Niets uit deze publicatie mag worden overgenomen zonder toestemming van de Stichting Werkgroep Oud-Castricum.
Jaarboek 41, pagina 16
Opkomst en ondergang van vakantieoord De Eenheid in Bakkum
Onder grote belangstelling werd op 1 augustus 1932 het kindervakantieoord De Eenheid aan de Noorderstraathoek Heereweg geopend. Tal van sprekers benadrukten de ideële doelstellingen van de opdrachtgever, de Zaanse Coöperatieve Verbruiks en Productievereeniging De Eenheid. Naast het leveren van zo goedkoop mogelijke producten koesterde de Coöperatie verheven idealen, waarin de stichting van een kindervakantieoord goed paste.
In de oorlogsjaren werd het gebouw door de Duitsers in beslag genomen en moest het uiteindelijk in 1944 worden gesloopt, omdat het in het schootsveld lag van verschillende militaire opstellingen.
Tussen 1930 en 1935 is er veel gebeurd in de duinrand bij Bakkum. Als werkverschaffingsproject is het duinmeertje gegraven, waarvan het vrijkomende zand is gebruikt voor de verlenging van de Zeeweg tussen Bakkum en Limmen, met een viaduct over het spoor.
Eveneens is in het kader van werkverschaffing achter boerderij Zeeveld het weiland afgegraven om het maaiveld dichter bij het grondwaterpeil te brengen om daarmee verdroging als gevolg van de drinkwaterwinning tegen te gaan.
De Heereweg is rechtgetrokken, waardoor de westelijke route langs boerderij Zeeveld als doorgaande verbinding naar Egmond is komen te vervallen. Om de aansluiting met het duingebied te behouden is de Noorderstraat tot aan de Heereweg doorgetrokken.
In diezelfde periode heeft de provincie terreinen in erfpacht uitgegeven, waarop jeugdherberg Koningsbosch, kinderkoloniehuis Sint-Antonius en vakantieoord De Eenheid konden worden gebouwd.
Coöperatie De Eenheid
In 1920 zijn zes Zaanse coöperaties opgegaan in De Zaansche Coöperatieve Verbruiks- en Productievereeniging De Eenheid U.A. (coöperatie met uitgesloten aansprakelijkheid), ook wel kortweg ‘Coöperatie De Eenheid’ genoemd.
Het kantoor bevond zich op het adres Oostzijde 163 te Zaandam. In de organisatie kwam een aantal coöperaties met verschillende levensbeschouwingen samen, maar haar leden waren vooral in de socialistische vakbeweging te vinden. Het doel was vooral aan arbeiders goedkope producten aan te bieden.
In 1924 had De Eenheid ruim honderd vaste personeelsleden in dienst en beliep de omzet bijna een miljoen gulden.
Uit een advertentie in De Telegraaf van 9 april 1931 blijkt dat de coöperatie op dat moment tien kruidenierswinkels, een brood- en banketbakkerij en een brandstoffenafdeling exploiteerde. Ook in Castricum, in de Dorpsstraat tegenover het oude raadhuis, was een kruidenierswinkel van de Coöperatie gevestigd.
Een socialistisch ideaal
In 1938, het laatste normale jaar voor de oorlog, bestonden er in ons land 26 verenigingen, die samen niet minder dan 50 koloniehuizen exploiteerden. De huizen waren van verschillende aard, grootte en betekenis; op neutrale of op confessionele grondslag.
De neutrale Zaanse Coöperatie de Eenheid had naast stoffelijke belangen ook een algemene doelstelling: ‘Het welzijn der menschheid’. Maatschappelijke en geestelijke verheffing van de leden, zo werd het in de statuten omschreven. De Coöperatie had bijvoorbeeld een Vrouwenbond opgericht. Afdelingen in de Zaanstreek verzorgden ontspannings- en ontwikkelingsavonden. De beweging kwam ook op voor een drankvrije samenleving, volkerenvrede en moederschapszorg. Ook vakantiemogelijkheden werden geboden.
Bij de boerderij van Twisk, genaamd Johanna’s Hof, aan de Zeeweg, verhuurde de Coöperatie kampeertenten voor 75 cent per dag. Er werd zelfs een ‘goederenautodienst’ tussen Zaandam en Bakkum onderhouden.
Vanwege de maatschappelijke doeleinden en de betrokkenheid bij ontspanningsmogelijkheden van de leden lag de oprichting van een kindervakantiehuis zeker in de lijn van de Coöperatie.
