Niets uit deze publicatie mag worden overgenomen zonder toestemming van de Stichting Werkgroep Oud-Castricum.
Jaarboek 43, pagina 3
De restauratie van het huisje van Borst
Aan een nog overgebleven deel van de Alkmaarderstraatweg, in het verlengde van de Dorpsstraat, staan twee mooi gerestaureerde gemeentelijke monumenten, de ‘boerderij van Kuijs’ en daarnaast het ‘huisje van Borst’. Met bewondering en soms wat bezorgd hebben velen de restauratie van beide panden gevolgd. Het renteniershuisje, zo genoemd naar de bouwstijl, werd in 2019 onder handen genomen. De nieuwe eigenaar heeft er alles aan gedaan om er weer een plaatje van te maken.
Sylvia Tervoort, oud-leerling van het Bonhoeffer College, woonde na haar schooltijd een aantal jaren in ons dorp. Ze keek samen met haar vriend uit naar een andere woning en hun oog viel op het mooie stukje erfgoed op de ruime kavel aan de Alkmaarderstraatweg. Er waren meer gegadigden, maar in maart 2017 lukte het om het pandje te kopen. Dat een gemeentelijk monument veel verplichtingen mee zou brengen, daarvan waren ze zich bewust. Voor deze plek en de historische sfeer wilden ze echter de uitdaging wel aangaan. Via een kennis op de sportschool kreeg Sylvia de naam van een Castricumse architect, Petra Kramer. Het klikte met haar en ze gingen aan de slag. Doelstelling was restauratie van het oude en op vele onderdelen vervallen huis, maar wel met duurzame aanpassingen.
Voorgeschiedenis
Een bijzondere plaats bij de oude entree van het dorp is het zeker. Boerderij en woning zijn respectievelijk in 1870 en 1876 gebouwd in opdracht van de familie Kabel. Jan Kabel, boer op het Noordend, werd in l857 eigenaar van drie hectare weiland aan de straatweg, waar eerst de boerderij op verrees. Zijn zoon Klaas liet in 1877 het woonhuis ernaast bouwen. Hij verkocht het woonhuis met erf in 1892 aan Jan van Weenen (1852-1943), die het zeven jaar later in 1899 overdroeg aan metselaar Willem Borst uit de Wogmeer.
Willem Borst kwam op 25-jarige leeftijd naar Castricum. Twee weken na zijn huwelijk, op 15 februari 1900 met de uit Opdam afkomstige Neeltje Duin, liep het dramatisch af met Willem. Hij sprong van de in volle vaart rijdende tram en zijn beide benen werden eraf gereden. Een uur later overleed hij. Zijn twee jaar jongere broer Gerrit Borst (1857-1954), ook metselaar, heeft het werk van Willem voortgezet. Na zo’n anderhalf jaar is hij met de weduwe van zijn broer getrouwd. Het echtpaar kreeg in totaal vijftien kinderen. Hiervan zorgden de zoons Cor, Wim, Wijnand en Bram voor de voortzetting van de familie.
Jaarboek 43, pagina 4
Familie Borst
De familie Borst was bijna 120 jaar eigenaar of bewoner van het woonhuis en dat het dus door velen het ‘huisje van Borst’ werd genoemd, is niet verwonderlijk. Na Willem werd zijn broer Gerrit eigenaar en na diens overlijden ging het in eigendom over naar zijn dochter, de legendarische onderwijzeres van de Augustinusschool Maria Cornelia (Rie) Borst. Het huis werd in 1956 in tweeën gedeeld en geschikt gemaakt voor dubbele bewoning. Rie bewoonde het linkerdeel en haar broer Bram met zijn vrouw Hannie Zijlstra en hun gezin het rechterdeel. Rie verkocht het in 1975 aan Bram. Deze familie Borst is niet verwant aan de veel grotere Castricumse familie Borst van onder andere het bouwbedrijf, waarvan de stamboom is gepubliceerd in het 38e Jaarboek (2015). In dat artikel wordt ook aandacht geschonken aan de oorsprong van de familie Borst van de Alkmaarderstraatweg.
Het type renteniershuis was meestal een woning in één laag met een middengang en bedoeld voor kleine gezinnen. Gerrit Borst had elf kinderen, het gezin van Bram Borst telde tien kinderen en op zulke grote gezinnen was het huis niet berekend. Om iedereen een slaapplaats te geven, moesten zolder en bijgebouw ingezet worden. In 1968 is een afdak, ooit in gebruik voor het aannemersbedrijf van Gerrit, vervangen door een achterkamer, tevens slaapkamer voor twee zoons.
Vanaf de jaren (negentien) zestig werd het huis van Bram en Hannie, beiden muziekliefhebbers, een klein muziekcentrum. Gestimuleerd door hun ouders ging een aantal kinderen naar de muziekschool om zich eerst te bekwamen op blokfluit en piano en later ook op cello, viool en gitaar. De oudste zoon nam zangles en gaf zijn vader, een verdienstelijk zanger in het koor van de Pancratiuskerk, een aantal lessen cadeau. Leo Borst: “In dezelfde tijd kwam een buurman van verderop uit de straat, Cor Kroone, op het lumineuze idee om bij de familie Borst nieuwe blazers te werven voor de op dat moment zieltogende fanfare Emergo. Vijf broers en zusters leerden instrumenten als tuba, trombone, hoorn, bugel en trompet te bespelen. Samen oefenen vonden we leuk en zo werden op mooie zondagavonden voorbijgangers wel eens verrast door de blazersklanken van met rijke bossen haar (de seventies, jawel) getooide bloemenkinderen. In 1977 vierden we het honderdjarig bestaan van het huis met tientallen familieleden, met feestliederen, optredens en muziek van een Borstband, waarin zes kinderen meespeelden.”
Na de pensionering van vader Bram is de verbouwde grote schuur achter het huis nog regelmatig gebruikt voor koffieconcerten met klassieke zangstukken en onder meer cello, hobo, viool en piano in allerlei combinaties. Leden van het gezin en muzikale vrienden en kennissen deden eraan mee. Vele tientallen Castricummers hebben er van genoten. Het moet een prachtige tijd zijn geweest, maar langzamerhand vlogen de kinderen uit en kozen hun eigen weg. Bram (1919) overleed in 2007 na een aantal jaren te hebben gekampt met een slechte gezondheid. Zijn weduwe Hannie Zijlstra woonde nog tot 2016 in het huis waar zich een groot deel van haar leven had afgespeeld. Ze overleed in 2017 op 91-jarige leeftijd, slechts enkele maanden nadat ze in verzorgingshuis De Boogaert was opgenomen.
Jaarboek 43, pagina 5
Bouwplan
Sylvia Tervoort had als bergingsexpert in de scheepvaart, de enige vrouw met dat beroep ter wereld, overal kunnen gaan wonen, maar ze viel voor het oude huis in Castricum. Het heeft zo moeten zijn, want achteraf is gebleken dat de grootmoeder van Sylvia afstamt van de familie Kabel die het huis heeft laten bouwen. Architect Petra Kramer vertaalde haar wensen in bouwtekeningen. De gemeente en de Erfgoedcommissie ‘Mooi Noord-Holland’ bewaakten zorgvuldig de status van het gemeentelijk monument en er volgden discussies op het scherp van de snede, waarbij ze het niet altijd eens werden. Sylvia Tervoort: “Om tot een oplossing te komen hebben we de adviescommissie, die altijd in Alkmaar vergaderde, uitgenodigd om in Castricum te komen kijken. Dat bezoek leidde na een aantal vergaderingen tenslotte tot de goedkeuring van het bouwplan en de afgifte van de benodigde vergunningen. Het door het bureau van Jan van der Hoeve uitgevoerde bouwhistorisch onderzoek heeft de goede afloop zeker bevorderd.”
Met bouwbedrijf Allround Dekker en Terluin uit Limmen werd overeenstemming bereikt over de uitvoering, die ongeveer een jaar in beslag zou nemen. Tijdens de bouw hebben zich nog diverse problemen voorgedaan, waarvoor een oplossing moest worden gevonden. Jan Tervoort uit Egmond-Binnen, vader van Sylvia en gepensioneerd elektricien, was bijna dagelijks aanwezig en er volop bij betrokken. Ook andere lokale bedrijven, zoals gevelherstel Molenaar, timmerbedrijf De Jong en stucadoorsbedrijf Veldt, maakten deel uit van het bouwproces. Rob Dekker van het bouwbedrijf kijkt er met voldoening op terug: “Het was een uniek project en een fantastische klus om samen met het hele bouwteam een markant stukje Oud-Castricum in zijn oude glorie te herstellen.”
Het werk begon met het plaatsen van een houten tuinhuis met toilet, zodanig ingericht dat het na het gereedkomen van het werk kon blijven staan en tijdelijk dienst kon doen als bouwkeet voor het hele team. Een oud schuurtje (tevens washok) werd afgebroken, evenals een voor verschillende doeleinden gebruikt bijgebouwtje.
Jaarboek 43, pagina 6
Ruimtelijke plannen
In de tweede helft van de vorige eeuw leek het er niet op dat de boerderij en het woonhuisje aan de Alkmaarderstraatweg aan de slopershamer zouden ontkomen. In de jaren (negentien) vijftig waren hier eengezinswoningen gepland. Het latere uitbreidingsplan Molendijk van 1964, met als karakteristiek de uitgroei naar een woonstad van 35.000 inwoners, bestemde het stuk grond er tegenover voor de bouw van een hotel. Dit in relatie tot een groot winkelcentrum, kantoren en woningen. De Alkmaarderstraatweg, vervangen door de Soomerwegh, zou opgaan in onder andere een groot park (het huidige Willem de Rijkeplantsoen is slechts een deel daarvan). Het uitbreidingsplan Molendijk werd in 1971 opgevolgd door een bestemmingsplan voor het winkelcentrum Geesterduin. In dit plan zou op de locatie van de woonvoorziening Klaverland aanvankelijk een nieuw gemeentehuis worden gebouwd. De twee panden aan de Alkmaarderstraatweg zouden voor de benodigde parkeerplaatsen moeten verdwijnen. Gelukkig zijn al deze plannen niet doorgegaan.
Restauratie van het huis was de doelstelling en aanpassingen dienden daaraan ondergeschikt te zijn. Het bouwplan werd ingewikkelder dan in het begin verwacht. Vraatzuchtige houtwormen en boktorren vereisten ingrijpende maatregelen. De fundering moest worden verbeterd en een nieuwe betonnen vloer werd ingekast in de bouwmuren voor stabiliteit. De wederopbouw van de muren vond plaats met de oude bruinrode bakstenen, die met hulp van de hele familie Tervoort zorgvuldig werden afgebikt. In het pand zijn diverse onderdelen in oude staat teruggebracht, waaronder de verdiepingsvloer met originele vloerbalken, de complete van binnenuit zichtbare kapconstructie, de bedsteewand op de begane grond en twee originele binnendeuren. Kozijnen werden vervangen in de stijl van het origineel en aan de achterzijde kwam een uitbouw die voor de nodige lichtinval moest zorgen. De voormalige werkplaats is nu woonruimte. De oude waterput in de tuin is opgeknapt en functioneert net zo goed als voor de komst van de waterleiding.
De nieuwe eigenaresse vond dat de bestaande structuur van het huis in stand moest blijven. De centrale trap naar de bovenverdieping werd weer omgedraaid terug naar de originele richting, zij het in een eigentijdse uitvoering. De entree van het huis werd naar de oostelijke zijgevel verplaatst, maar de oude voordeur, nu alleen voor gebruik als ‘rouw- en trouwdeur’, kon natuurlijk niet gemist worden. Herstel volgde van het in de stijl van het huis passende glas in lood van de ramen en het aanbrengen van isolatieglas. Uitgangspunt was dat het huis aan de hedendaagse energienormen moest gaan voldoen. Op een onopvallende plaats zijn zonnepanelen geplaatst en er is een warmtepomp geïnstalleerd, waardoor het een volledig energie-neutrale woning is geworden. In oktober 2019 was de bouw afgerond.
Dankzij de inzet van velen en vooral van Sylvia Tervoort en haar vader Jan verdient het renteniershuisje nog steeds ten volle het predicaat ‘gemeentelijk monument’. Het zal alleen nog even duren voordat dit het ‘huisje van Tervoort’ wordt genoemd.
Piet Blom
Niek Kaan
Bronnen:
- Archief gemeente Castricum, Henk Stigt
- Blom, Piet, de stolpboerderij van Kuijs, 26e Jaarboek (2003)
- Borst, Leo, Frans en Henk
- Foeken, Ger, ruimtelijke plannen
- Sylvia Tervoort en leden van het bouwteam Rob Dekker en Petra Kramer
- Zuurbier, Simon, genealogie familie Borst, 38e Jaarboek (2015).