Niets uit deze publicatie mag worden overgenomen zonder toestemming van de Stichting Werkgroep Oud-Castricum.
Jaarboek 43, pagina 26
De Juliana en Bernhardbank
Links van het oude gemeentehuis, onopvallend in de schaduw van de bomen aan de rand van de begraafplaats van de protestantse kerk, staat de Juliana en Bernhardbank. De bank, die de status van gemeentelijk monument heeft, is er gekomen op initiatief van de Castricumse Oranje Vereeniging. Het aandenken aan het prinselijk huwelijk staat nu aan de rand van een met leibomen omzoomd pleintje, maar oorspronkelijk maakte het deel uit van een parkje met een vijver. De vijver is in 1955 gedempt. Volgens de beschrijving in het register van gemeentelijke monumenten is de bank van historische waarde, omdat het de verbondenheid tot uitdrukking brengt met het Koninklijk Huis in het algemeen en met het prinselijk paar in het bijzonder.
Juliana Louise Emma Marie Wilhelmina, prinses der Nederlanden, prinses van Oranje-Nassau, hertogin van Mecklenburg werd geboren in Den Haag op 30 april 1909 en is in Soestdijk overleden op 20 maart 2004. Zij huwde op 7 januari 1937 met Bernhard, Leopold Frederik Everhard Julius Koert Karel Godfried Pieter van Lippe-Biesterfeld, die werd geboren in Jena op 29 juni 1911 en is overleden te Utrecht op 1 december 2004. Juliana was van 6 september 1948 tot 30 april 1980 regerend koningin van het koninkrijk de Nederlanden. In de rugleuning van de Juliana en Bernhardbank zijn in het metselwerk de met elkaar vervlochten letters JB en het jaartal 1937 aangebracht.
Blijkbaar was de Castricumse Oranje Vereeniging zo trots op de wijze waarop de Castricumse bank tot stand is gekomen dat zij zelf onderstaand persbericht heeft verspreid, dat in de Alkmaarsche Courant van 10 februari 1937 letterlijk is overgenomen.
Bijzondere herinnering aan het Prinselijk huwelijk Van de Oranje Vereeniging te Castricum
Een bijzonder aardige, blijvende herinnering aan het huwelijk van Prinses Juliana en Prins Bernhard is in de gemeente Castricum tot stand gekomen. Het initiatief daartoe is genomen door de Oranje Vereeniging aldaar, welke naast het gemeentehuis een bank heeft doen bouwen, waarvoor een vijver is aangelegd. Het geheel is tot stand gekomen op een wijze welke wellicht eenig is in ons land. Voor den bouw van de bank, welke ontworpen is door de gemeentearchitect, den heer D. van Diepen, hebben namelijk 900 schoolkinderen willekeurige steenen bijeengebracht.
De constructie en de aanleg van den vijver zijn geheel belangeloos verricht door vijf werklooze metselaars en vier werklooze grondwerkers. Het werk heeft drie weken in beslag genomen en het resultaat ervan is een bezichtiging alleszins waard. De heeren H. Hemmer en P. van den Berg, respecievelijk voorzitter en secretaris van de Oranje Vereeniging te Castricum hebben het Prinselijk paar in een naar Krynica gezonden brief van een en ander op de hoogte gebracht en een foto van bank en vijver ingesloten. Deze heeren mochten bereids namens Prins Bernhard een dankbetuiging ontvangen.
Jaarboek 43, pagina 27
Ook Het Vaderland heeft in zijn staat- en letterkundig nieuwsblad van 11 februari 1937 het persbericht van de Oranje Vereeniging volledig gepubliceerd. De Limburger Koerier volstond op 13 februari met het plaatsen van een foto met onderschrift en het Utrechts Nieuwsblad deed hetzelfde in zijn editie van 15 februari. Toch is het Castricumse exemplaar niet het enige in Nederland. De gemeenten Leidschendam-Voorburg en Woerden hebben ook een Juliana en Bernhardbank.
In de kranten staat niet vermeld dat in de bank een koker met een oorkonde is ingemetseld en waarvan een ingelijste kopie in het oude raadhuis heeft gehangen. De oorkonde is door verschillende betrokkenen ondertekend. Op een kopie daarvan zijn de meeste namen niet te lezen. De oorkonde is voorzien van een randversiering met linksboven de wapenschilden van Juliana en Bernhard en linksonder dat van de toenmalige gemeente Castricum. Rechtsboven is op de ondergrond van de Nederlandse vlag een schild met de Nederlandse leeuw aangebracht. In de oorkonde wordt ook burgemeester Lommen genoemd. Hij kon de onthulling van de Juliana en Bernhardbank niet meemaken. Hij overleed op 10 november 1936. Hieronder volgt de tekst van de oorkonde.
Oranjevereeniging Castricum
In het jaar Onzes Heeren Negentien honderd Zeven en Dertig den 7en Januari in het 39ste Jaar der Regeering van H.M. Wilhelmina Koningin der Nederlanden, toen Prinses Juliana en Prins Bernhard zich in den Echt verbonden, toen wijlen P.H.L.J. Lommen Burgemeester, H. Hemmer Loco-Burgemeester en P. de Vries Wethouders waren, is ter herinnering – op initiatief van het voorloopig Oranje-comité – een Juliana – Bernhardbank met vijver, links naast het Gemeentehuis geplaatst. Naar het ontwerp van den gemeente Architect is dit werk door 9 werklooze Metselaars en Grondwerkers belangloos uitgevoerd, uit bijdragen aan steenen door de Schooljeugd en Gemeentenaren. Na onthulling is dit monument overgedragen aan het Bestuur der gemeneente Castricum, in tegenwoordigheid van het voorloopig Oranjecomité, het Gemeentebestuur, Onderwijzend Personeel, 900 Schoolkinderen en Belangstellenden, ten blijke deze Oorkonde ondertekend en ingemetseld.
Het voorloopig Bestuur O.V.
Loco-Burgemeester
Wethouder
Secretaris
de Metselaars
de Grondwerkers
Jaarboek 43, pagina 28
Namen
Helaas konden de namen van de metselaars en de grondwerkers niet achterhaald worden. Waarschijnlijk hebben enkelen van hen tijdens de bouw hun namen op de bank achtergelaten. In het middendeel onder de zitting zijn met kiezelsteentjes de initialen J.B. aangebracht. Zijn dit de eerste letters van Juliana en Bernhard of de initialen van een metselaar? In de linkervoet staat duidelijk de naam T.HECK in een steen gekerfd die tot op de dag vandaag nog goed te lezen is. Op de foto, die met het persbericht is verspreid, staan nog meer namen, maar die zijn niet te lezen. De sierstenen, die op de grond voor het bankje zijn geplaatst, zouden afkomstig zijn van de toegangspoort naar de oude schuilkerk die aan de Breedeweg heeft gestaan.
Polygoon
Liesbeth van Vessem, de latere echtgenote van Joop den Uyl, heeft de onthulling van de bank van zeer nabij meegemaakt. Haar in Castricum woonachtige oma had aan haar moeder voorgesteld om Beppie (zo werd Liesbeth genoemd) de ceremonie mee te laten maken. Liesbeth schrijft daarover in haar boek ‘Beppie van Vessem/Liesbeth den Uyl’:
“Ik sta met mijn oma bij het hek van het kerkhof in Castricum. Daar is een stenen bank geplaatst, een monument ter ere van het huwelijk van Juliana en Bernhard. Straks zullen de schoolkinderen van het dorp die versieren. Elk kind mag een scherfje meenemen. Onder leiding van de ontwerper zal daarop een mozaïek worden gemaakt. Ik heb een felblauw driehoekig stukje tegel van mijn grootmoeder gekregen.”
Beppie was toen twaalf jaar en was die dag in de ochtend alleen per trein vanuit Amsterdam naar Castricum gekomen. De (loco)burgemeester hield een toespraak, er was muziek en Polygoon zou alles filmen.
Jaarboek 43, pagina 29
“Ik zie de heren van het nieuws staan, zij hebben lange jassen aan en gleufhoeden op. Ze hebben zich zo opgesteld dat ze hun lens zowel op het podium als op de bank kunnen richten. Ik vraag me af hoeveel kinderen ze zullen filmen om er later één uit te kiezen die ze het beste vinden. Tien? Vijftien? Het eerste en tweede kind zullen ze wel nodig hebben om te kijken wat er precies gebeurt. Ik denk dat ik moet zorgen dat ik tot de eerste tien behoor, maar niet al te vooraan.
De muziek begint te spelen. In de verte komen de schoolklassen aanlopen in rijen van vier. De filmploeg begint te draaien. ‘Glip maar in de rij,’ zegt mijn grootmoeder. Ik sluit me aan bij de tweede rij. Het meisje waar ik naast ga lopen, kijkt me bevreemd aan. Omdat we vlak bij de muziek zijn, heeft praten geen zin. Ik lach haar daarom vriendelijk toe en laat haar mijn stukje tegel zien. Vlak bij de bank blijven we stilstaan. De burgemeester met zijn ambtsketen om loopt naar het podium. De muziek zwijgt. (…)
De bank is met nat cement bedekt. Om de beurt lopen de kinderen erheen, laten hun stukje aan de ontwerper zien. Deze wijst ze waar het in het cement mag worden gedrukt, daarna stellen ze zich rechts van de bank opnieuw op. Na het eerste meisje tillen de heren de camera en het statief een paar meter opzij. Ik begrijp dat ze willen laten zien wat de handen van het kind doen en dat haar rug dat verhinderde. Als het mijn beurt is loop ik mooi rechtop, zoals mijn gymjuffrouw ons dat geleerd heeft, naar de ontwerper toe, strek mijn arm, het scherfje ligt op mijn handpalm. ‘Doe maar hier, zo dicht mogelijk bij de rand,’ wijst hij, ‘en niet te hard drukken.’ Ik doe het aandachtig, maar zorg dat mijn hoofd en rug niet tussen de camera en mijn hand komen. Als ik klaar ben, draai ik mijn hoofd naar de lens en toon een blij en tevreden lachje (…).“
Nadat de ceremonie was afgelopen vertrokken de kinderen naar hun school en Beppie ging weer bij haar grootmoeder staan. Een paar dagen later ging zij vol verwachting met haar moeder naar de bioscoop en zag zichzelf op het filmdoek.
De eerstvolgende keer dat haar grootmoeder in Amsterdam op bezoek kwam, vertelde ze dat de vrouwen uit het dorp heel kwaad waren omdat een meisje van buiten Castricum op de film was gekomen. Grootmoeder werd daarop aangesproken, maar zei niet dat het haar plannetje was, maar dat het haar had verbaasd dat haar kleinkind zomaar meedeed. Omdat grootmoeder in Castricum woonde en die vrouwen te vriend wilde houden, vond ze het beter dat Beppie zich een paar weken niet in Castricum zou laten zien.
Ongewenst
Een aantal jaren later, tijdens de Tweede Wereldoorlog, werden aanhankelijkheidsbetuigingen met het Koninklijk Huis door de Duitse bezetter verboden. Dat verbod trof ook de Juliana en Bernhardbank.
Ook de Nationaal-Socialistische Beweging (afgekort NSB) steunde deze maatregel. Deze politieke partij, die in Nederland heeft bestaan van 1931 tot 1945 en de ideologie van het nationaalsocialisme huldigde, fungeerde tijdens de Tweede Wereldoorlog als collaboratiepartij van de Duitsers.
Uit een document dat afkomstig is van zijn familie volgt hierna de vrijwel letterlijke tekst van gemeente-architect Dirk van Diepen uit mei 1945:
“De letters J.B. in de rustbank van het plantsoen naast het raadhuis waren een doorn in het oog der N.S.B. en moesten op last van burgemeester Masdorp worden verwijderd. Ik heb toen een medewerker weten te bepraten om het geheel te bepleisteren, daar afhakken niet zou geven om reden dat de letters waren ingemetseld; hieraan is gevolg gegeven. De uitvoerende metselaar heb ik toen bewogen om de pleisterlaag los aan te brengen, waardoor heel gemakkelijk het geheel weer in eere hersteld kon worden.”
Ernst Mooij