Niets uit deze publicatie mag worden overgenomen zonder toestemming van de Stichting Werkgroep Oud-Castricum.
Jaarboek 37, pagina 49
De groenteboeren in ons dorp
In de reeks over de middenstanders besteden wij deze keer aandacht aan de groenteboeren die ons dorp in ongeveer 100 jaar heeft gekend. Uit een inventarisatie bleek dat er van deze groep veel minder winkels konden worden geteld dan de eerder beschreven bakkers, melkboeren en slagers. Daar zal zeker het tuindersverleden van onze gemeente debet aan zijn geweest. Toch leverde een onderzoek voldoende ‘arbeidsvitaminen’ op.
De groenteboeren die zich hier in de vorige of deze eeuw hebben gevestigd en de straten waarin zij hun zaak hadden of hebben:
Beentjes, Bertus en Kees: Torenstraat
Beentjes, Cor, Gerard, Ber en Kees: Van Egmondstraat, Anna Paulownastraat en Geesterduin
Beentjes, Gerrit: Dorpsstraat
Boer, Jaap de: Torenstraat
Buter, Bertus en Jan: Bakkummerstraat
Dijk, Ben van: Torenstraat
Hogestijn, Ab en Gerrit: Dorpsstraat en Stetweg
Meijnckens, Wesley: Burgemeester Mooijstraat
Nanne, Cor, Willem junior en Piet: Nuhout van der Veenstraat en Torenstraat
Nanne, Willem senior en Sijp: Vinkebaan en Bakkummerstraat
Scheerman, Nic: Dorpsstraat
Stengs, Jan, Jaap en Henk: Burgemeester Mooijstraat en Dorpsstraat
Verkooij, Cornelis: Bakkummerstraat
Zonneveld, Hein en Piet: Bakkummerstraat en Mient
Jaarboek 37, pagina 50
Voor nieuwe klanten liep ik gewoon achter de verhuiswagens aan …
Groenteboer Bertus Beentjes (1923) is een zoon van tuinder Jan Beentjes, die de bijnaam ‘oliebol’ had en aan de Beverwijkerstraatweg woonde in huisje ‘Zelden Rust’.
Broer Gerrit wordt niet in het verhaal genoemd. Deze Gerrit heeft ongeveer 25 jaar voor de zaak gevent. Dat geldt ook voor broer Kees, waarvan Bertus vertelde dat hij alleen de winkel aan de Torenstraat runde (volgens de rectificatie in jaarboek 38 pagina 124).
Bertus is de 91 al gepasseerd (in 2014) en woont in Sans Souci. Hij heeft zo’n 57 jaar in de groentehandel gezeten en weet daar nog veel over te vertellen: “Met 8 jaar ben ik er al mee begonnen. Mijn vader had een tuindersbedrijf met een kas, waarin hij druiven teelde. Hij kreeg maar 11 cent voor een kilo. Je lijkt wel gek, zei ik tegen hem, dat is toch veel te weinig? Bij ‘Kees de Koster’ in de Dorpsstraat kocht ik een opschrijfboekje en uit school maakte ik een rondje door het dorp. Ik belde gewoon bij de mensen aan om de druiven te verkopen en verkocht ze voor 35 cent de kilo! Op mijn 13e had ik al een eigen klantenkring. Toen was ik al van school af, want de achtste klas heb ik niet meer doorlopen.
Ik begon meteen met venten en deed dat alleen. Mijn vader ging namelijk één keer met me mee, maar zei toen: jij redt het wel. Eerst ging ik met de kruiwagen en later met de handkar op pad. Groente en fruit kocht ik zelf en meestal op de veiling op het Meerplein in Beverwijk, want daar had je meer keus dan bij de veiling ‘Ons Belang’ in de Dorpsstraat. Daar kwam ik ook wel, omdat die later begon. De waren uit Beverwijk lieten we bezorgen door vrachtrijder Piet Kuiper van de Mient.
Aan het eind van de dag kregen vader en moeder het geld wat ik verdiend had. Ze bewaarden dat in een portefeuille onder hun bed. Mijn vader betaalde er de grossiers van en als ik wat nodig had, moest ik bij mijn moeder aankloppen. Tot mijn trouwen in 1951 heb ik het zo gedaan. Mijn vrouw en ik kregen toen een bovenwoning toegewezen in de Geelvinckstraat. Na een jaar verhuisden we naar Brakenburgstraat 6, dat ik voor 8.000 gulden kon kopen.
In 1956 werden door aannemer Res nieuwe winkels gebouwd in de Torenstraat. Samen met mijn broer Kees kocht ik voor 30.000 gulden nummer 40. Kees ging op de bovenverdieping wonen. Wij zijn toen een compagnonschap begonnen voor de groentezaak. Ik bleef gewoon venten en Kees runde samen met zijn vrouw de winkel. Mijn klanten waren verspreid over het hele dorp en om nieuwe klanten te werven, liep ik gewoon achter de verhuiswagens aan van de forensen die in Castricum kwamen wonen.
Jaarboek 37, pagina 51
Ook toen we de winkel hadden, ging ik ’s morgens rond 5.30 uur de grossiers langs op het veilingterrein om te kijken wat ik van ze kon kopen. Dat ging met handjeklap. Op de veiling kocht ik zelf ook van de tuinders via de klok.
Met de andere groenteboeren hadden we niet veel overleg. Soms maakten we afspraken om bijvoorbeeld de vakantieweken in te delen en dan namen we tijdelijk de wijk van een collega over. Tegelijkertijd probeerde je die klanten over te nemen …
In de jaren (negentien) zestig hebben we wel wat last gehad van de concurrentie met supermarkt Glorie. Maar we hielden ons hoofd wel boven water, omdat we goede waar verkochten, scherp geprijsd en alle dagen vers.
Natuurlijk ging niet alles van een leien dakje en hadden we ook wel lastige klanten. Zo deed een mevrouw eens heel erg moeilijk toen ze vijf kilo aardappels kwam halen en ik in de winkel stond. Op een gegeven moment werd ik zo kwaad dat ik de pan van de weegschaal met piepers en al door de winkel smeet. Daarna heb ik wel mijn excuses aangeboden.
Al onze zes (volgens de rectificatie in jaarboek 38 pagina 124) kinderen hebben meegeholpen in de winkel en met bezorgen, maar geen van de vijf zoons had belangstelling om in de zaak te gaan. Dat gold ook voor de vijf zoons van Kees. Toen ik 65 werd ben ik gestopt. Kees ging nog een half jaar door, waarna we de zaak verkocht hebben aan Jaap de Boer.
Als ik terugkijk kan ik zeggen dat we heel hard hebben moeten ploeteren, maar ook dat het een prachtleven was. Ik ben blij dat ik dat werk gedaan heb en mag ook niet mopperen over wat ik verdiend heb …”
Ik moest voor schooltijd uien schoonmaken
Castricum kent al 88 jaar nog een groentezaak die de naam Beentjes draagt. Het is echter geen familie van Bertus en Kees.
Gerrit Beentjes (1886-1959), die aan de Kramersweg een tuindersbedrijf had, begon in 1926 een groentewinkel in het pand Dorpsstraat 91.
In de jaren (negentien) veertig droeg hij de zaak over aan zijn vier zoons, waarvan Cor (1915-1974) in 1942 een filiaal opende aan de Van Egmondstraat 1. De familie was toen ook al actief in de aardappelhandel. In 1968 trok Cor zich terug uit de zaak en ging met zijn echtgenote Gré Zonneveld weer aan de Dorpsstraat wonen.
Hij droeg de winkel over aan zijn zoons Gerard (1942), Ber (1943-2003) en Kees (1946). Zij richtten in 1969 de firma ‘Beentjes Groentebroers’ op, die spoedig in Castricum en omgeving van zich deed spreken door diverse nieuwe vestigingen.
Met Gerard blikken we terug: “Ik kan mij van opa Gerrit alleen maar herinneren dat hij krom liep door de reuma. De drie broers van mijn vader, Pé, Henk en Co, hadden voor hun aardappelhandel eerst een opslag aan de Dorpsstraat 39a. Later kregen ze een pand aan de Ruiterweg 36a, waarin nu De Graaf Elektrotechniek is gevestigd.
Zoals in de meeste middenstandsgezinnen moesten alle kinderen meehelpen in de zaak. We kregen daarvoor vaste taken toegewezen. Mijn broer Ber maakte de wortelen schoon, Kees de boerenkool en ik de uien. Dat deed ik voor schooltijd en ondanks dat ik mijn handen daarna waste met speciale zeep, rook degene die op school naast me zat het nog best.
Ik ging ook met Ber venten of hielp mijn moeder achter de toonbank. Natuurlijk bezochten we ook de veilingen in de omgeving. Toen die in Alkmaar en Beverwijk werden gesloten, trokken mijn vader en ik de noord in of reisden naar Utrecht, Breda en Barendrecht. We leverden namelijk ook aan grootgebruikers. Later kwamen daar de horecabedrijven nog bij. Over ’t algemeen kochten we via de veilingen in, alleen de aardappelen werden soms rechtstreeks van de boeren afgenomen.
De firma ‘Beentjes Groentebroers’ is niet stil blijven zitten. We hebben verschillende filialen in de regio geopend. Eerst was dat in 1969 een winkel aan de Anna Paulownastraat en in 1974 vestigden wij ons ook in Geesterduin. Dat was ook het jaar waarin broer Kees als laatste met venten stopte en onze vader overleed. Ik werd toen voor de leeuwen gegooid, want ik stond er alleen voor wat de inkoop betreft. Vervolgens kwamen er respectievelijk in 1978 en 1984 nog winkels bij in winkelcentrum ’t Loo in Heiloo en De Mare in Alkmaar.
Momenteel bestaan alleen Geesterduin en ’t Loo nog. Mijn zus Anneke (1948) werkt nog twee ochtenden in de week in de winkel in Geesterduin.
Jaarboek 37, pagina 52
In 1998 is mijn zoon Remco (1969) in de zaak getreden en (hij) runt het pakhuis aan de Castricummerwerf dat in 1994 werd betrokken na het afstoten van het pand aan de Ruiterweg. Op de werf snijden we groenten, bereiden we kant-en-klaarmaaltijden en verzorgen we bestellingen voor de horeca. Mijn jongste zoon Marco (1970) staat in de winkel in Heiloo.
In 2006 zijn we als groentebroers gestopt. Kees is nog wel een jaar of vier doorgegaan en hij reed ook nog wel bestellingen. Dat heb je nu eenmaal met een familiebedrijf, je komt er nooit helemaal los van. Zelf spring ik ook nog wel eens bij als het nodig is. Kees zie je echter voorlopig niet meer, want we hebben hem vijf maanden naar Thailand gestuurd …”
Jaarboek 37, pagina 53
Het ‘padje van Nanne’
Ook de Castricumse familie Nanne telt diverse leden die het vak van groenteboer beoefenden. Het begon allemaal bij Willem senior (1880-1953) die rond 1900 een zaak begon aan de Vinkebaan 18 (zie het 16e Jaarboekje van de werkgroep). Wij spreken hierover met de kleinzoons Siem (1943) en Piet (1936), die beiden in latere vestigingen werkzaam waren.
Siem: “Opa Willem verkocht aan de Vinkebaan naast aardappelen, groenten en fruit ook tabak en sigaren, klompen en touwwerk. Dat is nog goed te zien op een foto uit de jaren 1930. Naast de zaak liep een pad naar de Duinenboschweg dat het ‘padje van Nanne’ werd genoemd. Nadat zijn pand op last van de Duitsers in 1943 werd afgebroken, verhuisde Willem naar de Breedeweg 8, maar bleef venten in Bakkum. Begin jaren (negentien) vijftig vestigde hij zich in een nieuw pand aan de Bakkummerstraat 9 en startte daar op ruim 70-jarige leeftijd weer een winkel. Toen Willem in 1953 overleed, zette zijn zoon Sijp (1922-1998) met dochter Corrie de zaak voort. Ome Sijp ventte natuurlijk ook en had een wijk die voornamelijk rond Duin en Bosch lag.
Mijn vader Cor (1910-1998) zat ook in de groenten. Hij begon in 1934 vanuit een schuurtje achter zijn huis in de Schoolstraat. Vier jaar later opende hij een winkel aan de Nuhout van der Veenstraat 48. Moeder Geertje Druijven hielp in de winkel en vader ventte twee dagen per week in Castricum en Egmond aan Zee. Hij reed op een motorbakfiets Jansson en ging eerst drie keer per week naar de veiling in Castricum of Beverwijk. Vanaf 1957 ging ik bij mijn vader als knecht aan de gang en hield mij hoofdzakelijk bezig met venten en bezorgen. Tot 1967 heb ik in de zaak gewerkt en daarna nog driekwart jaar bij een Spar-vestiging in Wormerveer. Rond die tijd kreeg ik verkering en omdat ik een wat vastere baan wilde, werd ik in 1968 kok op Duin en Bosch.”
In 1963 werd de winkel aan de Nuhout van der Veenstraat vernieuwd en vergroot, waarbij het winkeloppervlak verdubbeld werd. Cor Nanne deed in dat jaar de zaak over aan zijn zoons Willem junior (1935-2001) en Piet (1936).
Piet vertelt: “We traden na de verbouwing toe tot de Sparwinkeliers en gingen dus ook levensmiddelen verkopen. Willem bestierde de winkel en ik zat altijd langs de weg om te venten en te bezorgen.
Jaarboek 37, pagina 54
Dat deed ik al vanaf mijn twaalfde jaar toen ik van school kwam en met vader mee ging lopen. Ik heb later ook zijn wijk in Egmond aangehouden. Rond 1966 ben ik overgestapt naar De Spar in de Torenstraat, want ik wilde eigenlijk alleen verder in de handel. Dat lukte daar echter niet, omdat ik de benodigde omzet niet kon halen door de concurrentie met de supermarkten Glorie en Albert Heijn. Toen ben ik eind jaren 1960 bij De Spar in Zaandam gaan werken en ik heb verschillende vestigingen in de kop van Noord-Holland geholpen met de inrichting van de groente-afdelingen. Vanaf 1980 ben ik tot slot nog 17 jaar inkoper geweest van aardappelen, groenten en fruit bij de supermarkten van Nijman in Heemskerk. Mijn broer Willem sloot in 1982 zijn winkel aan de Nuhout van der Veenstraat.”
Veranderingen
Zoals in eerdere artikelen over de bakkers en de slagers is beschreven, geldt uiteraard ook voor de groenteboeren dat er vanaf de jaren (negentien) zeventig van de vorige eeuw heel veel is veranderd. Ook dit is het gevolg van de concurrentiestrijd met de supermarkten. Het woord ‘boer’ is in vroegere tijd ontstaan toen de groenten werden aangeleverd door boeren die hun producten van het veld naar de stad vervoerden om ze daar te verkopen. Omdat men de aanduiding groenteboer op een gegeven moment wat minderwaardig vond klinken, werd deze middenstander ook wel groenteman genoemd.
De bekende radiorubriek ‘De Groenteman’ uit de jaren 1960 en 1970 is hier een bewijs van. Het programma werd ‘s morgens voor negenen uitgezonden en opende met het liedje:
‘Tja tja tja …
Tja, wat zullen we eten?
Tja tja tja …
Tja, wie kan dat weten?
Wie is de man die
mij dat zeggen kan?
… De Groenteman!’
Jaarboek 37, pagina 55
Het kernassortiment van de traditionele groenteboer bestond uit de zogenaamde AGF-producten: aardappelen, groenten en fruit. Dat assortiment is in de twintigste eeuw aanzienlijk uitgebreid. Onder andere werden zelfgemaakte salades, soepen en stamppotten toegevoegd. Ook startte men in deze branche met biologische producten en het aanbieden van cateringdiensten aan het bedrijfsleven.
Een grote verandering is ook de afname van het aantal veilingen in de loop der jaren. Door de steeds minder wordende aanvoer van groenten gingen de tuinders eind jaren 1960 hun producten elders veilen, waardoor er geen bestaansrecht meer was voor de Castricumse veiling en de gebouwen in november 1970 werden verkocht. De geschiedenis van de plaatselijke veilingen wordt uitgebreid beschreven in het 19e Jaarboekje (1996) van de werkgroep.
Uit onderzoek door de organisatie voor het midden- en kleinbedrijf (MKB) is gebleken dat het aantal groentewinkels in Nederland in tien jaar tijd (1994-2004) ongeveer de helft verminderde en dat er één groentewinkel op zo’n 10.000 consumenten kon bestaan. Dit komt ongeveer overeen met de huidige situatie in ons dorp.
Stengs was 73 jaar een begrip
Veel Castricummers zullen wel eens aardappelen, groenten of fruit hebben gekocht bij Stengs in de Burgemeester Mooijstraat 37.
Jan Stengs (1915-2000) opende daar in 1938 zijn winkel. Tot zijn 65e jaar heeft hij leiding gegeven aan zijn bedrijf en daarna namen zijn zoons Jaap (1944) en Henk (1949-2012) het over.
Jaap: “Het waren in het begin moeilijke jaren voor mijn vader door de crisis en de oorlog, maar dankzij een enorme wilskracht en keihard werken is het hem gelukt om van zijn groentewinkel een topzaak te maken. Hij verkocht alleen maar de beste kwaliteit groenten en fruit door zelf drie keer per week naar de veiling in Alkmaar en elke donderdag naar de grossiersmarkt in Beverwijk te gaan.
Daarnaast had mijn vader tot 1978 ook een winkeltje op het kampeerterrein Bakkum. Hij deed dat samen met groenteboer Nic Scheerman en ik hielp ook regelmatig mee. Dat was een gezellige tijd. Vader kocht het pand van Nic aan de Dorpsstraat 35 in 1964. Mijn zus Gré begon daar toen in de garage een groente- en fruithal als filiaal van de Burgemeester Mooijstraat, terwijl haar man Theo Besteman in de vroegere winkel een snackbar ging exploiteren.
Ik weet nog goed dat onze winkel in 1961 verbouwd werd. Daarvoor trok het hele gezin zes weken in bij opa Hein Stengs aan de Doodweg. De verkoop ging echter gewoon door in een schuur van slager Sneekes. Tot 1988 heb ik in de zaak gewerkt.
Daarna heb ik mij alleen bezig gehouden met de aardappelhandel. Tot 1976 gebeurde dat vanuit een loods in de Geelvinckstraat, maar omdat het laden en lossen steeds meer problemen gaf door toename van het parkeren, zijn we daar gestopt. Toen ben ik verder gegaan in een grote loods achter mijn woning aan Schoutenbosch 60. Ik kocht de aardappels doorgaans rechtstreeks bij de boeren, maar reisde ‘s zomers ook wel naar Tholen om ze daar te kopen via de veiling. In de loods verpakte ik ze in hoeveelheden van 2,5 of 5 kilo en distribueerde ze naar de groenteboeren. Mijn grootste afzetgebied was eerst Amsterdam, maar dat verplaatste zich later naar de Zaanstreek, Beverwijk,
Jaarboek 37, pagina 56
IJmuiden enzovoorts en weer later richting Alkmaar en omgeving tot Den Helder aan toe. Eind 2003 ben ik uit de handel gestapt en nu gebruik ik de loods als caravanstalling.
Mijn broer Henk runde vanaf 1981 met zijn vrouw Marion Swart de winkel en heeft er ook veel aan gedaan om de kwaliteit te handhaven. Henk begon ’s morgens al om 5 uur met de inkoop van de verse groenten en fruit en verleende een uniek stukje service door het thuisbrengen van de bestellingen. Om mee te gaan met de tijd heeft de winkel in de loop der tijd de nodige aanpassingen ondergaan. Zo is door de komst van de rauwkostsalades en de kant-en-klaarmaaltijden de presentatie belangrijker geworden.
Het schijnt dat mijn vader Jan de eerste groenteman van Nederland was die in de jaren (negentien) zestig begon met het snijden van panklare groenten. Hiermee heeft Henk in 2009 op een wedstrijd nog goud gewonnen. Eind 2011 hield hij na 45 jaar het werken voor gezien en omdat er binnen de familie geen opvolgers waren, werd de zaak verhuurd aan Wesley Meijnckens uit Haarlem. Daarmee kwam er een einde aan de dynastie van Stengs, die 73 jaar heeft bestaan. Helaas kon mijn broer niet lang van zijn vrije tijd genieten.
Ik wil tot slot nog even vermelden dat mijn moeder Guurtje Beentjes vanaf het begin tot circa 1980 in de zaak heeft gewerkt. Daarom hadden we heel wat jaren hulp in de huishouding. Ook mijn zussen Greet en Lida stonden in de winkel, waarvan Lida de langste tijd.”
Nico Scheerman, 52 jaar knecht bij Stengs
De familie Stengs heeft het voorrecht gehad om maar liefst 52 jaar te kunnen beschikken over de zeer trouwe en capabele knecht Nico Scheerman (1928-2002). Hij was de zoon van een Castricumse groentekweker en werd op 12-jarige leeftijd door Jan Stengs aangenomen als loopjongen. Nico voelde zich al snel thuis in het gezin, dat verrijkt werd met zeven kinderen. In de tijd dat moeder Guurtje haar handen daaraan vol had, fungeerde Nico daarom soms ook als oppas. Als hij bestellingen weg bracht op de bakfiets, gingen de kinderen ook vaak mee.
Nico was op jonge leeftijd al geïnteresseerd in auto’s en reed al eens in de Chevrolet van zijn baas toen hij pas 15 was. Met trouwen was hij niet een van de eer-
Jaarboek 37, pagina 57
sten, want hij was 34 jaar toen hij met Annie Wouters uit Eindhoven in het huwelijksbootje stapte. Ze kregen twee zoons.
De ambitieuze knecht stond bekend als een vakman en werd befaamd om zijn geweldige creaties op het gebied van fruitmanden en mooie etalages.
Op 19 november 1980 kreeg Nico door de familie Stengs een receptie aangeboden ter gelegenheid van zijn 40-jarig jubileum. Hij piekerde er toen nog niet over om te stoppen en keek alleen maar uit naar de volgende tien jaar. Die heeft hij met gemak vol gemaakt en daarom mocht iedereen hem op 21 november 1990 feliciteren met zijn gouden jubileum. Daarna ging hij nog twee jaar door en mocht toen van zijn welverdiende pensioen gaan genieten. Voor vele klanten was het wel even wennen dat zij Nico Scheerman niet meer in de groentezaak konden begroeten. Het beeld was al die jaren zo vertrouwd, waardoor sommigen hem aanspraken met ‘meneer Stengs’ …
De kampeerders stonden al om 8 uur voor de winkel
Bakkum kende naast Nanne en Hogenstijn groenteboer Buter, die daar 46 jaar was gevestigd. Jan Buter (1926) volgde zijn vader Bertus (1898-1988) op en licht de geschiedenis toe:
“Mijn vader was de zoon van een Heemskerkse tuinder en (hij) ventte al met groenten in de Zaanstreek toen hij nog in Heemskerk woonde. Op een gegeven moment stelde opa Jan Zonneveld van de Heereweg mijn vader voor om een winkel te beginnen in Bakkum. Opa liet vervolgens door aannemer Kees de Groot het pand aan de Bakkummerstraat 97 bouwen, waar vader in 1926 startte met zijn groentezaak. Daarbij hield hij zijn wijk in de Zaanstreek aan. Hij ventte eerst met paard en wagen en later kocht hij daarvoor een Chevrolet. Moeder Grietje Zonneveld stond in de winkel en een dienstbode zorgde voor het gezin.
Mijn ouders hadden vijf kinderen, waarvan ik de oudste zoon ben. We moesten na schooltijd meehelpen met aardappels pitten, nadat die in een machine waren geschrapt. Die aardappels werden geleverd aan de kinderkolonie St. Antonius. Ook hebben we kisten vol snijbonen afgehaald en met een molentje gesneden. Ik was de enige die in de zaak wilde. Eerst heb ik een aantal jaren in loondienst bij mijn vader gewerkt en in 1953 hebben mijn vrouw Lien en ik de winkel overgenomen. Omdat we vier kinderen hadden, namen we ook een hulp in huis.
Zelf heb ik jaren gevent in Bakkum en Castricum. Ik begon op de motorbakfiets en in de jaren (negentien) zestig kocht ik een Volkswagenbusje, dat ik tot venterswagen liet ombouwen. Uit Bakkum hadden we veel vaste klanten. Als het kampeerterrein aan de Zeeweg open ging, stonden de kampeerders soms al om 8 uur voor de winkel, omdat mijn prijzen lager waren dan die van de groentezaak op het terrein.
Verder was ik voor die tijd al heel modern wat sponsoring betreft en stelde shirts beschikbaar voor jeugdige deelnemers aan de Tour de Flevo. Wij verkochten trouwens ook kruidenierswaren.
In 1972 ben ik om gezondheidsredenen uit de zaak gestapt en heb die eerst verhuurd en later verkocht aan Cornelis
Jaarboek 37, pagina 58
Verkooij die uit de Zaanstreek kwam. De concurrentie met de supermarkten van Stolk en Tervoort werd ook steeds groter, dus ik was blij dat ik kon stoppen. Sindsdien heb ik nog bij een Alkmaarse groothandel en de Hoogovens gewerkt tot ik met 57,5 in de VUT kon. Mijn vrouw en ik zijn in 1972 verhuisd naar Heerhugowaard, waar we nu nog steeds wonen.”
Slotwoord
Het was interessant om ook met de groenteboeren kennis te maken. Misschien lijkt het lang geleden, maar wij kunnen ons nog goed herinneren dat Cor Beentjes uit de Van Egmondstraat met paard en wagen door de straat reed. Op de vraag of wij een appeltje konden krijgen, antwoordde hij steevast: “Ja, morgen …”
Hans Boot
Arend Bron
Bronnen:
- Bergense Kroniek, 2011.
- Edities Alkmaarsche Courant en Nieuwsblad voor Castricum.
- Heideman H., De oude generatie van Bakkum en Castricum (1900-1940), 1982.
Met dank aan: Bertus Beentjes, Gerard Beentjes, Jan Buter, Lien Buter-Tromp, Henk Heideman, Peter, Piet en Siem Nanne, Annie Scheerman-Wouters, Jaap Stengs, Nel Stengs-Oudhuis en Marion Stengs-Swart.
- Verschenen jaarboekartikelen over middenstanders:
- architect
- bakkers
- bioscoop
- bouwbedrijf
- café / hotel
- cafés en kasteleins in Bakkum
- drukkers
- expeditie
- gasfabriek
- groenteboeren
- groenteveiling
- kruideniers
- kledingmakerij en confectie
- melkboeren
- melkfabriek
- molenaar
- restaurant
- schelpenvissers
- schilder
- schildersbedrijf
- slagers
- smid
- smederij
- stoomwasserij
- strandvonder
- vrachtrijderij
- wereldwinkel