29 november 2022

Melkboeren (Jaarboek 35 2012 pg 43-51)

Niets uit deze publicatie mag worden overgenomen zonder toestemming van de Stichting Werkgroep Oud-Castricum.


Jaarboek 35, pagina 43

De melkboeren in ons dorp

Cor Castricum was een van de eerste melkboeren in Bakkum en handelde later in petroleum.
Cor Castricum was een van de eerste melkboeren in Bakkum en handelde later in petroleum.

In het vorige jaarboek werd teruggekeken op de bakkers die ons dorp in zo’n 100 jaar heeft gekend of nu nog kent. In het kader van de serie over de middenstanders wordt deze keer de geschiedenis van enige melkboeren beschreven.

Er werd hier al ruim een eeuw geleden melk gevent, waarvoor we ook verwijzen naar het artikel ‘Wie was … Geertje ten Wolde-Mooij’ elders in dit jaarboek. De vestiging van winkels vond later plaats en sinds 1996 is er in het dorp geen enkele melkzaak meer te vinden, dit in tegenstelling tot enkele bakkers die wel bleven bestaan.

Omdat er melkboeren waren die naast zuivelproducten ook kruidenierswaren verkochten, hebben wij ons in dit artikel niet beperkt tot de middenstanders die alleen melk ventten. Voor zover bekend worden echter alle personen genoemd die over een melkwijk beschikten.

Zuivelfabriek De Holland.
Zuivelfabriek De Holland. Breedeweg-Schoutenbosch 1 in Castricum. Dit is na de modernisering van de voorgevel in 1950. Het hoge gebouw achteraan is het kaas pakhuis. Het uitstekende stuk metaal rechtsboven is een hijsbalk om zware delen op de bovenverdieping te krijgen. Collectie Oud-Castricum. Toegevoegd.

In het begin van de vorige eeuw was het gebruikelijk dat er melk vanuit de boerderijen werd gevent. Daarin kwam grote verandering toen de melkfabriek ‘De Holland’ na 1915 tot ontwikkeling kwam en de slijters daar hun melk kochten. De historie van deze fabriek is al uitvoerig behandeld in het 20e Jaarboek.

Jan Kuijs aan het melken tegenover de boerderij.
Jan Kuijs aan het melken tegenover de boerderij. Alkmaarderstraatweg 52 in Castricum, 1933. Collectie Oud-Castricum. Toegevoegd.

De melkventers die zich hier in de vorige eeuw hebben gevestigd en de straten waarin zij woonden of hun zaak hadden

Bakker, Piet senior en junior – Eerste Groenelaan en Breedeweg
Bakker, Piet – Schoutenbosch
Beentjes, Bank – Oude Haarlemmerweg en Burgemeester Mooijstraat
Bos, Jan en Peter – Dorpsstraat
Bos, Piet – Ruiterweg
Brakenhoff, Marie – Overtoom
Castricum, Cor – Heereweg
Castricum, Jan – Dorpsstraat
Groot, Nic – Oude Haarlemmerweg
Kaandorp, Aad, Dorus, Engel en Jan – Brakersweg
Kaandorp, Gerard – Van Egmondstraat
Langeveld, Jan senior en junior – Dorpsstraat
Lute, Gerbrand en Paul – Burgemeester Mooijstraat
Nijman, Jan – Bakkummerstraat
Schats, Jur – Ruiterweg
Schilder, Piet – Schoutenbosch
Tervoort, Jan senior en Aad – Bakkummerstraat
Tervoort, Jan junior – Anna Paulownastraat
Veldt, Jan – Stetweg
Vermeulen, John – Eerste Groenelaan
Winter, de, Cor – Heereweg
Wolde, ten, Huib en Geertje – Burgemeester Mooijstraat
Zonneveld, Klaas – Breedeweg en Eerste Groenelaan


Jaarboek 35, pagina 44

Ber Veldt op de wagen van Jan Tervoort junior.
Ber Veldt op de wagen van Jan Tervoort junior.

