Niets uit deze publicatie mag worden overgenomen zonder toestemming van de Stichting Werkgroep Oud-Castricum.
Jaarboek 20, pagina 34
De Klompenbuurt, het hart van Bakkum

In de laatste jaarboekjes is aandacht geschonken aan de bewoning en de geschiedenis van een bepaalde straat of buurt. Zo zijn artikelen verschenen over de Vinkebaan, de Mient, en de omgeving van de Eerste en Tweede Groenelaan en de Kooiweg. In dit jaarboekje wordt aandacht besteed aan de Klompenbuurt in Bakkum. De Klompenbuurt (Bakkummerstraat en een deel van de Oldenbarneveldweg) was het hart van Bakkum en omvatte een aantal winkeltjes en bedrijven.

Deze buurt begon in de Bakkummerstraat ongeveer vanaf de Beatrixklok en ging over in de Van Oldenbarneveldweg tot even voorbij hotel Borst. Over de herkomst van de naam Klompenbuurt bestaat geen zekerheid. Deze buurt bestond vooral uit kleine neringdoenden met talrijke kinderen, die zonder uitzondering op klompjes liepen. Het verhaal gaat dat zo de naam Klompenbuurt is ontstaan.
Het deel van Bakkum dat eigenlijk geen Bakkum was
De huizen in de Klompenbuurt en de omliggende straten zijn voor het merendeel gebouwd na het begin van de twintigste eeuw. In de negentiende eeuw stonden in dit gebied slechts enkele huizen.
Aan de hand van de kaarten die in de vorige eeuwen zijn gemaakt, is een beeld te schetsen van de bewoning in dit gebied. De oorspronkelijke banne (gemeente) Bakkum is vanaf 1811 bij Castricum gevoegd. Bakkum werd gevormd door het gebied ten noorden van de Schulpvaart en een afwateringssloot uit de duinen.

Deze afwateringssloot liep ten noorden langs het witte lage huisje, dat was gelegen aan de westzijde van de Heereweg, even voorbij de Zeeweg en dat enkele jaren geleden is af gebroken. Het gedeelte ‘Bakkum-Zuid’, gelegen ten zuiden van de Zeeweg heeft nooit behoord tot de ‘gemeente’ Bakkum. De enkele huizen die hier stonden, waren gelegen in de toen zogenoemde Duinderbuurt. Het gebruik van de naam Bakkum voor dit gebied dateert hoogstwaarschijnlijk uit de tweede helft van de vorige eeuw, nadat dit gebied door de aanleg van de spoorlijn van de rest van Castricum werd afgescheiden.

Op een fragment van de kaart van het Hoogheemraadschap van de Uitwaterende Sluizen in Kennemerland en West-Friesland getekend door Johannes Dou in het jaar 1680 zien we onder andere dat de Cleybroeckerweg (nu Ruiterweg en Vinkebaan) overgaat in de Heereweg (nu Bakkummerstraat). Op deze kaart (zie afbeelding) staan in dit gebied 6 huizen, namelijk op de hoek Vinkebaan-Bakkummerstraat; twee aan de Dr. Jacobilaan, twee in de Klompenbuurt en één nabij het lage huisje tegenover hotel Borst. Op deze kaart zijn ook de beide Groenelanen aangegeven.
Opvallend is de ligging van een voetpad evenwijdig aan en ongeveer 200 meter ten oosten van de Bakkummerstraat; dit pad loopt na het passeren van de Stetweg (ter hoogte van de huidige straat ‘Schulpstet’) als Boslaantje door tot op de Heereweg nabij de toenmalige grensscheiding van Bakkum met Castricum. Op de kadastrale kaarten uit 1830 zijn geen overblijfselen meer te vinden van dit pad.
Bakkum-Zuid omstreeks 1830
Zoals reeds eerder vermeld, stonden er in het gebied tussen de huidige Zeeweg en Vinkebaan slechts enkele huizen. De oudste, meest gedetailleerde kaart is opgetekend rond 1830 bij de oprichting van het kadaster. Aan de hand van een overzichtskaartje wordt in dit artikel wat nader ingegaan op de bewoning van dit gebied omstreeks het jaar 1830. Vanaf de Vinkebaan volgde de Bakkummerstraat het huidige tracé overgaande in wat nu de Van Oldenbarneveldweg heet, die vervolgens voor het huidige Fochteloo (kantoor van PWN) sterk naar het westen liep en daarna met een sterke kromming terugboog naar het oosten en aansloot op de huidige Heereweg. Deze scherpe bocht is omstreeks 1840 aanzienlijk afgekort.

