Niets uit deze publicatie mag worden overgenomen zonder toestemming van de Stichting Werkgroep Oud-Castricum.
Jaarboek 33, pagina 113
Castricum – Honderd jaar geleden
De belangrijkste gebeurtenis van het jaar 1909 is zonder twijfel de ingebruikname van het ziekenhuis Duin en Bosch. Verder wordt een hulptelegraaf- en telefoonkantoor in gebruik genomen in de woning van de plaatselijke postkantoorhouder en worden de eerste telefoonaansluitingen in Castricum gerealiseerd.
Het ontwerp van een stoomtramverbinding met de Egmonden staat nog steeds ter discussie en verschillende initiatieven worden gestart om in Castricum een gasfabriek te mogen bouwen en exploiteren.
Voor het jaarlijks overzicht van de gebeurtenissen in Castricum van honderd jaar geleden zijn vooral de gemeenteraadsnotulen, de inkomende en uitgaande stukken van de gemeente Castricum, de provinciale bladen, de burgerlijke standregisters etc. geraadpleegd.
1 januari 1909
Het gemeentebestuur bestaat op 1 januari 1909 uit burgemeester Johannes Mooij, de wethouders Jacob Pzn. Kuijs en Cornelis Spaansen. De raadsleden zijn Jan Schuijt, Jan Twisk, Joseph Goes, Johan Hogenstijn en Pieter Duijn. De gemeenteontvanger is Bernardus Res. In de gemeente zijn 386 personen kiesgerechtigd.
Op 1 januari 1909 telt Castricum 2.486 inwoners. Dit aantal is op 31 december in datzelfde jaar toegenomen tot 2.810. Deze enorme toename met 324 inwoners is het gevolg van de ingebruikname van Duin en Bosch.
In het daaraan voorafgaande jaar (1908) nam de bevolking met slechts 26 personen toe. Er is over 1909 geen gedetailleerde opgave in het Provinciaal Blad gepubliceerd over aantallen geboren en overleden personen, noch over aantallen vertrokken en de zich hier vestigende personen.
Uit de gegevens van de Burgerlijke Stand kunnen we opmaken dat 96 kinderen in Castricum zijn geboren en 47 personen zijn overleden. Dit lag op ongeveer hetzelfde niveau als in 1908.
24 maart 1909
Het stichten van een eigen gasfabriek is ten zeerste aan te bevelen, schrijft het gemeentebestuur. In december van 1908 had de heer Van Leeuwen uit Hilversum zijn voorwaarden bekend gemaakt tot het verkrijgen van concessie voor de bouw van een gasfabriek.
Vervolgens was een aantal vooraanstaande inwoners in comité bijeen geweest, had de voorstellen van de heer Van Leeuwen besproken en op 25 januari 1909 een dringend verzoek gericht aan de gemeente: “Het gedane aanbod in zeer ernstige overweging te willen nemen, wijl zij ondergetekenden overtuigd zijn dat de bloei en ’t belang der Gemeente ten zeerste met deze concessieaanvrage zijn verbonden.”
De Raad besluit aan de heer Van Leeuwen een gewijzigd voorstel te doen. Naast diens aanbod om de straatlantaarns gratis te leveren, wordt ook het kosteloos verstrekken van het gas voor de straatverlichting geëist.
Voor Van Leeuwen is deze eis een onmogelijke voorwaarde: “Dit is nog nooit te voren vernomen, een dergelijk voorstel is nog nooit door een gemeenteraad gedaan.” In de brief van 22 mei 1909 schrijft hij aan de Raad dat hij zijn concessie met genoegen intrekt: “Omdat met een Raad, die de concessie-aanvraag niet begrijpt, toch elke wetenschappelijke samenwerking onmogelijk zou zijn geweest.”
25 maart 1909
De Inspecteur van Posterijen en Telegrafie heeft geadviseerd aan de Minister van Waterstaat om een hulptelegraaf en hulptelefoonkantoor in de gemeente Castricum te vestigen. Het gemeentebestuur moet zorgen voor de aanwijzing en instandhouding van een kantoorlokaal, de benoeming en bezoldiging van een kantoorhouder en een plaatsvervanger en te voorzien in de bestelling der telegrammen binnen de kosteloze kring, zich uitstrekkende tot ongeveer op een afstand van 20 minuten gaans van het kantoor. Het Rijk vergoedt aan de Gemeente een bedrag van 10 cent per telegram. De Inspecteur stelt het zeer op prijs indien de telegraaf- en telefoondienst met de bestaande postdienst wordt verenigd en zou dus zeer graag zien dat de brievengaarder Res door de gemeente als kantoorhouder wordt aangewezen.
26 maart 1909
Namens Gedeputeerde Staten (GS) is door de hoofdingenieur van de Provinciale Waterstaat aan Burgemeester en Wethouders (B&W) van Castricum een vergunning gevraagd voor de aanleg van een bijzondere begraafplaats ten behoeve van het Gesticht Duin en Bosch. Op 26 maart wordt besloten deze vergunning te verlenen. Het ligt in de bedoeling om de begraafplaats af te sluiten door een (om)heining ter hoogte van circa 2 meter, bestaande uit ijzeren stijlen, waartussen gaas en draadwerk.
7 april 1909
De gemeenteraad neemt het besluit om een hulptelegraaf- en hulptelefoonkantoor te realiseren en stelt Johannes Bartholomeus Koopman, eigenaar van De Rustende Jager, aan als kantoorhouder tegen een vergoeding van 75 gulden per jaar en voor zijn plaatsvervanger (zijn echtgenote) van 25 gulden per jaar. Het wachtlokaal en de spreekcel zullen worden gebouwd in het nu voor woning bestemde gedeelte van zijn huis, geheel afgescheiden van het cafégedeelte. Deze aanstelling wordt niet goedgekeurd door de Inspecteur der Posterijen en Telegrafie te Amsterdam, omdat een vergunninghouder (voor de verkoop van alcoholische drank) niet tevens kantoorhouder mag zijn en dat een openbaar lokaal binnenshuis geen verbinding mag hebben met een lokaliteit met drankvergunning.
Jaarboek 33, pagina 114
De gemeente komt met een nieuw voorstel om de postkantoorhouder Jacob Res ook te belasten met de telefoondienst tegen een vergoeding van 125 gulden en zijn zuster Johanna Maria Res als plaatsvervangster voor 25 gulden per jaar.
21 april 1909
Wanneer de inkomsten van de gemeente de uitgaven niet dekken, wordt het tekort over de inwoners omgeslagen. De gemeenteraad heeft over het afgelopen jaar de hoofdelijke omslag vastgesteld op een bedrag van 4.266,17 gulden. Een heffing van 2,5 procent op het belastbaar inkomen van elke hoofdbewoner zou hiertoe kunnen volstaan. Op basis van het geschatte inkomen is elke hoofdbewoner in een belastingklasse ondergebracht.
De laagste klasse is de 1e klasse met een jaarinkomen van 25 gulden. De hoogste klasse, die dan in Castricum voorkomt, is de 55e klasse voor Albert Asjes met een jaarinkomen van 4.512,50 gulden. Hij wordt gevolgd door huisarts IJ. Schoonhoff in de 52e klasse met een inkomen van 4.137,50 gulden. In 1909 worden 442 personen aangeslagen. In het onderstaande overzicht zijn de inwoners verdeeld over de verschillende groepen van belastingklassen:
belastingklasse 1 tot en met 5 – jaarinkomen 25 tot en met 100: aantal inwoners 127
belastingklasse 6 tot en met 10 – jaarinkomen 100 tot en met 250: aantal inwoners 133
belastingklasse 11 tot en met 20 – jaarinkomen 275 tot en met 725: aantal inwoners 121
belastingklasse 21 tot en met 30 – jaarinkomen 780 tot en met 1525: aantal inwoners 44
belastingklasse 31 tot en met 40 – jaarinkomen 1625 tot en met 2637: aantal inwoners 12
belastingklasse 41 tot en met 50 – jaarinkomen 2762 tot en met 3887: aantal inwoners 2
belastingklasse 51 tot en met 55 – jaarinkomen 4012 tot en met 4512: aantal inwoners 3
Met de ingebruikname van Duin en Bosch wordt later dit jaar ook de geneesheer-directeur Dr. J.W. Jacobi aangeslagen; hij valt in de 82e klasse met een jaarinkomen van 7.887 gulden. Hij laat Albert Asjes ver achter zich.
Tot een algemene hernummering van de huizen is besloten vanwege de 10-jaarlijkse volkstelling en vanwege het grote aantal woningen dat er sinds de vorige telling was bijgekomen.
