Niets uit deze publicatie mag worden overgenomen zonder toestemming van de Stichting Werkgroep Oud-Castricum.
Jaarboek 41, pagina 64
De bewoners aan de Breedeweg (zuidzijde)
Als vervolg op het artikel in het 40e Jaarboek met de geschiedenis van een aantal huizen aan de noordzijde is nu de zuidzijde van de Breedeweg tussen de zijstraten Rollerusstraat en Oosterbuurt aan bod.
Aan dit oudste gedeelte van de Breedeweg staan de panden genummerd 45 tot en met 77. Hiervan zijn de boerderijen bij de beschrijving van de stolpboerderijen van Castricum al eerder in verschillende jaarboeken van Oud-Castricum opgenomen. Dit betreft de boerderijen van De Wildt, Kuijs, Van Duuren, Meijne en Glorie.
In dit artikel wordt aandacht besteed aan de geschiedenis van de acht overige panden aan de zuidzijde met de elkaar opvolgende bewoners en eigenaren.
Jaarboek 41, pagina 65
Breedeweg 47: het dubbel bewoonde huisje van Klaas Tessel
Het oorspronkelijke huisje aan de Breedeweg 47 is in 2007 gesloopt. Het was een van de oudste huisjes van de Breedeweg. Het stond er al bij de start van het Kadaster in 1830 en heette toen De Vriendschap.
Door vererving komt het met het erf en een tuin met een totaal grondoppervlak van 540 vierkante meter in 1866 in bezit van Jacob Brakenhoff (1817-1867), als echtgenoot van Neeltje Stet. Dit bezit gaat over op hun enige erfgenaam, hun zoon Jacob (1843- 1929). Zoon Jacob is veehouder aan de Brakersweg, ook raadslid en wethouder van Castricum. Hij trouwt in 1877 met Elisabeth Reijnders, een dochter van de plaatselijke geneesheer. In 1882 gaat het kinderloze echtpaar in Nijmegen wonen.
Het huisje De Vriendschap wordt door hen al die jaren verhuurd en het wordt in tweeën bewoond. Omstreeks 1900 is dat door Dirk Steeman (1830) met echtgenote Elisabeth Kuijt in het ene deel en Engelina Schotvanger (1852), weduwe van Klaas van Weenen in het andere deel. In 1919 verkoopt Jacob Brakenhoff dit bezit aan de Breedeweg aan de 40-jarige Anthonie (Toon) Reijnders, een oomzegger en directe familie van zijn vrouw. Toon koopt er in 1920 nog eens stukje grond bij van buurman Willem de Wildt. Toon is landbouwer en boerenknecht, blijft ongehuwd en woont tot op hoge leeftijd in de westzijde van het huis, waar in 1950 een oomzegger Jaap Reijnders en echtgenote Nel Vlugt vanaf hun huwelijk bij hem komen inwonen. Na vier jaar en gezinsuitbreiding vertrekt Jaap met zijn gezin.
In mei 1956 komt het nog jonge echtpaar Tessel – Reijnders direct na hun huwelijk bij Toon inwonen.
Nicolaas Johannes (Klaas) Tessel is in 1928 geboren in Ursem en trouwt met Maria (Riet) Reijnders, een zus van genoemde Jaap. Klaas Tessel is timmerman, later onderhoudsmonteur bij de firma Bot in Heerhugowaard. Twee maanden na hun intrek koopt Klaas op 17 juli 1956 het gehele huis en de grond van ‘ome’ Toon Reijnders, die er nog een jaar blijft wonen en vervolgens naar het huis aan de Overtoom ‘voor ouden van dagen’ gaat, waar hij in 1964 op 85-jarige leeftijd overlijdt.
In 1958 voert Klaas een aanzienlijke uitbreiding van het huis uit aan de achterzijde.
In het woongedeelte aan de westzijde worden de drie kinderen Tessel geboren: Sjaak, Truus en Nico.
Hier wonen hun ouders tot hun overlijden: Riet in 1986 en Klaas in 2005.
Het oostelijke deel van het pand: nummer 47a
Al vanaf 1940 tot hun overlijden woont hier het echtpaar Johannes Schuit (1886) en Maria Hourik, die respectievelijk in 1957 op 71-jarige en in 1973 op 84-jarige leeftijd zijn overleden. Johannes Schuit is timmerman, in dienst bij aannemer Gerrit Kabel. Zij hebben ook nog haar ouders Johannes Hourik en Grietje de Vries in 1953 in huis opgenomen, die respectievelijk in 1955 en 1954 overlijden, dan bijna 95 en 91 jaar oud.
Jaarboek 41, pagina 66
Na Maria Hourik wordt telkens voor enkele jaren dit gedeelte verhuurd aan verwanten, zoals Arie Stengs met Rie Korsman, Willem Stengs en René Korsman.
Eind 1983 trekt Sjaak Tessel, zoon van eigenaar Klaas, in dit huis; hij trouwt een half jaar later en dan voegt zijn echtgenote Carina Mooij zich bij hem; zij gaan medio 1989 in Limmen wonen.
Direct daarna komt John Giling hier wonen en vanaf hun huwelijk in 1993 ook samen met Miranda Hemmer. Na hun vertrek eind 1996 tot aan de sloop in 2007 zijn er ook meerdere huurders geweest.
De sloop van het oude huisje
Na het overlijden van Klaas Tessel wordt het gehele pand in 2007 gekocht door Nathalie Driessen, dochter van Jan Driessen uit Limmen. Zij laat het gehele pand in 2007 slopen. Daarna volgt het verkrijgen van de nodige vergunningen en de bouw van de nieuwe woning. Dit kost best veel tijd, waardoor pas in september 2010 Joe en Nathalie Driessen in hun mooie huis zijn komen wonen.
Breedeweg 51: drie generaties Verver
Op nummer 51 woont in een nog relatief nieuw huis het echtpaar Ton Verver (1952) en Lina Schavemaker.
Ton vertelt enthousiast hoe hij met zijn vrouw dit grote huis zelf heeft gebouwd, hij is timmerman. Ze hebben er een jaar over gedaan en het resultaat is prachtig. Hij is opgegroeid met zijn ouders in het oude huis dat op deze plek stond. Na hun huwelijk in 1979 ging Ton en zijn vrouw wonen aan de Prinses Marijkestraat en daar zijn hun drie zoons geboren. In 1995 kocht Ton het ouderlijk huis aan de Breedeweg, waarna sloop en nieuwbouw volgde. In 1996 trokken ze in het nieuwe huis.
De familie Verver woont nu al drie generaties op deze plek aan de Breedeweg. Het perceel grond strekt zich uit vanaf de Breedeweg tot aan de Doodweg.
Feestelijk bijeenkomst met de buren ten huize van Cor Kuijs als badgast Cozijnsen op bezoek komt.
In 1919 koopt Anton Verver (1892-1973) een woonhuis met schuurtje en het erf, groot 337 vierkante meter van de ernaast wonende Theodorus Kuijs. Anton is dan landbouwer en trouwt datzelfde jaar met Maria Zuurbier uit Oudorp; zij gaan hier aan de Breedeweg wonen.
Jaarboek 41, pagina 67
Achtereenvolgens wordt er in 1925 bijgebouwd en koopt hij in 1931 het stuk land achter zijn huis dat doorloopt tot aan de Doodweg; het gehele perceel wordt dan ruim 4.200 vierkante meter.
Uit het huwelijk van Anton en Maria worden zes kinderen geboren, waarvan er vier de volwassen leeftijd bereiken. Na Maria’s overlijden in 1935 hertrouwt Anton in 1939 met Louisa Charlotta in den Berken. In 1939 gaan zij wonen aan de Nuhout van der Veenstraat en verhuurt Anton zijn huis aan de Breedeweg daarna nog voor korte perioden opeenvolgend aan Castricummers als Anthonius de Graaf en Jacobus Zegwaard.
Vanaf 1950 verhuurt Anton het huis en de tuin aan zijn in 1949 getrouwde oudste zoon Gerrit (1921-1992). Gerrit woonde daarvoor kort aan de Poelven met zijn echtgenote Anna Metselaar. Zij krijgen vier kinderen: Ria, Ton, Cita en Harrie. Gerrit is fabrieksarbeider aan de linoleumfabriek, daarna opperman. Nadat hij in 1967 het bedrijf van zijn vader overneemt en ook meerdere stukjes land in de Castricummerpolder heeft verworven, gaat hij voor zichzelf beginnen en houdt 20 koeien. Gerrit overlijdt in 1992 en zijn echtgenote blijft er wonen totdat de woning wordt gesloopt. Na een tijdelijk verblijf in Limmen woont ze daarna nog tien jaar bij haar zoon Ton in het nieuwe huis en tenslotte vanaf 2006 in De Boogaert, waar zij in 2016 overlijdt.
Breedeweg 53: vanaf 1905 de familie Van der Park
De geschiedenis van het huis begint in 1903. Op 23 december van dat jaar is er op verzoek van de erfgenamen van Wulbert Melker een openbare verkoping van een strook grond van Breedeweg tot Doodweg. De grond ter grootte van 2.570 vierante meter wordt gekocht door Jacob van der Park. In 1905 laat hij hier langs de Breedeweg een huis met schuur bouwen.
Jaarboek 41, pagina 68
Jacob is in dat jaar op 50-jarige leeftijd gehuwd met de 27-jarige Johanna Bakker. In dit nieuwe huis worden hun vier kinderen geboren: Cornelia, Klaas, Arie en Jan.
Jacob is tuinder en veehouder met zes koeien en nog ruim drie hectaren land in de Castricummerpolder. Voor zijn huwelijk woont Jacob nog bij zijn moeder Neeltje Hageman in de laatste boerderij aan het weggetje Oosterbuurt; Neeltje is sinds 1892 weduwe van Arie van der Park.
Na het overlijden van Jacob in 1928 blijft zijn vrouw Johanna met haar vier kinderen in het huis wonen. Zij blijft hier nog lang wonen tot zij kort voor 1945 ziek wordt; tot haar overlijden in 1968 wordt zij in Heemskerk verpleegd. De jongste zoon Jan trouwt in 1945 met Gré Boon; zij worden de volgende bewoners. Jan’s andere broers en zus zijn namelijk al eerder getrouwd en het huis uit.
Aan het eind van 1959 verkoopt Johanna het bezit aan de Breedeweg aan haar zoon Jan. Het wordt omschreven als een woonhuis met schuur, waarin een veestal met het erf en tuinland. Zij verkoopt ook aan Jan het perceel weiland van ruim drie hectare, genaamd ‘De IJzeren Maat’ in de Castricummerpolder. Na de overname door Jan volgt er in 1960 een ingrijpende verbouwing van de woning.
Dochter Diana vertelt dat er tot dan in de voorkamer bedsteden waren en de wc was buiten. De zolder werd gebruikt voor de opslag van bloembollen. Met de verbouwing verdwenen de bedsteden, er kwam een douche en wc en op de zolder kwamen drie slaapkamers. De gang achter de voordeur, die naar achteren leidde, werd bij de kamer getrokken en de voordeur verloor zijn functie. Deze is wel als onderdeel van de voorgevel behouden gebleven. Ook werd er een stal bijgebouwd. Om de kosten op te brengen werd gedurende vele jaren het woongedeelte in de zomer aan badgasten verhuurd en bewoonde de familie de achtergelegen stal.
Jan van der Park (1913-1986) is tuinder en veehouder en krijgt met Gré Boon vijf dochters: Joke, Coby, Anita, Gea en Diana. Na het overlijden van Jan in 1986 blijft zijn vrouw hier wonen tot haar overlijden in 2012. Hun dochter Diana woont hier nog steeds; zij heeft het huis sinds 2015 in eigendom.
Jaarboek 41, pagina 69
Breedeweg 57: Jaap Kuijs en Maria Bleijendaal
Het huis aan de Breedeweg met huisnummer 57 wordt gebouwd in 1917 op een strook grond tussen Breedeweg en Doodweg. Deze strook met kadaster nummer 465 en een oppervlakte van 2.330 vierkante meter is in gebruik als tuingrond en wordt op 27 september 1916 te koop aangeboden op een openbare verkoping in koffiehuis ‘De Harmonie’. Het gebeurt op verzoek van de toenmalige eigenaar Pieter Schotvanger Pieterszoon, die in Bergen woont en verder ook een huis met kapberg en tuingrond aan de Doodweg en een perceel weiland aan de Uitgeesterweg te koop aanbiedt. Koper van perceel 465 is Cornelis Jannes (1889), machinist bij de koopvaardij, geboren in Den Helder. Cornelis was al drie jaar eerder in 1913 met zijn vader Matthijs Jannes, broers en zusters naar Castricum gekomen.
In 1917 wordt het huis met een stal gebouwd, in 1921 gevolgd door een schuur en in 1941 een gierput.
Cornelis Jannes is veelal op zee. In zijn huis aan de Breedeweg woont zijn vader tot zijn overlijden in 1925 en ook zijn ongehuwde oudere broer Jacob (1880), die eerst vrachtrijder is en daarna veehouder hier aan de Breedeweg tot zijn overlijden in 1946.
Als eigenaar verkoopt Cornelis Jannes in 1922 een stukje grond langs de Doodweg aan Dirk Lute voor de bouw van een huis. Cornelis trouwt op 9 juni 1925 in Castricum met de uit Duitsland afkomstige 30-jarige Katharina Luise Schreiber. Hij is voor lange perioden op zee, van 1922 tot 1924 bijvoorbeeld naar West-Afrika. Op 24 augustus 1937 overlijdt Cornelis aan boord van het stoomschip ‘Amstelland’. Zijn echtgenote is in Castricum blijven wonen en is de enige erfgename. Direct na het overlijden van haar zwager en huurder Jacob Jannes verhuurt zij in mei 1946 het pand aan Johannes (Jan) Zomerdijk, bloembollenkweker.
Al een jaar later op 4 juli 1947 verkoopt zij het woonhuis met stal, schuur, erf en tuingrond aan Jacobus Wilhelmus (Jaap) Kuijs, dan veehouder aan de Ruiterweg 5 en gehuwd met Agatha Twisk. Katharina woont dan in de Nuhout van der Veenstraat.
Jan Zomerdijk (1905), bloembollenkweker, woont nog bij zijn ouders als hij op 2 mei 1946 trouwt met de 39-jarige Johanna van Rooijen. Het jonge stel gaat wonen aan de Breedeweg 53 en Jan huurt het huis van de weduwe Jannes. Dit huwelijk heeft maar kort geduurd, want Johanna overlijdt drie jaar later op 7 mei 1949. Via een advertentie komt er op 8 augustus 1949 huishoudster Dora van Tongeren in huis. Jan trouwt op 1 februari 1950 met Dora, die weduwe is van de in de oorlog omgekomen Jan de Groot. Uit dat huwelijk brengt zij een zoontje Tonny de Groot mee, die ook opgroeit aan de Breedeweg.
Jaarboek 41, pagina 70
In 1954 verhuist de familie Zomerdijk naar hun nieuw gebouwde huis aan de Geversweg en komt eigenaar Jaap Kuijs van de Ruiterweg in zijn pand aan de Breedeweg wonen. Jaap Kuijs (1906-2002), veehouder, landbouwer, is in 1933 gehuwd met Agatha Anna Twisk, die op 15 september 1954 kinderloos overlijdt, nog maar een paar maanden na hun verhuizing naar de Breedeweg. Jaap hertrouwt in 1956 met de 36-jarige Maria Cornelia Bleijendaal.
Uit dit huwelijk zijn aan de Breedeweg drie dochters geboren: Margriet, Tonny en Annette. Het grotere gezin brengt met zich mee dat er in 1968 een bijkeuken wordt aangebouwd met een douche en wc.
Jaap heeft zo’n 18 koeien, die ’s winters op stal staan achter zijn huis aan de Breedeweg. In het voorjaar worden de koeien verweid naar het weiland in de Castricummerpolder bij de boerderij van Brandjes in de Oosterbuurt. Daar staat ook een oude melkstal. Het verweiden van de koeien was een hele happening. Dat wordt met andere boeren afgestemd en gezamenlijk worden de uitgelaten koeien naar de wei gedreven.
Jaap en Marie hebben hun laatste jaren in De Boogaert gewoond en overleden respectievelijk in 2002 en 2009. Dochter Margriet met haar partner Frans Riteco worden de nieuwe eigenaren van de woning. Zij vertellen dat zij de oude woning volledig hebben laten slopen en nadrukkelijk wensen dat de nieuwe woning in dezelfde stijl wordt gebouwd. Dit is zo zorgvuldig gebeurd dat er bij de voorgevel geen verschil met de oorspronkelijke situatie waarneembaar is. Wel is het binnen de muren volledig anders geworden. In 2002 hebben Frans en Margriet de nieuwe woning betrokken.
Breedeweg 59: Jan en Aat Schoenmaker
Op de strook tuingrond ter grootte van 1.800 vierkante meter (kadaster nummer B462) tussen Breedeweg en Doodweg wordt in 1855 op een afgescheiden gedeelte van 140 vierkante meter aan de Breedeweg een klein huisje gezet. De grond was eigendom van de Diaconie van de Nederlands hervormde gemeente, die het huisje in het kader van de armenzorg laat bouwen.
In 1860 wordt het huisje door het bestuur van de diaconie verkocht aan Jacob Koelemeij, huis- en rijtuigschilder. Het overgrote deel van de grond houdt de diaconie in bezit. Jacob Koelemeij overlijdt in 1885. Het huisje wordt geërfd door zijn dochter Neeltje, die gehuwd is met Pieter van der Weegh, metselaar en met hem in Haarlem woont. Na het overlijden van Neeltje verkoopt Pieter het huisje in 1904 aan Matheas (Thijs) Wittebrood, bloemkweker.
Jaarboek 41, pagina 71
Het huisje wordt dan al een aantal jaren gehuurd door zijn vader Pieter Wittebrood (1824-1908). Deze Pieter komt van Akersloot en is in 1855 als boerenknecht bij Teunis Slooten op Kronenburg gaan werken. Vanaf zijn huwelijk in 1859 woont hij aan de Breedeweg, waar is niet precies bekend, maar in ieder geval al in 1898 in dit huisje. Pieter Wittebrood overlijdt in 1908.
Van zijn vier kinderen blijven er twee ongehuwd: Thijs en Neeltje. Beiden zijn hier blijven wonen, Thijs het langste tot zijn overlijden op 77-jarige leeftijd in 1953. Thijs is bloemkweker en tuinder; hij is ook kerkvoogd van de hervormde kerk en huurt de tuingrond van de kerk. Hij draagt het eigendom van het huisje in 1941 over aan de diaconie onder voorbehoud van het levenslang recht van gebruik en bewoning met het gebruik van de akker tuingrond.
Na het overlijden van Thijs Wittebrood wordt het huisje vanaf 1956 bewoond door Jan Schoenmaker (1929) met zijn vrouw Agatha (Aat) Zonneveld, die uit Heemskerk komt; zij zijn in 1955 getrouwd. Broer Klaas Schoenmaker gaat vanaf zijn huwelijk in 1957 met echtgenote Nel Hoogewerf in het achterste gedeelte van dit huis wonen tot zij in 1963 naar de Jacob Catsstraat gaan. Klaas Schoenmaker (1932) is machinefabrikant en heeft later zijn bedrijf op het Schulpstet.
In 1963 verkoopt het bestuur van de diaconie het huisje aan Klaas Schoenmaker (1932). Dan wordt dit oude huisje van Thijs Wittebrood in 1964 gesloopt en wordt de nu nog bestaande woning gebouwd.
Tijdens de verbouwing wonen Jan en Aat in het aangrenzende achterste deel, waar eerder broer Klaas woonde. Jan Schoenmaker is machinebankwerker en koopt de nieuwe woning in 1970 van zijn broer Klaas. Dit echtpaar woont er nog steeds (anno 2017). Zij kregen twee kinderen Hilda en Hans.
Breedeweg 61: bijna een eeuw van de familie Beentjes
De strook grond waarop de woning nummer 61 in 1874 is gebouwd, is meerdere generaties in het bezit geweest van de familie Nanne. Bij de boedelverdeling in 1881 krijgt Cornelis Nanne (1849-1897) het huisje met een grootte van 45 vierkante meter en het aangrenzende bouwland tot de Doodweg, groot 2.535 vierkante meter.
Bij een openbare verkoping in het café van Lambertus van Benthem op 6 februari 1894 biedt Cornelis dit bezit te koop aan. Koper is Bernardus Anthonius Res, die dan bloembollenkweker is, later gemeenteontvanger en bankier en woonachtig aan de Dorpsstraat. Dit huis aan de Breedeweg verhuurt hij vanaf 1893 aan Cornelis Reijnders (1852-1930), die hier gaat wonen met zijn vrouw Aafje Mooij en hun twee kinderen Anthonie en Cornelis. Vele jaren blijft het in bezit van Bernardus. In 1919 verkoopt hij het huis en het land aan de 25-jarige Nicolaas Pancratius (Klaas) Beentjes (1894-1985).
Jaarboek 41, pagina 72
Tot op dit moment – dus bijna honderd jaar – is de familie Beentjes eigenaar.
Klaas Beentjes is in 1919 gehuwd met Margaretha (Grietje) Twisk en het jonge stel hoopte in hun gekochte huis te kunnen gaan wonen. Dat liep volgens de oudste dochter Hannie (nu – in 2018 – 97 jaar) anders. Hannie vertelt dat de familie Reijnders niet meteen het huis ontruimde, want daar ging nog een aantal maanden overheen.
Uiteindelijk vertrekt de familie Reijnders naar de Breedeweg 47. In de tussentijd kreeg Klaas tijdelijk bij zijn zuster Geertje (gehuwd met Gerrit Veldt) in de paardenstal van hun boerderij aan de Kooiweg onderdak.
Aan de Breedeweg 61 worden hun zeven kinderen geboren: Hannie, Marie, Bank, Theo, Niek, Chris en Gré, waarvan Theo en Gré emigreerden naar Canada. De oudste (Hannie, 1921) woont in De Santmark en de jongste (Gré, 1936) in Canada. Beiden zijn nog in leven.
Klaas Beentjes woont er al ruim tien jaar als hij in 1930 gaat verbouwen en er een bergplaats laat aanbouwen. Hij is vooral tuinder en heeft er nog enkele koetjes bij.
In 1959 gaat Klaas aan de Oude Haarlemmerweg wonen en ruilt van woning met zijn zoon Bank (1923-2013) die het bedrijf aan de Breedeweg al vanaf 1953 ombouwt tot veehouderij
Jaarboek 41, pagina 73
en er een veestalling laat bouwen, later nog gevolgd door een landbouwschuur en een veldschuur voor de stalling van vee en de berging van landbouwmachines. Bank start met 12 koeien en weet dat aantal tenslotte uit te breiden tot 30. In 1954 trouwt Bank met Cornelia (Nel) Bleeker; zij krijgen vijf kinderen: Margaret, Jan-Dirk, Niels, Karin en Harald. De eerste drie kinderen worden nog aan de Oude Haarlemmerweg geboren.
In 2001 neemt Harald het bedrijf van zijn vader over. Hij is getrouwd met Margret Groentjes, ook geboren in de Oosterbuurt. Zij hebben vier kinderen. Door de kleinschaligheid van zijn boerenbedrijf is het voor Harald onmogelijk om daarmee een goede boterham te verdienen en daarom stopt hij in 2004; hij is sindsdien storingsmonteur in de ventilatietechniek. Margret is daarna een paardenpension begonnen.
Breedeweg 63: Turkstra – Schoenmaker – Van der Veer
In 1941 koopt Fredrik Turkstra, metselaar en aannemer, wonende in de Torenstraat, een stukje grond ter grootte van bijna 600 vierkante meter aan de Breedeweg van Cornelis Reijnders; het maakt deel uit van de strook grond tussen Breedeweg en Doodweg, waarop woning Breedeweg 65 staat; voor de voorgeschiedenis zie hierna.
Fredrik Turkstra (1898-1987) woont vanaf 1934 in Castricum, daarvoor in Uitgeest en bouwt samen met Nicolaas Kortekaas ook metselaar-aannemer uit Uitgeest in de jaren (negentien) dertig als firma Kortekaas en Turkstra meerdere huizen aan de Geelvinckstraat, Ruiterweg en Sifriedstraat.
Jaarboek 41, pagina 74
Fredrik bouwt het nu nog bestaande woonhuis nummer 63 op het gekochte stukje bouwterrein en gaat hier met echtgenote Metje Bron wonen. In 1939 is hij voor de Vrijzinnig Democraten gekozen in de gemeenteraad en vervolgens ook benoemd tot wethouder, een functie die hij tot in 1944 heeft bekleed.
In 1974 verlaat hij de gemeente en gaat wonen in Odoorn. De bezittingen aan de Breedeweg verkoopt hij aan Klaas Schoenmaker, die al eerder met echtgenote Nel Hoogewerf kort aan de Breedeweg op nummer 59 heeft gewoond. Klaas gaat hier wonen met zijn vrouw en vier zoons: Nico, Harry, Marcel (overleden) en Richard. Hij heeft de constructiewerkplaats en zijn handel in machines op het Schulpstet.
Aan het huis aan de Breedeweg zijn ook aanpassingen: de woonkamer wordt vergroot en er wordt een garage bijgebouwd. Als de kinderen al lang het huis uit zijn, gaat hij met Nel wat kleiner wonen. Al eerder heeft zoon Nico de constructiewerkplaats op het Schulpstet overgenomen en zoon Harry de handel, die nu is toegespitst op de verhuur van gereedschappen.
Klaas Schoenmaker heeft de woning verkocht in 1997 aan Willem en Hanneke van der Veer. Zij hebben van de tuin achter het huis een waar paradijs gemaakt. Zij zijn nog steeds de huidige bewoners.
Klaas en Nel Schoenmaker zijn in 2013 overleden.
Breedeweg 65 het huisje van de koster
De woning aan de Breedeweg 65 heeft een heel lange geschiedenis en bestond al bij de eerste gegevens van het Kadaster in 1830. Het huisje was gelegen tegenover de toenmalige schuilkerk en werd toen bewoond door Hendrik Piepers met zijn vrouw Antje Brunt. Hendrik was schoenmaker en ook koster in de er tegenover liggende schuilkerk.
Antje Brunt woont tot haar overlijden in 1878 in dit huisje. Haar zoons Jacob en Willem Piepers erven dit huisje met de achterliggende akker. Jacob blijft ongehuwd en woont hier met zijn broer Willem, diens vrouw Maria Heesterbeek en hun zes kinderen, waarvan uiteindelijk de oudste zoon Hendrik, ook ongehuwd, hier woont tot zijn vertrek naar het Algemeen Armenhuis in 1938. Kort daarvoor heeft Hendrik de woning en het land, ter grootte van bijna 6.200 vierkante meter, verkocht aan Cornelis Reijnders.
Deze Cornelis (1897-1971), getrouwd met Geertruida Dekker, woont met zijn grote gezin aan de Doodweg en is tuinder. Cornelis verkoopt in 1941 bijna 600 vierkante meter grond aan Fredrik Turkstra voor de bouw van diens woning (nummer 63). De voormalige kosterswoning verhuurt hij vanaf 1938 aan Teunis Stuifbergen, die hier met zijn zoons Dirk en Klaas gaat wonen tot zijn overlijden in 1961. Dirk, beter bekend als Dirk van Antje, was een kleurrijk figuur. Hij was muzikant op bruiloften en partijen, maakte mooie schilderijen, repareerde voor het hele dorp heilige beelden, was ruim 40 jaar lid van het fanfarekorps en oprichter van de accordeonvereniging. Dirk van Antje overleed in 1983. Zijn broer Klaas bleef hier daarna nog wonen tot hij in 1994 naar De Santmark ging.
Jaarboek 41, pagina 75
Na het overlijden van Cornelis Reijnders verkopen zijn kinderen en erfgenamen dit huisje en de grond in 1972 aan Fredrik Turkstra, die woont in de naastgelegen woning op nummer 63. Beide woningen en de grond tot aan de Doodweg worden door Turkstra in één koop verkocht in 1974 aan Klaas Schoenmaker, handelaar in machines en constructeur op het Schulpstet. Klaas gaat wonen op nummer 63.
De oudste zoon, Nico Schoenmaker, weet te vertellen dat het huisje op nummer 65 al heel oud was en zeer primitief. Er was geen leidingwater, maar water werd uit een put geschept. De ondergrond van de huiskamer was zand, daarover lag een kleed. Er was geen houten vloer aanwezig, Het geheel moest in fasen worden herbouwd, zodat Dirk en Klaas Stuifbergen enkele keren moesten verkassen. De verbouwing kwam in een stroomversnelling toen het dak instortte. De vader van Klaas Schoenmaker was metselaar, toen gepensioneerd en woonachtig op Schoutenbosch. Hij heeft een belangrijk aandeel gehad in de verbouwing.
Het geheel werd als vier aaneengesloten appartementjes opgebouwd. In een daarvan ging zoon Harry Schoenmaker met zijn vrouw Anita Beentjes wonen. In de loop der jaren hebben in de overige appartementjes verscheidene mensen telkens voor een paar jaar gewoond.
In 1998 neemt Harry Schoenmaker het geheel van zijn vader over en laat op die plaats een nieuw woonhuis neerzetten als eengezinswoning; hier gaat Harry met Anita en hun twee kinderen wonen.
In 2006 wordt van woning geruild met Dolf en Kristel Coppoolse. Dolf is huisarts in de praktijk aan het Kortenaerplantsoen. Zij zijn de huidige bewoners van Breedeweg 65.
Slotwoord
Met de eerder door Piet Blom beschreven boerderijen aan de Breedeweg in voorgaande jaarboeken en de artikelen in het 40e en 41e Jaarboek worden hiermee de beschrijvingen van de panden aan deze straat afgesloten.
Simon Zuurbier
Bronnen:
- Archief Gemeente Castricum aanwezig op het Regionaal Archief te Alkmaar;
- Notariële archieven en Kadaster te Alkmaar en Haarlem;
- Bevolkingsregisters en Burgerlijke Stand.
Met dank aan:
de (oud-) bewoners van de zuidzijde van de Breedeweg en hun relaties voor de verstrekte informatie.
- Verschenen artikelen over de straten in Castricum en Bakkum:
- Bakkummerstraat
- Brakersweg
- Breedeweg noord
- Breedeweg zuid
- Burgemeester Mooijstraat
- Dorpsstraat
- Dr. Jacobilaan noord
- Dr. Jacobilaan zuid
- Groenelaan
- Heemstederweg
- Kooiweg
- Mient
- Nieuwe weg
- Oldenbarneveldweg, van
- Overtoom
- Peperstraat noord
- Peperstraat zuid
- Schoolstraat
- Schulpstet
- Sifriedstraat
- Vinkebaan
- Weg naar Beverwijk