Aan de oostkant had de Bakkummerstraat de zijstraten Eerste en Tweede Groenelaan, die in die tijd niet veel meer waren dan zandpaden, die dienden om de aanliggende landerijen te bereiken; huizen stonden hier toen nog niet.
Jaarboek 20, pagina 35

Verder was er een zijweg in oostelijke richting, nu de Stetweg geheten, die aansloot op de Brakersweg en die veel door de schelpenvissers werd gebruikt om hun schelpen naar het Schulpstet te brengen. Op het Schulpstet werden deze overgeladen in schuiten, die hun lading over de Schulpvaart vervoerden naar de kalkovens in Akersloot.

Vanaf de westzijde van de Bakkummerstraat liep er een zandweg de duinen in. Deze weg heette de Peperstraat; in deze eeuw werd deze straat bij een raadsbesluit in 1930 omgedoopt tot Dr. Jacobilaan, naar de eerste geneesheer-directeur van Duin en Bosch. Een tweede zandweg splitste zich af en liep voor het lage huisje langs (in 1997 tegenover hotel Borst, naast de patatkraam) de duinen in; het korte stukje straat van nu is nog een restant van dit oude zandpad.

Het gebied ten westen van de Bakkummerstraat was voor slechts enkele honderden meters in cultuur gebracht en was in gebruik voor de tuinbouw of als bosperceel. Ten westen daarvan strekte zich het duingebied uit, dat in die tijd veelal ‘de wildernis’ werd genoemd. Het duingebied was in particuliere handen. Het was verboden voor de burgers van Castricum om zich in dit gebied te begeven. Hierop werd streng toegezien door de duinmeiers, later jachtopzieners genoemd. Het hier bedoelde duingebied was in handen van de families Boreel en Deutz van Assendelft. Deze gronden werden in 1829 aangekocht door Willem I met het doel om deze duingronden verder te ontginnen en voor de landbouw geschikt te maken.

Het kaartje geeft de situatie weer omstreeks 1830 en beperkt zich tot het gebied dat nu tot Bakkum wordt gerekend en voor 1811 nog bij de banne (gemeente) Castricum hoorde. De hoofdweg in dit gebied is de toen zo geheten Bakkummerweg, die kwam vanuit het centrum van Castricum en door liep tot aan de Heereweg in Bakkum-Noord. De Bakkummerweg werd pas in de huidige eeuw bij raadsbesluit van 1930 opgesplitst in achtereenvolgens Torenstraat, Ruiterweg, Vinkebaan, Bakkummerstraat en Van Oldenbarneveldweg.
Aardig is om eens even na te gaan wie hier ruim honderdvijftig jaar geleden in 1830 woonden.
Er stonden in dit hele gebied slechts 12 huizen; aan de huidige Bakkummerstraat stond toen nog geen enkel huis. Het bijgevoegde kaartje geeft de situatie weer omstreeks 1830; de huizen zijn genummerd 1 toto en met 12. De Vinkebaan volgend vinden we in de hoek met de Bakkummerstraat direct tegen de duinen aan twee huizen. In huis nummer 1 (zie het kaartje) woonde de 28-jarige uit Egmond Binnen afkomstige schelpenvisser Cornelis van den Berg met zijn vrouw Geertje van Bruijnswaard en haar 13-jarige nichtje Lijpje van Bruijnswaard. Op nummer 2 woonden Cornelis Knaap, dagloner, zijn vrouw Marijtje Baars en hun vier jonge kinderen.
In de Peperstraat woonde op nummer 3 de 44-jarige Krijn Koper, schelpenvisser en geboren in Zandvoort. Krijn woonde hier met zijn vrouw Caatje Zaman, hun kind Jannetje en met Gerritje Asjes, dochtertje uit het eerste huwelijk van Caatje met Jannes Asjes. Op nummer 4 woonde dagloner Cornelis Stuifbergen met zijn vrouw Marijtje van Beek, ook Marijtje Peperlaan geheten, met hun vijf kinderen.
Even voorbij het einde van deze straat aan de Van Oldenbarneveldweg vinden we in totaal vijf huizen. Op nummer 5 woonde Cornelis Morsch, landbouwer en geboren in Velsen, met zijn vrouw Catharina Veldt en hun twee jonge kinderen. Hiernaast en wat achteraf woonde op nummer 6 de 60-jarige weduwe Marijtje de Wit en haar ongehuwde 21-jarige zoon Hendrik, schelpenvisser en haar 14-jarige dochter Trijntje, beiden uit haar huwelijk met Jan Kramer. Bij hen woonde de 29-jarige ongehuwde werkbode Marijtje Stierop afkomstig uit Uitgeest. Op nummer 7 woonden de 47-jarige schelpenvisser Jan Knaap, zijn vrouw Marijtje Brasser van Akersloot en hun zes kinderen.
Jaarboek 20, pagina 36