De gemeenteraad besluit om de in aanbouw zijnde veldwachterswoning naast de openbare lagere school aan de Van Oldenbarneveldweg te Bakkum te bestemmen voor Pieter Koelewijn, voordien opziener der Jacht en Visserij en op 19 september 1908 benoemd tot rijksveldwachter.
1 mei 1909
De eerste twee paviljoens van Duin en Bosch worden in gebruik genomen. De patiënten, die verpleegd worden in het gesticht aan de Zwanenburgwal te Amsterdam, zullen vervolgens naar Duin en Bosch worden overgebracht.
2 juni 1909
Op de vacature voor een onderwijzer met een verplichte hoofdakte zijn er, ondanks herhaalde oproepen, geen sollicitanten. De schoolopziener van dit arrondissement is van mening dat het jaarsalaris voor deze functie te laag is. De raad neemt het besluit om het jaarsalaris voor een onderwijzer met verplichte hoofdakte, dat boven het gewone salaris 200 gulden bedraagt, te verhogen naar 250 gulden.
8 juni 1909
De Minister van Waterstaat heeft geen bezwaar tegen de vestiging van een hulptelegraafkantoor te Castricum noch tegen de vestiging van een hulptelefoonkantoor met de benodigde spreekcel in dat kantoor. Van de aan het hulppostkantoor belendende keuken in de woning van de brievengaarder Res zal een gedeelte worden afgestaan voor de telegraaf- en telefoondienst.
14 juni 1909
Koopman Teunis Cornelis Bakker uit Den Helder heeft vernomen dat Castricum een gasfabriek wenst en vraagt of de burgemeester de onderhandelingen hieromtrent zou willen openen. Hierop wordt positief gereageerd en de heer Bakker wordt gevraagd aan te tonen dat de fabriek kan bestaan. Daartoe wil hij aan de ingezetenen van Castricum vragen een verklaring te ondertekenen, waarmee men zich verbindt bij de oprichting van een gasfabriek verbruiker te zijn van naar keuze lichtgas en/of kookgas.
18 juni 1909
Lambertus Antonius van Benthem, caféhouder van wat later ‘De Oude Schimmel’ is gaan heten, verzoekt B&W te bevorderen dat zijn vergunning wordt overgeschreven ten name van zijn meerderjarige dochter Hendrika van Benthem, zonder beroep en thans bij hem inwonende.
Hij stelt dat hij met het oog op zijn leeftijd de zaken niet goed meer kan waarnemen; dat zijn koffiehuis een der oudste, grootste en meest bezochte in de gemeente is, waarvoor vergunning is verleend reeds vóór 1881; dat het ligt in het voornaamste gedeelte van de gemeente en de halte is voor de stoomtram Alkmaar-Haarlem; dat bijna alle vergaderingen, bijeenkomsten en dergelijke op elk gebied daar steeds plaats hebben; dat naar zijn bescheiden mening zijn lokaliteiten deel uitmaken van een inrichting voor maatschappelijk verkeer.
Dit verzoek wordt door B&W op 26 augustus 1909 verleend, waarbij is bepaald dat de vergunning uitsluitend zal gelden voor twee lokaliteiten (gelagkamer en koffiekamer).
29 juni 1909
Verkiezing van twee nieuwe leden van de gemeenteraad wegens periodieke aftreding: Cornelis Spaansen en Jan Twisk.
26 augustus 1909
Het rooms-katholieke kerkbestuur van St.-Pancratius verzoekt een vergunning tot het bouwen van een nieuwe kerk met pastorie op het terrein kadaster sectie C, nummer 323 en 333 en tevens tot het slopen van de bestaande kerk en pastorie. Deze werken zullen worden uitgevoerd naar het ontwerp van de architecten Joseph Cuypers en Jan Stuyt te Amsterdam.
7 september 1909
De gekozen nieuwe raadsleden Gerrit Kuijs Pz. en Piet J. Valkering worden beëdigd en geïnstalleerd. Vervolgens wordt Valkering tot wethouder gekozen.
Jaarboek 33, pagina 115
Er wordt gediscussieerd over het geven van ‘vrije en orde’ oefeningen (gymnastiek) op school. De raad is hiertegen vanwege de hoge kosten, vindt dat de overige leervakken hieronder zullen lijden en ook vanwege het feit dat de kinderen hier in de gunstige omstandigheid verkeren dat zij buiten schooltijd genoeg in de frisse lucht en op het open veld kunnen bewegen. Een verzoek zal worden gericht aan Gedeputeerde Staten tot ontheffing van het geven van gymnastieklessen voor een periode van vijf jaar.
De Gedeputeerde Staten hebben op 11 november afwijzend beschikt over het verzoek tot ontheffing van het geven van vrije en orde oefeningen. Dit heeft tot gevolg dat zoveel mogelijk de terreinen bij de scholen voor de oefeningen geschikt worden gemaakt.
22 september 1909
Jacob Lute wordt benoemd tot telefoonbesteller voor 25 gulden per jaar; de kosten, die per telegram in rekening worden gebracht, bedragen 10 cent bij een half uur gaans vanaf het telefoonkantoor en 15 cent voor meer dan een half uur.
28 september 1909
De heer Bakker richt een officieel verzoek aan de gemeenteraad om hem concessie te verlenen voor de oprichting en exploitatie van een steenkolengasfabriek volgens de voorwaarden die bij Burgemeester en Wethouders (B&W) waren ingediend. Bakker werd daarbij geholpen door zijn vriend A.C. Lafeber, directeur van het gemeentelijk waterleidingbedrijf in Den Helder.
29 september 1909
De negende 10-jarige volkstelling is gehouden. De woningen hebben voor de gehele gemeente een doorlopend huisnummer beginnend bij 1 en eindigend op 536. Het aantal woningen en personen per wijk is als volgt:
A Kerkbuurt, aantal woonhuizen: 148, bewoners: 693
B Oosterbuurt aantal woonhuizen: 54, bewoners: 250
C Duinderbuurt aantal woonhuizen: 160, bewoners: 803
D Brabantsche Landbouw en Duinontginning aantal woonhuizen: 17, bewoners: 101
hierbij komt de Stichting Duinenbosch:
aantal woonhuizen: 11, bewoners: 43
paviljoens:
aantal woonhuizen: 6
verpleegden:
bewoners: 148
inwonend personeel:
bewoners: 55
subtotaal: aantal woonhuizen: 17, bewoners: 246
E Noord- en Zuid-Bakkum: aantal woonhuizen: 60, bewoners: 324
F Schulpstet en Noordeinde: aantal woonhuizen: 61, bewoners: 302
Totaal: aantal woonhuizen: 517, bewoners: 2719
13 oktober 1909
Het hulptelegraaf en hulptelefoonkantoor te Castricum wordt opengesteld. De klerk der Posterijen en Telegrafie D. Jonker is aangewezen voor instructie van het personeel.
Een verordening tot het heffen van begrafenisrecht voor het begraven op de algemene begraafplaats bij de dorpskerk te Castricum is door de gemeenteraad vastgesteld. Voor het begraven van een persoon zijn de tarieven leeftijdsafhankelijk:
- boven 12 jaar: 2,50 gulden
- van 1-12 jaar: 1,25 gulden
- beneden 1 jaar: 0,60 gulden
26 oktober 1909
De commissie van bestuur over het gesticht Duin en Bosch vestigt naar aanleiding van ingekomen klachten de aandacht op de slechte staat van het onderhoud van de Stationsweg betreffende het gedeelte tussen het station en de overweg naar Duin en Bosch en acht het gewenst dat er langs die weg enige lantaarns worden geplaatst ten gerieve van de talrijke personen die zich ’s avonds langs die weg moeten begeven.
De gemeente geeft als oorzaak de overvloedige regen en het veelvuldig gebruik van de weg door vrachtrijders voor vervoer van mest. De gemeente wil op vier punten elektrische verlichting aanbrengen als de elektrische leiding vanaf Duin en Bosch naar het station kan worden geleid.
11 november 1909
Cornelis Stolk doet het gemeentebestuur een aanbieding om acetyleenlicht aan te leggen voor straatverlichting. Hij is bereid om een lantaarn als proef bij zijn werkplaats aan De Duinkant te plaatsen voor rekening van de gemeente. De Raad besluit het aanbod voor kennisgeving aan te nemen en eerst het voorstel van de heer Bakker voor een concessie van een gasfabriek tot een einde te brengen. Uiteindelijk wordt de toepassing van acetyleengas afgewezen, omdat het niet voor andere doeleinden dan verlichting geschikt is.
31 december 1909
De gemeenterekening over het jaar 1909 telt aan ontvangsten 25.539 gulden en aan uitgaven 26.117 gulden, zodat er een nadelig saldo is van 578 gulden.
Simon Zuurbier