27 mei 2024

Pastor trots op plichtsverzuim veldwachter Tol (Jaarboek 45 2022 pg 62-63)

Niets uit deze publicatie mag worden overgenomen zonder toestemming van de Stichting Werkgroep Oud-Castricum.


Jaarboek 45, pagina 62

Pastor trots op plichtsverzuim veldwachter Tol

Het linkerdeel van het oude raadhuis was in 1936 het politiebureau van veldwachter Tol.
Het linkerdeel van het oude raadhuis was in 1936 het politiebureau van veldwachter Tol. Dorpsstraat 65 in Castricum, 1950. Collectie Oud-Castricum. Toegevoegd.

De Tweede Wereldoorlog breekt aan en er zijn dan in Castricum drie vaste en twee tijdelijke veldwachters. Een van hen is Johannes Tol, sinds 1932 gemeenteveldwachter.

Wat maakt de pastor zo trots? Een schenking van Herman Peekel uit Beverwijk levert een interessante bijdrage over onze kennis van de Tweede Wereldoorlog in Castricum.

De veldwachters Johannes Tol en Marinus Josef Nieuwenhuizen hebben op 25 februari 1941 niet ingegrepen toen in café Beentjes (later Roozendaal en daarna d’Oude Schimmel) een voor de leider van het Duitse volk beledigend lied werd gezongen.

d'Oude Schimmel.
d’Oude Schimmel. Dorpsstraat 75 in Castricum, 1979. Fotopersbureau De Boer. Collectie Oud-Castricum. Toegevoegd.

Zij werden disciplinair gestraft met een boete van tien gulden, te storten op Stichting Winterhulp Nederland. Deze nationaal-socialistische stichting moest de maatschappelijke hulpverlening in Nederland overnemen.

Al eerder is over dit incident gerept. Zo staat in het 37e Jaarboek (pagina 36-37): “Het optreden van de W.A. – de Weerbaarheids Afdeling van de N.S.B. – zorgde voor onrust.

Gehuld in zwarte kleding marcheerde de afdeling op een zondag in maart 1941, zeer provocerend door Castricum. Er ontstonden onder meer bij café Duinzicht op de Beverwijkerstraatweg schermutselingen die gemakkelijk uit de hand hadden kunnen lopen. Gelukkig kon veldwachter Johannes Tol dat voorkomen door tijdig bemiddelend en kalmerend op te treden”.

Een onderzoekje naar deze nationaal-socialistische ingreep in relatie tot de veldwachters leidt naar teksten uit het ‘dagboek van de kapelaans’. De veldwachters worden in dat boek zes keer genoemd:

  1. op 21-10-1942
    Veldwachter Nieuwenhuizen vertelt een geheim aan kapelaan Holthuizen. De NSB-burgemeester is uit Haarlem gekomen met het bericht dat Castricum ontruimd moet worden;
  2. op 17-02-1943
    Dankzij de oogluikendheid van veldwachter Tol, die hier nog altijd is, kon kapelaan Verheul, zonder ausweis (ID-kaart), het sperrgebied in;
  3. op 02-03-1943
    De avondklok gaat om 22.00 uur in. Tol heeft ’s avonds na tienen Lakeman (NSB) opgebracht en hem vier uur in een arrestantenlokaal laten zitten;
  4. op 15-05-1943
    Tol is geschorst;
  5. op 13-06-1943
    Tol, de manhaftige strijder voor recht en waarheid, is benoemd te Muiderberg en binnen 24 uur is deze benoeming weer ingetrokken;
  6. op 17-07-1943
    De benoeming van Tol is toch doorgegaan.

Het blijkt uit de dagboekaantekeningen dat de kapelaans dus veldwachter Tol respecteerden voor zijn daden.


Jaarboek 45, pagina 63

De brief die veldwachter Tol destijds ontving:

Haarlem, 23 Augustus 1941

Onderwerp: De Commissaris der Provincie Noordholland,

Overwegende, dat blijkens een bericht van den Verbindungsoffizier des Befehlshabers der Ordnungspolizei bij den Procureur-Generaal te Amsterdam, van 8 Augustus 1941, de veldwachters der gemeente Castricum Johannes Tol en Marinus Josef Nieuwenhuizen op 25 februari 1941 in de vervulling van hunne ambtelijke plichten zijn te kort geschoten in dien zin, dat zij, toen zij op genoemden datum des avonds in café Beentjes te Castricum aanwezig waren – en wel volgens hun eigen verklaring voor het verrichten van hun dienst – niet hebben ingegrepen, toen aldaar meermalen een lied werd gezongen, dat voor den Leider van het Duitsche volk, in hooge mate beleedigend was;

Overwegende, dat, ook al zoude verklaring van genoemde veldwachters, dat zij van het zingen van het bewuste lied niets hadden bemerkt, juist zijn, van plichtsverzuim sprake is, nu uit het te dezer zake ingestelde onderzoek onomstootelijk is komen vast te staan, dat het lied is gezongen, zoodat, indien de veldwachters dit niet hebben bemerkt, zij niet met de noodige nauwgezetheid hun politietaak hebben vervuld;

dat de genoemde veldwachters wegens het onderhavige plichtsverzuim een disciplinaire straf verdienen;

b e s l u i t :

1. de bezoldigde veldwachters der gemeente Castricum Johannes Tol en Marinus Josef Nieuwenhuizen ieder te straffen met eene geldboete van 10 gulden door tusschenkomst van den burgemeester van Castricum te storten in de kas van de Stichting “Winterhulp Nederland” met bepaling, dat deze boete, desgewenscht, in vier termijnen van 2,50 gulden kan worden voldaan, mits het geheele bedrag vóór 27 September aanstaande is aangezuiverd;

2. genoemde veldwachters er nadrukkelijk op te wijzen, dat deze milde straf als een zeer uitzonderlijke maatregel moet worden beschouwd en dat zij in geval van hernieuwde tekortkomingen op de strengste bestraffing zullen moeten rekenen.

Expeditie dezes zal worden uitgereikt aan de genoemde veldwachters door tusschenkomst van den burgemeester van Castricum, aan wien tevens een afschrift zal worden gezonden met verzoek om voor de inning van de boete, alsmede voor de overmaking van de ontvangen gelden aan de
Stichting “Winterhulp Nederland” zorg te dragen.

Haarlem, 23 Augustus 1941,
De Commissaris der Provincie Noordholland.

Veldwachter Johannes Tol is geboren op 25-3-1900 in Hoorn en overleden op 15-4-1953 in Alkmaar. Johannes is marechaussee en onbezoldigd veldwachter. Hij woont tot 1932 in Krommenie en vanaf september 1932 in Castricum, eerst aan de Beverwijkerstraatweg 50b en daarna op de Brakenburgstraat 23.

Van 1943-1945 woont hij in Zaandijk. Daarna komt hij terug in zijn laatste woning in Castricum en verhuist in 1948 naar Dorpsstraat 84; hij woont van 1951 tot zijn overlijden (in 1953) in Alkmaar.

Johannes trouwt in 1923 met Margaretha Maria Jong, geboren op 5-4-1900 in Zwaag en overleden op 24-12-1991 in Alkmaar; zij hebben geen eigen kinderen, maar een neef als pleegkind. Na het overlijden van Johannes komt zij in 1953 terug naar Castricum en wel naar Schoutenbosch 69. In 1955 gaat zij wonen op Dorpsstraat 91.

Pastor Gerard Tol.
Pastor Gerard Tol.

De pastor van de ‘Onze Lieve Vrouw van Goede Raad’ kerk in Beverwijk

De ingelijste tekst is geschonken door Herman Peekel. Hij is al vele jaren betrokken als vrijwilliger bij het rijksmonument de Goede Raadkerk aan de Arendsweg in Beverwijk. De kerk is inmiddels verkocht aan projectontwikkelaar Nelis uit Heemskerk. De pastor van deze parochie was de door parochianen zeer beminde Gerard Tol, geboren in 1929 en overleden in 2020.

Het was deze pastor die dit ingelijste document jarenlang op zijn werkkamer had hangen uit respect voor zijn pleegvader, Johannes Tol, veldwachter in Castricum. Gerard was een trots pleegkind van zijn oom en tante: het echtpaar Tol-Jong.

Rino Zonneveld

Bronnen:

Abonneer
Laat het weten als er
0 Reacties
Nieuwste
Oudste
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties