Niets uit deze publicatie mag worden overgenomen zonder toestemming van de Stichting Werkgroep Oud-Castricum.
Jaarboek 46, pagina 90
Castricum en Bakkum 1922, de gebeurtenissen
In het jaar 1922 is er een hoge werkloosheid en veel armoede. Van overheidswege worden ter bestrijding van de werkloosheid subsidies verstrekt bij uitvoering van werkgelegenheidsprojecten. Zo worden verschillende activiteiten gestart in het kader van de werkverschaffing.
Voorbereidingen worden getroffen voor de verbetering van de doorgaande weg langs de duinen tussen Castricum en Den Helder. Ook worden plannen uitgewerkt om binnen de gemeente de onverharde weg naar zee vanaf de overgang Heereweg – Van Oldenbarneveldweg tot aan het strand te bestraten.
Een massale oproep van de inwoners is gericht aan het gemeentebestuur om de Schulpvaart te laten uitbaggeren en verdiepen. Door de slechte toestand van de Schulpvaart kunnen de schippers maar halve vrachten vervoeren met hogere kostprijzen en vertraging tot gevolg.
De gebeurtenissen in Castricum van honderd jaar geleden zijn vooral ontleend aan de gemeenteraadsnotulen, de inkomende en uitgaande stukken van de gemeente Castricum, dossiers in het gemeentearchief, de provinciale bladen, de registers van de burgerlijke stand et cetera.
1 januari 1922
Het gemeentebestuur bestaat uit burgemeester Lommen, de wethouders Pieter Kuijs en Cornelis Spaansen en de raadsleden Gerrit Kuijs, Geert Middelveld, Hendrik Schipper, Pieter Twisk en Hendrikus Johannes Zandbergen. Nicolaas Aloysius van Lunen is de gemeentesecretaris en Bernardus Anthonius Res de gemeenteontvanger. Het presentiegeld voor het bijwonen van de raadsvergadering is bepaald op drie gulden.
Castricum telt op 1 januari 1922 4.639 inwoners. Dit aantal is op 31 december toegenomen tot 4.761. In de gemeente worden er in dit jaar 140 kinderen geboren, er overlijden 152 inwoners en er worden 17 huwelijken gesloten. Er vestigen zich in 1922 in de gemeente 455 personen en er vertrekken er 321.
25 januari 1922
Er zijn plannen voor de verbetering van de verkeersweg langs de duinstreek van Castricum tot Den Helder. Bij een mogelijke uitvoering kan gebruik worden gemaakt van de Provinciale subsidie tot bestrijding van de werkloosheid.
Vergadering in Schoorl met deelname van de betrokken gemeenten: Den Helder, Callantsoog, Zijpe, Petten, Schoorl, Bergen, Egmond-Binnen en Castricum.
Een comité wordt gevormd met per gemeente een vertegenwoordiger. Voor Castricum is dat burgemeester Lommen, die tevens voorzitter wordt van het gevormde comité.
15 februari 1922
Een oproep van alle neringdoenden in Castricum aan het gemeentebestuur om de Schulpvaart vanaf het Schulpstet uit te baggeren en te verdiepen. Zij stellen dat door de steeds stijgende spoorvrachttarieven de kosten van aan- en afvoer van handelsartikelen een abnormale hoogte hebben bereikt en nog zullen stijgen, zodat wij geen concurrentie kunnen aanbieden. De oproep wordt ondertekend door meer dan zeventig neringdoenden, winkeliers, et cetera.
De vaart verkeert in een toestand dat er bij gewone waterstand hoogstens 6 ton per schuit door vervoerd kan worden, terwijl bij een verdieping overeenkomstig de bestaande schutsluis in Akersloot, dit zeker 10 á 12 ton wordt.
Binnen enkele dagen wordt ook van alle schelpenvissers eenzelfde oproep door het gemeentebestuur ontvangen. Zij stellen dat hun bedrijf schade lijdt door de slechte toestand van de Schulpvaart, dat de schippers maar halve vrachten kunnen meenemen en de schelpen niet op tijd weggevaren kunnen worden. Deze oproep is ondertekend door de schulpenvissers.
Tegelijkertijd komt er ook een afzonderlijk schrijven van alle vaklieden in Castricum met dezelfde oproep aan Burgemeester en Wethouders (B&W). Zij stellen dat door de stijgende spoorvrachttarieven de kosten van aan- en afvoer van materialen voor het bouwbedrijf sterk toenemen. Dit schrijven is ondertekend door de aannemers, bouwbedrijven, schilders, smeden, vaklieden, enzovoorts.