Meer dan honderd meter verder stonden nog twee huisjes op een plaats die nu gelegen is tegenover de ingang van hotel Borst. Op nummer 8 woonde hier de 38-jarige uit Heiloo afkomstige schelpenvisser Jan Schipper met zijn vrouw Aaltje Orij en hun drie kinderen. Het naastliggende huisje nummer 9 was van Frans Limmen. Ook Frans was schelpenvisser; hij woonde hier met zijn vrouw Aaltje Schavemaker en hun vier kinderen. Dit huisje bestaat nog en is het hele lage huisje waar nog tot kort geleden de ongetrouwde broers Ko en Piet Zonneveld (Boon) woonden.
Op nummer 10 in de scherpe bocht van de Bakkummerweg stond aan de oostkant van de weg een boerenwoning die hoorde bij het uitgestrekte duinterrein van Bakkum-Noord en tot 1829 eigendom was van Abraham Barnaart, rentenier en wonende in Sassenheim. In deze boerenwoning woonde de 56-jarige, uit Egmond aan den Hoef afkomstige jachtopziener Cornelis Bakker en zijn nog relatief jonge vrouw, de 28-jarige Sijtje de Graaf met hun dochtertje Aaltje. Verder woonden hier zijn zoons Klaas en Cornelis Bakker, kinderen uit zijn eerste huwelijk met Aaltje van Bruijnswaard en ook nog de 20-jarige werkbode Jannetje Asjes. Omstreeks 1840 is de scherpe bocht uit de weg gehaald, waardoor de boerenwoning aan de westzijde van de weg kwam te liggen.
In het duingebied ligt een nu (in 1997) nog bestaande boerenwoning (nummer 11), die nu als museum is ingericht op het terrein van het provinciaal ziekenhuis Duin en Bosch. Deze boerenwoning hoorde destijds bij de uitgebreide bezittingen van het duingebied van Lucas Boreel, houtvester en wonende in ‘s-Gravenhage. In 1830 woonde in deze boerenwoning Klaas van Bruijnswaard, jachtopziener en schelpenvisser, met zijn vrouw Maartje Koene, hun twee kinderen en Jacob Slikker, een 26-jarige ongehuwde boerenknecht uit Egmond Binnen. We zien dat het toezicht in het duingebied vooral een aangelegenheid was van de familie Van Bruijnswaard. Naast Klaas vinden we zijn broer Jelgert van Bruijnswaard, jachtopziener, woonachtig op boerderij ‘Zeeveld’ op Noord-Bakkum en hun eerder genoemde zwager Comelis Bakker op de boerenwoning bij Fochteloo (nummer 10).
De hiervoor genoemde huizen nummers 5 tot en met 11 vielen in 1830 onder de buurt ‘Duyn’ en waren destijds genummerd 21 tot en met 27. De in totaal 116 huizen in Castricum hadden een doorlopend volgnummer tot en met 116. Het oorspronkelijke Bakkum had nog een eigen nummering voor zijn 18 huizen (nummer 1 tot en met 18). Het laatste huis, nog juist in het oorspronkelijke Castricum, gelegen aan de Heereweg had nummer 29 (op het kaartje nummer 11); het ernaast gelegen huis was nummer 1 van Bakkum. In het genoemde huis met nummer 29 woonden de 32-jarige boer Pancras Groentjes, zijn vrouw Teunisje Mors met hun dan nog enige zoon Jan en de 36-jarige ongehuwde broer Barend Groentjes. Tijdens de oorlog van 1799 is in dit huis hun zusje Neeltje Groentjes door een Russische soldaat doodgeschoten. Het huis is enkele jaren geleden afgebroken.
Opvallend is dat er omstreeks 1830 geen neringdoenden of ambachtslieden in ‘Bakkum-Zuid’ woonden. Bijna uitsluitend werd hier het beroep van schelpenvisser uitgeoefend. Overigens had elke schelpenvisser ook zijn eigen tuintje en soms ook wel enkele stuks vee. Ook de Peperstraat was een route die door de schelpenvissers werd gebruikt; in 1850 vinden we nog een melding dat dit ‘zandpad’ door de schelpenvissers werd onderhouden.
De bouw van Duin en Bosch
In de vorige eeuw is er in het gebied van ‘Bakkum-Zuid’ weinig veranderd. De aanleg van de spoorlijn rond 1866 vormde hierop een uitzondering. De grote veranderingen kwamen met de bouw van het provinciaal ziekenhuis Duin en Bosch omstreeks 1909. Naast de bouw van de paviljoens en andere gebouwen op het terrein van het ziekenhuis werden ook dokterswoningen gebouwd aan de Van 0ldenbarneveldweg en broederwoningen aan de daarvoor aangelegde Dr. Ramaerlaan en Van Duurenlaan. Ook voor ander personeel en voor neringdoenden, die met de komst van zovele mensen hier hun brood dachten te kunnen verdienen, verrezen vele huizen, onder andere in de Klompenbuurt.

