Niets uit deze publicatie mag worden overgenomen zonder toestemming van de Stichting Werkgroep Oud-Castricum.
Jaarboek 7, pagina 45
Castricum – honderd jaar geleden 1883
In het jaar 1883 boog de gemeenteraad zich nog al eens over de verzoeken voor de aanleg van een tramlijn naar de Egmonden. De eerste aanvragen voor een vergunning voor de exploitatie van een tramlijn waren reeds in 1881 ingediend. Telkens werd de aanleg uitgesteld, omdat nog niet alle instanties de vereiste vergunningen wilden afgeven, waarop de vereiste termijn om met de aanleg te beginnen verliep en er opnieuw moest worden aangevraagd. Hierbij waren er twee firma’s, die de vergunning in de wacht probeerden te slepen. Dit was de in Egmond aan Zee gevestigde Kennemerlandsche Tramway Compagnie (K.T.C.), wiens vergunning voor de aanleg van een paardetramlijn op 1 januari 1883 verliep en de NV. Stoomtram Holland, die een stoomtramlijn wilde aanleggen vanaf Bergen via Alkmaar en Castricum naar Haarlem met een zijtak van Castricum naar de Egmonden (zie ook deze rubriek in het vorige jaarboekje). Hoewel de gemeenteraad in 1882 een stoomtramlijn had afgewezen, vanwege het schrikken der paarden, komt zij in 1883 op dit besluit terug.
Het gemeentebestuur onder voorzitterschap van burgemeester jonkheer Boreel van Hogelanden bestaat uit de wethouders A. van der Park en Jacob Kuijs en de raadsleden Jan Pzn. Kuijs, Willem Melker, Jan Adam van Soll, Frans Glorie en Simon Louter.
Op 1 januari 1883 telt Castricum 1.702 inwoners; op 31 december 1883 is dit aantal toegenomen tot 1.713. In 1883 worden 68 kinderen geboren, overlijden 31 personen en worden 8 huwelijken gesloten. In ditzelfde jaar worden door het Armbestuur 11 huisgezinnen permanent onderhouden en ontvangen 12 huisgezinnen incidenteel ondersteuning.
10 januari 1883
Van de heren De Groot en Conijn Van de KT.C, wordt bericht ontvangen, dat zij met het oog op de slechte geldmarkt moeten wachten met de aanvang der werkzaamheden aan de tramlijn tot op betere tijden. Het schrijven wordt door het gemeentebestuur ter kennisgeving aangenomen; de concessie was inmiddels verlopen.
15 februari 1883
Het verzoek van de heer J.Holland van de NV Stoomtram Holland voor de concessie voor de exploitatie van een stoomtramlijn van Egmond naar Castricum is door de gemeenteraad in behandeling. Besloten wordt ouder de volgende voorwaarden de heer J. Holland concessie te verlenen:
- Holland moet voor de aanvang der werkzaamheden 12.000 gulden in de gemeentekas storten.
Het onderhoud van de straatweg blijft op de gemeente rusten. - Holland zal slechts op 4 plaatsen de straatweg lopende tussen Egmond en Castricum mogen kruisen (max. 25 m rail-lengte in de straatweg).
- Daar waar Holland gebruik maakt van de bermen van de weg, zal hij de weg moeten verbreden met dezelfde breedte als waarvan hij gebruik maakt, breed is.
- Afstand tussen rails en de weg minimaal 2 voet.
- Aanvang der werkzaamheden vóór 1 juni 1883.
Jan Pzn Kuijs benadrukt de wenselijkheid om een brandspuithuisje aan het Schulpstet te bouwen. Zijn voorstel zal verder worden uitgewerkt; het wordt in de raadsvergadering van 2 mei 1883 echter afgewezen.
19 april 1883
Door de provinciale geneeskundige inspektie wordt een onderzoek ingesteld naar de kwaliteit van het drinkwater in de verschillende dorpen. De burgemeester van Castricum antwoordt:
- dat alhier pomp, put of welwater en door enkelen ook regenwater als drinkwater wordt gebruikt.
- Dat alhier met uitzondering van enkele gevallen regenwater altijd in voldoende hoeveelheid aanwezig is.
- dat het regenwater, hetwelk als drinkwater wordt gebruikt, in waterdichte gemetselde bakken wordt bewaard.
- dat het regenwater hier ongefilterd wordt gedronken.
- dat de regenbakken veelal jaarlijks worden schoon gemaakt en rein gehouden.
- dat pomp, – wel – of putwater hier van goede kwaliteit is.Voor lokaliteiten waar sterke drank mag worden verkocht is een huurwaarde vastgesteld. Voor de lokaliteit van C. Roskam aan de Straatweg is de huurwaarde verhoogd van 150 tot 230 gulden. Hier diende het voorhuis tot gelagkamer en kolfbaan (vroeger café Lefering, thans bloembinderij De Kruijff).
30 mei 1883
J. Holland verzoekt verlenging der concessie, omdat hij niet vóór 1 juni kan aanvangen; uitstel wordt verleend tot 1 augustus 1883.
12 juni 1883
De aftredende raadsleden Louter en Melker worden herkozen.
8 augustus 1883
Het onderwijzend personeel aan de enige en openbare lagere school in Castricum bestond uit de hoofdonderwijzer Franciscus Ludewig, de hulponderwijzers. Dirk Dekker (1e) en Jan van Hes (2e) en de onderwijzeres mejuffrouw AW. B. de Hoog.
Op deze datum wordt aan Jan van Hes eervol ontslag verleend vanwege het aanvaarden van een betrekking in Sloten (Friesland); hij werkte in Castricum pas sinds 1 febr 1883. Op de advertenties betreffende deze vacature komen geen sollicitanten. De gemeenteraad besluit de jaarwedde te verhogen tot 700 gulden. Op 12 september 1883 wordt tenslotte PC van Hille uit Grootebroek op dit salaris benoemd.
De plaatselijke politieverordering wordt zodanig aangepast dat herbergen, logementen, tapperijen en dergelijke voor het publiek openstaande plaatsen gesloten moeten zijn van 1 mei tot 1 november ’s avonds om 10 uur en van 1 november tot 1 mei ’s avonds om 9 uur tot zonsopgang.
Jaarboek 7, pagina 46
12 september 1883
Onderwijzeres De Hoog krijgt eervol ontslag. Ook op deze vacature worden geen sollicitaties ontvangen, waardoor de gemeenteraad zich opnieuw genoodzaakt ziet om de jaarwedde te verhogen van 500 naar 600 gulden. Het onderwijs wordt nu tijdelijk gegeven door C. Bakker, die via de kweekschool is geworven.
17 oktober 1883
Het traktement van de gemeenteveldwachter wordt verhoogd van 300 naar 350 gulden.
8 november 1883
Mej. L. Arnold geeft als tijdelijke vakonderwijzeres sinds 3 oktober 1883 handwerken voor 5 gulden per week. Doordat de vacature voor de hulponderwijzeres nog niet is opgevuld, besluit de gemeenteraad haar een vaste aanstelling te geven. Hiertegen maakt echter het hoofd der school bezwaar, omdat niet een hulponderwijzeres maar een vakonderwijzeres is benoemd. De gemeenteraad besluit een poging te ondernemen om mej. M.A. Sluysken uit Ursem voor de school te benoemen. Hierin zal de Raad slagen en mej. Sluysken zal per 1 februari 1884 als hulponderwijzeres worden aangesteld.
15 november 1883
Burgemeester jonkheer Boreel van Hogelanden wordt voor een nieuwe ambtsperiode van 6 jaar benoemd.
31 december 1883
De gemeenterekening over het jaar 1883 bedraagt aan inkomsten 11.093 gulden en aan uitgaven 9.022 gulden. Het batig saldo bedraagt derhalve 2.071 gulden.
S. P. A. Zuurbier