Provinciegrond in erfpacht
Het bestuur van de stichting Amsterdamsche Kolonieverpleging voor Kinderen te Amsterdam en het bestuur van de Zaansche vereniging Coöperatie De Eenheid verzochten in 1930 aan het college van Gedeputeerde Staten te bevorderen dat aan hun organisaties terreinen, gelegen op
Jaarboek 41, pagina 17
het Provinciaal Landgoed, in erfpacht werden uitgegeven. Zij wilden deze terreinen benutten voor het stichten van kinderkoloniehuizen.
Eind november stelde het college van Gedeputeerde Staten aan Provinciale Staten voor om voor de duur van 40 jaren een perceel ter grootte van 2,5 hectare in erfpacht uit te geven aan de Amsterdamse stichting voor de bouw van kinderkolonie Sint-Antonius en aan de Zaanse vereniging 1,5 hectare voor kindervakantiehuis De Eenheid. Zij zouden daarvoor ieder jaarlijks 300 gulden per hectare moeten betalen.
Na instemming van Provinciale Staten kon op 3 februari 1932 de akte van uitgifte in erfpacht bij notaris Stuyt te Castricum door de partijen worden ondertekend.
“De provincie Noord-Holland verklaart in erfpacht uit te geven aan de erfpachtster voor het daarop stichten en als zodanig gebruiken van een vacantietehuis voor kinderen, met bijgebouwen, tuin en erf.”
Met de voorbereidingen voor de bouw kon worden begonnen: Sint-Antonius aan de Heereweg en De Eenheid aan de noordzijde van de Noorderstraat–hoek Heereweg.
Vakantieoord De Eenheid werd door aannemer P. Kleerebezem uit Beemster gebouwd naar het ontwerp van architect D. Noë uit Assendelft. Het gebouw werd in 1932 in gebruik genomen.
Vakantiehuis met speelzaal
Enkele dagen voor de opening is een journalist van Het Volk, dagblad voor de arbeiderspartij, een kijkje gaan nemen en op 25 juli 1932 publiceert de krant het verslag van zijn bezoek: “Het vacantiehuis is symmetrisch gebouwd. De entrée wordt gevormd door een ruime hal, met links een slaapzaal voor de jongens en rechts een slaapzaal voor de meisjes. Deze slaapzalen betreedt men vanuit de hal. In elke slaapzaal zijn 26 goede bedden geplaatst en de ventilatie is er uitstekend verzorgd. Bovendien is naast elke slaapzaal een apart kamertje voor de leidster of leider gemaakt.
In het gehele benedenhuis zijn, behalve in de gangen, de hal enzovoorts, waar granieten vloeren liggen, rifvloeren (houten vloer van smalle lange planken) van Bruynzeel gelegd. In het huis is electrisch licht, gas, waterleiding en telefoon aangebracht. Achter de slaapzalen loopt een gang, die uitkomt op de binnenplaats. Aan het einde van dezen gang zijn de waschlokalen, die evenals de slaapzalen afzonderlijk zijn gehouden.
Jaarboek 41, pagina 18
In deze waschlokaaltjes zijn speciale voetenwaschbakken gemaakt en zijn zoo veel kranen, dat alle logeerende meisjes en jongens zich tegelijk kunnen wasschen. In de douche-cellen met gasgeijser kunnen de kinderen zich een ‘goede beurt’ geven.”
De verslaggever noemt de speelzaal de mooiste ruimte, waar de kinderen bij slecht weer zich naar hartenlust kunnen vermaken. De eetzaal, die direct aan de keuken grenst, treft hij aan de achterzijde van het gebouw aan.
“In de ruime keuken zullen de spijzen op een groot gasfornuis worden bereid. Een warmwaterautomaat van 60 liter zorgt er voor, dat het keukenpersoneel steeds de beschikking heeft over warm water. Verder zijn in het benedenhuis de noodige wc’s aangebracht.”
Na het benedenhuis verkend te hebben ziet de verslaggever op de bovenverdieping een tegeltableau met de namen van de bestuurders en de raad van toezicht van de coöperatie. In de conversatiekamer voor de begeleiding wordt hij getroffen door het prachtige uitzicht. Hij noemt het een bosrijke omgeving. De bomen zullen niet zo hoog geweest zijn als tegenwoordig, want hij kon jeugdherberg Koningsbosch en zelfs de watertoren van Duin en Bosch zien.
In de verte ziet hij ook de kerktorens van Castricum en hij is onder de indruk van het uitzicht in de richting van de Noordzee: “Werkelijk, men heeft voor dit vacantiehuis, dat met inbegrip van den inventaris ongeveer 40.000 gulden zal kosten, een ideaal plekje uitgekozen. Op de eerste verdieping van het vacantiehuis is een groote zolder, die nu nog niet productief kan worden gemaakt, doch waar hopelijk in de toekomst ook bedden zullen worden geplaatst, die dan het huidige aantal van 66 nog belangrijk kunnen vermeerderen.
Het streven van de coöperatie is er uiteraard op gericht om dit vacantiehuis goed te exploiteeren en er zoveel mogelijk meisjes en jongens van hun vacantie te laten genieten. Voor kinderen uit de Zaanstreek wordt slechts 5 gulden per week betaald en daarvoor worden zij bovendien nog per autobus van en naar hun woonplaatsen gehaald en gebracht.”
Een betere aanbeveling van het nieuwe vakantiehuis kon de Coöperatie zich niet wensen.
De opening
“Vacantieoord te Bakkum geopend”, zo kopt het avonddagblad Het Volk van 1 augustus 1932. “Hedenmiddag is alhier, onder groote belangstelling en begunstigd door prachtig zomerweer, het kindervacantie-oord van de coöperatie ‘De Eenheid’ te Zaandam, gelegen aan de weg naar Egmond, geopend.”
Onder de aanwezigen waren het gemeentebestuur van Castricum, de opzichter van het Provinciaal Landgoed en tal van besturen van vak- en andere organisaties uit de Zaanstreek. In zijn openingswoord gaf de voorzitter van De Eenheid, H. Meertens, een overzicht van de wordingsgeschiedenis van het vakantieoord.
Daarna volgde een reeks van sprekers. De woordvoerder namens de Bakkersgezellenbond deed een financiële toezegging, maar bood ook een enveloppe met inhoud aan die bestemd was voor de aanschaf van een boekenkast. De vertegenwoordiger van de Handelskamer stelde 26 volledig uitgeruste ledikanten
Jaarboek 41, pagina 19
beschikbaar voor de jongensslaapzaal. De spreker namens de Centrale Bond van Verbruikscoöperaties en de Algemene Coöperatieve Spaarbank sprak zijn waardering uit over de buiten- en binnenarchitectuur.
Namens de Zaanse gemeenten voerde burgemeester Versteegen van Koog aan de Zaan het woord. Een vertegenwoordiger van de Zaanschen Bestuurdersbond verklaarde dat de moderne arbeidersbeweging zich verheugt over de prestatie om in tijden van crisis en afbraak zo’n mooi gebouw te stichten voor de arbeidersjeugd. Hij bood een collectie boeken aan.
Burgemeester Lommen van Castricum verwelkomde de prachtige, nieuwe voorziening in de gemeente en wenste de kinderen die hier hun vakantie komen doorbrengen, een zonnig verblijf toe.
Brochure
In het eerste jaar was het vakantieoord tijdens het zomerseizoen alleen voor kinderen van leden beschikbaar. Voor het overige deel van het jaar kon ook aan school- en jeugdgroepen onderdak worden verschaft. Er was plaats voor 50 kinderen, maar met weinig kosten zou dat aantal uitgebreid kunnen worden tot 80.
Het bestuur deed zijn best om aan het kindervakantieoord meer bekendheid te geven door het uitbrengen van een geïllustreerde brochure die aan de hoofden van scholen werd toegezonden. De brochure bevat foto’s van het exterieur en het interieur. Het vakantieoord wordt aangeprezen voor één- of meerdaagse schoolreisjes. Ook wordt vermeld dat elke slaapzaal in directe verbinding staat met een slaapkamertje voor de begeleiding en dat er één bed op de slaapzaal is afgeschut door gordijnen en ook bedoeld is als slaapplaats voor een begeleider of begeleidster.
“Om het vacantieoord te bereiken, kan men gebruik maken van de electrische treinen op de baanvakken Amsterdam- of Haarlem-Uitgeest-Alkmaar. Men stapt dan uit aan het station Castricum. Dan is het nog een wandeling van drie kwartier. Er loopt ook een autobus op elke trein uit beide richtingen (gewoon tarief: retour 25 cents). Voor niet al te ver afliggende plaatsen is het natuurlijk ook gemakkelijk met bussen te bereiken. Parkeergelegenheid is er voldoende ….”