De bewoners van de Klompenbuurt in l940
In een kort overzicht schetsen wij de bewoners van de Klompenbuurt in het jaar 1940, zoals wij dat ook hebben gedaan bij voorgaande artikelen in de rubriek over straten en buurten in onze gemeente. Beginnen we de Klompenbuurt in de Bakkummerstraat aan de kant met de oneven nummers (oost-zuidzijde) op nummer 95 (zie schets hieronder). Hier woonde Klaas Dekker, timmerman op Duin en Bosch, daarnaast was de groentewinkel van Bertus Buter (nummer 97); dan kwam Jan van Ravenzwaaij, verpleger op Duin en Bosch (nummer 99), Jan Tervoort met een melkzaak op nummer 101 (nu – in 1997 – de zaak van de firma Stolk), Willem Jacobs, boekhouder en kassier bij PWN op nummer 103. Hiernaast de rijwielzaak van Herman Twisk op nummer 105. Twisk had de alleenverkoop van Gazelle-rijwielen (de alleenverkoop was in die jaren ‘heilig’). Naast Twisk volgt de kapperszaak van Chris Heijne (nummer 107) en

Jaarboek 20, pagina 37
de kruidenierszaak (Coöp) van Kees Lute (nummer 109). Naast deze winkel was een stukje grond, dat als opslagterrein in gebruik was door de aan de overkant wonende aannemer Cornelis de Groot. In 1961 is op deze grond een dubbel woonbuis gebouwd (nummer 111 en 111a). In de ernaast gelegen burgerwoningen woonden Nicolaas Beusman, winkelier van beroep met echtgenote Nellie Hoogland (nummer 113) en het gezin van Jobannes Bakker, tuinman bij Duin en Bosch, op nummer 115. Dit is het einde van de Bakkummerstraat met de oneven nummers; de straat gaat hier over in Stetweg. Aan dezelfde zijde stonden tot de hoek van de huidige Brederodestraat nog twee huizen, die ook bij de Klompenbuurt hoorden. Op nummer 1 vinden we de wijnhandel van Hendrik Mandjes (Hendrik was tevens postbode) en op nummer 3 de groentezaak van Ab Hogenstijn.
Van hieruit vinden we aan de overkant van de Stetweg het begin van de Van Oldenbarneveldweg (red: tekst loopt door op pagina 39)




