Niets uit deze publicatie mag worden overgenomen zonder toestemming van de Stichting Werkgroep Oud-Castricum.
Jaarboek 31, pagina 104
Castricum – Honderd jaar geleden 1907
In 1907 wordt met man en macht gewerkt aan de bouw van de paviljoens en dokterswoningen van Duin en Bosch. Er gebeuren twee dodelijke ongelukken: een kind van 3 jaar onder de tram en een 65-jarige man onder de trein. Er wordt een comité opgericht dat zich inzet voor de aanleg van een stoomtram van Castricum naar de Egmonden.
De belangrijkste gebeurtenissen in Castricum van honderd jaar geleden zijn opgespoord met behulp van de gemeenteraadsnotulen, de inkomende en uitgaande stukken van de gemeente Castricum, de provinciale bladen, de burgerlijke standregisters etc. Het zijn veelal geen zwaarwichtige zaken, maar ze geven een beeld van de sfeer van die tijd.
1 januari 1907
Het gemeentebestuur bestaat op 1 januari 1907 uit burgemeester Johannes Mooij, de wethouders Jacob Pzn. Kuijs en Cornelis Spaansen. De raadsleden zijn Jan Schuijt, Jan Twisk, Joseph Goes, Johan Hogenstijn en Pieter Duijn. De gemeenteontvanger is Bernardus Res.
Op 1 januari 1907 telt Castricum 2.429 inwoners. Dit aantal is op 31 december in datzelfde jaar toegenomen tot 2.460 . In het jaar 1907 worden in Castricum 98 kinderen geboren; er worden 22 huwelijken gesloten en er overlijden 41 personen. Door dit geboorteoverschot van 57 en doordat er 26 personen minder in Castricum komen wonen (174) dan er zijn vertrokken naar elders (200), neemt het inwonertal met slechts 31 personen toe.
14 januari 1907
Krijn Schram, van beroep huis- en rijtuigschilder, heeft zich drie jaar geleden in Castricum gevestigd als schildersbaas en is volgens zijn brief aan het gemeentebestuur nog nooit begunstigd met enige werkzaamheden voor de gemeente. Hij vraagt daarvoor wel in aanmerking te komen. De resultaten hiervan zijn niet bekend.
26 januari 1907
Jacobus Lute, motor- en rijwielhersteller aan de Dorpsstraat, vraagt een vergunning om een veldsmidse achter zijn woning in een loods te mogen plaatsen.
20 februari 1907
In de raadsvergadering wordt ‘De verordening op de handhaving der plaatselijke politie‘ vastgestel . Deze verordening verschijnt als gedrukt boekwerkje en omvat 81 artikelen. In artikel 1 wordt de verordening op de verdeling van de gemeente in wijken of buurten en de nummering der gebouwen uiteengezet. De gemeente is verdeeld in 6 wijken of buurten:
- de Kerkbuurt (de kom van het dorp);
- de Oosterbuurt (Breedeweg, Doodweg, Heemstede);
- de Duinderbuurt (Onderlangs , Duinkant, Bakkummerstraat);
- de Brabantsche Landbouw + de Duinontginning (de woningen in het duingebied ten westen van de Duinderbuurt);
- Zuid-Bakkum (Heereweg, Achterlaan, Bleumerweg) + Noord-Bakkum (Hoogeweg, Limmerweg)
- het Schulpstet (Stetweg) + het Noordeinde (Brakersweg, Kooiweg).
De gebouwen (woningen) hebben voor de gehele gemeente een doorlopend huisnummer beginnend bij 1 en eindigend bij circa 550.
2 april 1907
Aan de burgemeester is een verzoek gericht voor een vergunning voor de duur van een jaar voor de sociëteit genaamd ‘Je Jool’. Hieraan voorafgaand is op 5 maart een vergadering gehouden in het café van Van Benthem (later ‘De Oude Schimmel’ geheten) met het doel een sociëteit op te richten. De sociëteit bestaat vervolgens uit tien leden met de heren Vreeswijk, Serné en Döbken resp. als voorzitter, secretaris en penningmeester. De overige leden zijn Verschuren, Van Benthem, Van Baak, Le Roij , Pothuis, Van Vliet en Schroot.
Het doel van de sociëteit is om minstens één avond in de week een gezellig onderling verkeer te bevorderen, waarbij politiek of godsdienstige beginselen buiten beschouwing blijven.
4 juli 1907
Het Comité tot aanleg van een stoomtramverbinding Egmond-Castricum doet bij het college van Burgemeester en Wethouders (B&W) een aanvraag ter verkrijging van een concessie voor de aanleg. Alvorens deze in behandeling te nemen, wil het college een nadere toelichting van het Comité. Op 17 juli volgt een bespreking met de heren Fischer en Brouwer, respectievelijk voorzitter en secretaris van het Comité. Er volgt een ruwe schetstekening en het verzoek om gebruik te mogen maken van de bermen. De concessie wordt op 31 juli verleend.
Enkele maanden later op 2 november doet het Comité een nieuw verzoek inhoudende een tegemoetkoming van 300 à 350 gulden in de kosten van de eerste voorbereidende werkzaamheden, zoals het in kaart brengen en het opmeten van wegen. Bij het verzoek zijn toegevoegd een adhesiebetuiging van 65 ingezetenen en een brief van dr. J.W. Jacobi, geneesheer-directeur van Duin en Bosch, die voor het toekomstig personeel pleit voor de aanleg. Om financiële redenen wil de gemeente echter niet op dit verzoek om subsidie ingaan.
18 juli 1907
De Maatschappij tot exploitatie van Tramwegen te Voorburg meldt aan de burgemeester een ongeval op 18 juli. Tram nummer 53 is om half zeven uit de richting Velsen in Castricum aangekomen en gestopt voor het café van B. Wempe (hoek Dorpsstraat- Burgemeester Mooijstraat). In de berm van de weg , dus niet aan de straatzijde van de tram, waren kinderen aan het spelen. Toen alles voor het vertrek gereed was, blies de conducteur het daarvoor aangegeven sein
Jaarboek 31, pagina 105
en zette de tram zich in beweging. Onmiddellijk daarop kwam genoemde Wempe zijn woning uit en beduidde de conducteur dadelijk te stoppen , omdat een klein kind tussen de beide goederenwagens achter de tram geklommen was. De conducteur bracht direct de vacuümrem in werking. Hoewel de tram, die nog nauwelijks in gang was, bijna ogenblikkelijk stil stond, was het reeds te laat; het kind was gevallen, overreden en daardoor gedood. Het verongelukte kind was bijna 3 jaar oud en heette Arie Groen, zoontje van Jan Groen en Maria Valster.
27 juli 1907
Een aantal bewoners van de huizen aan vooral de Rijksstraatweg doet een beleefd doch dringend verzoek aan B&W om een bord te plaatsen bij de overgang van de spoorweg aan de Rijksstraatweg met de tekst: “Verboden staanplaats voor woonwagens.” Tevens verzoeken zij beleefd in de bebouwde kom van de gemeente borden te plaatsen waarop een maximum snelheid van bijvoorbeeld 12 km per uur is aangegeven, om het dolle rijden van automobielen en motorrijtuigen te beletten en daardoor ongelukken te voorkomen.
3 september 1907
Elke twee jaar treedt eenderde van de gemeenteraad af. Dit jaar zijn de raadsleden P. Duijn en J.J. Hogenstijn aan de beurt. Zij hebben zich opnieuw verkiesbaar gesteld en worden herkozen. Kiesrecht hebben alleen de mannelijke inwoners van de gemeente die de leeftijd van 25 jaar hebben bereikt; in totaal worden ongeveer 380 personen voor deze verkiezing uitgenodigd.
18 september 1907
In de raadsvergadering is een brief van de Inspecteur voor de Volksgezondheid behandeld, waarin is gewezen op het feit dat de gemeente sinds 1901 met 1/5 in inwonertal is toegenomen. Hierdoor is voor Castricum artikel 28 van de woningwet van toepassing. Dit betekent dat een plan van uitbreiding vastgesteld dient te worden, tenzij Gedeputeerde Staten (GS) hiervoor vrijstelling verlenen.
De gemeenteraad meent dat er in de toekomst geen bijzondere toename van de bevolking tengevolge van vestiging van gezinnen te verwachten is. Dat geldt niet voor de eventuele bevolking in het in aanbouw zijnde ziekenhuis ‘Duin en Bosch’; de eventuele vermeerdering van de bevolking aldaar heeft echter geen invloed op de noodzakelijkheid van een uitbreidingsplan. De raad besluit om GS vrijstelling te vragen voor vijf jaren. GS komen aan deze wens tegemoet.
19 oktober 1907
Uit het onderzoek naar de stationering van rijksveldwachters te Bakkum blijkt:
- “Dat het in aanbouw zijnde krankzinnigengesticht ‘Duin en Bosch’ te Castricum vermoedelijk over een jaar klaar zal zijn;
- dat aannemer Bijlaard acht nieuwe gebouwen onder handen heeft, aannemer Jonker vijf waaronder directeurs- en dokterswoningen enzovoorts en aannemer Verzeilberg het nieuwe economiegebouw, terwijl er reeds vijf nieuwe gebouwen klaar waren en er ook nog een kerk verrijzen moet;
- dat er plus minus 200 vreemde werklieden aan het werk zijn, soms meer, soms minder, terwijl ook Bakkum zelf de laatste jaren met reuzenschreden is vooruitgegaan en er vier flinke herbergen met vergunning zijn, een groot bierhuis, en een tweede in aanbouw;
- dat het nog noodzakelijk is dat er voor de veiligheid en openbare orde vanaf zaterdagsavonds tot ’s maandagsmorgens wordt gesurveilleerd, wat dan ook steeds vanuit Alkmaar geschiedt;
- dat het beste wordt geacht om te Bakkum een rijksveldwachter te plaatsen, zowel ook met het oog op de uitgestrektheid van de duinen, als wel ter uitbreiding voor de gehele omgeving.”
27 oktober 1907
De stationschef P. Ewald meldt aan de burgemeester dat om 14.00 uur op de overweg van post 49 door trein nummer 645 gaande van Amsterdam naar Den Helder een man is aangereden wat de dood ten gevolge had. Het betreft Jan Stuifbergen, landbouwer, oud 65 jaar, ongehuwd en wonende te Zuid-Bakkum (Bleumerweg).
11 december 1907
Er zijn klachten binnengekomen over ’s nachts loslopende honden naar aanleiding van het doden van kippen. Voorgesteld wordt om de plaatselijke politieverordening te wijzigen, zodanig dat het nu verboden is voor eigenaren of houders van honden deze tussen zonsondergang en zonsopgang onbeheerd los te laten lopen en dat bij overtreding daarvan de politie bevoegd is om de desbetreffende honden dood te schieten.
31 december 1907
De gemeenterekening over het jaar 1907 telt aan ontvangsten 21.971 gulden en aan uitgaven 21.812 gulden, zodat er een batig saldo is van 159 gulden.