Niets uit deze publicatie mag worden overgenomen zonder toestemming van de Stichting Werkgroep Oud-Castricum.
Jaarboek 21, pagina 59
Castricum – Honderd jaar geleden 1897
De belangrijkste gebeurtenissen in Castricum van nu honderd jaar geleden zijn opgespoord met behulp van de gemeenteraadsnotulen, de inkomende- en uitgaande stukken van de Gemeente Castricum, de provinciale bladen, de burgerlijke stand registers enzovoorts.
In het jaar 1897 is in Castricum niets bijzonders gebeurd. De onderwerpen die in dit overzicht worden genoemd, betreffen geen zwaarwichtige zaken, maar zijn vermeld om de sfeer van die tijd te schetsen. Op 1 januari 1897 bestaat het gemeentebestuur uit burgemeester Johannes Mooij, de wethouders Wulbert Melker en Jacob Kuijs, en de raadsleden Arie Asjes, Henricus Franse, Jan Schuijt, Cornelis Spaansen en Jan Twisk.
In deze periode bedraagt het aantal inwoners ruim 1.800; op 1 januari 1897 telt Castricum 1.806 inwoners. op 31 december 1897 is dit aantal toegenomen tot 1.827; in dit jaar worden in Castricum 59 kinderen geboren; er worden 8 huwelijken gesloten en er overlijden 22 personen. Door het geboorteoverschot van 37 en doordat er 16 personen meer zich elders vestigen (109) dan er in Castricum komen wonen (93), neemt het inwonertal met 21 personen toe.
24 februari 1897
De gemeenteraad vraagt ontheffing aan Gedeputeerde Staten (GS) van de verplichting tot het doen geven van onderwijs in het onderwijsvak: ‘vrije- en orde oefeningen der gymnastiek’ voor de tijd van vijf achtereenvolgende jaren vanaf 1897 vanwege het feit dat het schoolgebouw en het schoolterrein dit niet toestaan en het de gemeente bezwaarlijk is daarin te voorzien.
Op de Openbare Lagere School, de enige school in Castricum, zitten volgens een opgave van de gemeente 216 kinderen en er zijn op die school 4 onderwijzers en 1 onderwijzeres.
Thamis Ruiter en Gerardus Res, beiden broodbakkersknecht, vragen afzonderlijk aan het Gemeentebestuur toestemming voor het stichten van een bakkerij aan de Dorpsstraat. Ook Jan Sengers doet een dergelijk verzoek vaar een bakkerij te Zuid-Bakkum (aan de Heereweg). Op 15 april krijgen ze alle drie deze vergunning.
Uit een opgave van de gemeente aan de Arbeidsinspectie blijken er al verscheidene bakkers in Castricum een zaak hebben. Genoemd warden: Jan Koopstra, Jan Kuijs, B. Zonjee, N.J. Kehl, allen in de Kerkbuurt en C. Admiraal op het Noordeinde (Brakersweg).
19 mei 1897
Onder het vee van verscheidene veehouders komen verschijnselen van tongblaar voor.
L.A. van Benthem (houder van het hotel-café op de hoek Dorpsstraat – Burgemeester Mooijstraat) vraagt toestemming om op zijn grondgebied voor zijn perceel een waranda te mogen plaatsen en daarvoor op die plaats de bomen te mogen rooien.
Jaarboek 21, pagina 60
9 juni 1897
De heer Kuijs beklaagt zich over het te snel rijden van de stoomtram vanaf de kerk tot het dorp (de rooms-katholieke kerk stond toen nog wat verwijderd van het dorpscentrum).
De heer Spaansen vraagt of er niet een maatregel genomen kan worden tegen de bedelarij. De burgemeester meent dat het meest afdoende middel is om aan de huizen niets te geven.
Er is een gemeentelijke afkondiging op verzoek van het bestuur der afdeling ‘Noord-Holland benoorden het IJ’ der Nederlandsche Vereeniging tot Bescherming van Dieren, luidende:
“Dieren te mishandelen is laag en wreed.
- Pijnig en martel daarom Uw vee niet bij ’t slachten, vervoer Uw vee, de arme nuchtere kalveren vooral zonder hen te laten lijden.
- Beroof de nuttige zangvogels niet van hunne eieren of jongen.
- Trap of sla Uwe trekhonden niet; belast hen niet tot zij bezwijken!
Ook de dieren hebben gevoel”.
15 juni 1897
Er worden verkiezingen gehouden voor een lid van de Tweede Kamer der Staten Generaal in het kiesdistrict Beverwijk, waartoe ook Castricum behoort.
23 juni 1897
Naar aanleiding van het te snel rijden van de stoomtram is er een discussie over het in het leven roepen van een verordening met voorwaarden voor het rijden van de stoomtram, waarop destijds ook de concessie was verleend.
De ‘Ingenieur der Telegraphie’ heeft gevraagd naar de belangen die Castricum in acht genomen wil zien bij de aanleg van telefoon naar Egmond Binnen en Limmen en met name de plaats van de telegraafpalen op Castricums grondgebied.
18 augustus 1897
Van de gemeenteraad zijn de raadsleden Cornelis Spaansen en Jan Twisk aftredend en worden herkozen.
8 december 1897
De heer M. van Amersfoort verzoekt opheffing van het voetpad over de Vinkebaan; na enige bespreking wordt dit verzoek aangehouden.
31 december 1897
De gemeenterekening over het jaar 1897 telt aan ontvangsten 11.402 gulden; de uitgaven bedragen 11.108 gulden, zodat een batig saldo resteert van 294 gulden.
S.P.A. Zuurbier