Jaarboek 20, pagina 38






Jaarboek 20, pagina 39
en staan we bij de Posthoorn, postkantoor en drogisterij, bewoond door Freek Peijs. Zijn buurman op nummer 3 was Hendrik van Kleef, verpleger. Hiernaast woonde de bloemenverkoper Hendrik de Haan (nummer 5). Bij de naastgelegen garage (nummer 7) woonde Maria Steeman, weduwe van Petrus Castricum; zij hertrouwde in 1933 met Dorus Schermer. Vanaf 1945 betrokken zij nummer 5 en woonde Chris Broekhuizen, die als knecht in de garage werkte op nummer 7. Naast het garagebedrijf vindt men in 1940 een manufacturenzaak met bedden en vloerbedekking van Gerrit Peijs (nummer 9); nadien is deze zaak overgegaan op zijn schoonzoon Gerrit Ronk junior. Nu – in 1997 – vinden we hier een chinees restaurant. Onze weg voortzettend komen we op nummer 11, waar in 1940 metselaar Cornelis de Groot woonde, op nummer 13 woonde Mijndert van Tiggelen, los werkman, op nummer 15 Pieter Vasseur, een gepensioneerde spoorwegarbeider. In het eerstvolgende dubbele woonhuis, nu gelegen voorbij de afslag naar de Van Uytrechtlaan, woonden Jan Mooij, tuinder (nummer 19) en Jan Verdwaald, stoker bij de gasfabriek (nummer 21 ). Vervolgens komen we bij de kruidenierszaak van Klaas Groot (nummer 23) en het café-restaurant van Willem Borst (nummer 25). Om de hoek is er nog de bakkerij van Remment Pronk, die later overgenomen werd door bakker Beerse (nummer 31) en tenslotte het winkeltje met galanterieën (red: luxe voorwerpen, snuisterijen) en wol van Sipke Hellinga, dat door Leonardus Kroon werd voortgezet (nummer 33).


Dezelfde weg terug volgend maar dan langs de huizen en bewoners aan de overkant, beginnen we bij de banketbakkerij van Ben Kuilman met daarnaast op Van Oldenbarneveldweg nummer 24 de woning en werkplaats van Jo Borst, aannemer van bronbemaling. Het volgende huis (nummer 22) is de slagerij van Seger Lakeman; na 1945 werd het achtereenvolgens de slagerij van Huiberts, Snel, Webbe en nu Goudsblom. Naast de slagerij stond een klein huisje (nummer 20) waarin Eiltjo Jager woonde, deze dreef een tweedehands zaakje. Op nummer 18 stond de boerderij van Frans Limmen en op nummer 16 vinden we rijwielhersteller Jan Rozemeijer, die de alleenverkoop had van Union-rijwielen. Jan had een kleine winkel aan huis; zijn werkplaats stond apart tegen de naastgelegen woning en winkel van Daatje van de Poll (nummer 12). Daatje had een speelgoedwinkeltje en aanverwante artikelen en was gehuwd met de schelpenvisser Cornelis van den Berg.


Jaarboek 20, pagina 40


Door een steeg naast het winkeltje van Daatje kwam men bij de iets achteraf gelegen woningen van Piet Admiraal (nummer 10) en van Jan Koper (nummer 8). Naast Daatje aan de andere kant van de steeg was de kruideniers-winkel van Floor Twisk (nummer 6). Op nummer 4 woonde Lammert de Winter, vrachtrijder en loonwerker en in het laatste huis op de Van 0ldenbameveldweg (nummer 2), woonde Nicolaas Peijs met een zaak in tabak en rookwerk. Voordien woonde zijn vader Klaas Peijs in dit pand, dat doorliep tot in de Bakkummerstraat. Klaas deed in manufacturen en had een postkantoortje; het eerste werd overgenomen door zijn zoon Gerrit en het laatste door zijn zoon Freek Peijs, die zich beiden, zoals eerder vermeld, hadden gevestigd aan de overzijde van de Van 0ldenbarneveldweg.