Herinneringen van Ber Veldt

Op 15-jarige leeftijd begon Ber Veldt (1942) in de melkzaak van Jan Veldt (overigens geen directe familie) aan de Stetweg 40. Ber was ruim negen jaar actief in deze handel en vertelt daarover het volgende:
“Nadat ik twee jaar had gewerkt bij Jan Veldt, overleed hij en werd zijn zaak opgeheven. Het was toen eind jaren 1950 en Jan Tervoort vestigde een zuivelwinkel in de nieuwbouw aan de Anna Paulownastraat. Ik kon daar als knecht aan de slag. Elke morgen om 7 uur ging ik eerst naar de melkfabriek en daarna trok ik gelijk de melkwijk in. Tussen de middag kreeg ik een warme maaltijd van Sjaan Tervoort, de vrouw van Jan. Zij was een eerste klas kok. ’s Middags nog een paar uurtjes de wijk in en vervolgens de melkbussen en emmers schoonmaken. Tenslotte moest ik nog even de kar aanvullen voor de volgende dag. Dit heb ik zo’n 7,5 jaar volgehouden en toen kaapte Glorie Supermarkt mij weg. Zij betaalden mij namelijk 50 gulden per week meer en dat kon Tervoort mij niet geven. Bij Glorie heb ik nog 18 jaar met plezier gewerkt tot de supermarkt werd gesloten.”

Jan Bos had vanaf 1945 een melkhandel in de Dorpsstraat.
Jan Bos had vanaf 1945 een melkhandel in de Dorpsstraat.
Jan Veldt van de Stetweg.
Jan Veldt van de Stetweg.
Piet Schilder met rechts vakantiehulp Kees Kok.
Piet Schilder met rechts vakantiehulp Kees Kok.

Afrekenen met een grote geldtas

Kees Kok (1951) werkte van zijn zevende tot zijn veertiende op de zaterdagen en in de vakanties bij melkboer Piet Schilder, die een winkel had aan Schoutenbosch 57. Kees kijkt daar met plezier op terug:
Piet ging altijd al vroeg naar de melkfabriek aan de Breedeweg om daar zijn kar te laden met de diverse melkproducten. Daar waren grote bussen melk bij van 40 of 50 liter. Als hij weer terugkwam van de fabriek deed hij er vanuit zijn magazijn nog allerlei artikelen bij, zoals boter en frisdranken. Dan ging hij eten en om 8 uur trok hij zijn wijk in waar ik hem dan opzocht.

Een aanhangwagen met melkbussen voor een weiland met knotwilgen.
Een aanhangwagen met melkbussen voor een weiland met knotwilgen. Achterlaan in Bakkum, 1972. Collectie Oud-Castricum. Toegevoegd.

Ik deed meestal de makkelijker klanten die flessen nodig hadden, want in die tijd verkocht je ook nog losse melk uit bussen van 10 liter met een maatbeker voor de mensen die met een pan naar de voordeur kwamen. Gelukkig gingen, na een jaar dat ik er werkte, de zware ijzeren kratten eruit en kwamen daar plastic kratten voor in de plaats. Lichter en vooral in de winter minder koud. Om half één aten we meestal een half uurtje om daarna weer door te gaan in de wijk tot een uur of drie. Meestal


Jaarboek 35, pagina 45

stopte ik dan en Piet ging weer naar de fabriek voor het terugbrengen van het leeggoed en het schoonmaken van de melkbussen. Dit deed Piet dus zes dagen per week en hij hielp daarbij ook nog zijn vrouw in de winkel.

Ik vond het leuk en gezellig werk om bij je buurtgenoten deze spullen af te leveren en later ook nog af te rekenen met een grote geldtas over mijn schouder. Daar heb ik nu nog steeds baat bij, want hoofdrekenen is en blijft mijn beste vak!”

Aad Tervoort nam de zaak aan de Bakkummerstraat over.
Aad Tervoort nam de zaak aan de Bakkummerstraat over. Rechts Jan senior en in de auto moeder Wil.

Een halve liter voor 8 of 9 cent

De melk- en kruidenierswinkel van Tervoort aan de Bakkummerstraat 101 was jaren een begrip in dit dorpsdeel. Jan senior (1901-1961) uit Egmond-Binnen vestigde zich daar in 1925 met de Noord-Bakkumse Wil Liefting, nadat zij in hetzelfde jaar waren getrouwd. Ze kregen zeven kinderen, waarvan er vier in de zaak meehielpen. Aad (1929) nam de winkel na het overlijden van zijn vader over en Jan junior (1927-2002) startte in 1957 een zuivelwinkel aan de Anna Paulownastraat 30.

In 1985 werd de winkel aan de Bakkummerstraat overgenomen door de gebroeders Stolk, die jarenlang elders in deze straat een kruidenierszaak hadden.

Supermarkt A-markt en het postagentschap van de gebroeders Stolk.
Supermarkt A-markt en het postagentschap van de gebroeders Stolk. Bakkummerstraat 101 in Bakkum, 19 december 1984. Foto Ad van de Velde. Toegevoegd.

De dochters Jeanne van Duijn-Tervoort(1935) en Wil Meijne-Tervoort (1941) stonden vroeger altijd paraat voor de winkel van vader Jan en kunnen zich nog veel herinneren. Jeanne:
”Ik was 14 toen ik begon met venten. Ook de villa ‘Vogelwater’ in het duingebied behoorde tot onze wijk en als het winter was nam ik dan meteen de post en de bestellingen van groenteboer Buter voor de bewoners mee.”

Wil vult haar zuster aan:
“In de jaren 1950 kostte een liter melk 17 cent. We bezorgden toen elke dag bij een mevrouw een halve liter en zij betaalde de ene dag 9 en de andere dag 8 cent. Als mijn vader vergeten was wat ze de vorige dag had betaald, zei ze steevast dat ze nu 8 cent moest betalen …”

Melkboer Jan Tervoort met paard en wagen.
Melkboer Jan Tervoort met paard en wagen. Bakkummerstraat in Bakkum, 1926. Collectie Oud-Castricum. Toegevoegd.

Jeanne weet ook nog heel goed hoe de melkvoorziening voor de oorlog op kamp Bakkum was geregeld:
“Mijn vader ventte soms ook daar, want van verpachting was nog geen sprake. Het waren wel voornamelijk Bakkumse melkslijters die er te zien waren. De kampeerders hadden vaak niet in de gaten dat er weer een andere melkboer kwam, want in hun ogen leken ze allemaal op elkaar.”

Het distributiekantoor aan de Dorpsstraat 70 naast de bioscoop Corso.
Het distributiekantoor aan de Dorpsstraat naast de bioscoop Corso. Dorpsstraat 70 in Castricum, 1936. Collectie Oud-Castricum. Toegevoegd.

Ook staat het Jeanne nog helder voor de geest hoe het ging toen alles op de bon was:
“De bonnen voor de verschillende levensmiddelen moesten eerst worden gesorteerd en dan met stijfsel worden opgeplakt op kaarten van 100 stuks. Je was daar wel een hele avond mee bezig. Vervolgens werden die kaarten ingeleverd bij het distributiekantoor naast de Corso en wij kregen daarvoor weer bonnen die we bij de groothandel konden inleveren.”

Jan Tervoort sr. ventte heel lang met paard en wagen.
Jan Tervoort senior ventte heel lang met paard en wagen.

Jan Tervoort senior heeft heel lang met paard en wagen gevent en ook daarover kunnen de zusters anekdotes vertellen:
“Vader had eens tijdens een van zijn ritjes een heel gesprek met elektricien Kees Bedeke, die vlakbij Duin en Bosch woonde. Dat duurde het paard te lang en daarom liep hij zonder brokken alleen terug naar ons huis. Het paard kreeg op een gegeven moment een veulentje dat een dag mee mocht met venten. Dat was ook meteen de laatste keer want zijn hoeven waren veel te veel afgesleten…”

Wil meldt ook nog dat elke klant waar een kind werd geboren, een kwart liter slagroom cadeau kreeg. Vader bezorgde zelfs ook op zon- en feestdagen bij bepaalde klanten. Daarvoor verliet hij al na de hoogmis de kerk. Zij besluit met de volgende frustrerende herinnering:
“Eens per jaar maakten de melkboeren gezamenlijk een uitstapje. Onze broers mochten dan mee, maar Jeanne en ik niet. Wij moesten op de kinderen van de broers passen en ook de winkel in de gaten houden, die open bleef. Het ergste was dat er ook nog van ons werd verwacht dat we de winkel wel even zouden witten!”


Jaarboek 35, pagina 46

De Castricumse melkslijters vieren in mei 1957 het 25-jarig bestaan van hun vereniging ‘De Eendracht’.
De Castricumse melkslijters vieren in mei 1957 het 25-jarig bestaan van hun vereniging ‘De Eendracht’. Van links naar rechts bovenste rij: mevrouw Wijker, Klaar Wijker, mevrouw Schilder, Piet Schilder, Henny en Afra de Winter (dochters van Cor de Winter), Bank Beentjes, mevrouw Beentjes en Paul Lute; middelste rij: Jan Tervoort junior, mevrouw Langeveld, mevrouw Tervoort (echtgenote van Jan junior), Marie Brakenhoff, mevrouw Schats, Huib ten Wolde, mevrouw Nijman, mevrouw Bakker, mevrouw Tervoort (echtgenote van Jan senior) en mevrouw Castricum; voorste rij: Jur Schats, Jan Langeveld, Ab Nijman, Piet Bakker, Jan Tervoort senior en Jan Castricum. NB. Klaar Wijker was geen melkslijter maar een personeelslid van melkfabriek ‘De Holland’.

De Eendracht

In 1932 werd in Castricum de melkslijtersvereniging ‘De Eendracht’ opgericht. De leden maakten elk jaar een uitstapje, maar verder kwam de samenwerking nauwelijks op gang. Dat veranderde na 1948, toen er een wijkindeling werd overeengekomen. Er waren namelijk maar liefst 16 melkslijters en 14 daarvan ventten bijvoorbeeld in de Prinses Julianastraat. Elk van de venters bezorgde dagelijks gemiddeld 4,5 liter, dus een betere verdeling was geen overbodige luxe. Dat kwam ook de hygiëne ten goede, want de melk werd nu ’s morgens bezorgd en bleef dus niet de hele dag in de bussen staan. De sanering hield in dat het publiek voor de bezorging uitsluitend aangewezen was op de wijkmelkboer. Men was wel vrij in de keuze om melk bij een handelaar te halen en die werd nogal eens bepaald door de geloofsovertuiging van klant of slijter.

In verband met de sanering kreeg De Eendracht bij notariële akte van 11 februari 1948 rechtspersoonlijkheid. In deze akte komen 16 melkslijters met hun adressen voor. Het doel van de vereniging is de behartiging van de belangen van de slijters, speciaal door samenwerking en door nastreving van elkaars gemeenschappelijke belangen. De akte bevat een overzicht van de indeling van het distributiegebied in vier sectoren, waarbij per sector de melkboeren en de bezorgers worden genoemd.

25 jaar de Eendracht.
25 jaar de Eendracht. Dorpsstraat 42 in Castricum, mei 1957. Van links naar rechts Marie Brakenhoff en mevrouw Schats, Jur Schats, Piet Bakker, mevrouw Tervoort en Jan Tervoort junior. Collectie Oud-Castricum. Toegevoegd.

Ter gelegenheid van de viering van het 25-jarig bestaan van De Eendracht in 1957 werd een feestelijke bijeenkomst gehouden in het Bondshotel van eigenaar Broksma. Er bleek sprake van een grote saamhorigheid, want alle toen actieve slijters (13) en hun echtgenoten waren aanwezig.

Klaas Zonneveld, die eerder bij de melkfabriek werkte, werd in 1959 nog als lid van de vereniging geaccepteerd, nadat hij moeizaam een melkwijk had verkregen. Waarschijnlijk zal hij een van de laatste nieuwe leden van De Eendracht zijn geweest. Ook mag ervan worden uitgegaan dat de vereniging in 1962 werd opgeheven, omdat de laatste notulen dateren van 23 mei van dat jaar.

Gerard Kaandorp voor zijn melkwinkel De Forens aan de van Egmondstraat/hoek Brakenburgstraat.
Gerard Kaandorp voor zijn melkwinkel De Forens aan de van Egmondstraat-hoek Brakenburgstraat.

Melkslijters ondersteunen de weduwe van Gerard Kaandorp

Gerard Kaandorp (1907-1955) begon in 1939 na zijn huwelijk met Agie Meijne een melkhandel aan de Van Egmondstraat 9. Kaandorp noemde zijn zaak ‘De Forens’, omdat er in zijn omgeving veel mensen waren komen wonen die met de trein naar hun werk gingen.

Het gezin bestond uit zes kinderen. Zoon Adri (1943) en dochter Ada (1945) hebben nog wat interessante notarisstukken bewaard die op de melkhandel betrekking hebben. Zo toont een declaratie aan dat vader Gerard op 9 december 1938 een melkzaak en aanverwante artikelen overnam van W. Castricum Cz. voor een totale som van 17,60 gulden.

Melkwinkel van Gerard Kaandorp.
Melkwinkel van Gerard Kaandorp. Van Egmondstraat 9 in Castricum. Collectie Oud-Castricum. Toegevoegd.

Adri hielp al op 10-jarige leeftijd mee met venten als hij uit school kwam en vertelt het volgende:
“De sanering was toen al enige jaren van kracht en dat betekende dat een melkhandelaar niet mocht bezorgen in de wijk van een ander. Er was echter in de wijk van Schats een oudere dame die onenigheid met hem kreeg en melk van mijn vader wilde hebben. Zij kwam toen met een pannetje naar de kar van mijn vader toe, want zo mocht hij wel aan haar verkopen! Ik weet ook nog best dat de melkboeren elk jaar een uitje hadden en in twee groepen op vakantie gingen, nadat de badgasten waren vertrokken. Eerst had de ene


Jaarboek 35, pagina 47

Advertentie uit het Nieuwsblad voor Castricum van 27 augustus 1949.

helft een week vrij en dan gingen de thuisgebleven melkhandelaren met een bel door de wijken van hun collega’s die weg waren. Nadat ze weer thuis waren, mocht de andere helft met verlof en gebeurde hetzelfde met de bel andersom.”

Advertentie van Piet Bakker jr. uit het Nieuwsblad voor Castricum van 26 mei 1967.
Advertentie van Piet Bakker junior uit het Nieuwsblad voor Castricum van 26 mei 1967.

Ada licht aan de hand van een bijzondere akte uit 1957 toe wat er gebeurde toen haar vader al op 48-jarige leeftijd in 1955 overleed en haar moeder er alleen voor kwam te staan:
“Dorus, de oudste broer van mijn vader, en neef Jan hebben de melkhandel nog twee jaar voortgezet en mijn moeder bleef in de winkel staan. In mei 1957 werd met de melkslijtersvereniging De Eendracht overeengekomen dat mijn moeder vijf jaar lang 60 gulden per week kreeg, waarvoor de overige 14 slijters tekenden. Dat bedrag werd betaald uit de extra opbrengsten die de andere slijters hadden door het wegvallen van onze zaak. Dat was natuurlijk een mooi gebaar. Daarnaast bleef mijn moeder de winkel runnen voor de verkoop van uitsluitend kruidenierswaren.”

De zonen Adri en Gerard (1950-2003) kozen uiteindelijk ook voor de melkhandel en hebben diverse winkels in Amsterdam gehad.

Piet Bakker sr. met zijn kinderen Arie en Agaath tijdens melkverkoop aan de Zeeweg in 1929.
Piet Bakker senior met zijn kinderen Arie en Agaath tijdens melkverkoop aan de Zeeweg in 1929.

Verschillende Pieten Bakker

In Castricum is er een aantal melkslijters geweest die de naam Piet Bakker droegen, maar niet allemaal familie van elkaar waren. Pieter (1878-1962) begon zijn melkzaak aan de Eerste Groenelaan. Hij trouwde met Grietje Buur. Zoon Piet (1915-1992) nam de zaak van vader over en zette die later voort aan de Breedeweg. Hij trouwde met Johanna Catharina Twisk. Zoon Cees (1945) hielp vanaf zijn lagere schooltijd al mee in de zaak en vertelt over zijn vader:
“Het was een vrolijke man die altijd liep te fluiten en dat kon hij


Jaarboek 35, pagina 48

Piet Bakker jr. (1915-1992).
Piet Bakker junior (1915-1992).

enorm goed. Daarom werd hij ook ‘Pietje’ genoemd. Toen vader midden jaren 1960 een gezichtsverlamming kreeg, was het fluiten echter over, maar hij kon wel blijven werken. Elke vrijdagmiddag liet hij zich knippen en scheren door kapper Jan Stam in de Dorpsstraat. Mijn vader was ook een aantal jaren secretaris van de Eendracht en kwam regelmatig op voor het belang van alle melkboeren. Toen veel Amsterdammers in de Castricumse nieuwbouwwijken wilden gaan wonen, zocht hij ze van tevoren op om ze als klant binnen te halen. Als dat lukte kregen ze 10 eieren en een flesje slagroom …”

Piet Bakker voor zijn melkwinkel aan Schoutenbosch 57.
Piet Bakker voor zijn melkwinkel aan Schoutenbosch 57.

Naast deze familie was er nog een melkboer Piet Bakker, die in 1907 te Waarland werd geboren en in 1933 met echtgenote Alie Groen naar Castricum verhuisde. Deze Piet had eerst een stalletje in wild en gevogelte bij de familie Overes aan de Beverwijkerstraatweg. In 1934 startte hij een melkwinkel aan Schoutenbosch 57 (waar Piet Schilder zich naderhand vestigde).

Dochter Miep: “Pa ventte met melk en moeder deed de winkel. Er was grote armoede, de mensen hadden geen geld en mijn ouders waren te goed en niet zakelijk genoeg om te stoppen met leveren als er niet betaald werd. Toen zij een woning kregen elders aan het Schoutenbosch, verkocht mijn moeder rookwaren aan de deur.

Mijn vader stopte rond 1940 met de melkhandel en deed daarna van alles, zoals verhuizingen en het rijden voor tuinders, boeren en geëvacueerde Castricummers. In 1943 kwam hij in loondienst van de gemeente en haalde met paard en wagen bijvoorbeeld meel op in de Zaan voor de bakkers, maar hij haalde ook lijken van het strand. Vaders dienstverband bij de gemeente was echter niet van lange duur, want hij overleed al in 1947 op slechts 40-jarige leeftijd.”

De winkel van Cor en Marie de Winter aan de Heereweg 25.
De winkel van Cor en Marie de Winter aan de Heereweg 25.

Heeft u een feestje?

Jan de Winter (1937) is een van de elf kinderen van Cor de Winter (1901-1961) en Maria Schouten. De familie had een kruidenierswinkel en melkslijterij aan de Heereweg van 1925 tot 1967. Moeder Marie bestierde doorgaans de winkel, terwijl Cor zich bezig hield met de melkhandel en het venten.

Zoon Jan:“Ik weet nog dat de melk die over was ’s middag terug moest worden gebracht naar de melkfabriek. Dat leverde dus minder op, want je miste daarop de winst. Zoals gebruikelijk in die tijd werd van alle kinderen verwacht dat ze na schooltijd en tijdens hun vrije dagen meehielpen inde zaak.


Jaarboek 35, pagina 49

Zoon Jan hielp na schooltijd en tijdens vrije dagen mee met venten.
Zoon Jan hielp na schooltijd en tijdens vrije dagen mee met venten.

Dat gebeurde ook nog toen ik na de ambachtsschool bij de Hoogovens ging werken. We moesten ook venten. Zo vlak voor de feestdagen was het dan een kunst om zoveel mogelijk te verkopen. Je maakte natuurlijk ook hele gekke dingen mee. Zo is het me een keer overkomen dat ik bij een klant kwam die om één flesje bier vroeg. Ik had dat niet in de kar, maar de klant stond erop dat ik daarvoor terug kwam. Dat deed ik, maar kon niet nalaten om aan die mevrouw te vragen: Heeft u soms een feestje?”

Een hard bestaan

Het beroep van melkboer of melkslijter was geen gemakkelijk bestaan. Er was veel concurrentie en er moest heel hard gewerkt worden om wat te verdienen. Dat betekende altijd ‘s morgens vroeg open ’s avonds pas laat klaar. Door weer en wind werd er bezorgd, dus een melkventer moest de nodige kou, regen en sneeuw te trotseren. Veel ging op de pof en er moest vaak lang gewacht worden totdat de klanten betaalden. Gelukkig maakte de sanering een einde aan het venten ver weg van huis.

Piet zoekt de producten uit zijn melkbakfiets.
Piet zoekt de producten uit zijn melkbakfiets. Zijn vrouw staat aan de deur van het zusterhuis naast de Pancratius kerk. Dorpsstraat in Castricum, 1970. Collectie Oud-Castricum. Toegevoegd.

In de jaren (negentien) dertig ventten de melkboeren met ‘rauwe’ melk zoals het genoemd werd, die dagelijks bij de klanten bezorgd moest worden. Er werd zeven dagen per week gewerkt en dus ook op zondag. Ze konden zich namelijk niet permitteren eens een dag over te slaan, want de concurrentie zat niet stil.

Daarom vroegen ze in 1937 de gemeente te verbieden dat er in de wintermaanden op zondag werd gevent. Zo’n verordening kon immers door niemand worden ontdoken. ’s Winters bleef de melk ook langer goed en leverde het geen probleem op om dan een dag over te slaan. In september 1937 stemde de gemeenteraad in met het voorstel en voortaan hadden de slijters tenminste gedurende de zes wintermaanden op zondag rust.

John Vermeulen was ook een SRV-man.
John Vermeulen was ook een SRV-man.

Na de jaren 1960 werd de term ‘melkboer’ als denigrerend beschouwd en werd deze vervangen door ‘melkman’. Met de opkomst van de supermarkt in het laatste kwart van de 20e eeuw is het beroep van melkboer praktisch uitgestorven, al werd de SRV-man nog wel eens met melkboer aangeduid. De kinderen van melkboeren voelden er vaak niets voor om de zaak over te nemen. Zo kwam er een einde aan dit beroep.

Veertig liter melk in de sneeuw

Achter zijn woning aan de Burgemeester Mooijstraat 19 begon Gerbrand Lute (1880-1938) rond 1926 een melkslijterij. Het werk daaraan liet hij echter grotendeels aan zijn vrouw Marijtje Duijn over, want hij was ook nog tuinder en verbouwde achter zijn huis aardbeien, bonen, bessen, enzovoorts.

Het huis van Paul Lute, melkventer.
Het huis van Paul Lute, melkventer. Burgemeester Mooijstraat 19 in Castricum, 1968. Het huis is gesloopt. Collectie Oud-Castricum. Toegevoegd.

Nadat Gerbrand was overleden, dreef Marijtje de melkhandel alleen met haar dochters. Toen die getrouwd waren, zag zij geen andere uitweg dan haar zoon Paul (1908-1988) in de zaak te betrekken. Diens zuster Willy Hommes-Lute (1920) kan daar nog veel over vertellen:


Jaarboek 35, pagina 50

Paul Lute (rechts) was verpleger, melkslijter en werkte in de horeca.
Paul Lute (rechts) was verpleger, melkslijter en werkte in de horeca.

“Paul werkte als verpleger in Den Haag, maar ging toen weer bij mijn moeder wonen om haar te helpen. Dat werk was nog een hele klus in die tijd, want ze ventten tot 12 uur en dan weer om 18 uur, omdat de mensen maar één liter per keer kochten. Eerst waren de klanten over het hele dorp verspreid tot Duinenbosch aan toe, maar na de sanering had Paul zijn wijk in de straten rondom de Burgemeester Mooijstraat, zoals de Mient, Geelvinckstraat en Pernéstraat.

Mijn broer was een bijzonder type die allerlei streken uithaalde. Hij was altijd uit op zoveel mogelijk winst en presteerde het om in de oorlog aan de Duitsers melk te verkopen die voor de helft met water was verdund. Toen het een keer flink gesneeuwd had, pakte hij maar de slee naar de melkfabriek om een bus melk te halen. Op de hoek Overtoom-Dorpsstraat ging het mis en kieperde de slee om, met als gevolg dat er 40 liter melk wegstroomde. Zo ver ik weet heeft mijn moeder dat wel moeten betalen.

Nadat Paul rond 1965 stopte met de melkhandel, heeft hij nog gewerkt als bedrijfsleider bij de bekende horecazaak Rutex in Amsterdam en bij Johanna’s Hof. In de cafés De Landbouw, Castell en De Stiefel stond hij achter de tap.

Jan Langeveld sr. met zijn kinderen.
Jan Langeveld senior met zijn kinderen.

Van bakfiets tot rijdende winkel

Ook Jan Langeveld (1943) kreeg het vak van melkboer met de paplepel ingegoten. Vader Jan (1909-1989) vestigde zich vanuit Voorhout in 1934, vlak nadat hij getrouwd was met Antonia van der Geer, als kruidenier en melkslijter aan de Dorpsstraat 31. Hij breidde zijn zaak later uit door de aankoop van nummer 33. Deze geschiedenis staat beschreven in het 27e Jaarboek.

Zoon Jan hielp van jongs af aan zijn vader in de melkwijk. Hij volgde weliswaar de ambachtsschool, maar ventte al op 15-jarige leeftijd mee. Ook broer Leo en de zussen Lenie en Sjaan ontkwamen daar niet aan, terwijl de zussen Ria en Fransca moeder assisteerden in de winkel. Jan trouwde in 1967 met Dina de Moel die de winkel ging runnen.

De Vivo supermarkt van Jan Langeveld.
De Vivo supermarkt van Jan Langeveld. Dorpsstraat 31 in Castricum, 1965. Voordat Jan Langeveld het linker deel bij zijn zaak betrok zat daar De wolbaal van Jan Westmaas en zijn vrouw Anna Bruins tot 1958. Van 1958 tot 1960 zat er Dijkstra mode die daarna naar de Burgemeester Mooijstraat ging. Vanaf 1960 kwam het hele pand ter beschikking aan Langeveld. Collectie Oud-Castricum. Toegevoegd.

Deze had toen al enige jaren de functie van zelfbedieningszaak en voerde de naam ‘VIVO’. In 1968 veranderde deze in ‘A&O’ en drie jaar later nam Jan officieel de zaak over van zijn vader. De zelfbedieningswinkel bleef bestaan tot 1983.

Ria Langeveld bij de melkkar van haar vader Jan.
Ria Langeveld bij de melkkar van haar vader Jan in 1953. Collectie Oud-Castricum. Toegevoegd.

Een grote vooruitgang was de aanschaf van een rijdende winkel voor zuivelproducten en kruidenierswaren, waar Jan de hele dag mee op pad ging. Dat was toch een heel verschil met vroeger, blikt Jan terug:
“Ik begon op de bakfiets en voor ritten door het bos gebruikte ik een transportfiets. De PWN-woningen, zoals De Brabantse Landbouw, behoorden namelijk ook tot onze klantenkring. Even verderop woonde jachtopziener Postma die kippen hield. Als ik dan kwam aanfietsen, werd ik prompt aangevallen door een haan en een keer was dat zo hevig dat ik ondersteboven lazerde.”

Voordat Langeveld een rijdende winkel kreeg, gebruikte hij ook nog enige jaren een wagentje met een tweetaktmotor, die in vakkringen ‘loeiende hond’ werd genoemd.


Jaarboek 35, pagina 51

Jan Langeveld jr.: “Als je vroeger koffie bleef drinken bij een jonge meid,dan had je volgens het dorp verkering met haar!”
Jan Langeveld junior: “Als je vroeger koffie bleef drinken bij een jonge meid, dan had je volgens het dorp verkering met haar!”

In zijn lange loopbaan maakte Jan veel mee. Met olieboer Cor Castricum had hij een keer een bijzondere ontmoeting: “Zowel Cor als ik waren aan het venten in de Pernéstraat. Hij stond bij het huis van Louman. Toen ik bij de deur kwam en mevrouw Louman had open gedaan, viel ze flauw. Cor vloog toen naar zijn bakfiets en stoof weg. Ik heb natuurlijk direct de dokter gebeld en alles liep gelukkig met een sisser af.”

Jan vertelt ook nog dat het bestaan van melkslijter annex kruidenier geen vetpot was:
“Elk dubbeltje werd thuis omgedraaid. Mijn vader nam zelfs op zaterdagmiddag de melkbussen na het schoonmaken op de fabriek met heet water mee terug, waarmee de kinderen dan werden gewassen in een grote stalen kuip die in het melkschuurtje stond.”

Melkslijter Jan Langeveld met kinderen.
Melkslijter Jan Langeveld met kinderen. Collectie Oud-Castricum. Toegevoegd.

Vaak moest er lang op betalingen van klanten worden gewacht:
“Bijna alles ging vroeger op de lat (de melkboer kreeg niet meteen zijn geld). Er werd doorgaans pas betaald als men kinderbijslag had ontvangen, maar ook dan bleef er altijd nog wel een deel staan tot de volgende maand. Toch heb ik het niet slecht gehad en altijd met veel plezier gewerkt. In 2003 vond ik het welletjes en ben ik gestopt, want door de supermarkten was er weinig meer te verdienen en bovendien was mijn rijdende wagen aan vervanging toe.”

Een van de rijdende winkels van Langeveld.
Een van de rijdende winkels van Langeveld.

Slotwoord

Jongeren kunnen zich nauwelijks nog voorstellen dat hun ouders en grootouders losse melk kochten bij de melkslijter in de straat. De uitdrukking ‘Jij bent er zeker één van de melkboer’ zal hen weinig meer zeggen. Zij hebben ook de glazen flessen niet gekend met de zilverdoppen die werden gespaard als bijdrage aan de missie. Tegenwoordig zijn alle soorten melk alleen in pakken en plastic flessen verkrijgbaar bij de supermarkt. Zo is er in 50 jaar veel veranderd en hebben deze middenstanders al tijden niets meer in de melk te brokkelen!

Hans Boot
Arend Bron

Bronnen:

  • Archiefstukken ‘De Eendracht’;
  • Edities Alkmaarsche Courant en Nieuwsblad voor Castricum;
  • Heideman H., De oude generatie van Bakkum en Castricum (1900-1940), 1982;
  • Loek Zonneveld en Niek Kaan, Alsof het gisteren was …, 2005.

Met dank aan: André Bakker, Cees Bakker, Jeanne van Duijn-Tervoort, John Hommes, Willy Hommes-Lute, Ada en Adri Kaandorp, Kees Kok, Jan en Dina Langeveld, Wil Meijne-Tervoort, Ber Veldt, Jan en Jaap Veldt, Miep van Vught en Jan de Winter.

Abonneer
Laat het weten als er
0 Reacties
Nieuwste
Oudste
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties