19 maart 2021

Oosterbuurt, zo mooi! (Jaarboek 42 2019 pg 84-87)

Niets uit deze publicatie mag worden overgenomen zonder toestemming van de Stichting Werkgroep Oud-Castricum.


Jaarboek 42, pagina 84

Oosterbuurt, zo mooi!

De Oosterbuurt aan de zuidoost-rand van het dichtbebouwde Castricum.
De Oosterbuurt aan de zuidoost-rand van het dichtbebouwde Castricum.

De Oosterbuurt is een uniek stukje Castricum, aardkundig, cultuurhistorisch en landschappelijk. De nog bestaande stolpboerderijen dateren uit de 18e eeuw tot en met de eerste helft van de 20e eeuw. Sommige kunnen verbouwd of vergroot zijn vanuit een al bestaande boerderij, andere zijn veelal gebouwd op plekken waar een voorganger heeft gestaan. Samen met een projectmedewerker van Landschap Noord-Holland werken vrijwilligers enkele dagen per jaar aan het heggenproject met het doel om de overgebleven heggen, hagen en singelbeplanting in dit karakteristieke dorpsgedeelte te herstellen, uit te breiden en te onderhouden. Het is het meest vogelrijke dorpsgedeelte van Castricum; er zijn circa veertig broedende soorten geteld. De daar aanwezige heggen, hagen en singels zijn ideale broedplaatsen voor kleinere vogels en er is voedsel genoeg, want ook insecten bevinden zich in dit type struweel.

Onder leiding van Peter Mol (in groene kleding) zijn vrijwilligers bezig met het snoeien van een houtsingel.
Onder leiding van Peter Mol (in groene kleding) zijn vrijwilligers bezig met het snoeien van een houtsingel. Foto Hans Boot.

Jaarboek 42, pagina 85

Karakteristiek dorpsgedeelte

De Oosterbuurt is één van de vijf buurtschappen, waaruit het dorp Castricum is ontstaan. Het gebied ligt tussen de Kerkbuurt met de oude protestantse kerk en de Heemstederweg met aan het eind van de oprijlaan boerderij Cronenburg, waar heel lang geleden het gelijknamige kasteel heeft gestaan. Gelegen aan de zuidoost-rand van Castricum is de Oosterbuurt een karakteristiek dorpsgedeelte waar de structuur van een open lintbebouwing van huizen, boerderijen, stallen en schuren is behouden. De meeste oude buurtschappen van Castricum zijn opgeslokt door nieuwbouwwijken, maar de Oosterbuurt is dat lot gespaard gebleven. Het gebied is opgenomen in het bestemmingsplan buitengebied. Dat moet er toe bijdragen dat het bijzondere karakter bewaard blijft.

De Oosterbuurt is een karakteristiek dorpsgedeelte waar de structuur van gespreide (lint)bebouwing van huizen en boerderijen, stallen en schuren is
behouden.
De Oosterbuurt is een karakteristiek dorpsgedeelte waar de structuur van gespreide (lint)bebouwing van huizen en boerderijen, stallen en schuren is behouden.

In de Oosterbuurt is de sfeer van het agrarisch verleden van Castricum nog te herkennen. De buurtschap ligt op zandige afzettingen (stroomwal) in het binnendeltagebied van het Oer-IJ, een noordelijke zijtak van de Rijn die tot omstreeks tweehonderd jaar voor onze jaartelling bij Castricum in zee uitmondde. Na het dichtzanden van de binnendelta werd het gebied spoedig voor bewoning in gebruik genomen. Eeuwenlang zijn de hogere gronden gebruikt voor akker- en tuinbouw. De lagere gronden worden nog steeds gebruikt voor het beweiden van vee en als hooiland. De Breedeweg vormt de kern van de Oosterbuurt met enkele markante boerderijen en gespreide bebouwing, omringd door gevarieerd groen en met mooie doorkijkjes. Langs de weg bevinden zich beuken-, meidoorn- en ligusterhagen met hoog groeiende bomen. Door het gevarieerde groen bestaat hier nog de rijkdom aan vogels en andere dieren die vroeger zo kenmerkend voor de dorpen was. Hier kan het getjilp van de huismussen nog worden gehoord, maar ook het gezang van de zanglijster. Hier kruipen nog spreeuwen in spleten en onder dakpannen.

Breedeweg. De lintbebouwing bestaat nog steeds uit boerderijen met daartussen voormalige arbeiderswoningen.
Breedeweg. De lintbebouwing bestaat nog steeds uit boerderijen met daartussen voormalige arbeiderswoningen.

Sfeer van het agrarisch verleden

Wandelend langs de Breedeweg is het niet moeilijk om je voor te stellen hoe de wielbanden van karren en paardenwagens ratelden over de straatklinkers. Boeren waren dagelijks met het vee bezig of haalden het hooi binnen, de tuinders werkten op hun akkers of gingen met hun producten naar de plaatselijke veiling. De lintbebouwing bestond uit boerderijen, met daartussen kleine arbeiderswoningen. Er waren ook winkeltjes, want de Breedeweg en Uitgeesterweg vormden de route naar Uitgeest. Aan de Breedeweg ligt naast nummer 72 een weideperceel. Hier stond de schuilkerk, waar vanaf ongeveer 1663 tot aan de sloop in 1858 het rooms-katholieke bevolkingsdeel naar de kerk ging. Tot in de tweede helft van de 19e eeuw was de kaasmakerij en het maken van boter een normaal onderdeel van het boerenbedrijf. Daar kwam in 1905 verandering in met de komst van de melkfabriek De Holland in de Kerkbuurt die daar tot eind 1963 in bedrijf is geweest. Hiermee is een beeld geschetst van het agrarische dorpsleven in de


Jaarboek 42, pagina 86

Oosterbuurt. In andere delen van Castricum zal dat in de 19e tot en met de eerste helft van de 20e eeuw niet anders zijn geweest.

De geest Oosterbuurt omstreeks 1908, met op zandgrond gelegen strookvormige stukken bouwland tussen de Breedeweg en de Doodweg.
De geest Oosterbuurt omstreeks 1908, met op zandgrond gelegen strookvormige stukken bouwland tussen de Breedeweg en de Doodweg.

Een geest

Geesten zijn akkercomplexen op zandgrond. Tot in de 19e eeuw werden duingronden, stroomwallen of zandplaten veelal geestgronden genoemd. Met de op zandgrond gelegen strookvormige percelen – dwars op de wegen met aan de noordzijde de Breedeweg en aan de zuidzijde de Doodweg, vroeger Achterweg genoemd, vertoont de Oosterbuurt nog alle kenmerken van een geest.

Het zou kunnen zijn dat deze structuur al uit de Middeleeuwen dateert. De boerderijen die nu alleen een woonfunctie hebben, liggen aan de wegen aan de randen van de geest. Een uitzondering is de markante boerderij aan de Rollerusstraat gelegen tussen Breedeweg en de Pieter Kieftstraat. De Werkgroep Oud-Castricum heeft in haar jaarboeken de stolpboerderijen en hun historie uitgebreid beschreven (zie noot 1 hieronder).

Noot 1: Zie de artikelen over de stolpboerderijen in de jaarboeken uit 2003, 2005, 2006, 2007, 2008, 2009 en 2010 (auteur Piet Blom).

Van bijzondere waarde zijn de heggen, de fruitbomen, de nog aanwezige moestuintjes en het volkstuincomplex. Heggen en (elzen)singels moesten de gewassen op de akkers tegen harde wind beschermen en ook het stuiven tegengaan. Sommige akkers zijn niet meer voor tuinbouw in gebruik en hebben nu een grasdek. De structuur van het gebied wordt dus bepaald door de min


Jaarboek 42, pagina 87

of meer parallel lopende Breedeweg en Doodweg met in het verlengde daarvan het Cronenburgerlaantje. De klinkerbestrating draagt bij aan het landelijke karakter. Tussen Breedeweg en Doodweg liggen de onverharde veldwegen het Kerklaantje en het Melklaantje en het klinkerweggetje Oosterbuurt.

Wonen en werken in de voormalige kop-hals-rompboerderij.
Wonen en werken in de voormalige kop-hals-rompboerderij. De erfbeplanting is in orde, maar een haag op de erfrand zou beter passen bij het karakter van de Oosterbuurt dan het hekwerk.

De naam Oosterbuurt is dus niet alleen de naam van deze buurtschap, maar ook de naam van het klinkerweggetje dat na een haakse bocht in verbinding staat met de Heemstederweg. In die bocht, nu Heemstederweg 2, stond een grote stolpboerderij uit circa 1780. Op last van de Duitse bezetter werd deze boerderij in 1942 afgebroken. In 1952 werd door de gemeente de bouwvergunning voor herbouw van een boerderij verleend. Het is een zogenaamde kop-hals-rompboerderij die in 2007-2008 zijn agrarische functie heeft verloren. De boerderij is in 2010 verkocht, is daarna gerenoveerd en heeft nu een niet-agrarische woonwerkbestemming.

Boerderijbranden

In de Oosterbuurt bestaat nog enige agrarische activiteit in de vorm van paarden- en veehouderij en maïsteelt. Binnen het wegenpatroon Breedeweg, Oosterbuurt, Cronenburgerlaantje en Heemstederweg ligt een omvangrijk volkstuincomplex. Door het gevarieerde groen en daarmee de beslotenheid van het akkerbouwgebied onderscheiden de aanliggende en lager gelegen weidegronden zich door hun openheid. Hier geen heggen of singels maar sloten om de koeien in de wei te houden.

Aan de oostrand van de Oosterbuurt, waar sloten ontbreken, bestaan nog enkele restanten van meidoornhagen. Voor de komst van het prikkeldraad en later het schrikdraad hielden daar meidoornhagen het vee in de wei.
Aan de oostrand van de Oosterbuurt, waar sloten ontbreken, bestaan nog enkele restanten van meidoornhagen. Voor de komst van het prikkeldraad en later het schrikdraad hielden daar meidoornhagen het vee in de wei.

Aan de oostrand van de Oosterbuurt, waar sloten ontbreken, bestaan nog enkele restanten van meidoornhagen. Voor de komst van het prikkeldraad en later het schrikdraad hielden meidoornhagen daar het vee in de wei. Aan de Breedeweg staan nog zes stolpboerderijen waarvan er vijf met zorg zijn gerestaureerd of gerenoveerd en nu een woonbestemming hebben.

Doodweg 10. Brand in de boerderij van Piet van der Hulst in 1999.
Doodweg 10. Brand in de boerderij van Piet van der Hulst in 1999.

Boerderij Breedeweg 72 is in 1999 aan de vuurzee ontsnapt toen de aan de noordoost kant gelegen schuur in vlammen opging. De schuur is in 2000 herbouwd. Twee boerderijbranden hebben de charme van de Doodweg doen verminderen. Wat gebleven is, zijn de ruime doorzichten op het akker- en weidegebied. In het verlengde van het Cronenburgerlaantje liggen de door de provincie als archeologisch monument aangewezen gronden met boerderij Cronenburg.

Ernst Mooij

Bronnen:

  • Blom, Piet, Stolpboerderijen in Castricum en Bakkum, deel 6, 32e Jaarboek Oud-Castricum (2009);
  • Blom, Piet, Notitie Oosterbuurt 2 (2012);
  • Blom, Piet, Notitie Wederopbouw boerderijen/woningen in Castricum / Bakkum, na WO II, (2017).
  • Driesche, C.L. van den, Het cultuurlandschap van het Oer-IJ, De invloed van de fysische geografie op de landschapsinrichting van Midden-Kennemerland (2016).
  • Zuurbier, Simon, De Oosterbuurt omstreeks 1830, 40e Jaarboek Oud-Castricum (2017).

Met dank aan:
Peter Mol, medewerker vrijwilligersondersteuning bij Landschap Noord-Holland (2018).

Print Friendly, PDF & Email
Abonneer
Laat het weten als er
0 Reacties
Nieuwste
Oudste
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties