6 oktober 2020

Castricum – honderd jaar geleden 1882 (Jaarboek 06 1983 pg 41-42)

Niets uit deze publicatie mag worden overgenomen zonder toestemming van de Stichting Werkgroep Oud-Castricum.


Jaarboek 6, pagina 41

Castricum – honderd jaar geleden 1882

In het jaar 1882 heeft de gemeenteraad zich nogal eens beziggehouden met verzoeken voor de aanleg van een tramlijn naar de Egmonden en naar Velsen, met de aanstelling van een vroedvrouw en een onderwijzer. Het gemeentebestuur onder voorzitterschap van burgemeester jonkheer Boreel van Hogelanden bestond uit wethouders A. van der Park en Jacob Brakenhoff en de raadsleden Jan Pzn. Kuijs, Jacob Kuijs, W. Melker, J.A. van Soll en Frans Glorie.

Op 1 januari 1882 telt Castricum 1.633 inwoners; op 31 december 1.882 is dit aantal toegenomen tot 1.702. In 1882 worden 70 kinderen geboren, overlijden er 27 personen en worden 11 huwelijken gesloten.

 
31 januari 1882

Jan Beusman is benoemd tot gemeenteveldwachter. Aan de Commissaris van de Koning wordt een verzoek gericht om hem ook te benoemen tot onbezoldigd rijksveldwachter, opdat hij in voorkomende gevallen ook buiten de gemeentegrenzen als politiebeamte kan optreden. Op 27 februari wordt hij als zodanig aangesteld.
De schoolvakanties waren honderd jaar geleden slechts van korte duur. Voor het jaar 1882 worden in totaal 4 vakanties afgesproken:

  • de week vanaf palmzondag tot dinsdag na Pasen
  • de 1e maandag tot de 3e maandag in juli
  • de kermisdagen t.w. de 1e maandag en dinsdag in september
  • van 24 december tot 3 januari

 
1 maart 1882

In een brief van Burgemeester en Wethouders (B en W) aan Dirk Schotvanger als armvoogd, klaagt het college over het feit dat de bewoners van het armenhuis een ruim gebruik maken van de herbergen en kroegen. Zij wijst op het laakbare van deze handelswijze te meer daar de financiële toestand van de Algemene Armen allesbehalve gunstig is.

Doorkijk Rijksstraatweg (nu Dorpsstraat) ter hoogte van nummer 62, met rechts de oudste herberg van Castricum De Rustende Jager.
Doorkijk Rijksstraatweg (nu Dorpsstraat) ter hoogte van nummer 62, met rechts de – in 1976 afgebroken – oudste herberg van Castricum De Rustende Jager. Toegevoegd.

 
1 april 1882

De sociëteit “Ons genoegen” is opgericht. De sociëteit wordt elke dinsdagavond gehouden in het lokaal van J. Koning Kars (de Rustende Jager). Negen notabelen allen van de Nederlandsch Hervormde godsdienst vormen de sociëteit; hieronder waren: Willem J. Ruwers 33 jaar, stationschef als voorzitter en verder de leden Jacobus J. Rommel 28 jaar, bloemkweker, Nicolaas P. J. Rommel 35 jaar., Pieter Stolp 27 jaar, arts, Hessel IJskes 29 jaar, onderbaas bij de zanderij, Jan A. van Soll 69 jaar, raadslid en brievengaarder. Roelof H. Pen 32 jaar, broodbakker en winkelier, zijn schoonvader Johannes Koopstra 73 jaar en de logementhouder Jan Koning Kars 46 jaar.

 
17 april 1882

Aan B en W wordt door het dagelijks bestuur van de Castricummer polder het verzoek gericht om na 1 mei 1882 in de vergaderzaal van het gemeentehuis te mogen vergaderen. Dit omdat na deze datum het vergaderen in een herberg in strijd met de wetoegd. Toegev is. Het polderbestuur vergadert jaarlijks 10 tot 12 keer en is bereid na elke vergadering de raadszaal te doen opknappen, terwijl ook door het bestuur de benodigde brandstoffen zullen worden aangeschaft. Binnen de gemeente kan het bestuur bovendien geen geschiktere gelegenheid vinden.

De huurwaarde van de lokaliteiten waar sterke drank mag worden verkocht is voor de kasteleins als volgt vastgesteld:

  • L.A. van Benthem (café de Vriendschap) huurwaarde 80 gulden
  • Jan Duijn (Kerkbuurt) huurwaarde 125 gulden
  • de wed. Her. Zonneveld (Schulpstet) huurwaarde 30 gulden
  • C. Roskam (Kerkbuurt) huurwaarde 150 gulden
  • de wed. C. Zonneveld – Boon (Bakkum) huurwaarde 40 gulden
  • D. de Winter (Kerkbuurt) huurwaarde 30 gulden
  • J. Koning Kars (de Rustende Jager) huurwaarde 110 gulden
  • W. Res (Mient) huurwaarde 30 gulden

 
18 april 1882

In de gemeenteraad is het verzoek van J. Holland wonende te Amsterdam en oprichter van de Kennemerlandse Stoomtrammaatschappij aan de orde tot het aanleggen en exploiteren van een stoomtramlijn van Castricum naar Velsen vanaf het station tot aan de brug bij het Noordzeekanaal. De raad besluit aan dit verzoek niet te voldoen, totdat J. Holland begonnen is aan de lijn Castricum naar Egmond (zie ook deze rubriek in het vorige jaarboekje).

 
17 mei 1882

Op de eerste dag van deze maand is de verleende concessie voor het aanleggen van de stoomtramlijn Castricum – Egmond verlopen, omdat nog geen aanvang is gemaakt met de aanleg van deze lijn. Jan Holland vraagt in zijn brief van 22 april om opnieuw de concessie te verkrijgen.
Het dagelijks bestuur van de gemeente adviseert de raad opnieuw tot 1 november 1882 de concessie te geven. Jan Kuijs is tegen het verlenen der concessie met het oog op de belemmering der passage en het bederven van de Bakkummerstraatweg. De voorzitter en de Heer van Soll achten het bezwaarlijk om nu nadat eenmaal de concessie is verleend en de Heer Holland met tal van moeilijkheden heeft te kampen gehad, die hij volgens zijn schrijven grotendeels overwonnen heeft, hem nu de concessie te weigeren. De heer Kuijs merkt op dat toen de zaak de vorige maal in de Raad behandeld werd, hij niet vertegenwoordigd was en dat volgens zijn oordeel de Heer Holland de lijn naast de weg moet leggen. De voorzitter merkt op dat deze, voorwaarde gelijk staat met een weigering der concessie, omdat aan een wet tot onteigening ten algemene nutte veel te veel kosten voor de exploitatie van de


Jaarboek 6, pagina 42

stoomtramlijn verbonden zijn. Na discussie wordt besloten de voorzitter uit te nodigen de Heer Holland aan te schrijven de 31e mei aanstaande met de 1e trein uit Amsterdam naar Castricum te komen om dan met de raadsleden de weg op te wandelen, een onderzoek ter plaatse te houden en daarna een vergadering te beleggen.

 
31 mei 1882

Dokter Stolp verzoekt aan de gemeenteraad om de aanstelling van een vroedvrouw, omdat hij “uit hoofde de groote uitgestrektheid der gemeente moeilijk in staat is om zowel de genees- als de verloskundige praktijk beiden goed te behartigen”. De Raad neemt met 4 stemmen vóór en 3 tegen het voorstel aan tot het aanstellen van een vroedvrouw, onder de voorwaarde dat gezien de kosten voor de gemeenschap een regeling getroffen kan worden met de gemeente Limmen, dat de vroedvrouw ook Limmen tot haar werkterrein heeft en dat de kosten samen worden gedeeld. Limmen zal hiermee akkoord gaan, mits de vroedvrouw aldaar woonachtig zal zijn. Dit wordt door de Raad als billijk ervaren, omdat er in Limmen in tegenstelling tot Castricum geen arts woont.

 
29 juni 1882

De Raad heeft afwijzend beschikt over het opnieuw verlenen van een concessie voor het exploiteren van een stoomtramlijn, vanwege het schrikken der paarden door de stoomlocomotief en de eventueel daaruit voortvloeiende ongelukken. J. Holland vraagt nu een concessie voor het exploiteren van een paardentramlijn, hoewel dit eigenlijk in strijd is met zijn principe en hij een paardentramlijn uit de tijd vindt. Deze concessie wordt hem door de Raad verleent op voorwaarde dat hij: de gehele straatweg binnen de gemeente, nu nog op een breedte van 2,50 meter, tot 4 meter verbreedt en het gehele onderhoud van de straatweg bekostigd, zolang hij de tramlijn exploiteert.

Motorbrandspuit Otto.
Motorbrandspuit Otto. Toegevoegd.

 
30 augustus 1882

De brandraad van de gemeente vraagt ter goedkeuring aan B en W dat:

  • de linnen slangen van de bruine en de witte spuit mogen worden getaand; enkele kleine lekkages
  • maakt het tanen van de slangen noodzakelijk – de kosten zullen 12 gulden bedragen
  • de verordening op het brandwezen, waarin het bezit van de 2e spuit tot uitdrukking komt
  • de ouderdom van de brandweerlieden wordt bepaald van 18 tot 50 jaar

Brandweermeester is Jan Pzn. Kuijs.

 
13 september 1882

Mejuffrouw Elisabeth Slot uit Hoorn wordt aangesteld als vroedvrouw voor Castricum en Limmen voor een jaarwedde van 300 gulden en recht op vrije inwoning (te Limmen). Jan Holland had in een eerder schrijven te kennen gegeven dat hij ging samenwerken met de Kennemerlandsche Tramway Compagnie (K.T.C.); deze vennootschap werd gevormd door de heer C. de Groot uit Egmond aan Zee met 3 plaatsgenoten. In verband hiermee had hij de concessie voor de aanleg van een paardentramlijn overgedragen aan de K.T.C.; deze vond echter de voorwaarden te bezwarend, vooral het gehele onderhoud van de Bakkummerstraatweg. De Raad besluit tot aanpassing van de concessie, zodat alleen het gedeelte van de straatweg, waarover de tramweg zal lopen, moet worden onderhouden.

 
4 oktober 1882

De hulponderwijzer E. Berendsen verzoekt per 10 november 1882 eervol ontslag, hetgeen hem wordt verleend.

 
18 oktober 1882

Jan Holland bericht dat hij met enkele ingenieurs, een oud-zeeofficier en een werktuigbouwkundige een contract heeft afgesloten tot het oprichten van een N.V. genaamd “Stoomtram Holland” die zich voorneemt:

  1. het aanleggen en exploiteren van een stoomtramweg vanaf Bergen naar Alkmaar, Heiloo, Limmen, Castricum, zijtak vandaar naar de Egmonden en mogelijk verder Heemskerk, Beverwijk, Velsen, Santpoort, Haarlem, aldaar aan te sluiten op het station.
  2. met de exploitatie van een gedeelte der lijn in begin 1883 een aanvang te nemen.

De samenwerking met de K.T.C. in welke compagnie hij zich 21 juli deed opnemen, vervalt “daar men zo later gebleken is, dat op die datum die vennootschap niet bestond en zelfs nu nog niet bestaat. Die overeenkomst is dus van nul en generlei waarde. U Edelachtbare gelieve hiervan nota te nemen, de onderhandelingen met de K.T.C. kunnen dus als geëindigd beschouwd worden”.
De Raad besluit zijn verzoek af te wijzen, omdat de concessie voor de paardentramlijn, die is verleend aan de K.T.C. nog van kracht is tot 1 januari 1883 en er geen termen aanwezig zijn om de concessie in te trekken.

 
25 oktober 1882

Jacob Brakenhoff neemt ontslag als wethouder en lid van de gemeenteraad in verband met zijn vertrek naar een andere gemeente (Nijmegen).

 
22 november 1882

Voor de begroting van 1883 zijn er geen uitgaven voor de schoolmeubelen uitgetrokken, omdat er in 1883 een nieuwe school gebouwd moet worden en bij gevolg enige nieuwe schoolmeubelen worden aangekocht, welke kosten op een supplétoire (red: aanvullende) begroting gebracht worden.

Jan van Hes uit Franeker wordt benoemd tot hulponderwijzer; hij zal de post per 1 februari 1883 aanvaarden. Tussentijds worden 2 kwekelingen vanaf 1 november 1882 tegen een geringe vergoeding aangesteld.

 
20 december 1882

S. Louter wordt gekozen tot nieuw raadslid en in deze raadsvergadering wordt Jacob Kuijs tot wethouder gekozen; beide in de vacature ontstaan door het vertrek van Jacob Brakenhoff.

 
31 december 1882

De gemeenterekening over het jaar 1882 bedraagt aan inkomsten 15.222 en aan uitgaven 12.478 gulden. Het batig saldo bedraagt derhalve 2.744 gulden.

S.P.A. Zuurbier

Abonneer
Laat het weten als er
0 Reacties
Nieuwste
Oudste
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties