Niets uit deze publicatie mag worden overgenomen zonder toestemming van de Stichting Werkgroep Oud-Castricum.
Jaarboek 37, pagina 62
Veldwachters en politie in Castricum (deel 2)
In het eerste deel, verschenen in het 36e Jaarboek, beschreven we de handhaving van de openbare orde in de gemeente vanaf het einde van de 18e eeuw tot aan de Tweede Wereldoorlog. In de vooroorlogse jaren waren het de veldwachters Bleijendaal, Gorter en Koelewijn die een hoofdrol vervulden.
In dit artikel wordt ingegaan op de politie-organisatie tijdens en na de oorlog. Allerlei bijzondere situaties maakten het politiewerk in de oorlog bijzonder lastig. Na de oorlog beleefde de plaatselijke politie meerdere reorganisaties en was in verschillende panden gehuisvest. Vele dorpsbewoners zullen zich nog politiemannen als Kloos, Schefferlie, Verbaan en Van der Water herinneren. Dat geldt ook voor de gewelddadige incidenten in de Dorpsstraat waar Zuid-Molukkers en Hells Angels bij betrokken waren en voor de beruchte moord in de Ravelstraat.
Organisatie van de politie in oorlogstijd
Tijdens de Duitse bezetting viel de Nederlandse politie onder de commissaris-generaal voor de openbare veiligheid Hanns A. Rauter. Hij kreeg het bevel over de Waffen-SS, de Duitse politie en had het toezicht op de Nederlandse Rijks- en gemeentepolitie. Rauter voegde de Rijksveldwacht en de Marechaussee samen en plaatste deze onder Justitie. In de grote gemeenten bleef de gemeentepolitie gehandhaafd en in de overige gemeenten, waaronder Castricum, deed alleen de Marechaussee dienst en verdween het begrip veldwachter.
Veel politieambtenaren hebben in de oorlogsjaren goed werk verricht; zij kunnen misdaden of lafhartigheid van anderen niet uitwissen, maar de politie heeft toch ook een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan het verzet.
De NSB vormde in begin 1943 de Nederlandse Landwacht, die tot taak had ‘de openbare orde te handhaven en leven en goed van de ordelievende bevolking te beschermen’. Zij vervulde in feite een politietaak voor de NSB- organisatie ter bescherming van hun aanhang en gebouwen, maar ook om aanslagen op bijvoorbeeld distributiebureaus te voorkomen. De NSB’er Van Geelkerken had de leiding. De bewapening van de Landwachters bestond voornamelijk uit jachtgeweren, vandaar de bijnaam ‘Jan Hagel’.
Organisatie na de oorlog
Kort na de oorlog werd het Politie Besluit 1945 van kracht. Daarin werd bepaald dat er alleen gemeentepolitie is in door de Kroon aan te wijzen gemeenten. In de overige gemeenten is de politiedienst in handen van de Rijkspolitie onder het Ministerie van Justitie.
De naoorlogse periode kenmerkte zich vooral door de wederopbouw, het economisch herstel met geleide loonpolitiek naar welvaart en werkgelegenheid, maar ook door maatschappelijke veranderingen. De taken van de politie namen toe en de organisatie werd hiervoor regelmatig aangepast.
In 1994 werd het korps Rijkspolitie opgeheven, evenals de inmiddels 148 gevormde gemeentelijke politiekorpsen. Er kwamen 25 Regiokorpsen en een Korps Landelijke Politie Diensten (K.L.P.D.) voor toezicht op autosnelwegen, water- en luchtverkeer en het beveiligen van personen, waaronder het Koninklijk Huis. Ook werd een Nationaal
Jaarboek 37, pagina 63
Rechercheteam opgericht. De politie kwam onder gezag van de korpschef en de officier van justitie, maar voor het handhaven van de openbare orde bleef de burgemeester verantwoordelijk. Beleidszaken kwamen ter tafel in een driehoeksoverleg met als deelnemers de korpschef, de hoofdofficier van justitie en de burgemeester van de grootste gemeente in de regio.
Om efficiënt werken te bevorderen en de politie als eenheid te laten functioneren zijn de voormalige politiekorpsen per 1 januari 2013 opgeheven. De nieuwe nationale politieorganisatie onder een korpschef bestaat uit tien regionale eenheden en een landelijke eenheid met een politiechef aan het hoofd van iedere eenheid.
De politie in Castricum en Bakkum tijdens de oorlog
Bij het uitbreken van de oorlog op 10 mei 1940 stond de gemeentepolitie onder leiding van de chef Gerhard Hendrik van Lingen met Klaas Reinders als plaatsvervanger en verder maakten Johannes Tol, Martinus Jozef Nieuwenhuizen en in Bakkum Herman van der Leegte en Johannes Castricum deel uit van het team.
In de zomer van de eerste oorlogsjaren, toen het strand nog toegankelijk was, werd Cornelis (Kees) Meijne toegevoegd voor strandpolitie. Het bureau voor Castricum was ondergebracht in het van mevrouw Stuijt gehuurde voormalig notariskantoor aan de Dorpsstraat nummer 1a. De politie-administratie werd verzorgd door Piet van der Goes. Het bureau in Bakkum was gevestigd in het pand Van Oldenbarneveldweg 39, waar ook Herman van der Leegte met zijn gezin woonde.
Op last van de bezetter moest hij in 1941 verhuizen.
De politie bleef haar taak uitvoeren zo goed en zo kwaad als dat ging. In juli 1940 werden verduisteringsmaatregelen afgekondigd, die gecontroleerd moesten worden; ook de verlichting van fietsers werd gecontroleerd en er was veel Duits militair verkeer, dat altijd voorrang moest hebben.
Op 28 september 1940 werd door de Commissaris van de provincie Noord-Holland bepaald dat de brigade Castricum, Bakkum, Heemskerk, Noorddorp en Limmen zou omvatten. De sterkte werd bepaald op acht manschappen. In Castricum en Bakkum waren alleen Cornelis Kulk en Dirk de Vries gestationeerd, zodat het korps moest worden uitgebreid.
Begin 1941 werd voor de bewaking van nieuwe bomvrije opslagplaatsen van het Rijksmuseum in het duingebied van Heemskerk, een groep leden van de Marechaussee aan de politie van Castricum toegevoegd. Deze groep was ondergebracht in Huize Vliethof aan de Beverwijkerstraatweg nummer 60. Ger van Weel en Cornelis Kulk maakten er deel van uit. Zij hielden ook een oogje in het zeil bij de betonnen bunker van het Stedelijk Museum van Amsterdam in het duinterrein van Castricum tot die in maart 1943 ontruimd werd.
Het optreden van de W.A. – de Weerbaarheids Afdeling van de N.S.B. – zorgde voor onrust. Gehuld in zwarte kleding marcheerde de afdeling op een zondag in maart
Jaarboek 37, pagina 64
1941, zeer provocerend door Castricum. Er ontstonden onder meer bij café Duinzicht op de Beverwijkerstraatweg schermutselingen die gemakkelijk uit de hand hadden kunnen lopen. Gelukkig kon veldwachter Johannes Tol dat voorkomen door tijdig bemiddelend en kalmerend op te treden.
In juni 1942 kreeg de plaatselijke politie te maken met de ontruiming van Duin en Bosch. In december volgde de evacuatie van vele Bakkummers en Castricummers en vanaf april 1943 de afbraak van 270 woningen en bedrijfspanden. Het aantal inwoners liep toen terug van 9000 naar 2800. De bezetter voerde ook acties uit, zoals de inzameling van koper en andere metalen, verplichte inlevering van radiotoestellen en vordering van paarden en fietsen. Er zijn toen heel veel schuilplaatsen gecreëerd …
Castricum met Bakkum werd tot ‘Sperrgebiet’ verklaard: alleen toegankelijk met een ‘Ausweis’, gecontroleerd door wachtposten van de Wehrmacht. Het duinterrein en het strand waren vanaf begin 1943 al verboden gebied. Op 1 maart 1943 werd de gemeentepolitie van Castricum samengevoegd met de marechaussee onder leiding van Klaas Reinders, voorheen chef van de veldwachters.
De marechaussee moest in een groter pand worden ondergebracht, dat gevonden werd in de voormalige ambtswoning van de burgemeester aan de Stationsweg nummer 3. De politie werd gehuisvest in het oude raadhuis aan de Dorpsstraat.
De groep politie en marechaussee van de posten Castricum en Bakkum bestond op 1 maart 1943 uit vier man: Johannes Tol, Martinus Nieuwenhuizen, Herman van der Leegte, Jan Castricum en verder uit zeven wachtmeesters van de marechaussee: Ger van Weel, Piet Vijn, Gerhard H. van Lingen, Willem J. Weeda, Johannes C. Blom, Evert van Surksum en Cornelis Kulk.
Johannes Tol en Herman van der Leegte vertrokken in 1943 uit Castricum en Berend Karsten uit Nieuwer-Amstel kwam naar Castricum evenals Cornelis de Meester uit Heemskerk. In datzelfde jaar kwamen Frits Schefferlie en Maarten Sjouw uit Velsen naar Castricum.
De politie had geen gemakkelijke taak. Tegen criminaliteit, inbraak, diefstal en mishandeling moest gewoon worden opgetreden. De politie werd geconfronteerd met sabotage en acties van het verzet, zoals de liquidatie van de commandant van de Landwachters op 7 september 1944. Wie kon je absoluut vertrouwen? Er was heel veel onzekerheid.
Castricum en Bakkum na de bevrijding
Op 4 mei 1945 kwam het verlossende bericht dat de Duitse Wehrmacht had gecapituleerd en dat de wapenstilstand op 5 mei 1945 om 08.00 uur inging. Hieraan voorafgaande was op 3 mei een commissie van samenwerking gevormd uit de illegale organisaties met als voorzitter de huisarts Van Nievelt, secretaris Tjeerd van Eik en de leden Jan Rozing, Cor van der Kaaij, Joop Blom en Ger van Weel. Op 5 mei werd J.J. Nieuwenhuizen, burgemeester van Limmen, waarnemend burgemeester van Castricum. Henk Nielen, hoofd van het distributiebureau, werd aangewezen als loco-burgemeester. Hij werd in december 1945 burgemeester van Heemskerk.
Op 8 mei kwamen de eerste de Canadezen als bevrijders Castricum binnen. Er werd onder het Militair Gezag een politieke opsporingsdienst (P.O.D.) gevormd, die zich bezig ging houden met het opsporen en verhoren van personen, die ‘hebben doen blijken van ontrouw’; Cornelis Kulk en Ger van Weel waren bij deze dienst betrokken. Verzetsmensen en politie begonnen met het arresteren van N.S.B.’ers en collaborateurs De arrestanten werden overgebracht naar Duin en Bosch, het Politiek Bewaringskamp, waarvan onder andere Klaas Reinders commandant is geweest.
Jaarboek 37, pagina 65
In november 1945 waren in het kamp 1.094 mannen en vrouwen ondergebracht. Het kamp is in 1946 opgeheven en ook de P.O.D. had zijn taak inmiddels beëindigd.
Als gevolg van het Politie Besluit 1945 kwam de afdeling Castricum onder het district Alkmaar met adjudant H. Wesseling als commandant en opperwachtmeester M. Sjouw als plaatsvervanger. Deze afdeling omvatte de posten Castricum, Bakkum, Noorddorp en Heemskerk. Postcommandanten van Castricum en Bakkum waren de opperwachtmeesters Willem Weeda en Piet Vijn.
Herinneringen aan Schefferlie
Rina Korver-Schefferlie (1946) is de dochter van Frits Schefferlie, die wachtmeester was op de politiepost in Bakkum. Haar moeder was jarenlang vrijwilligster bij de plaatselijke EHBO. Zij vertelde:
“Het politiebureau beschikte over twee cellen, die vooral in de zomer regelmatig bezet waren. Als dat het geval was, kookte mijn moeder voor de arrestanten precies hetzelfde als voor het gezin. Dat werd altijd zeer gewaardeerd. Op een keer kwam een campinggast uit Amsterdam na zijn detentie zelfs naar de EHBO-post op het strand, waar mijn moeder dienst had. Hij bedankte haar voor het heerlijke eten en voegde daaraan toe: ”Als ik ooit weer een keer wordt opgepakt, dan hoop ik wel dat het in Bakkum is”.
Mijn vader kon goed omgaan met de bewoners van Duin en Bosch. Vaak werd hij gebeld als er iemand zoek was. Zo vond hij eens een patiënte in het duin terug zonder kleren. Hij zette haar achterop zijn dienstfiets en nam haar mee naar de politiepost. Natuurlijk had hij onderweg veel bekijks, vooral in de Bakkummerstraat …”
In 1947 werd de afdeling Castricum samengevoegd met Heiloo en Uitgeest met opperwachtmeester Hubert van Laar als afdelingscommandant. Het bureau was gevestigd in het perceel Dorpsstraat 1a, waar op de begane grond ook de post Castricum was gevestigd.
Vanaf 1951 verzorgde Theo Elbers hier de administratie naast zijn normale politiediensten. Hij woonde met zijn gezin met vier kinderen op de eerste verdieping. De keuken was op de begane grond en het toilet was voor gemeenschappelijk gebruik! Hun woonsituatie verbeterde aanzienlijk toen het gezin in 1963 kon verhuizen naar de dienstwoning nabij het nieuwe bureau aan de Burgemeester Boreelstraat.
Jaarboek 37, pagina 66
Jacob Kloos werd een begrip in Bakkum
Kloos was geboren in 1911 in Katwijk, behaalde zijn politie-diploma in 1936 en trouwde in 1939 met Maria Risdam. Hij begon zijn loopbaan in Wassenaar, volgde de opleiding tot rijksveldwachter en werd in Oudega geplaatst. Tijdens de oorlog maakte hij deel uit van de rijksverkeerspolitie en hij was betrokken bij het verzet, samen met zijn vrouw. Kloos heette toen volgens zijn persoonsbewijs Jacob van der Meer, landbouwer uit Bolsward. Kloos was sociaal gemotiveerd, rechtlijnig, dat wel, en streng!
In 1948 werd Jacob Kloos vanuit Leeuwarden als wachtmeester 1e klasse in Bakkum geplaatst. Hij werkte veel samen met Frits Schefferlie en Jan van Scheppingen.Zij hadden het bureau in Bakkum aan de Van Oldenbarneveldweg 39, dat na herstel van de oorlogsschade weer in gebruik was genomen.
Kloos was zeer muzikaal, speelde orgel bij trouwerijen en begrafenissen, maar heeft nooit in de Pancratiuskerk gespeeld. Hij gaf orgelles en ook blokfluitles aan kinderen. Met zijn vriend Jan Admiraal, de slager, deed hij mee aan schietwedstrijden en dikwijls gingen zij samen op jacht.
Vanaf 1955 was Jacob Kloos bestuurslid van de EHBO-vereniging. In 1957 werd hij bevorderd tot opperwachtmeester en in 1971 ging hij na 33 dienstjaren met pensioen. Hij overleed in 1980.
Vanaf 1960 groeide de gemeente sterk door de bouw van nieuwe woonwijken, zoals Molendijk. Het inwonertal nam toe van 12.346 in 1960 tot 19.698 in 1969. Deze groei betekende uiteraard meer werk voor de plaatselijke politie.
In de zomermaanden werd de politiepost aan de Zeeweg in gebruik genomen en werden vaak ter versterking van de politie in Bakkum paarden van de Bereden Politie, veelal uit Bergen, soms Bilthoven of Amsterdam ingezet. De paarden stonden op stal in de (witte) boerderij van Jaap Cornelisse nabij het Schulpstet en de Van Uytrechtlaan in Bakkum. Er werd gepatrouilleerd op het strand en over de eerste duinenrij.
In de duinen ten noorden van de padvindershutten lag een schietbaan. De baan werd tot rond 1960 gebruikt voor geweer- en pistoolschieten door de politiekorpsen uit de regio. Ook jachtopzieners maakten er gebruik van.
Jaarboek 37, pagina 67
Gerrit Verbaan negen jaar groepscommandant
Het bureau was in 1951 nog in de Dorpsstraat toen Gerrit Verbaan (1906) als groepscommandant aantrad. Hij was geboren in Leerdam en had in zijn jeugd maar een doel voor ogen: hij wilde bij de politie. Hij had alleen maar lagere school en naast zijn werk op het kantoor van de glasfabriek begon hij aan verschillende avondstudies. Hij kwam als agent van politie in Alkmaar en kon in 1934 zijn inspecteursdiploma halen.
In Castricum vond hij een woning aan de Mient voor zijn gezin met 5 kinderen. Verbaan was van protestantsen huize en kwam al snel meneer pastoor tegen. Rechtlijnig als hij was, maakte hij duidelijk dat hij niet te beïnvloeden was. Hij had overigens veel belangstelling voor mensen en kon met jongeren goed overweg. Op een donkere avond hield hij iemand aan die zonder licht fietste. Het bleek dat zijn verlichting onderweg stuk gegaan was. Verbaan gaf hem geen bekeuring, maar leende hem zijn zaklantaarn uit met de woorden: “Kom hem morgen maar terugbrengen. Wel thuis”.
In 1976 keerde hij terug naar zijn geboorteplaats Leerdam waar hij in 1981 overleed.
De salarissen werden langzamerhand verbeterd. In 1954 bedroeg het salaris van een aspirant 182 gulden per maand, in 1960 375 gulden, in 1967 727 gulden en in 1972 1.000 gulden per maand, gelijke tred houdend met het bedrijfsleven. Een beginnend wachtmeester ontving in 1954 242 gulden per maand en in 1960 460 gulden.
Van groepscommandant tot directeur Zorgcentrum
Adjudant Johannes Simon van der Water kwam in 1960 als groepscommandant naar Castricum. Hij was in 1935, na zijn opleiding, geplaatst bij de Militaire Politie en diende in Den Haag, Naarden en Weert. In 1945 ging hij over naar de Rijkspolitie en was van 1949 tot 1952 postcommandant in Castricum. Vervolgens werd hij groepscommandant in Uitgeest en keerde in 1960 terug als groepscommandant in Castricum.
Adjudant Van der Water woonde met zijn echtgenote en vier dochters aan de Piet Heinlaan. In zijn tijd kreeg de politie te maken met toenemende verkeersproblemen bij het strand. Van der Water ergerde zich zeer aan de beperkte parkeerruimte, die een steeds groter probleem werd. Vele jaren overleg met Rijkswaterstaat, PWN, Provinciale Waterstaat hadden niet tot enig resultaat geleid. Het uitdelen van bekeuringen voor fout parkeren was ‘dweilen met de kraan open’.
Hij spuide in 1966 in het Nieuwsblad van Castricum zijn ongenoegen en zei alle vertrouwen in een oplossing te hebben verloren. Pas op 21 mei 1970 zou burgemeester van Boxtel in een shovel met de eerste hap duinzand de start van de aanleg van het enorme parkeerterrein aangeven. De aanpak door de firma Biesterbos werd toen enthousiast verwelkomd. Van der Water nam in 1972 afscheid, maar bleef maatschappelijk zeer actief. Vanaf 1974 is hij waarnemend directeur geweest van De Santmark en van 1970 tot 1980 directeur. Hij overleed in 1988.
De toenemende omvang van het korps maakte de aanstelling van een burgerfunctionaris voor de groepsadministratie mogelijk. Daar viel onder het bijhouden van parkeerbonnen, registreren van processen verbaal en arrestatiebevelen, postverwerking, typen dienstroosters en budgetbeheer. De heer Hengst vervulde die taak in de jaren 1970.
In zijn nieuwjaarsrede in 1964 uitte burgemeester Smeets zijn tevredenheid over de lage criminaliteitscijfers in het dorp. Dat kon het inbrekersgilde niet op zich laten zitten, want in 1967 werd in de nachtelijke uren de kluis van het oude raadhuis opengebroken en werd de gemeentekas enkele honderden guldens lichter gemaakt!
Jaarboek 37, pagina 68
Hans Rook en de speurhonden
Wachtmeester Hans Rook werkte onder adjudant Van der Water in Castricum. Hij specialiseerde zich in de begeleiding van speurhonden. Van de speurhondenschool in Wassenaar kwam hij met een opgeleide hond naar Castricum en ging werken vanuit zijn woning aan de Heemstederweg.
Mechelse of Duitse herders worden op tweejarige leeftijd geselecteerd om opgeleid te worden voor het opsporen en lokaliseren van vermiste personen of bij (gewelds)misdrijven. Ook specialisaties zoals het opsporen en lokaliseren van verdovende middelen of wapens en explosieven zijn mogelijk. Hans Rook oefende dagelijks met de hond. Er werden sorteer-proeven gedaan en sporen gelegd op sportvelden of in ander terrein om de speur- en zoekdrift van de hond verder te ontwikkelen. De opgeleide hond deed 4 jaar dienst.
Opdrachten werden verkregen vanuit Amsterdam van de Staf van de Rijkspolitie. In een speciaal ingerichte auto ging Hans erop af. Hij was in principe 24 uur per dag beschikbaar. In zijn loopbaan heeft hij zeven honden onder zijn hoede gehad.
Na dit werk 20 jaar te hebben gedaan werd in 1993 de afdeling ‘honden’ van het District Amsterdam opgeheven. Hans Rook beëindigde in Alkmaar, weer in uniform, zijn bijna 40-jarige politieloopbaan. Hij werd vervolgens in Castricum vooral bekend door zijn voorzitterschap van Muttathara, een functie die hij 12 jaar heeft bekleed.
Vanaf de jaren (negentien) zeventig
In de jaren (negentien) zeventig kreeg de ordehandhaving in de Dorpsstraat met de vele cafés en kroegen een hoge prioriteit. Eerst twee politiemannen, later zelfs wel zes man moesten worden ingezet. Een enkele keer werd assistentie verleend door de Bereden Politie. Die kwam met de paarden zelfs wel op het perron van het station en dat maakte de nodige indruk!
Jaarboek 37, pagina 69
In samenspraak met gemeente, politie en eigenaren van cafés en bars kwamen maatregelen tot stand om de overlast te beperken: er werden toegangsregels en sluitingstijden afgesproken en er kwam een portier bij de deur. Dat had een positieve uitwerking: het werd rustiger in ons dorp.
In deze tijd kreeg de politie naast gewone ongelukken ook te maken met zelfdoding op het spoor. Dit was voor alle betrokkenen een zware belasting. De politie stond voor de taak om alle omstandigheden nauwkeurig vast te leggen. Tegenwoordig komt zelfdoding op het spoor gelukkig veel minder voor dan in de jaren (negentien) zeventig jaren.
In 1976 stond de groep Castricum, gehuisvest aan Burgemeester Boreelstraat, onder leiding van adjudant Nicolaas Vrouwe met Dirk de Vries als opperwachtmeester. Bekende namen in dit team waren Henk Waal, Bert Teeuwen, Gerrit Muizelaar en Boudewijn Brummelkamp. Inmiddels was in de groep de eerste vrouwelijke politie-agent opgenomen: Hike Helmantel, geboren in Zwaag-westeinde, dochter van de groepscommandant in Marum. Zij heeft tot medio 1984 in Castricum gewerkt en kijkt daar positief op terug: ” ’t Was wel de gouwe-ouwe tijd hé …”
Zij is op 1 augustus 1984 naar de kunstacademie in Kampen gegaan, woont nu in Almere en illustreert kinderboeken.
Zuid-Molukkers en Hells Angels in de Dorpsstraat
In 1978 trok Castricum zelfs landelijk de aandacht naar aanleiding van een gewelddadig incident in de Dorpsstraat. Er ontstond, zoals de pers meldde: “Een vechtpartij op zaterdagavond tussen een vijftiental Zuid-Molukse jongeren en leden van de Groep van de rijkspolitie.”
Op 3 juli 1978 reed de surveillanceauto met twee man richting snackbar Veronica waar, zo was de melding, met bierglazen gegooid zou worden. In de Dorpsstraat werd een personenauto aangehouden en tijdens de confrontatie rondom de politiebus bemachtigde een van de Zuid-Molukkers een dienstpistool en schoot daarmee op een van de agenten, die gelukkig niet getroffen werd. Wel werd de politiebus enkele malen doorboord. Een politieman liep verwondingen op in zijn gezicht. De daders werden kort na het incident aangehouden.
Een schietpartij bij de dancing ‘d’Oude Schimmel’ in de Dorpsstraat zorgde in januari 1980 voor grote consternatie. Een groep Hells Angels, die de dancing wilde betreden, maar niet welkom was, informeerde de toegesnelde politie van de surveillanceauto dat zij vanuit een steeg was beschoten. Toen twee politie-agenten een onderzoek instelden, werden ook zij onder vuur genomen en toen zij terugschoten verdween de schutter.
Bij nader onderzoek werden in een huis meerdere wapens gevonden, een hagelgeweer en munitie. Burgemeester Gmelich Meijling besloot de dancing te sluiten.
De dader kon worden opgespoord en nadat afspraken waren gemaakt met de exploitant over te nemen maatregelen, mocht d’Oude Schimmel weer worden geopend.
Adjudant Tiesinga
Adjudant Tiesinga was vanaf 1979 groepscommandant. Zijn plaatsvervanger was adjudant Dirk de Vries, die in 1981 werd opgevolgd door adjudant Nico Overpelt. Verder zaten in het team onder meer de opperwachtmeesters Henk Waal, Peter Hof en Ger Mondriaan en de wachtmeesters Bert Teeuwen, Peter Elbers, Kees Haaijema, Gerrit Muizelaar, Nico Plug en Henk van Donselaar. In 1982 trad ook Paul Patist tot de groep toe. Hij werd bekend door zijn activiteiten voor de Aircraft Recovery Group 1939-1945. Hij werkt intussen al 21 jaar in Castricum.
Adjudant Tiesinga werkte tot zijn pensionering in 1991 samen met burgemeester Gmelich Meijling en vanaf 1986 met burgemeester Schouwenaar. Een gebeurtenis waaraan Tiesinga nog veel herinneringen bewaart, was een moord die in Castricum veel opzien baarde.
Laffe moord op Castricummer
Deze kop stond op de voorpagina van het Nieuwsblad voor Castricum boven het verslag van de moord op de 34-jarige Leo Snijders. Hij werd op 21 januari 1983 met vijf pistoolschoten gedood toen hij de voordeur van zijn woning aan de Ravelstraat opende. Er werd een helikopter ingeschakeld bij de zoekactie naar de verdachten. Ook het tv-programma ‘Opsporing verzocht’ besteedde er aandacht aan.
Spoedig bleek dat de oplossing van de zaak dichtbij het huis van Snijders was te vinden. Een buurman had een huurmoordenaar opdracht gegeven voor de uitvoering van deze aanslag. Tijdens de schietpartij stond de opdrachtgever op de planken bij een voorstelling van een plaatselijke toneelvereniging. De politie slaagde erin om alle daders te arresteren, waarna langdurige straffen werden opgelegd.
Jaarboek 37, pagina 70
Toen het nieuwe gemeentehuis in 1982 in gebruik werd genomen, werd het politiebureau ondergebracht in het in 1965 gebouwde kantoor van gemeentewerken aan de Brink. Na enige tijd werd een dienstwoning aan de Burgemeester Boreelstraat ook als kantoor ingericht. De groep bestond toen uit ongeveer 20 man, waaronder twee rechercheurs.
De sterkte van de politie was vooral afhankelijk van de bevolkingsomvang; voor de Rijkspolitie werd een norm aangehouden van 1 politiefunctionaris per 3.000 inwoners. In 1991 werd Gerrit J. Rookhuijzen de opvolger van Tiesinga. In 1992 verhuisde de groep naar een nieuw politiebureau aan de Eerste Groenelaan. Het is een modern ruim opgezet gebouw waar verdachten korte tijd vastgehouden kunnen worden. Voor een langer verblijf is het politiebureau in Alkmaar beschikbaar, waar politiecellen met permanent toezicht en verzorging aanwezig zijn.
De groepscommandanten in de periode 1945-1993:
1945-1947 H. Wesseling
1947-1949 H. van Laar
1949-1951 J.S. van der Water
1951-1960 G.A. Verbaan
1960-1972 J.S. van der Water
1972-1976 T. Sieswerda
1976-1979 N. Vrouwe
1979-1991 H.A. Tiesinga
1991-1993 G.J. Rookhuijzen
De Regiopolitie
In december 1993 werd een nieuwe Politiewet van kracht waarbij 25 politieregio’s werden ingesteld en een Korps Landelijke Politiediensten (K.L.P.D.).
Castricum werd ingedeeld in het district IJmond van de regio Kennemerland met het hoofdbureau in Haarlem. Het district omvatte 165.000 inwoners, waarvoor 200 politiemedewerkers beschikbaar waren. Sedert 1996 kende het district drie basisteams, Velsen, Beverwijk en IJmond-Noord (Castricum, Heemskerk en Uitgeest). De diensten werden vanuit Heemskerk met grotere teams uitgevoerd, waarbij de gemeentegrenzen geen afbakening van het werkterrein meer inhielden.
In Castricum was nog wel een contactpunt aanwezig in het bureau aan de Eerste Groenelaan.
Vanuit de Nederlandse samenleving ontstond een toenemende vraag naar zichtbare politie, ‘meer blauw op straat’. Castricum maakte kennis met de gebiedsgebonden medewerkers: wijkagenten die voor delen van de gemeente het eerste aanspreekpunt vormden. De bewoners werden geïnformeerd over de taken van politie door uitgave van de ‘Politiewijzer’.
Na de samenvoeging in 2002 met Akersloot en Limmen werd Castricum opgenomen in de regio Noord-Holland Noord met het Regionaal Meld-Service Centrum in Alkmaar.
Het bureau aan de Eerste Groenelaan bleef gehandhaafd. Inspecteur Jurriaan Zondervan werd groepschef en tot wijkagent werden Eric Dekker voor Castricum en Bert Teeuwen voor Bakkum en de kust benoemd.
Daar de meeste contacten al telefonisch en via het internet plaatsvonden, werd het politiebureau in Castricum in 2012 op zondagen gesloten en twee jaar later volgde ook sluiting op zaterdag.
Poging tot liquidatie
Op kerstavond in 2010 werd op de Zeeweg een kille poging gedaan tot liquidatie van een 28-jarige Amsterdammer. Nabij het strand werd zijn auto beschoten, met benzine overgoten en in brand gestoken. Zwaar gewond kon hij uit de brandende auto komen en door in de sneeuw te rollen de vlammen doven. In een strandtent brak hij in en kon daar 112 bellen. Politie en ambulance waren spoedig ter plaatse en het slachtoffer kon worden afgevoerd.
Enkele dagen later werden de verdachten op de A9 aangehouden. In 2013 werden zij in hoger beroep tot 15, 12 en 10 jaar celstraf veroordeeld.
De Nationale Politie
Op 1 januari 2013 trad een nieuwe Politiewet in werking, waarbij de Nationale Politie werd gevormd, een politiekorps met een korpschef, verdeeld in tien regio’s en een landelijke met elf politiechefs. Deze nieuwe organisatie zal in de komende jaren (gerekend vanaf 2014) zijn definitieve vorm dienen te krijgen.
Jaarboek 37, pagina 71
Castricum maakt nu (in 2014) deel uit van de afdeling Duinstreek van de regio Noord-Holland. Deze regio heeft als centrum Alkmaar, met politiechef Liesbeth Huyzer en regioburgemeester Bernt Schneiders van Haarlem.
De afdeling Duinstreek onder leiding van Paul Kloosterman bestaat uit Bergen, Heiloo en Castricum. In Castricum zijn voor de basispolitiezorg 16 hoofdagenten, 4 wijkagenten, 4 aspiranten, 1 surveillant en 1 hondengeleider beschikbaar.
De surveillant is Marijke Zijlstra, die in 2002 in Castricum met haar opleiding is begonnen en al veel werk in ons dorp heeft verzet.
De politieopleiding
De opleiding van politiepersoneel vindt tegenwoordig (in 2014) plaats op de Politieacademie in Apeldoorn met andere opleidingsplaatsen, waaronder Amsterdam, Den Haag, Eindhoven en Drachten. De opleidingen zijn op mbo- en hbo-niveau en in het onderwijs staan de problemen waarmee de politiemedewerker in de praktijk te maken heeft centraal. Les wordt gegeven door docenten met jaren straatervaring of specialisten. De lestijden op de school worden afgewisseld met praktijk bij een korps.
Voor de rang surveillant is de duur van de opleiding: 3 maanden school, 3 maanden korps, gedurende 1,5 jaar. Voor de rang agent: 8 maanden school, daarna afwisselend 4 maanden praktijk en school, gedurende 28 maanden. Voor de rang hoofdagent duurt de totale opleiding 3 jaar en voor de rang van politiekundige 4 jaar.
Het politiebureau aan de Eerste Groenelaan is de ‘uitvalsbasis’, waar gedurende vijf dagen per week twee baliemedewerksters aanwezig zijn. Aansturing vindt plaats vanuit Alkmaar en de werkzaamheden worden nu (in 2014) gepland vanuit Alkmaar en afgestemd met de politie Heiloo, die een vergelijkbare sterkte heeft. Bij noodhulp kan extra capaciteit uit het district worden ingezet.
Er werden in 2013 drie wijkagenten aangesteld: Bas Wijnen voor het centrum, Castricum-Zuid en de Oranjebuurt, Wesley Wessendorp voor Bakkum en Kooiweg en Jos Kraakman voor Castricum-Oost. Zij werken nauw samen met René Munsterman, de buurtregisseur van de gemeente Castricum. Hij houdt zich bezig met jongerengroepen en wordt bijgestaan door vier buitengewoon opsporingsambtenaren (boa’s) met bevoegdheden voor een beperkte groep delicten.
Te verwachten valt dat de politieorganisatie Alkmaar zich zal ontwikkelen tot een ‘robuust politieteam’ van circa 200 medewerkers ten dienste van het gehele werkgebied. In het belang van de veiligheid is goede samenwerking met de inwoners essentieel.
We hebben gezien hoe de organisatie zich vanuit de gemeentelijke politie ontwikkeld heeft en er zullen ongetwijfeld meer hervormingen volgen als antwoord op toekomstige veranderingen in de samenleving.
Piet Blom
Bronnen:
• Archief Werkgroep Oud-Castricum;
• Castricum in oorlogstijd, 8e Jaarboekje Oud-Castricum (1985);
• Het Nederlandse Gemeenterecht, Den Haag 1971;
• Heideman, John, Castricum en Bakkum tijdens de Tweede Wereldoorlog, 2011;
• Jong, J. A. de, Rijkspolitie 1945-1994, Uitgave Stichting Het Nederlands Politie Museum, 1993;
• Noord-Hollands Archief te Haarlem, archief van het Provinciaal Bestuur Noord-Holland;
• Regionaal Archief Alkmaar, archief van de gemeente Castricum;
• Stichting Historische Verzameling Nederlandse Politie, Westzijde 109 Zaandam.
Met dank aan: Hennie Boonstoppel, N. Elbers-Stelling, Peter Elbers, Ton de Groot, John Heideman, Willy van de Kant-van der Water, Wijnand Kloos, Jos Kraakman, Cees Krijger, Jozeph van der Leegte, Hans Rook, Riena Schefferlie, Martijn Sminia, Geesje van Surksem, Bert Teeuwen, Riekus Tiesinga en Joop Verbaan.
- Verschenen jaarboekartikelen over hulpverleners en zorginstellingen:
- brandweer
- dokter Leenaers
- gezondheidszorg voor 1880
- gezondheidszorg tot 1880-1950
- kindertehuis St. Antonius
- kruisverenigingen
- politie
- Rode kruis
- veldwachters
- verzorgingshuis de Boogaert,
- verzorgingshuis de Santmark
- ziekenhuis psychiatrisch –