Song and Starparade’ aan, verzorgd door Ben Essing. Ruim 600 teenagers genoten volop. Zij beleefden het optreden van The Blue Diamonds en Willeke Alberti als hoogtepunt.
In die tijd werden in Castricum veel bandjes gevormd, die op zaterdagavond of zondagmiddag optraden op diverse locaties, zoals het jeugdhuis ‘De Instuif’ aan de Overtoom (nu ‘De Kern’ geheten), jeugdherberg ‘De Mantelmeeuw’ aan de Bleumerweg, de zalen van café Roosendaal en De Rustende Jager aan de Dorpsstraat, café ‘De Harmonie’ aan de Burgemeester Mooijstraat en niet te vergeten Hotel Borst in Bakkum.
The Yellow Rockers
Rond 1961 werden de Yellow Rockers opgericht, bestaande uit Loek Kaandorp, Peter de Graaf en René Huissen. Loek en Peter speelden gitaar en zongen tweestemmig. René was de drummer. Het geluid was akoestisch, omdat de aanschaf van elektrische gitaren niet haalbaar was. Het repertoire bevatte veel nummers van The Everly Brothers en door het tweestemmig zingen klonk dat erg goed. Zo goed zelfs, dat Loek en Peter nog mochten proefzingen voor een studio met kans op een plaatopname.
Het mooiste optreden was in café Roozendaal met de toen beroemde Johnny and his Cellarrockers, de band van Jan Akkerman.
In de zomermaanden speelden de Yellow Rockers met groot succes iedere woensdagavond tussen cabaret- en toneeluitvoeringen door in De Mantelmeeuw. Het podium was daar uit kurken opgebouwd. Ook gaf de groep acte de présence op verschillende Castricumse evenementen en deed mee aan een talentenjacht in Uitgeest.
Martien Duijn, geboren in Bakkum in december 1945, maakte deel uit van twee bandjes die in de jaren 1960 actief waren. Als hij naar de LTS (Lagere Technische School) in Alkmaar fietste, bleef hij vaak staan kijken voor de etalage van de muziekwinkel van Spanjaard naar drumstellen en gitaren. Na lang aandringen mocht hij van zijn ouders een licht beschadigde gitaar kopen voor 30 gulden en les nemen. Na de LTS ging Martien als timmerman werken bij aannemersbedrijf Res in de Schoolstraat. Daar ontmoette hij Kees de Graaf en Nico Meijne en werd het plan gesmeed om een bandje op te richten. Zij noemden dit ‘The Flying Stars’.
Jaarboek 31, pagina 40
De belevenissen van Martien Duijn
“Met mijn vrienden Kees de Graaf en Nico Meijne en mijn jongere broer Kees vormden wij The Flying Stars. Ik speelde daarin gitaar. Wij traden regelmatig op, onder andere in De Mantelmeeuw en bij het jaarlijkse gezamenlijk ontbijt van Vitesse in Borst. Ook waren we te zien en te horen op een popfestival in de veilinghal, op bruiloften en partijen of in boerderijen waar jeugd kampeerde. Op uitnodiging van een platenmaatschappij deden we mee aan een popavond bij Piet Roosendaal. Wij kwamen na Johnny and his Cellarrockers en het liep toen helemaal uit de hand. De band van Jan Akkerman beschikte namelijk over de meest moderne apparatuur, terwijl wij het moesten doen met een zelf gemaakte versterker, boxen uit oude TV-toestellen en een eenvoudig trommeltje. Omdat ons optreden totaal mislukte, braken er zelfs massale vechtpartijen uit in de Dorpsstraat, waarbij vooral de jeugd van het tentenkamp aan de Zeeweg was betrokken.
Ik geloof dat dit ons laatste optreden was, waarna ik overstapte naar ‘The Continentals’. Bij deze groep werd ik slagwerker. De band bestond verder uit Bernard Engt, Henk van den Kommer en John Hensbergen. Bernard en Henk kwamen uit Uitgeest. Zij speelden beiden bas- en sologitaar. John, die in Castricum woonde, vertoonde zijn kunsten op de ritmegitaar. Wij begonnen in De Instuif, maar naar mate de band beter en professioneler werd en meer bekendheid kreeg, traden we op in tal van grote dancings en discozalen in heel Noord-Holland. Het repertoire was algemeen en voldeed ruim aan de eisen van het publiek. We trokken bomvolle zalen.
De optredens werden via een bureau geregeld en geboekt. In verband met de Buma-rechten moest elke keer worden bijgehouden welke nummers er werden gespeeld. Het geld dat werd verdiend, werd gebruikt voor de aanschaf van betere geluidsapparatuur en instrumenten. Uiteindelijk was het een uit de hand gelopen hobby.
Omdat niemand van ons een rijbewijs had, werd de groep dankzij een fanatieke fan met een gesloten VW-busje van eierenhandel Vermeulen uit Uitgeest naar de optredens gereden. Twee man zaten voorin naast de chauffeur en de andere twee in het laadgedeelte bij de instrumenten en apparatuur. Dat gebeurde soms twee keer per week.
Henk en Bernard waren bijna dagelijks met nieuwe nummers bezig. Deze werden dan iedere zaterdagmiddag met elkaar doorgenomen met de volledige instrumentale bezetting in de huiskamer van moeder Engt. De familie Engt had gelukkig een hoekwoning en goede buren. Zij ergerden zich niet aan de muziek, maar genoten er juist van. Soms kwamen ze zelfs met bruikbare tips als de weergave niet perfect klonk.
In 1964 heb ik mijn drumstokken overgedragen aan de Castricummer Loet Steeman, omdat ik het te druk kreeg met een avondstudie en mijn werk en ben ik de bandleden uit het oog verloren.”
De eerste popshow
Vanaf 1964 neemt de aandacht voor popmuziek, zowel landelijk als in ons dorp, fors toe.
Het Nieuwsblad voor Castricum opent in 1966 onder redactie van Karel Hille de jongerenrubriek ‘Monitor’, die soms een hele pagina in beslag neemt. Er wordt daarin veel gesproken over The Frogs. Deze band kan worden beschouwd als de bekendste Castricumse popgroep aller tijden.
The Frogs
‘The Frogs Ltd’ – wat men zou kunnen vertalen met ‘Naamloze vennootschap De Kikkers’ – hebben zes roemrijke jaren beleefd in de Castricumse popgeschiedenis. Zij kwamen voort uit ‘De Paloma’s’, waarvan Karel Hille de leider en zanger was. In deze groep speelden ook onder andere Nico de Graaf en Jean Hanck. In 1964 veranderde de naam in The Frogs en werd de band behoorlijk uitgebreid. Een van de nieuwkomers was Dave van der Schaaf. Hij heet eigenlijk Gerard, maar koos voor Dave als artiestennaam. Dave beschikt nog over veel materiaal uit de Frogsperiode, maar de meest aansprekende gebeurtenissen zitten in zijn hoofd.
Jaarboek 31, pagina 41
Daar kwamen we achter toen we Dave uitnodigden om in hotel Borst nog eens wat herinneringen op te halen.
“De naam Frogs hebben Jean Hanck en ik bedacht. Die heeft niets te maken met de kikkers in de sloten, maar stamt uit de tijd dat de Nederlandse jeugd in twee groepen werd verdeeld: de Kikkers en de Vetkuiven. De Kikkers waren dan de artistiekelingen, waartoe wij ons ook rekenden. We speelden in 1964 in de volgende formatie: Nico de Graaf (leadzanger), Jean Hanck (sologitaar), Bob Morelis (slaggitaar), Raymond van ’t Veer (drums) en ikzelf (piano, orgel en basgitaar). Later kwam Peter Dekker in de plaats voor Bob Morelis en ging Piet Holleman (beter bekend als ‘Fiep’) Raymond van ’t Veer vervangen. Na verloop van tijd verving Hein Brandjes Peter Dekker en werd Jaap Neele (basgitaar en dwarsfluit) aan de band toegevoegd.”
Dick van Eik werd de manager van de Frogs. Hij sloot contracten voor ze af, vulde hun belastingbiljetten in, kortom hij regelde alles voor de Castricumse close-harmonyband op financieel gebied. Zo financierde hij een deel van de aanschaf van de eerste installatie, die later uit de optredens moest worden terugverdiend. Van Eik was ook de grote promotor van de wekelijkse dansavonden in Borst en daardoor traden de Frogs daar regelmatig op. Nadat Van Eik in 1968 stopte met het zakelijk leiderschap, werd hij opgevolgd door Lau Ruyter.
De Public Relations werden verzorgd door Karel Hille, de latere producer en reclameman van Bovema. Bij platenmaatschappij Polydor werd in het voorjaar van 1967 de eerste single van de Frogs gemaakt. De titel was ‘Man on the Cloud’ met op de B-kant ‘Playgirl’.
De tekst en muziek werden geschreven door Karel Hille, Nico de Graaf en Dave van der Schaaf. Nog voor het nummer uitkwam, werd er in een advertentie in het Nieuwsblad voor Castricum vermeld dat er binnen een week al 100 platen waren verkocht. Het eerste exemplaar werd aan burgemeester Smeets overhandigd. Deze stelde het gebaar van de Frogs zeer op prijs. Hij sprak daarbij de wens uit dat de Frogs-fans, nu ze een plaat van hun favorieten hadden, hun namen niet meer zouden schilderen op verkeersborden …
In de Nederlandse popwereld werd het nummer goed ontvangen. Herman Stok vond het een goed plaatje en draaide het in zijn radioprogramma ‘Tijd voor teenagers’. Joost den Draaier omschreef het als ‘helemaal het einde’ in zijn programma ‘Joost mag het weten’ van Veronica. Ook was de single nog te beluisteren in het programma ‘Top twintig’ van Skip Voogd.
Karel Hille schreef ook de tekst voor de tweede single, getiteld ‘Judgement’ met ‘The Better Day’ op de andere zijde. Ondanks dat de platen redelijk werden verkocht, zijn het geen hits geworden. Toen Radio Veronica de eerst single begon te ‘pluggen’, was die eigenlijk alweer oud geworden en was de eerste aanvankelijk beperkte oplage zo goed als uitverkocht. De tweede plaat, die regelmatig door Tineke de Nooij van Veronica werd gedraaid, deed het beter en haalde de tipparade.
Over de plaatopnames wist Dave de volgende, enigszins pijnlijke, anekdote te vertellen: “Karel Hille en John Möhring hadden in die tijd het num-
Jaarboek 31, pagina 42
mer ‘The last seven days’ geschreven. Wij mochten dat in de studio opnemen met achtergrondkoortjes en al. Het klonk geweldig, maar bij Bovema vond men dat iemand anders het maar moest gaan zingen. Er werd toen gekozen voor de groep ‘Gloria’ met leadzanger Robert Long, die er een grote hit van maakte. Anders waren wij zeer waarschijnlijk doorgedrongen tot de vaderlandse topparade.”
Naderhand bleek dat dit nummer door 14 andere artiesten was opgenomen en in meer dan 50 landen werd uitgebracht.
In de danszalen hadden de Frogs een stevige aanhang. Elke zondag speelden zij van 20.00 tot 23.00 uur in de sociëteit van Borst. Ze kregen zelfs een eigen fanclub, die 900 leden telde. Daarbuiten traden zij op in onder meer de Alkmaarse Canadaclub, in ABC te Beverwijk en tijdens de Sneekweek. De groep was ook aanwezig op de plaatselijke popfestivals in 1966 en 1967 en op het beatfestival dat hier in 1967 werd gehouden ten bate van de actie ‘Steun Israël’.
Landelijk werden de Frogs niet alleen bekend via de radio, maar ook door tv-uitzendingen. Het eerste optreden in juni 1967 in het programma ‘Ringo’ van de VARA werd echter helaas een grote flop, omdat de technici het geluid van de (nerveuze) Frogs wisten te vervormen tot een verschrikkelijke orgie van lawaai.
De uitzending in augustus van dat jaar van het AVRO-zomeravondprogramma ‘Tien Tien’ zag er beter uit. De Castricummers mochten daarin niet alleen hun ‘Man on the Cloud’, maar ook als tweede nummer ‘Key to love’ ten gehore brengen. Opvallend was dat de nummers geheel live werden opgenomen en uitgezonden, terwijl de meeste bands in die tijd uitsluitend ‘play-backten’.
In november 1968 waren de Frogs ook op de buis te zien in het programma ‘Twien’, dit keer met hun tweede single ‘Judgement’. Dit programma werd gepresenteerd door een nog jonge Jos Brink. Het nummer ging letterlijk en figuurlijk de mist in. De rookmachines, die voor een mystiek decor moesten zorgen, deden hun werk namelijk te overdadig en daardoor stond alles blauw in de Bellevue-studio.
In juni 1967 zorgde de groep nog voor een primeur in de uitoefening van de Nederlandse beatmuziek. Zij bespeelden namelijk bij een optreden in Borst, geheel in Oosterse sfeer en in kleermakerszit, een sitar, waarvan bijvoorbeeld ook de Beatles en Rolling Stones voor sommige nummers gebruik maakten. Volgens Dave van der Schaaf stelde het niets voor, want niemand van de groep kon er eigenlijk op spelen. Het was dan ook meer een leuke stunt om het publiek, dat wekelijks kwam, te blijven boeien.
Voor het vervoer maakten de Frogs gebruik van een aantal opvallende auto’s. De instrumenten gingen wel in een normaal busje, maar de bandleden reden bij voorkeur gezamenlijk in een grote dure wagen. “We begonnen met een oldtimer van het merk BMW. Daarna tikten we een oude Cadillac-ziekenauto op de kop, waarvan de sirene nog werkte. Dat
Jaarboek 31, pagina 43
ding liep 1:4, maar we reden er wel het hele land mee door. Als we bijvoorbeeld in Arnhem moesten optreden, ging een groot deel van onze gage op aan benzine …” Later kochten de Frogs nog twee oude zwarte Chryslers, waarmee ze in de weekenden hun succes tegemoet reden.
Op de vraag hoe er wordt teruggekeken op de jaren (negentien) zestig, antwoordde Dave van der Schaaf:
“Het was een prachttijd, ondanks dat we bijna de hele zondag bij Borst in de weer waren. Nadat we hadden uitgeslapen, gingen we van 11.00 tot 13.00 uur repeteren en daarna had je eigenlijk geen zin meer om bijvoorbeeld naar het strand te gaan.
Mijn vriendin die ik, een halfjaar voordat de band startte, leerde kennen, vond dat natuurlijk niet zo leuk. Als tegenprestatie hadden we de afspraak gemaakt dat ik met optredens de helft van de avond zou spelen en de andere helft met haar zou dansen. Dat is één keer gebeurd, want de band kon me natuurlijk niet missen. Ik ben overigens nog steeds met dezelfde vrouw getrouwd.
Onze grote bekendheid in die mooie jaren hadden we hoofdzakelijk te danken aan het feit dat er veel publiciteit aan ons werd besteed. Zo stonden we in de muziekbladen POPfoto en Hitweek. Zelfs het katholieke blad Illustratie heeft in 1968 een artikel aan ons gewijd.”
Rond 1970 werd de naam Frogs veranderd in Head over Heels, die nog twee singles uitbracht. Deze groep, waarvan de naam later overging in ‘Poker Kwartet’, bestaat nu (in 2008) uit Jean Hanck, Dave van der Schaaf, Jaap Neele en Cor Boot achter de drums. Deze formatie treedt alleen nog op bij speciale gelegenheden.
Op 25 juni 1983 werd er met de Frogs in hun thuisbasis Borst voor de tieners en twens uit de (negentien) zestiger jaren een goed bezochte en geslaagde reünie gehouden.
De plaatselijke middenstand, met als grote spil Simon Quax, begint in juni 1966 met de organisatie van zomeravondfeesten. In de Burgemeester Mooijstraat worden de eerste braderies gehouden, waar ruimte was voor populaire muziek door middel van het draaien van grammofoonplaten. Daarvoor komt zelfs Herman Stok, die bekend was van het televisieprogramma ‘Top of flop’, langs.
Karel Hille is de grote man achter de productie van de eerste popshow voor de tieners, die op donderdagavond 21 juli 1966 plaatsvindt in de veilinghal en wordt opgenomen door de VARA. Aan deze show werken vele artiesten van naam mee, zoals de Haagse Beatgroep Q’65, de Belgische zanger Ferre Grignard, The Lords, The Motions
Jaarboek 31, pagina 44
en Armand. Ook de plaatselijke bands The Frogs en The Casticks zijn van de partij.
Op 15 september wordt de Pop-show-’66 door de VARA uitgezonden, maar helaas zijn de Frogs en Casticks daarin niet te beluisteren. Volgens de krant moet de oorzaak van dit uitblijven worden gezocht in de opnamekwaliteit en niet direct in de al of niet aanwezige kwaliteit van de Castricumse groepen.
The Casticks en Cripple Joe
The Casticks waren in het midden van de jaren (negentien) zestig min of meer de concurrent van de Frogs. De groep was het beste te vergelijken met The Lords, die in hun beginperiode Rob de Nijs begeleidden. Waarschijnlijk door het ontbreken van een zakelijk leider is het de Casticks nooit gelukt om dezelfde bekendheid te krijgen als de andere plaatselijke beatgroep of om een plaatopname te mogen maken. Dat neemt niet weg dat Toon Hollanders nog steeds met veel trots en plezier terug kan kijken op de boeiende periode waarin hij in de Casticks en later Cripple Joe speelde.
Hij vertelt:
“In ons ouderlijk huis aan de Prinses Margrietstraat zong ik met mijn broer Piet ’s avonds onder de afwas al nummers van The Everly Brothers, die onze grootste inspiratiebron waren. Wij waren toen 12 en 13 jaar oud.
Omdat Piet op dezelfde middelbare school in Beverwijk zat als zijn vriend en buurtgenoot Mathieu van Amsterdam uit de Julianastraat en Mathieu gitaar speelde, ontstond het idee om een beatgroep te formeren. Daar wij Jean Hanck uit de Geelvinckstraat kenden, die gitaar speelde, werd hij er ook bij gevraagd. De drummer van de groep werd de Beverwijker Joep Verhoeven, die bij Mathieu en Piet in de klas zat. Zelf was ik ook gitarist en speelde mondharmonica.
Wij traden voor het eerst in 1962 op onder de naam ‘Blue Drifters’ in de Magneet in Heemskerk.
In 1965 werden de Casticks opgericht. Jean Hanck was ondertussen naar de Frogs overgestapt en Joep Verhoeven liet zich vervangen door een andere klasgenoot van Piet en Mathieu, te weten Rob Daniëls uit Beverwijk. Rob bleef tot 1967 bij de groep. Heden ten dage is hij een bekend beeldend kunstenaar en zijn atelier staat in Beverwijk.
Als zakelijk leider werd in 1966 Karel Hille aangetrokken, maar na drie weken was het al gedaan met zijn leiderschap. We kregen een zakelijk conflict met Karel en besloten zonder hem door te gaan. Voor ons optreden in de veilinghal voor de Pop-show-’66 liepen we zelf met flyers rond op het kampeerterrein in Bakkum om zoveel mogelijk jong publiek aan te spreken. Dat lukte, want er kwamen meer bezoekers dan verwacht. Het resultaat was dat de Casticks een hogere gage ontvingen dan de Frogs voor hun optreden op de popshow.
Onze eerste oefenruimte in de beginjaren 1960 was de oude padvindershut van Die Bogeheimers op de Zanderij. Deze scoutinggroep had al een nieuw onderkomen naast deze blokhut. Na enkele jaren moesten we op zoek naar een nieuwe oefenruimte en die vonden we in Noord-Bakkum. Op de grens met Egmond-Binnen konden we gebruik maken van een bunker met stroom, die tevens door een tuinder als werkplaats en opslagruimte werd gebruikt.
Legendarisch was het gitaarspel van Mathieu van Amsterdam. Hij maakte veel indruk met zijn solo bij het spelen van het nummer ‘Russian spy and I’, toen een grote hit van de Nederlandse beatgroep The Hunters.
Wij traden naast de genoemde popshow hier onder meer op tijdens de talentenjacht van Molenaar-Kaal en in De instuif, de soos voor 15- en 16- jarigen. Ook waren wij regelmatig bij Borst te zien en te beluisteren.
Tijdens een reis in 1967 naar Engeland ben ik geïnspireerd geraakt door het toen magische centrum van de popmuziek in Londen, waar vooral veel blues werd gespeeld. Samen met Henk Raat (red: rectificatie 30 januari 2019 door mevr. Irma Schelvis-Raat uit Bakkum, zus van Henk) uit Heemskerk, Loet Steeman uit de Jacob Catsstraat en de overige bandleden van de Casticks stelden wij vervolgens een andere formatie samen. Bij het maken van een foto bij de oefenruimte van de nieuwe band trok Mathieu zijn been op en zo ontstond de naam ‘Cripple Joe’.
Jaarboek 31, pagina 45
Volgens het Nieuwsblad voor Castricum van 12 april 1968 zou de bluesgroep Cripple Joe meer belangstelling verdienen dan zij tot dat moment had gekregen.
In 1969 stopten Toon Hollanders en Henk Raat (red: rectificatie 30 januari 2019 door mevr. Irma Schelvis-Raat uit Bakkum, zus van Henk) ermee. Zij werden opgevolgd door de broers Cees en Jacob Klaasse.
In de zomer van 1966 kwam op een zaterdagmiddag Karin Kent, één van Nederlands populairste zangeressen uit die tijd, naar Castricum op uitnodiging van de platenzaak van de firma Molenaar-Kaal in de Burgemeester Mooijstraat. Zij stond op dat moment bovenaan in de nationale hitparade met het nummer ‘Dans je de hele nacht met mij’. Van dansen kwam echter niet veel die middag, want Karin had een been in het gips. Desondanks stelde zij de vele Castricumse tieners niet teleur door met hen te praten en handtekeningen te zetten.
Protestzanger Armand, die op de Pop-show-’66 al veel succes boekte en vooral bekend was door het nummer ‘Ben ik te min’, keerde in september van hetzelfde jaar terug in ons dorp om op te treden in het verenigingslokaal van de Nederlands hervormde kerk. Daarvoor was hij uitgenodigd door een groep jongeren van de kerk, die met de zanger in discussie ging over zijn liederen. Daarna brachten de Casticks dansmuziek ten gehore. Het was een voorbeeld van het streven van de kerken om de jeugd te binden. Dat openbaarde zich ook door het houden van zogenaamde ‘beatmissen’.
Ook de lokale middenstand zag brood in het betrekken van de muzikale liefhebberijen van de jeugd bij het plaatsen van advertenties. Zo adverteerden een ijssalon en een woninginrichtingszaak respectievelijk met IJs en Popmuziek zijn in’ en ‘Blitz zo’n mieterse zolderkamer, waar je heerlijk plaatjes kan draaien en feestjes geven’.
Is er te weinig te doen in Castricum?
Het Nieuwsblad voor Castricum stelde in zijn uitgave van 30 september 1966 de lezers de volgende vraag: “Is er te weinig te doen in Castricum? En zo ja, wat zou er dan volgens u gereorganiseerd moeten worden?” Hierop werd onder andere uitgebreid gereageerd door muziekliefhebbers, die van mening waren dat er te veel georganiseerd werd voor ouder publiek en dat er meer gedaan moest worden voor jongeren van rond de twintig. Er werd gepleit voor feesten in de veiling met afwisselende programma’s.
Op 7 juli 1967 werd de Popshow ’67 gehouden. Naast Karel Hille was Dick van Eik, de zakelijk leider van de Frogs, bij de organisatie betrokken. Het doorgaan van de show hing echter aan een zijden draadje. Het veilingbestuur zei namelijk eind juni plotseling ‘nee’ tegen het verhuren van de hal.
Toen kwam de heer Hoogervorst, die net een nieuwe hal voor zijn modeatelier aan de Gasstraat had laten bouwen, met het volgende bericht vanuit zijn vakantieadres in Spanje: “Geef toestemming om Pop-show in nieuwe atelier te houden. Reken op de jeugd, dat zij een gepast gebruik zal maken van het gebouw!” Deze hal werd vervolgens met de grootst mogelijke spoed ingericht door bouwbedrijf Biesterbos. Er kwamen onder andere een podium en een speciale perstribune. In de krant van 4 juli werd de show aangekondigd als het ‘Grootste tienerfeest van Noord-Holland’. De presentatie was in handen van Herman Stok. Er waren optredens van onder meer The Golden Earrings, Armand, Frogs en Flash Point 5.
Ondertussen veranderde de mode. De jongens lieten hun haar groeien, waarvoor menigeen zowel op school als thuis op het matje werd geroepen. De witte en zwarte
Jaarboek 31, pagina 46
brommers van de merken Puch en Tomos deden hun intrede; die werden bestuurd door jongens met het ‘Hovorpetje’. De meisjes reden doorgaans op een Mobyletje. De tijd van de ‘Flower Power’ brak aan, waarin velen zich een ‘ hippie’ voelden en een bloemetjesbroek of Afghaanse jas droegen. Ook de ‘Summer of Love’ in 1967 had zijn weerslag in Castricum.
Flashpoint 5 en 6
Een andere formatie die in de sixties in Castricum furore maakte, was Flash Point 5. Ook deze groep maakte een kleurrijke episode door, zoals ons werd verteld door Jan van der Schaaf, een broer van Dave.
“De band Flash Point 5, die werd opgericht in 1966, komt voort uit het ‘Midnight Combo’. Het Midnight Combo startte in 1963 en speelde al regelmatig pop- en dansmuziek in De Rustende Jager. Zomers speelden wij daar ook op woensdagavond,
Jaarboek 31, pagina 47
met name voor badgasten. Ons repertoire bevatte veel pop- en soulnummers. We trokken volle zalen. Om acht uur begonnen we altijd en we stopten om half twaalf. Tot negen uur gebeurde er met het publiek niet zoveel. De jongens dronken tot die tijd eerst een paar biertjes en daarna hadden ze genoeg moed verzameld om de meisjes ten dans te vragen.
Flash Point 5 kende de volgende bezetting: Pieter Wijmans (piano en zang), Jan van der Schaaf (gitaar), Jack Oudejans (bas), Hany Brakenhoff (saxofoon) en Jan Bes (drums).
Wij traden elke zaterdag- en zondagavond op, onder andere in de clubs Extase en Palermo in Bergen. Ook in Borst waren wij veel te zien en te horen tijdens gezamenlijke optredens met beroemde bands als The Motions en Q ’65.
In 1968 werd Jaap Mook als trompettist aan de groep toegevoegd en daarom veranderde de naam in Flash Point 6. We traden een aantal keren op met zangeres Shirley, onder andere tijdens de opening van de ‘Showboat ‘in Koog Zaandijk in maart 1968.
Onze bekendheid buiten de omstreken van Castricum nam langzamerhand toe door de drive-indiscotheek van Veronica. Daarnaast werden we gevraagd voor onder meer diverse radio- en tv-programma s, zoals dit lijsije laat zien:
Radio: 6-4-1968 AVRO (‘Zet ‘mop’)
Radio: 30-8-1968 VARA (‘Nederlands Allerlei’)
TV: 2-8-1968 NTS (‘Open oog’)
TV: 9-11-1968 AVRO (‘Voor lezen een tien’)
De uitzendingen waren voor een groot deel te danken aan het uitkomen van twee grammofoonplaten. Onze eerste single verscheen in maart 1968 op Delta-label onder de titel ‘Sweet Sally’ met als B-kant ‘Reading’. De plaat kreeg veel publiciteit, maar heeft niet erg veel gedaan. In augustus van dat jaar kwam de volgende uit. Dat was het Nederlandstalige ‘Zangles’, dat met een kinderkoor werd opgenomen. We hebben dat nog gezongen in een grote tv-show in Dronten in oktober 1968. Tineke de Nooij van Veronica draaide de plaat wel vijf keer per dag en 14 dagen lang in haar programma ‘Koffietijd met Tineke’. Ook was de single te horen in ‘De man met de wekker’ van Eddy Becker: Deze kwam echter niet verder dan een notering als kanshebber in de tipparade, omdat de plaat op het moment van draaien door Veronica niet beschikbaar was in de winkels. Toch zijn er nog ongeveer 5.000 van verkocht. “
Rond 1971 hield Flash Point 6 op te bestaan, waarna het merendeel van de groep een nieuwe weg insloeg.
Sociëteiten
De allereerste sociëteit voor tieners in ons dorp heette ‘ Double Trouble’. Deze werd opgericht in het rooms-katholieke jeugdhuis aan de Overtoom en verhuisde in 1964 naar de zaal van hotel Borst. De organisatoren bestonden grotendeels uit leden van de Frogs. De sociëteit was doorgaans op zaterdagavond en zondagmiddag opengesteld. In de pauzes van de optredens van de Frogs en andere bands werd er vaak muziek gedraaid onder leiding van disk-jockey Gerard van der Schaaf, een broer van Dave en Jan.
Vele bekende artiesten waren bij Double Trouble te gast, zoals De Bintangs, Whisthling Jack Smith, The Golden Earrings, de Outsiders, Ferre Grignard, Groep 1850, Daddy’s Act en Rob Hoeke’s Rhytme & Bluesgroup. In mei 1969 was er een optreden van Left Side, die garant stond voor ‘palingsound’ op z’n best. Kort daarop kwam het publiek er vanuit alle windstreken om zangeres Bojoura te bewonderen. In augustus 1969 draaide de sociëteit voor het laatst.
Jan Rood en Maarten van Tiggelen begonnen in november 1966 een handtekeningenactie. Zij wilden de Castricumse gemeenteraad ervan overtuigen dat er behoefte was aan
Jaarboek 31, pagina 48
een ruimte voor een moderne, goede beatclub. Alleen de zondagavond bij Borst was in hun ogen namelijk niet voldoende, omdat veel tieners hun vertier op zaterdag buiten Castricum moesten zoeken. Dat vonden zij verspilling van tijd. Door onder andere Jan Rood werd kort daarna de jeugdsociëteit ‘B.O.C’. opgericht. Die naam stond voor ‘Beat, Ontspanning en Cultuur’.
Op 31 januari 1967 werd in het Nieuwsblad voor Castricum verslag gedaan van de eerste bijeenkomst van B.O.C.
Geconcludeerd werd dat de avond matig geslaagd was, waar het al te jeugdige publiek de oorzaak van was. De kersverse sociëteit liet die avond een aantal ‘beatgirls’ optreden. Volgens de krant waren het echter geen beatgirls, maar een paar huppelende meisjes. Er speelde enkel een beatband en het culturele gedeelte ontbrak geheel.
Toch liet Jan Rood weten dat B.O.C. voorlopig doorging met beat avonden, met als doel een vaste kern van leden te krijgen om dan later met een bestuur te kunnen gaan draaien. De krant was het daar niet mee eens en gaf als commentaar: “Men begrijpt het nut van dergelijke avonden niet, want ontspannen door beat kan men ook op zondagavond bij hotel Borst. Het publiek dat anders bij Borst danst, komt nu hier, maar weet niets te waarderen. Het is jammer te moeten constateren, dat de Castricumse jongeren eigenlijk geen sociëteit waard zijn.”
De redactie van het Nieuwsblad bleek het toch mis te hebben. Op zaterdag 18 mei 1968 ging er namelijk een nieuwe sociëteit van start onder de naam ‘Relax’ , die wel aansloeg bij de jeugd in Castricum en omgeving. De jongerenclub was gevestigd in de zaal van café Duinzicht, even over het spoor op de hoek van de Beverwijkerstraatweg-Gasstraat. De inwijding vond plaats door de Experimental Soulgroup ‘UFO’ uit Castricum. Daarna kon er elke zaterdagavond vanaf 20.00 uur worden gedanst op de muziek van een band. In de pauzes werden er platen gedraaid door een diskjockey. Dat gebeurde ook op zondagmiddagen vanaf 14.30 uur. De entree bedroeg 1,50 gulden.
De leden ging niets te ver om bekendheid aan hun sociëteit te geven. Zo werd de naam in grote letters geschilderd op de tankmuur bij het sportcomplex van Vitesse.
Jaarboek 31, pagina 49
UFO (Unidentified Flying Object)
Deze Castricumse beatgroep speelde aanvankelijk onder de naam ‘The Slices’. Deze naam verwees naar ‘ De Middenmoot’, de jeugdvereniging van de Nederlands Hervormde kerk. De groep werd opgericht in januari 1967 en bestond uit zes man.
Spoedig werd de groep gereduceerd tot vier, waarbij de naam in ‘Evection’ werd veranderd. Nadat een andere drummer was aangetrokken, werd de groep gevormd door Wouter Klinkenbijl (lead-gitaar), Kees Doggen (zang), Joep Klinkenbijl (ritme-gitaar) en Dick Tiebie (drums). Later besloot de groep er een basgitaar aan toe te voegen. Na enig experimenteren werd door het aantrekken van Marcel Lange de juiste persoon hiervoor gevonden. Bij het intreden van deze gitarist, die ook een perfecte organist bleek te zijn, werd ook de definitieve naam ‘UFO’ aangenomen. Eric Bor nam in december 1967 de plaats in van Joep Klinkenbijl.
In de loop van 1968 kwam UFO steeds meer in de belangstelling te staan in Castricum en omstreken. Bijna elk weekend had de groep een optreden. Meestal was dat in Relax, maar daarnaast werd er ook in Heemskerk of Alkmaar gespeeld. De fans van deze beatgroep lieten ook steeds meer van zich horen. In de luilaknacht van 1968 haalden zij een stunt uit door een groot spandoek met de naam van hun band aan de torenschans van de Dorpskerk te bevestigen. Vele Castricummers zal dit incident echter zijn ontgaan, want ’s morgens om 9.00 uur werd het spandoek alweer verwijderd. De krant schreef in die tijd het volgende: “Gezien het grote aantal aanplakbiljetten en andere leuzen, hier en daar op de straat geschilderd, doet een ‘kleine’ concurrentiestrijd tussen de twee Castricumse sociëteiten Double Trouble en Relax vermoeden.”
Door het volle programma kreeg UFO steeds minder gelegenheid om te repeteren en zodoende het repertoire uit te breiden met nummers die op dat moment ‘in’ waren.
Daarom besloot de groep begin 1969 om er voorlopig mee op te houden. In juni van dat jaar viel UFO definitief uiteen.
Jaarboek 31, pagina 50
Relax kwam door het afhaken van UFO in het voorjaar van 1969 bijna geheel stil te liggen en draaide in de weekends nog slechts discomuziek.
Eind mei van dat jaar werd er nieuw leven geblazen in Relax en ging de sociëteit weer van start. De zaal onderging diverse kleine veranderingen en de organisatoren slaagden erin een prettige sfeer te creëren. De entree was inmiddels verhoogd naar 2,50 gulden.
Diskjockey Asterix uit Castricum praatte de platen aan elkaar. Op het programma stond regelmatig de soulgroep ‘Lefty Baker’. Dat was een achtkoppige band met een zangeres en twee blazers. Ook onze plaatsgenoten Dick Tiebie en Wouter Klinkenbijl, die daarvoor in UFO speelden, maakten deel uit van deze groep.
Uit kranten van eind 1969 blijkt dat er in die periode ook in De Rustende Jager sociëteiten hebben bestaan. De eerste die daar van start ging heette ‘Snoopy’. Deze werd opgevolgd door ‘S.O.O.S.’, dat stond voor ‘Sociëteit Out Of Scorn’. Een bericht meldt dat daar een drive-in-discotheek ‘Full Power Sound’ plaats vond onder leiding van Asterix, de deejay die ook in Relax actief was.
Overige groepen
Uit onze zoektocht is gebleken dat er in de jaren (negentien) zestig naast de al genoemde groepen nog andere bandjes werden opgericht. Een aantal kende een korte levensduur en sommige veranderden snel van naam of samenstelling. Voor de opname in dit verhaal hebben we als criterium gesteld dat een groep meerdere keren in Castricum moet hebben opgetreden.
Musicians United ’67 en New Act
In juni 1967 zag de groep ‘Musicians United ’67’ het levenslicht. De jonge band leden waren Ton van Beest (basgitaar), Lex van Amsterdam (sologitaar en zang), Eric Bor (gitaar en zang) en Hans de Jong (drums). Deze groep, die vooral blues speelde, trad ook regelmatig op bij de Middenmoot.
Eind oktober 1967 verliet Lex van Amsterdam de band, waarvan de naam zich toen wijzigde in ‘New Act’. Deze formatie trad niet alleen op in genoemde jongerensociëteit, maar ook in de Canadaclub in Alkmaar en de Morgensterkerk in Heemskerk.
Eric Bor speelde niet alleen in Musicians United en New Act, maar maakte eerder deel uit van The Slices en UFO. In februari 1969 trad hij toe tot de nieuwe groep ‘Nuzzle’. Het is de laatste band die tijdens dit decennium in Castricum werd opgericht.
Jaarboek 31, pagina 51
Nuzzle
Nuzzle, dat precies een jaar heeft bestaan, speelde in de volgende bezetting: Wouter Uiterwijk Winkel (zang), Eric Bor (gitaar en zang), René Beentjes (basgitaar), Jolande Siffels (zang) en Hans de Jong (drums).
De recensie van hun eerste optreden was niet erg lovend, maar daarna ging de band door een kleine formatiewijziging en veel oefenen een stuk vooruit. De groep wist ook in korte tijd een geweldige, nieuwe eigen sound op te bouwen, die voor een groot gedeelte uit eigen composities bestond.
Aan contracten ontbrak het Nuzzle niet. Zij waren onder meer te horen en te zien in de Canadaclub en Club Seven in Alkmaar. De groep kreeg ook een aanbieding voor een proefopname van een grote platenfirma. Een jaarcontract van een Duits organisatiebureau sloegen ze af, omdat het niet genoeg verdiende en te ver weg was. Ook een optreden in de sociëteit SOOS moest in december 1969 worden afgezegd. De reden hiervan was dat de drummer bij een verkeersongeval zijn duim had gebroken.
Het einde van de sixties
De belangrijkste poptempel Borst droeg het stokje in 1969 over aan de nieuwe discotheek ‘De Oude Schimmel’ (de voormalige zaal van Roosendaal) aan de Dorpsstraat. Daar traden onder andere The Fortunes en Unit Gloria op. In de jaren 1970 zou deze disco een belangrijke plek gaan innemen voor de jeugd in de regio.
Eind 1969 raakten de hippies langzamerhand uit beeld en begon een aantal jongeren in Castricum zich te identificeren met de zogenaamde ‘Kabouters’, de opvolgers van de Provo’s.
Geïnspireerd door allerlei acties in Amsterdam, maakte ook de Castricumse samenleving kennis met de kraakbeweging, die 5 mei 1970 uitriep tot nationale kraakdag. Jongeren, die zich voor het gemak Kabouters noemden, gaven hieraan gestalte door zich ’s morgens de leegstaande veiling aan de Kramersweg toe te eigenen. Er werd daar korte tijd iets gedaan op het gebied van film en muziek.
In het begin van de jaren (negentien) zeventig werd de ‘Startgroep Jeugdsociëteit Castricum’ gevormd, die zich ten doel stelde een jongerencentrum op te richten. Het gemeentebestuur raakte ervan overtuigd dat een dergelijk centrum voor het jongerenwerk noodzakelijk was.
Aanvankelijk werd de oude Duinrandschool als mogelijke accommodatie gezien, maar uiteindelijk koos het gemeentebestuur voor de aankoop van de oude bakkerij van Hemmer aan de Dorpsstraat. Jeugdsociëteit De Bakkerij ging in 1974 van start en een nieuwe belangrijke periode brak aan, die voor veel jongeren van grote betekenis is geweest. Die geschiedenis is het zeker waard om in de toekomst ook beschreven te worden (zie Jaarboek 38).
Hans Boot
Fred Weda
Bronnen:
- Diverse Nieuwsbladen voor Castricum uit de jaren 1960
- Een muziekgeschiedenis der Nederlanden, 2001
- Illustratie, 1968
- 40 jaar Popmuziek uit de IJmond, 1999
Met dank aan:
Eric Bor, Johan Brouwer, Martien Duijn, Dick van Eik, Jean Hanck, Karel Hille, Toon Hollanders, René Huissen, Dave van der Schaaf, Jan van der Schaaf, Dick Tiebie en Maarten van Tiggelen.