In het uitgiftejaar van de brochure kostte een overnachting 0,30 gulden, het ontbijt met inbegrip van thee of melk 0,25 gulden, de warme middagmaaltijd 0,60 en het avondeten 0,25 gulden. Verder waren er koffie, thee, zuivel- en frisdranken en versnaperingen tegen billijke prijzen verkrijgbaar. Vooral groepen (leeftijd hoogste klassen lagere school) afkomstig uit de Zaanstreek en Amsterdam maakten gebruik van het vakantiehuis.
Grote belangstelling
Bedrijfsleider Compaan verwachtte dat 1933 een goed jaar zou worden. Hij vertelde daarover in de krant Het Volk van 3 juni 1933 het volgende: “Het vakantieoord zal tijdens de Pinksterdagen bezet zijn door de jeugdgroep van de Amsterdamse typografen. Daarna komen de aspiranten van de speeltuinvereniging Amsterdam-Zuid op bezoek, gevolgd door driemaal achter elkaar een weekeind van de sociaaldemocratische vrouwenclubs in Noord- Holland.
Er komen scholen uit Amsterdam, Driebergen, Amersfoort en Zaandam. Daartussendoor komt een jeugdgroep van de Bond van Overheidspersoneel uit de hoofdstad en van 24 juli tot 21 augustus komen 200 kinderen uit de Zaanstreek in groepen van 25 meisjes en 25 jongens allen een vakantieweek in De Eenheid doorbrengen. De vakantieweken zullen, evenals vorig jaar, geleid worden door mevrouw Helder uit Amsterdam.”
Het beheer kwam in 1933 in handen van het echtpaar Jacob Ekkes (1892-1954) en Geesje Ekkes-van Putten (1889-1984), afkomstig uit Koog aan de Zaan. Zij woonden met hun kinderen (Johannes, Trijntje, Guurtje en Leo) op de verdieping van het centrale deel van het gebouw.
Hun twee dochters Trijntje en Guurtje werkten mee. Trijntje, die tot op hoge leeftijd in Bakkum woonde, herinnerde zich dat de kinderen als ontbijt en avondeten twee belegde boterhammen kregen. Als ze meer wilden, kregen ze alleen met boter besmeerde boterhammen.
Werkloosheidsproject
“Hebben wij nog toekomst?” Zo begint een krantenartikel in het Algemeen Handelsblad van 16 februari 1938. Dit is de vraag die tienduizenden werklozen in Nederland zich stelden, want de werkloosheid in ons land had een ongekende omvang aangenomen. Voor de jongeren van goede wil bestond er, zij het nogal beperkt, gelegenheid om zich nuttig te maken.
Tot de instellingen die dat mogelijk maakten, behoorde ook de Amsterdamsche Maatschappij voor Jonge Mannen, die in Bakkum een werkkamp had ingericht. Zestig jongeren uit Amsterdam en de Zaanstreek werden in De Eenheid ondergebracht voor werkgelegenheidsprojecten in de omgeving. Alle deelnemers verbleven er, buiten het zomerseizoen, niet langer dan acht weken per jaar.
Jaarboek 41, pagina 20
Ten behoeve van het vakantiehuis, de kinderkolonie Sint-Antonius en jeugdherberg Koningsbosch was er een beschutte speelweide nodig. Daarvoor had de provincie Noord-Holland in de onmiddellijke nabijheid van de drie instellingen een duinterrein beschikbaar gesteld. Het enkele hectaren grote terrein moest geëgaliseerd worden.
De daarvoor ingezette jongeren groeven de grond af en deponeerden die langs de randen van het terrein. Zo werden er nieuwe kunstmatige duinen gemaakt, waarop naderhand jonge bomen werden geplant om na verloop van enige jaren een prachtige beschutte speelweide te hebben.
Aan een verslaggever vertelde de heer Duinker namens het Provinciaal Waterleidingbedrijf (dat de duingebieden in beheer heeft) dat het de jongeren nogal eens moeilijk viel, maar dat zij in het algemeen het spitten en kruien toch vlug leerden. Het zal niet in alle opzichten prettig geweest zijn om elke ochtend om half zeven te moeten opstaan en een uur later aan het zware werk in de openlucht te moeten beginnen. Het moralistische krantenartikel van 16 februari 1938 besluit met de zin:
“Waarom zou dan het zwoegende troepje in Bakkum, dat getoond heeft tot de bovenlaag der werkzoekenden te behoren, aan de toekomst wanhopen?”
Exploitatieverliezen
Omdat de verliezen op de exploitatie toenamen, werden ook groepen volwassenen aangetrokken. De Amsterdamse Bestuurdersbond en de daarbij aangesloten instellingen organiseerden in dat jaar vier ‘kampen’. Elk kamp telde ongeveer 40 deelnemers. De eerste groep bestond uit diamantwerkers, lithografen, typografen, verzekeringsagenten en overheidspersoneel. De tweede groep werd gevormd door metaalwerkers en de derde groep door transportarbeiders, fabrieksarbeiders, bakkers en slagers.
De vierde groep werd een experiment genoemd. Deze groep bestond uit 44 vrouwen uit verschillende organisaties die zich de laatste jaren geconfronteerd zagen met werkloosheid. Zij konden wel wat afleiding gebruiken. Er werd gewandeld, gefietst en zoveel mogelijk in de openlucht naar lezingen geluisterd, onder andere over de persoon Troelstra. Ook zijn gedichten werden voorgedragen. Het experiment werd een succes genoemd, waarbij de verwachting werd uitgesproken dat het niet bij die eerste keer zou blijven.
Het Vakantiehuis bleef met verlies draaien. Volgens de notulen van de jaarvergadering van 2 juni 1938 moest er per jaar 2.000 gulden op worden toegelegd. Een fonds voor maatschappelijke doeleinden kon wegens tegenvallende resultaten niet in stand blijven. In de notulen staat letterlijk: ‘Het bestuur hoopt dat wij binnenkort zonder kleerscheuren van het Vacantieoord af kunnen komen’.
Toen kan men nog niet vermoeden op welke rigoureuze manier dat zou gebeuren.
De ondergang
Op 10 mei 1940 begon de oorlog en de mensen hadden andere dingen aan hun hoofd dan vakantieactiviteiten. Na de capitulatie heeft De Eenheid nog even dienst gedaan als een soort Rode Kruishospitaal voor militairen. Dat was voor korte duur, omdat de militairen al spoedig werden overgebracht naar Duin en Bosch.
In Het Volk (dagblad voor de arbeiderspartij) van 27 mei 1940 wordt in een kleine advertentie bekend gemaakt dat het vakantieoord is vrij gegeven en weer voor gasten beschikbaar is: “… Tevens delen wij mede, dat er nog een aantal plaatsen disponibel zijn voor kinderen van onze leden. De vacantieweken zijn van 29 Juli tot 5 Aug. en van 5 tot 12 Aug. aaanstaande”
Het is niet bekend of die vakantieweken zijn doorgegaan.
Het gezin Ekkes evacueerde naar Zaandam en De Eenheid kreeg minder gewenste gasten. Vanaf 4 september 1940 namen wisselende groepen Duitse militairen steeds voor korte tijd er hun intrek. Vanaf 8 februari 1941 was het gebouw niet meer bezet, maar werd het ook niet vrijgegeven.
Jaarboek 41, pagina 21
De leegstand duurde niet lang. De Eenheid werd net zoals Sint-Antonius aangewezen als een tijdelijk onderkomen voor patiënten van de Sint-Willibrordusstichting uit Heiloo. Op 13 mei 1941 kwamen de eerste patiënten te voet vanuit Heiloo in De Eenheid aan.
Op 9 juni 1942 werd verordonneerd dat de patiënten er binnen vier weken weer uit moesten. Het gebouw werd daarna opnieuw door de Duitsers in beslag genomen, maar in oktober 1942 werd de inbeslagname alweer opgeheven. Onduidelijk is wat er na die tijd met het gebouw is gebeurd.
Op 3 april 1944 kreeg de coöperatie te Zaandam van Castricumse burgemeester Masdorp het volgende bericht: “Ik deel U mede dat Uw perceel Heereweg 162 (Kinderkoloniehuis) kadastraal bekend sectie A nummer 911, in opdracht van het Rijkscommissariaat op korten termijn afgebroken wordt. De taxatie zal U door het Departement van Financiën nader bekend worden gemaakt onder mededeeling van de wijze waarop U schadeloos zal worden gesteld.”
De reden van de sloop was dat het pand in het schootsveld lag tussen het Widerstandsnest 40 (WN40), gelegen in de duintjes aan de oostzijde van de Heereweg, en de opgerichte radartoren Grosse Elefant tussen de Van Oldenborghweg en de kustduinen. Het Widerstandsnest bestond uit 22 bunkers en diverse open opstellingen.
Nog in diezelfde maand april 1944 werd De Eenheid tot op de fundamenten na gesloopt. Blijkens de lijst van het sloopmateriaal moet de sloop al voor 20 april hebben plaatsgevonden. Een deel van dat materiaal sloeg de gemeente Castricum op. Een ander deel, voornamelijk hout, ging naar de Wehrmacht. Achter het gebouw werd vanaf de Heereweg tot aan de radartoren een brede strook ontbost.
Volgens het verslag van de ledenvergadering van de Coöperatie, gehouden op 9 mei 1944, was het gebouw getaxeerd op 50.000 gulden, voor welk bedrag de Coöperatie een vordering op de Staat kreeg. Besloten werd de erfpachtscanon op te zeggen. Herbouw van het vakantie-oord werd niet overwogen. De verliezen op de exploitatie van 1932 tot 1943 werden becijferd op 32.782,50 gulden.
Dat het daar aan de Noorderstraat niet ongevaarlijk was, blijkt wel uit het verhaal van Siem Mooij, die als kind de oorlog heeft meegemaakt op de nabij gelegen boerderij Zeeveld: “Op een ochtend in september 1944 gingen mijn broer Piet en ik voor de varkens de wei halen die in melkbussen aan de Heereweg klaar stond (wei is een restproduct dat na de kaasbereiding overblijft).
Toen we over de Noorderstraat terugliepen, kwam plotseling vanuit zuidoostelijke richting met hoge snelheid een geallieerde jager aangevlogen over de duinen waar de bunkers onder lagen. De jager begon gelijk op de Duitse stellingen en de Elefant te schieten. Mijn broer en ik zochten meteen dekking onder een lage boomstruik. De jager maakte een grote bocht en kwam weer uit zuidoostelijke richting aangevlogen voor een tweede aanval. Vader Mooij stond op de mesthoop en schreeuwde ons toe dat we daar weg moesten.
Vervolgens doken we in een greppel. Het toestel zette schietend de tweede aanval in en kwam weer terug voor een derde aanval. Tussen de aanvallen door renden we in de richting van de boerderij. Met het hele gezin gingen we schuilen in de zelf gemaakte schuilkelder en wachtten daar de hevige aanval af. Mijn moeder was een kleine week daarvoor bevallen van mijn jongste broer (de jongste broer van Ernst Mooij, de schrijver van dit artikel). Toen de aanvallen voorbij waren, gingen we voorzichtig buiten kijken hoe het ermee stond. Over de omgeving hing een mist van kruitdampen en het weiland en de tuin lagen bezaaid met hulzen.”
Natuur
Het echtpaar Ekkes is na de oorlog weer naar Bakkum teruggekeerd en ging aan de Heereweg 31 wonen. Jacob Ekkes is toen bij de Dienst Terreinen en de kwekerij van het Provinciaal Waterleidingbedrijf gaan werken.
Van De Eenheid restte na de oorlog alleen de fundering en de granieten vloeren van de gangen en de kelder met de daarin gestorte granieten keukenvloer. Enkele jaren na de oorlog zijn de fundamenten opgeruimd, maar de oprit met de gemetselde hekpalen werden ontzien en markeerden nog lange tijd de plek waar eens het gebouw heeft gestaan.
Jaren later werden ook deze hekpalen gesloopt en de oprit opgebroken. De natuur heeft het terrein in beslag genomen en niets herinnert meer aan het korte bestaan van het vakantiehuis De Eenheid.
Ernst Mooij
Bronnen:
- Akte van uitgifte in erfpacht van 3-2-1932;
- Algemeen Handelsblad van 26-11-1930 en 16-2-1938, Koninklijke Bibliotheek;
- Brochure van Kindervakantieoord De Eenheid;
- De Telegraaf, landelijk dagblad, van 9-2-1931, Koninklijke Bibliotheek;
- Documentatie van de Coöperatie de Eenheid, Gemeentearchief Zaanstad;
- Het Volk (dagblad voor de arbeiderspartij) van 25-7-1932, 1-8-1932, 3-6-1933 en 27-5-1940, Koninklijke Bibliotheek;
- Heideman, J., Castricum en Bakkum tijdens de Tweede Wereldoorlog, deel 1 1939-1942 (2011);
- Notitie inzake ontruiming van 11-6-1942, in deelcollectie Erfgoed van de Oorlog, Beeldbank Regionaal Archief Alkmaar; Zaans Volksblad (sociaal-democratisch dagblad) van 31-5-1939, Koninklijke Bibliotheek.
Met dank aan:
Trijntje Ekkes (overleden in 2013), John Heideman en Siem Mooij.