Nu zijn we weer terug in de Bakkummerstraat en staan voor een boekenzaak (nummer 110) van Reinier Stet. Reinier had de zaak in 1940 overgenomen van Anton Schmidt en werkte zelf bij PWN; de boekenzaak werd gerund door zijn vrouw en dochter. Vanaf 1946 woonde hier Jan Hoeben, klokkenmaker en verkoper. In het hiernaast gelegen pand vinden we de schoenenzaak van Johannes van Heijningen (nummer 108), vervolgens het grote en met sierlijk metselwerk uitgevoerde pand van de aannemer Cornelis de Groot, dat in tweeën werd bewoond. Op nummer 106a woonde onder andere Chris Heijne, later vanaf 1945 Lou Hoebe; op nummer 106 woonde Cornelis de Groot zelf.

Hij was ook eigenaar van de kalkovens, welke in de oorlog zijn afgebroken. De naastliggende huizen zijn achtereenvolgens van de timmerman Ber van Benthem (nummer 104), de smid Jan Hoebe (nr 102) en de wagenmaker Dirk de Winter (nummer 100). Vooral de smid en de wagenmaker werkten als naaste buur hier veelvuldig samen bij het leggen van ijzeren banden om de wielen van de boerenwagens.
Zo zijn we aangekomen aan het einde van de Klompenbuurt;
Jaarboek 20, pagina 41



het huis van Dirk de Winter is het laatste huis bij de Beatrixklok en de afslag naar de Van der Mijleweg. Ter plaatse van deze afslag stond in de jaren (negentien) twintig het café van Frans Metzer. Zijn café gaat in 1929 bij een brand verloren en zal niet meer worden opgebouwd. In datzelfde jaar gaat bij met zijn gezin wonen in Hamburg, alwaar zijn vrouw geboren was. Een jaar later werd de Van der Mijleweg aangelegd.
Dit overzicht van de bewoners van de Klompenbuurt omstreeks het jaar 1940 is slechts een momentopname. Ook in die periode verhuisden de mensen nog al eens of verkochten ze hun huis of winkel. Dit hart van Bakkum kenmerkte zich door een hechte gemeenschap van vooral hardwerkende kleine middenstanders.
Na de oorlog wordt Bakkum sterk uitgebouwd met in 1948 de aanleg van straten als Schelgeest, Vondelstraat en Poelven, in 1962 Prof. van der Scheerlaan, Renesselaan en Dr. Benderslaan en tenslotte de laatste uitbreiding in 1966 met de Van Uytrechtlaan, Van Haerlemlaan en tussenliggende straten.
Van de sterke groei van ‘Bakkum-Zuid’ in de naoorlogse jaren kon de middenstand in Bakkum niet in voldoende mate profiteren, waardoor vele panden inmiddels hun winkelfunctie hebben verloren.
J.J. Stuifbergen
L. Zonneveld
S.P.A. Zuurbier
- Verschenen artikelen over Bakkum:
- Bakkum, de Heerlijkheid en zijn ambachtsheren
- Bakkum, einde gemeente
- Bakkum in de 18e eeuw
- Bakkum omstreeks 1830
- Bakkum na 1930, de huizen en hun bewoners
- Bakkum, vijftig jaar kerk
- Bewoningsgeschiedenis Bakkum Noord
- Boenstraatje te Bakkum
- Cafés en kasteleins in Bakkum
- Cunerakapel
- Kampeerterrein Bakkum
- Kermis in Bakkum
- Kermis in Castricum en Bakkum
- Klompenbuurt in Bakkum
- Koninklijk Landgoed Bakkum (deel 1)
- Koninklijk Landgoed Bakkum (deel 2)
- Ongevallen in Bakkum
- Een vreeselijk ongeluk
- Starburg buitenplaats in Bakkum
- Verschenen artikelen over de straten in Castricum en Bakkum:
- Bakkummerstraat
- Brakersweg
- Breedeweg noord
- Breedeweg zuid
- Burgemeester Mooijstraat
- Dorpsstraat
- Dr. Jacobilaan noord
- Dr. Jacobilaan zuid
- Groenelaan
- Heemstederweg
- Kooiweg
- Mient
- Nieuwe weg
- Oldenbarneveldweg, van
- Overtoom
- Peperstraat noord
- Peperstraat zuid
- Schoolstraat
- Schulpstet
- Sifriedstraat
- Vinkebaan
- Weg naar Beverwijk