Niets uit deze publicatie mag worden overgenomen zonder toestemming van de Stichting Werkgroep Oud-Castricum.
Jaarboek 9, pagina 25
Boerderij Kronenburg
(ook wel geschreven als Cronenburg)
Eenzaam in het nu nog weidse landschap ligt boerderij Kronenburg. De boerderij is reeds voor 1790 gebouwd, naast de ruïnes van het kasteel Kronenburg. Over de rijke geschiedenis van het kasteel is reeds uitvoerig gepubliceerd door J.C. van Weenen in het 2e jaarboekje van de werkgroep Oud-Castricum. Nog weinig zichtbare herinneringen zijn overgebleven uit de tijd van het kasteel; er zijn nog gedeelten van de slotgracht aanwezig nabij de boerderij en drie gewelfde kelders onder de boerderij, die vanwege de uitzonderlijke vorm enige relatie met het voormalige kasteel moeten hebben. Overigens is ook de boerderij van een andere bouwstijl dan we hier in de omgeving gewend zijn.
In het jaar 1771 woont ene Willem Groepen, rentmeester van Joan Geelvinck – de ambachtsheer van Castricum – op ‘huize Cronenburg’. De familie Geelvinck was in 1664 in het bezit gekomen van de ambachtsheerlijkheden Castricum en Cronenburg. Als zeer rijke Amsterdamse familie wist ze in de loop der jaren in het bezit te komen van veel land en huizen in Castricum. Met Joan Geelvinck sterft het geslacht Geelvinck in 1802 in mannelijke lijn uit. De bezittingen gaan over op Albertus Cornelis Schuyt, gehuwd met Johanna Albertina Geelvinck, dochter van Joan.
De erfgenamen van Albertus Cornelis Schuyt verkopen hun vele bezittingen te Castricum en Heemskerk in een openbare verkoping in de Rustende Jager op 24 juli 1816 (noot 1). Onder de bezittingen wordt ook Kronenburg verkocht. De boerderij wordt dan omschreven als volgt:
“Een kapitale en welgelegen Huismanswoning (boerderij) genaamd het Huis Kronenburg met deszelfs Stalling voor veertig Koeijen en drie Paarden, drie ruime verwulfde Kelders, Hooijhuis, Dorschvloer, Schuur, Erf en groote Tuin, mitsgaders extra best en weltoegemaakt Weid of Hooijland en twee stukjes Boschland binnen en buiten de Grachten alles staande en gelegen in de Gemeente van Castricum, de Huizinge gequoteerd nummer 59, de Landerijen te samen groot tien morgen en negenenzestig roeden; het eene Boschje genaamd het Esschenboschje zonder begrip van maat en het andere Boschje voor de Laan groot tweeenveertig en eenderde roeden alles met een vrije eigen laan van het Hek van Kronenburg af, westwaarts tot aan de Driesprong of Lindeboom, belend ten oosten het Droogbusch, ten zuiden mede den verkoper, ten westen de Heemstederweg en ten noorden de Uitgeesterweg.”
Gerrit Brasser koopt de boerderij met de omliggende landerijen ter grootte van in totaal 26 morgen en 311 1/3 roeden voor 6.190 gulden. Ook koopt hij de boerderij gelegen op Heemstede (nu geheten de Groene Klaver) met diverse percelen land ter grootte van 17 morgen en 234 roeden voor 3.950 gulden. Na het overlijden van Gerrit Brasser in 1825 wordt boerderij Kronenburg met bijbehorende percelen land verkocht aan de schoonzoon Pieter Muijs, die sinds 1806 was gehuwd met Guurtje Brasser en vermoedelijk al boerde op Kronenburg (noot 2). De boerderij op Heemstede wordt verkocht aan Pieter Schipper uit Assendelft.
Uit het huwelijk van Pieter Muijs en Guurtje Brasser worden 7 kinderen geboren. Na het overlijden van Pieter Muijs in 1841 worden de bezittingen onder de erfgenamen verdeeld (noot 3). Boerderij Kronenburg komt aan de zoon Maarten Muijs. De totale waarde van de boerderij en het land wordt dan geschat op 16.000 gulden. Maarten Muijs overlijdt reeds op 28 jarige leeftijd in 1845; zijn vrouw Antje Kooij hertrouwt met Theunis Slooten. Na haar overlijden in 1867 komt de boerderij met toebehoren (het land met een oppervlakte van in totaal ruim 25 hectare) aan Theunis Slooten (noot 4).
Op 1 maart 1882 wordt boerderij Kronenburg met het land verkocht voor 62.300 gulden aan een grootgrondbezitter met de welluidende namen de heer Mari Prosper Theodore Previnaire wonende te Haarlem (noot 5). Bij deze verkoop worden de verschillende weilanden met name genoemd. Zo lezen we de Voorweid gelegen aan de Cronenburgersloot en de Heemstederweg, het Schapenwerfje, het Kroftje, de Achterweid bij de Vischkom, de Achterweid achter de Kapberg, de Goudtuinen, het Roobosch, het IJzeren Meetje en de Rand.
De heer Previnaire krijgt ook de eerdergenoemde boerderij op Heemstede met ruim 31 hectare land in zijn bezit. Hij heeft 3 dochters; na zijn overlijden in 1900 wordt dit geërfd door zijn dochter Eugenie, die is gehuwd met jonkheer Charles Frederik van de Poll, grondeigenaar en wonende te Heemstede (noot 6).
In een openbare verkoping op 21 mei 1919 wordt het gehele bezit verkocht. Boerderij Kronenburg wordt op dat moment verhuurd aan Antonius Dijkman en boerderij de Groene Klaver aan Catharina Hoogewerf, weduwe van Dirk Dijkman. Kronenburg wordt voor 31.460 gulden gekocht door Catharina Hoogewerf (noot 7). Zij laat in datzelfde jaar de boerderij flink opknappen: gevels worden rechtgetrokken en een schuur wordt erbij gebouwd. Lang heeft zij de boerderij niet in bezit, want 3 jaar later op 23 november 1922 verkoopt zij de boerderij met omliggende weilanden ter grootte van 15 hectare en 38 are voor 49.690 gulden aan Alida Docter, weduwe van Ernestus Molenaars (noot 8).
Na haar overlijden komt dit bezit bij de boedelscheiding op 4 juli 1946 aan haar zoon Ernestus Molenaars (noot 9). Op dit moment (anno 19986) is de boerderij nog steeds in zijn bezit.
S.P.A. Zuurbier
Noten:
- notaris J. Nuhout van der Veen te Alkmaar, dd. 24 juli 1816.
- idem, dd. 10 april 1826.
- notaris D. van der Wart te Krommenie, dd. 30 januari 1844.
- notaris H.A.F.D. van Meeuwen te Haarlem, dd. 19 juni 1868.
- notaris W.F.G.L. Gouwe te Alkmaar, dd. 1 maart. 1882.
- notaris M.N. Beets te Haarlem, dd. 12 oktober 1900.
- notaris A.P.H, de Lange te Alkmaar, dd. 21 mei 1919.
- notaris J.E. Heenk te Castricum, dd. 23 november 1922.
- notaris A. Moens te Haarlem, dd. 4 juli 1946.
- Verschenen jaarboekartikelen over Kronenburg:
- boerderij
- kasteel
- Blockhuijs