Eenzelfde oproep volgt van de voorzitter, secretaris en penningmeester van de rooms-katholieke coöperatieve Tuinbouwvereniging Ons Belang.
De Vereniging Castricum Vooruit heeft een opmeting verricht aan de Schulpvaart en een begroting op 12 oktober 1922 overhandigd aan B&W. Ook deze vereniging noemt de voordelen van een vaartverbetering en met name ook uit een oogpunt van werkverschaffing.
Door het gemeentebestuur is op 14 november 1922 besloten bestek en tekening te laten opmaken voor het uitbaggeren van de Schulpvaart van de Limmervoort tot aan het Schulpstet. Het polderbestuur van de Groot-Limmerpolder zal hetzelfde doen voor het gedeelte vanaf de sluis te Akersloot tot aan de Limmervoort. De aanbesteding zal in 1923 plaatsvinden.
22 februari 1922
Binnen enkele weken zal de verbouwing van de openbare lagere school op de hoek Dorpsstraat en Schoolstraat zijn voltooid. De school voldoet dan aan de toenmalige eisen van openbaar onderwijs.
Jaarboek 46, pagina 91
Opgave aan het provinciebestuur van de geneeskundigen die op 1 januari 1922 werkzaam zijn in Castricum:
- huisarts: Y. Schoonhoff;
- geneesheer-directeur A.M. Benders met vijf geneeskundigen bij Duin en Bosch;
- apotheker: mejuffrouw M.A. van der Vegte;
- vroedvrouw: mejuffrouw J.J. Vahl;
- drogist: A.H. Vlietstra.
10 maart 1922
De twee woningbouwverenigingen St. Joseph en Goed Wonen werken met verlies door de lage huurprijzen. Het tekort komt ten laste van de gemeente, die verzoekt om de huren te mogen verhogen. De gemeente verzoekt ook voor 1922 een rijksbijdrage aan de exploitatiekosten; zij doet opgave aan de minister van Arbeid van de twaalf huurders van de woningen aan de Mient van St. Joseph met een wekelijkse huur van 3,50 gulden bij inkomens die variëren tussen 20 en 34 gulden per week. Ook geeft de gemeente de bedragen op van de huurders van Goed Wonen aan de Dr. Jacobilaan en aan de Bakkummerstraat.
23 maart 1922
Burgemeester Lommen maakt in de Alkmaarsche Courant bekend dat een commissie uit Gedeputeerde Staten (GS) zitting houdt in het gemeentehuis op 24 april 1922 om de bezwaren van belanghebbenden aan te horen tegen de onteigening ten behoeve van de uitbreiding van het stationsemplacement Castricum.
De commissie bestaande uit heren Ketelaar en Hendrix, leden van Gedeputeerde Staten, hebben de bezwaren aangehoord. Jan Res Willemszoon heeft aangegeven dat hij geen plaats meer zal overhouden voor zijn bedrijf, bijvoorbeeld voor het opbergen van hooi of stro, omdat de spoorwegwet verbiedt binnen 20 meter van de spoorweg brandbare stoffen te bewaren. Ook zal het lossen van wagens met stro of mest stank gaan veroorzaken, nu zijn huis op ongeveer vier meter van de spoorweg afstaat.
De commissie is van mening dat Res in zijn bedrijf van veehouder door de uitbreiding van het emplacement wordt geschaad, en dat er van de ruimte tussen de spoorweg en het woonhuis weinig overblijft, waardoor voor het hebben van bergplaatsen nauwelijks voldoende ruimte is. De commissie is van oordeel dat het woonhuis aanzienlijk in waarde zal dalen en voor het uitvoeren van het veehoudersbedrijf zelfs geheel onbruikbaar zal worden. Zij bepleit de opname van het gehele perceel in de onteigening.
Bij Koninklijk Besluit van 10 oktober 1922 zijn de eigendommen aangewezen, die ten behoeve van het stationsemplacement zullen worden onteigend.
18 april 1922
Opgave aan de inspecteur der directe belastingen te Alkmaar van de vergunninghouders voor de verkoop van sterke drank en de huurwaarde voor het bedrijf:
- Rika van Benthem, 194,50 gulden, wijk A, nummer 216, De Vriendschap
- J. Blauw, 259,50 gulden, wijk A, nummer 157, De Rustende Jager
- Ant. van Benthem, 197 gulden, wijk A, nummer 71, Dorpsstraat hoek Burgemeester Mooijstraat
- P. Schotvanger, 157 gulden, wijk A, nummer 134, Burgemeester Mooijstraat (De Harmonie)
- C. Stuifbergen, 96,75, wijk A, nummer 67, Dorpsstraat (De Landbouw)
- J. Twisk Jz., 145 gulden, wijk A, nummer 57, Dorpsstraat (Funadama)
- P. Spanjaard, 98 gulden, wijk A, nummer 41, Beverwijkerstraatweg (Duinzicht)
- L.A. Burgering, 54,75 gulden, wijk C, nummer 122, Bakkummerstraat
- W. Borst, 81 gulden, wijk E, nummer 16, nu: Fase Fier
- C. Castricum, 108,50 gulden, wijk E, nummer 51, De Goede Verwachting (Heereweg 36)
Jaarboek 46, pagina 92
21 april 1922
Met het in werking treden van de Lager Onderwijswet 1920 is het herhalingsonderwijs vervallen en vervangen door vervolgonderwijs. Eervol ontslag wordt verleend aan het onderwijzend personeel bij dat herhalingsonderwijs. Dat betreft de hoofden der school Bussen en Nijsen en de onderwijzeressen Verweel en Kooiman.
Verzoek van Johannes Wilhelmus Beentjes om het houten distributiegebouw staande aan de Schoolstraat voor 600 gulden voor afbraak te mogen kopen. Het gebouwtje heeft tijdens de distributie (Eerste Wereldoorlog) gediend als administratiegebouw. Het gebouwtje is overcompleet geworden. Het verzoek wordt ingewilligd. Het gebouwtje komt te staan aan de westzijde van de Beverwijkerstraatweg nabij de spoorwegovergang.
11 mei 1922
De rooms-katholieke sportvereniging Vitesse wordt officieel opgericht.
12 mei 1922
Klachten over de overlast van woonwagenbewoners die de plaatsen waar zij gestaan hebben in de grootste wanorde achterlaten. De gemeente wil één plaats aanwijzen waar de wagens 24 uur mogen staan, waardoor politietoezicht mogelijk wordt, terwijl zij nu gaan staan waar hen dat het beste uitkomt. De gemeente bezit geen geschikt terrein om als vaste standplaats te dienen en vraagt aan de Gedeputeerde Staten om te mogen beschikken over een stuk provinciale grond op de grens van Bakkum en Egmond.
De provincie wil het beoogde terrein, dat ligt binnen de provinciale landgoederen, hiervoor niet beschikbaar stellen en meent dat daarbuiten nog wel geschikt terrein aanwezig is.
9 juni 1922
Een nieuw systeem voor wegenverbetering is in België ontwikkeld. Burgemeester Lommen en opzichter D.R. de Jong gaan mee met een excursie naar de Asphalt Block Pavement Company in Brussel en naar bezichtigingen van straten in België te Oostmalle en Antwerpen. Dit bezoek is van belang voor de verbeteringen aan de Duinweg Castricum-Den Helder.
3 juli 1922
Het bestuur van de Castricummerpolder verzoekt het gemeentebestuur om voor de bouw van een pompstation de bermkant van de sloot aan de Cieweg te mogen gebruiken. In het pompstation wordt een centrifugaalpomp aangedreven door een elektromotor van 6 pk. De vergunning wordt verleend.
Monteur meteropnemer aan de gemeentelijke lichtbedrijven Hendrik van Amersfoort (1895) wordt na een jaar benoemd in vaste dienst.
4 juli 1922
De Noord-Zuid-Hollandsche Tramweg Mij heeft de beslissing genomen om de lijn Haarlem-Alkmaar niet verder te exploiteren. De burgemeester van Velsen heeft de betrokken gemeenten uitgenodigd voor een bespreking om hierover van gedachten te wisselen en eventuele pogingen te ondernemen om dit te voorkomen.
Jaarboek 46, pagina 93
5 juli 1922
De verkiezing van de leden voor de Tweede Kamer vindt binnen de gemeente plaats in twee stemdistricten. Het aantal kiezers is voor de Tweede Kamer, Provinciale Staten en gemeenteraad respectievelijk 1.735, 1.702 en 1.640.
8 augustus 1922
Voor de levering van drinkwater aan gemeenten stelt het Provinciaal Waterleidingbedrijf van Noord-Holland (PWN) een aantal voorwaarden. Een groot aantal gemeenten heeft tot aanvaarding van deze voorwaarden besloten. De burgemeester bericht aan de directeur van PWN dat er binnen het College van B&W geen meerderheid is gevonden voor aansluiting bij het Provinciaal Waterleidingbedrijf. De meerderheid is van mening dat de burgers vrij dienen te blijven al of niet aan te sluiten op het net.
18 augustus 1922
Een nieuwe commissie tot wering van schoolverzuim wordt ingesteld. De bestaande commissie wordt ontbonden. Benoemd worden H.A. Nijsen, hoofd der openbare lagere school 2, P.A. van Westen, hoofd der rooms-katholieke jongensschool, Jb. Res, C. de Groot, J.P. Baas, A.C. Veen en D.C. Twisk.
In het kader van de hinderwet krijgen de gebroeders Kees en Dorus Schermer vergunning op hun verzoek voor de oprichting van een graanmaalderij aan de Bakkummerstraat. Die wordt door een elektromotor van 12,5 pk aangedreven.
Jan Wester krijgt vergunning voor de uitbreiding van zijn broodbakkerij aan de Heereweg met een kneedmachine, die door een elektromotor van 1,5 pk wordt aangedreven.
9 september 1922
De gemeentevroedvrouw en verloskundige mejuffrouw J.J. Vahl schrijft aan het gemeentebestuur dat door de minder gunstige toestand in de gemeente zij voor een deel haar verloskundige hulp voor een lager tarief moet verrichten of in sommige gevallen zelfs zonder betaling moet helpen.
Verder meldt zij dat het grootste deel van haar clientèle uit mensen bestaat met kleine inkomens en zij moeilijk het tekort kan verhalen op beter gesitueerden door verhoging van haar tarief. Zij verzoekt om haar jaarsalaris als gemeentevroedvrouw van 750 gulden te willen brengen op 1.000 gulden, welk salaris haar collega’s in Heiloo en Heemskerk reeds genieten.
19 oktober 1922
Verzoek van de Vereniging Castricum Vooruit in verband met de plannen van de Provinciale Waterstaat tot het verharden van de Zeeweg tot het Commissarishuis op kosten van de provincie.
De verharding van het Commissarishuis tot aan zee is vooral een gemeentelijk belang en tevens een goede werkloosheidsbestrijding. De vereniging pleit voor het doortrekken van de verharding tot aan zee mede als werkverschaffing: “De uitkomsten van de tuinderij in deze gemeente zijn zeer bedroevend en het is dan ook te voorzien dat in dezen winter in menig gezin armoede zal gaan heerschen”.
De verharding tot aan zee is ook van belang voor de zich steeds uitbreidende schelpenvisserij, waarmee steeds meer personen een stuk brood willen verdienen, omdat in de tuinderij zulks niet meer mogelijk is. Voorstel van B&W om hiervoor een bedrag van 3.000 gulden beschikbaar te stellen.
6 november 1922
Het Centraal Bureau voor de Statistiek bericht dat de officiële naam van de gemeente voortaan zal luiden Kastrikum.
Raadslid Schipper meent dat de naam met twee c’s behouden moet blijven en verdedigt zijn inzicht. Hij stelt voor dat de Raad zich uitspreekt voor het behoud van de huidige naam Castricum, zulks vooral op esthetische en historische gronden. De voorzitter stelt voor een onderzoek in te stellen.
6 december 1922
Verzoek van het Hollandsch Illustratiebureau te Rotterdam om een ‘fotografie’ van de raad te mogen maken voor de albums aan Hare Majesteit Koningin Wilhelmina en aan te bieden bij haar 25-jarig regeringsjubileum.
15 december 1922
De bestrijding van de werkloosheid is het enige onderwerp voor de raadsvergadering. Gesproken wordt over een uurloon van maximaal 0,35 gulden en het minimum weekloon wordt bepaald op f 17,50 gulden.
De heren P. Kuijs, G. Kuijs en P. Twisk worden benoemd in de commissie voor het tewerkstellen.
21 december 1922
Door de rijksoverheid is besloten om de verplichting op te heffen tot afsluiting van een aantal openbare overwegen over de spoorwegen. In Castricum betreft dit de spoorwegovergangen over de Bleumerweg, de Tweede Groenelaan en de Heemstederweg. Het gemeentebestuur verzoekt aan de hoofden der scholen de kinderen duidelijk te willen maken dat de bewaking en afsluiting van deze overgangen zal worden opgeheven en dit bij de overwegen kenbaar zal worden gemaakt met de vermelding ‘onbewaakte overweg’ en ‘let op de treinen’.
31 december 1922
De gemeenterekening over het jaar 1922 telt aan ontvangsten 324.435 gulden en aan uitgaven 294.828 gulden. Er is een batig saldo van 29.607 gulden.
Simon Zuurbier