Niets uit deze publicatie mag worden overgenomen zonder toestemming van de Stichting Werkgroep Oud-Castricum.
Jaarboek 35, pagina 75
De Castricumse biljartverenigingen
De oudste foto van biljarters in Castricum dateert van rond 1900. Deze is genomen in hotel-café-restaurant ‘De Rustende Jager’ aan de Dorpsstraat. Ook in café ‘Spoorzicht’ aan de Kramersweg in de tijdens de oorlog gesloopte buurt De Duinkant werd deze sport al beoefend. De oudste biljartvereniging in ons dorp is ‘Onder Ons’, die in 1935 werd opgericht.
Aanvankelijk bestonden er zes verenigingen. Nu zijn dat er nog vijf, waarvan ‘Onder Ons’ en ‘Willen is Kunnen’ bij de landelijke bond zijn aangeslotenen in dat verband ook aan districtswedstrijden meedoen. De andere drie verenigingen, te weten de ‘Biljartclub voor Ouderen’, ’t Steegie’ en ’t Stetje’ spelen alleen onderling wedstrijden. ‘De Doorschieter’ is in 2011 opgeheven. Naast deze verenigingen hebben zich in Castricum nog diverse caféclubs gevormd.
Geschiedenis van het biljartspel
Er is geen land ter wereld waar de biljartsport zo intensief beoefend wordt als in Nederland en België. De ouderdom van het spel is niet met zekerheid bekend, maar waarschijnlijk vond de geboorte van het biljarten ergens in het begin van de twaalfde eeuw plaats. Wat het land van herkomst betreft blijven de meningen eveneens verdeeld. De Fransen beweren dat het woord ‘billard’ een samenvoeging is van ‘bille’ en
Jaarboek 35, pagina 76
‘art’ en dus betekent ‘de kunst van het balspel’. De Engelsen beweren dat het een Engelse uitvinding is, omdat Bill Kew voor het eerst de bal met zijn ‘yard’ (ellestok) op de tafel zou hebben gespeeld. Biljarten was trouwens een spel van de betere standen en wordt daarom wel ‘het spel der koningen’ genoemd.
De uitvinding van de pomerans (leren dopje van de keu) in 1827 betekende een ware omwenteling inde biljartsport. Daardoor werd het mogelijk de nieuwe techniek van trekstoten toe te passen. Er zouden doorlopend nieuwe technieken toegepast worden en ook het materiaal werd steeds meer geperfectioneerd. Voor de tafelbladen ging men over op leisteen en de ballen werden gemaakt uit ivoor, dat later weer door kunsthars werd vervangen.
De meest beoefende spelsoorten zijn het libre-, het kader- en het driebandenspel.
Biljarten is een mannensport geworden sinds het hoofdzakelijk beoefend wordt in cafés. De laatste decennia hebben echter ook meer vrouwen de keu ter hand genomen. Omdat je het tot op hoge leeftijd kunt doen, zijn er momenteel nog heel veel ouderen die biljarten. Daarbij kampen de meeste verenigingen met het feit dat de aanwas van jongeren achterblijft.
De voorzitters van 1935 tot 2012
1935-1946 Henk Broksma
1946-1955 Piet Kuijs
1955-1961 Gerrit Twisk
1961-1963 Cor Theissling
1963-1965 Jaap Bregman
1965-1978 Cor Brinkhuijsen
1978-1992 Ber Zonneveld
1992-2000 Jan Levering
2000-2003 Ab Aarsman
2003-2006 Wim Kerssens
2006-heden (=2012) Hans Gosselink
Onder ons (1935)
De eerste Castricumse biljartvereniging werd in 1935 opgericht door de heren Broksma en Daniels. Er werd gespeeld in het voormalige ‘Bondshotel’ op de hoek Burgemeester Mooijstraat-Dorpsstraat, waarvan Henk Broksma de eigenaar was. Dit pand stond later bekend als het ‘biljartpaleis’ van Joop Leferink. De vereniging sloot zich aan bij de Nederlandse Biljart Bond (NBB). Deze bond werd in 1911 opgericht en stond vanaf 1951 bekend als Koninklijke Nederlandse Biljart Bond (KNBB).
Na de oorlog heeft Onder Ons ruim 50 districtskampioenen en 12 nationale kampioenen in de annalen mogen bijschrijven. De meest bekende daarvan is Jan Feeke, die in de periode van 1969 tot en met 1976 vijf keer Nederlands kampioen in het onderdeel kader 57/2 hoofdklasse werd.
Piet en Arie Liefting behaalden beiden ook een nationale titel in respectievelijk de libre overgangsklasse in 1968 en kader 38/2 2e klasse in 1992. In latere jaren waren ook mannen als Frans Peperkamp, Jan Levering en Jan Visser meer dan eens succesvol tijdens districts- en gewestelijke kampioenschappen.
Jaarboek 35, pagina 77
Jan Feeke, vele malen kampioen
Jan Feeke (1928) is onbetwist de beste speler die Onder Ons heeft voortgebracht. Hij was een natuurtalent dat talloze wedstrijden op zijn naam schreef. Jan beoefende zijn sport zeer serieus en speelde beslist niet alleen voor de gezelligheid. Toen hij 13 jaar was, leerde hij het biljarten kennen:
“In 1941 ben ik begonnen. Ik woonde in Burgerbrug en de vader van een vriendje van me had een tafelbiljart. Al snel bleek ik aanleg voor het spelletje te hebben en mocht ik niet meer meedoen, omdat ik steeds won.
Toen ben ik bij de vereniging ‘Het groene laken’ in mijn woonplaats gaan spelen en nam daar vanaf mijn 18e deel aan de clubwedstrijden. In 1947 zocht ik het hogerop bij ‘Excelsior’ in Alkmaar. Vanaf mijn trouwen in 1953 ben ik gestopt en in 1957 ging ik met mijn vrouw in Zuid-Afrika wonen. In Pretoria kon ik aan de slag als boekhouder, maar na onenigheid met mijn werkgever kwamen we in 1967 toch weer terug en konden een huis kopen in de Prins Hendrikstraat. Er woonde hier al wat familie en bovendien werd ik hoofdadministrateur bij Unilever in Wormerveer.
Het biljarten heb ik toen weer opgepakt. Henk Marcker, die ik nog van vroeger kende, vroeg me om lid te worden van Onder Ons en dat deed ik. In 1968 speelde ik mijn eerste nationale kampioenschap en promoveerde naar de hoofdklasse. Een jaar later volgde de eerste titel in het ankerkader 57/2 en die prolongeerde ik vier jaar achter elkaar. Ook in de nog moeilijker eerste klasse kader 47/2 ben ik kampioen geworden. Dat was in 1979 in Rotterdam en was mijn mooiste titel. Ik heb in die jaren tegen diverse biljarttoppers gespeeld, zoals Piet van de Pol, Hans Vultink en Christ van der Smissen.”
Van de Pol en Feeke speelden op 11 december 1947 een demonstratiepartij bij Broksma ten bate van de Nederlandse militairen in Indië (NIWIN). Het Nieuwsblad voor Castricum schreef er uitgebreid over. Wereldkampioen Van de Pol kwam die avond te laat aan, maar dat belette hem niet om in zes beurten 700 punten te maken. Feeke was uiteraard kansloos, maar dat mocht de pret niet drukken.
De opbrengst van het evenement was netto 173,65 gulden, waar de penningmeester van het NIWIN erg blij mee was. Na afloop van de wedstrijd roemde Van de Pol nog even het zuivere biljart van Broksma, want Piet had bij andere demonstratiepartijen dikwijls op tafels moeten spelen die hij ‘hobbelpaarden’ noemde …
Voor de KNBB heeft Jan Feeke in diverse commissies gezeten. Ook was hij opleider-instructeur en begeleider van nationale en internationale arbiters. Om die reden werd Jan door de bond benoemd tot lid van verdienste.
Jan Feeke beschikt over diverse plakboeken die getuigen van zijn indrukwekkende biljartcarrière. In zijn glorietijd waren partijen in één beurt (250 caramboles) geen uitzondering voor hem. Naarmate zijn leeftijd vorderde, moest Jan echter een stapje terug doen:
“Vroeger lag mijn gemiddelde om en nabij de 50. Nadat ik in 1991 stopte met nationale wedstrijden, is dat gedaald tot ongeveer vijf. In juni 2011 ben ik ook gestopt bij Onder Ons, omdat ik de eerste verschijnselen van de ziekte van Parkinson kreeg en ook mijn ogen achteruit gingen. Tijdens de jaarvergadering heb ik afscheid genomen en werd ik benoemd tot erelid. Alles bij elkaar heb ik een prachtige tijd gehad bij Onder Ons. Het is een prestatiegerichte vereniging en die paste bij mij. Inmiddels ben ik 84 en op die leeftijd mis je de clubavonden niet meer. Ter compensatie ben ik een schildercursus gaan volgen bij Perspectief.”
Biljartlocaties
Tot 1980 kon de vereniging terecht in het ‘biljartpaleis’ van Joop Leferink.
Toen dat een andere bestemming kreeg, verhuisde Leferink naar het oude veilinggebouwtje dat even verderop stond.
Dat kwam het spelpeil niet ten goede. Omdat Leferink er al binnen twee jaar mee stopte, moest worden uitgeweken naar een andere locatie. De club kreeg onderdak in de biljartsociëteit van Cees Kaandorp aan de Westerweg in Heiloo, waar wel weer goede resultaten werden behaald. Een vereniging als Onder Ons hoorde echter in Castricum thuis en daarom werd naarstig gezocht naar een nieuw onderkomen in ons dorp. De oplossing werd in december 1981 gevonden toen de gebroeders Ber en Jan Veldt aankondigden een biljartcentrum te willen beginnen in een leegstaand pand aan de Jacob Rensdorpstraat.
Ber Veldt (1942): “De voormalige werkplaats van schildersbedrijf Zoontjes kwam daar vrij en die voldeed aan de eisen voor eventuele horeca. De gemeente zag het ook wel zitten, alleen raadde men ons aan eerst de buren van onze plannen in kennis te stellen. Die hadden er gelukkig niet veel problemen mee en zo konden de benodigde vergunningen worden aangevraagd.
Ik had al een vestigingsvergunning en moest alleen nog even een horeca papiertje in de avonduren halen. Eind van de zomer 1982 gaf de
Jaarboek 35, pagina 78
gemeente toestemming en werd met de verbouw van de garageboxen begonnen. Vele zaterdagen en avonden is er keihard gewerkt, want we wilden alles voor de start van het nieuwe biljartseizoen in september af hebben en dat lukte allemaal.
Burgemeester Gmelich Meijling verrichtte onder grote belangstelling de afstoot op 27 april 1982. Tevens werd zijn naam aan een wisselbeker verbondenen die heeft hij vele malen uitgereikt, zelfs toen hij allang geen burgemeester van Castricum meer was.”
Voor Ber en Jan Veldt was het realiseren van dit biljartcentrum natuurlijk heel bijzonder, want de broers financierden het en hadden er naast hun werk zomaar een horeca zaakje bij.
Jan (1946): “Ook de biljartvereniging was met de vier biljarttafels in haar nopjes. Naast de clubavond op maandag was het zaaltje ook op zaterdagmiddag open en dat trok veel biljartliefhebbers. Zo kwamen er binnen niet
Jaarboek 35, pagina 79
al te lange tijd twee verenigingen (De Doorschieter en ’t Steegie) bij en werd het zelfs druk.
Na zeven jaar werd om diverse redenen de locatie verruild voor een nieuw onderkomen bij het winkelcentrum Geesterduin, waar mijn broer Ber en ik ook eigenaar van werden. Daar kon op donderdag-, vrijdag- en zaterdagmiddag worden gespeeld. Op 1 september 1989 werd het centrum feestelijk geopend en we hebben dat met veel plezier bestierd tot 1 juli 2011.
Toen vonden wij het na 29 jaar wel goed zo en is het beheer overgedragen aan de nieuwe Stichting Belangenbehartiging Biljartsport Castricum (SBBC). Deze stichting, die wordt gevormd door de verenigingen Onder Ons en ’t Steegie, huurt het pand voorlopig voor vijf jaar en alles wordt nu gerund door vrijwilligers. De Doorschieter is per 1 juli vorig jaar opgehouden te bestaan, maar sommige leden zijn in Geesterduin blijven spelen.
Ik ben overigens nog gewoon lid van Onder Ons en speel zelf op de maandagavond. Daarnaast draaien mijn broer en ik bardiensten. Het is wel even wennen om er niet meer dagelijks naar toe te moeten. Dat geldt ook voor mijn vrouw Gonnie. Zij ging bijna altijd met me mee om de boel schoon te maken en alles op te ruimen. We hebben in het winkelcentrum een schitterende tijd gehad en vele toernooien gehouden, zoals het Henk Marckertoernooi en het Geesterduintoernooi.”
Leden
Onder Ons mag zich al jaren verheugen over leden die de club heel lang trouw zijn. Op dit moment (in 2012) telt de vereniging rond de 25 leden. Mensen als Jan Hemmer, Cees Liefting, Ber Zonneveld, Jan Feeke en Ber en Jan Veldt zijn al tussen de 40 en 50 jaar lid. Henk Marcker is zelfs meer dan 70 jaar bij de vereniging en was maar liefst 50 jaar secretaris.
Het niveau van de club is de laatste jaren wel een stuk minder geworden. Had Onder Ons voorheen nog tien kaderspelers, nu moet de club het doen met nog maar één speler in deze spelsoort en 23 spelers in de klasse libre. Het is wel heel bijzonder voor de vereniging dat Marieke Schigt al 32 jaar het enige vrouwelijke lid is.
Erelid en bondsridder
Henk Marcker (1922) verhuisde op vijfjarige leeftijd met zijn ouders van Amsterdam naar Castricum. Zijn moeder was een vriendin van de vrouw van eigenaar Henk Broksma van het Bondshotel. Zodoende kwam Marcker in aanraking met de biljartsport en werd in1940 lid van Onder Ons.
Marcker: “Ik speelde onder anderen met ‘Slappe’ Piet Kuijs van de zaadhandel, Bank Beentjes, Piet Res en Jan Visbeen. Een hoogvlieger was ik niet, maar wel een gemiddelde speler. Eén keer (in 1976) ben ik districtskampioen geworden in de hoofdklasse libre. Op bestuurlijk gebied was ik ook behoorlijk actief. Bij Onder Ons ben ik secretaris geweest van 1945 tot 1999. Daarnaast was ik 25 jaar districtsbestuurder en 23 jaar districtsarbiter.”
Tijdens de viering van het 75-jarig bestaan in 2010 werd hij lid van verdienste. Daarvoor was hij al tot erelid benoemd. Ook werd hij lid van verdienste en erelid van het district Alkmaar. Hier bleef het echter niet bij, want de Castricumse biljarter werd op 17 april 1990 ook nog eens door KNBB-voorzitter Maarten Hendriks tot bondsridder geslagen.
Aan het eind van ons gesprek in zijn woning liep Henk nog even naar de gang en toonde de oorkonde van de ‘Luie bul’ die hij in 1985 kreeg van Prins Carnaval.
De enige vrouw van Onder Ons
Marieke Schigt-Van Duin (1955) rijdt al 32 jaar elke maandagavond van haar woonplaats Zuid-Scharwoude naar het biljartcentrum in Geesterduin om de onderlinge wedstrijden van Onder Ons te regelen. Zij doet dat echter met veel plezier:
“Ik ben al jaren arbiter voor het district Alkmaar en daardoor kwam ik in de jaren (negentien) zeventig ook op bezoek bij Onder Ons. Dat leek mij een leuke vereniging om bij te spelen en daarom ben ik in 1980 lid geworden en nooit meer weggegaan. Ik voel mij hier heerlijk thuis en heb alle mannen onder de duim. Ze doen ook alles voor me en ik kreeg al gauw de bijnaam ‘Koningin van de vereniging’.
Voor het vele vrijwilligerswerk bij de club en voor de bond in 31 jaar werd ik onderscheiden. Daarnaast ben ik lid van verdienste van zowel de club als het district. Ook ben ik gehuldigd voor 30 jaar lidmaatschap van Onder Ons.
Voor het district ben ik nog steeds actief als docent arbitersopleiding en gewestelijk arbiter. Bij de vereniging maak ik roosters voor de onderlinge wedstrijden en de finales. Ik geniet elke maandagavond ten volle als alles draait en ik zie dat iedereen het naar zijn zin heeft!”
Jaarboek 35, pagina 80
Jubilea
In 1985 vierde Onder Ons het gouden jubileum. Naar aanleiding daarvan verscheen een boekwerkje, waarin aandacht werd besteed aan diverse hoogtepunten. Burgemeester Gmelich Meijling feliciteerde in zijn voorwoord de vereniging met het 50-jarig bestaan en wees erop dat biljarten niet alleen ontspanning brengt, maar ook inspanning en training vergt. Het programma omvatte een receptie op 2 maart in het clublokaal en de volgende dag was er voor de leden en partners een feestavond in Uitgeest.
In 2010 stond de vereniging stil bij het 75-jarig bestaan en recipieerde (red: ontving genodigden) ter ere daarvan op 2 maart in het biljartcentrum van de gebroeders Veldt. Tijdens deze bijeenkomst werden Henk Marcker (70 jaar lid), Jan Hemmer (55 jaar lid), Ber Zonneveld (50 jaar lid) en Marieke Schigt (30 jaar lid) benoemd tot lid van verdienste. Tenslotte werd secretaris Jan Levering door Jan Visser, afgevaardigde van de KNBB, benoemd tot lid van verdienste van het district Alkmaar.
Willen is kunnen (1965)
Op 15 oktober 1965 werd in De Rustende Jager een nieuwe biljartclub opgericht, die dezelfde naam kreeg als het etablissement. Daar speelden Cees Burgmeijer, Anton Steij en Nico de Jong hun wekelijkse potje biljart. De Jong hanteerde ook als eerste de voorzittershamer. Al snel telde de club ruim 20 leden.
Jaarboek 35, pagina 81
Enkele maanden na de oprichting trad de vereniging toe tot de KNBB en ging spelen in district Alkmaar, waar menig kampioenschap werd behaald.
Bovengenoemd drietal werd met Gert Lute erbij zelfs in 1967 Nederlands kampioen in de vierde klasse libre. Een unieke prestatie voor zo’n jonge club.
Bij de huldiging kregen de Castricummers een compliment van de voorzitter van de bond voor hun kleding. In die tijd was het namelijk de gewoonte om in een zwarte trui te spelen, maar de biljarters van ‘De Rustende Jager’ deden dat in een zwart vest.
Na de sloop van De Rustende Jager in 1976 moest de vereniging naar een andere locatie uitzien en kwam toen terecht in het biljartpaleis van Leferink. Vanwege het verdwijnen van ‘De Rus’ besloot men de naam te veranderen in ‘Willen Is Kunnen’ (WIK). Mede door meer biljartmogelijkheden kon ook het aantal leden worden uitgebreid.
Evenals Onder Ons verhuisde de club in 1980 naar het voormalige veilinggebouwtje in de Dorpsstraat. Samenwerking met enkele andere verenigingen, waaronder een aantal bridgeclubs, leidde ertoe dat WIK in 1982 opnieuw verkaste.
Toen werd het onderkomen gevestigd in het biljart- en bridgecentrum aan de Stetweg, waar men nu nog speelt. Daar beschikt de club ook over vier prachtige wedstrijdtafels. Op 27 oktober 1990 hield de vereniging daar een receptie ter gelegenheid van het 25-jarig jubileum.
De vereniging kende tot nu toe slechts vier voorzitters. Daarvan is Peter Vos de langst zittende.
De voorzitters van 1965 tot heden
1965-1973 Nico de Jong
1973-1978 Ko van Maldegem
1978-1980 Jaap van der Himst
1990-heden (=2012) Peter Vos
Plezier
WIK is geen vereniging meer die op hoog niveau speelt. Enkele spelers zijn naar een club gegaan die beter bij hun ambities paste. Van de drie oprichters speelt momenteel Cees Burgmeijer(1939) nog steeds bij WIK.
Cees merkte het volgende op: “Met Gert Lute, die er vlak na de oprichting bij kwam, ben ik inmiddels 47 jaar lid; wij beiden zijn erelid. Verschillende spelers zijn al meer dan 30 jaar lid, want over ’t algemeen zijn Wikkers honkvast. Het ledenaantal is ongeveer 25 en dat blijft constant. Elk jaar doen verschillende spelers mee aan districtswedstrijden in diverse spelsoorten en af en toe wordt een mooi succes gehaald.
Het belangrijkste is echter dat de leden veel plezier beleven aan hun hobby en daar iedere week naar uitzien. WIK is naast een biljartclub ook een gezelligheidsclub, want meerdere keren per jaar worden ook de partners van de leden uitgenodigd om samen aan een activiteit deel te nemen.”
Jaarboek 35, pagina 82
Theo de Graaf deed poging werelduurrecord biljarten
Het biljarten in Castricum kwam in de zomer van 1971 volop in het nieuws. Binnen de biljartclub Duinzicht, die in het gelijknamige café aan de Beverwijkerstraatweg speelde, was namelijk het idee ontstaan om een aanval te doen op het wereldrecord non-stop biljarten, dat op dat moment stond op 67 uur en 32 minuten. Theo de Graaf (1951) wilde wel een poging doen om dat record te verbreken en startte met zijn marathon op donderdag 15 juli om 16.00 uur, nadat de acquitstoot was verricht door niemand minder dan zanger Johnny Jordaan.
Theo: “In het begin had ik nogal last van zenuwen, wel weer. Voor deze poging had ik van biljartfabriek Feller uit Hoorn een mooie keu gekregen die goed in de hand lag. De medische verzorging was prima geregeld. Huisarts Van den Bergh controleerde regelmatig mijn conditie en fysiotherapeut Rob Schouten masseerde mij van tijd tot tijd. Ook waren leden van de Castricumse EHBO onafgebroken aanwezig om een oogje in het zeil te houden. Ik moest mij daarbij aan een uitgekiend dieet houden met zo weinig mogelijk calorieën, dat onder andere bestond uit een appel, zuurkool, beschuit, thee, bouillon, citroen en karnemelk.
Uiteindelijk hield ik het vol tot zondag 18 juli 12.03 uur en toen vond ik het na 68 uur en 3 minuten welletjes. Daarmee werd het oude record dus verbeterd met 28 minuten. Overigens hing dat succes nog even aan een zijden draadje, toen ik in de nacht van zaterdag op zondag een black-out kreeg. De slaap overviel me en ik dreigde volkomen in elkaar te zakken. Na een massage, een rondje hardlopen in de frisse buitenlucht en een koude douche wisten ze mij echter weer klaar te stomen voor de slotfase.
Toen het moment eenmaal daar was, bleek dat ik in totaal 3.725 caramboles had gemaakt, oftewel een gemiddelde van 1,04. Dat was hoger dan mijn algemeen gemiddelde bij de club! Tijdens deze marathon speelde ik trouwens tegen mijn eigen clubleden die steeds rouleerden.
Na afloop was het tot diep in de nacht groot feest met optredens van de Wico’s en de Amsterdamse zanger Bolle Jan. Ik werd bedolven onder de bloemen.
Jaarboek 35, pagina 83
Daarna maakte ik met Willem Harder, de toenmalige uitbater van Duinzicht en organisator van dit biljartspektakel, een rondedans voor de enthousiaste supporters, familieleden, vrienden en vele andere belangstellenden. Ook mocht ik diverse geschenken en een geldbedrag in ontvangst nemen.
De enige smet op mijn prestatie is dat het record niet erkend kon worden door het Guinness Book of Records, omdat de poging door twee spelers dient te worden ondernomen. De tweede kandidaat van Duinzicht haakte echter af. Toen besloot ik het maar in mijn eentje te doen. Met veel plezier kijk ik hierop terug en ik sta nog steeds achter mijn uitspraak vlak na het behalen van het record: “Dit was eens, maar nooit weer!”
Biljartclub voor ouderen (1981)
Begin jaren 1980 bleek er draagvlak te zijn voor een nieuwe biljartvereniging, omdat ook de vergrijzing in ons dorp sterk was toegenomen. Op 23 maart 1981 zag de ‘Biljartclub Voor Ouderen’ (BVO) het levenslicht. Ko van Maldegem was de eerste voorzitter.
Ook deze vereniging vond in de eerste dagen van haar bestaan onderdak bij café Leferink. De leden waren aanvankelijk blij hier te kunnen biljarten, maar misten toch wel een eigen accommodatie. Die werd gelukkig vrij snel gevonden boven de nieuwgebouwde bakkerij van Kuilman aan de Stetweg.
Samen met enkele andere verenigingen ging de BVO deel uitmaken van de Stichting Biljart- en Bridge Centrum. Uit de beginjaren komen namen voor als die van Ko van Maldegem, Anton Ellermeijer en Jan Edam, bestuurders van het eerste uur, die met hun enthousiasme en doorzettingsvermogen de vereniging door de eerste roerige jaren hebben geloodst.
De voorzitters van 1981 tot heden
1981-1990 Ko van Maldegem
1990-1994 Joop Lamers
1994-2003 Jan van der Vliet
2003-2009 Andy van Ollefen
2009 heden (=2012) Rob Smit
Een van de oprichters
Jan Edam (1919-2012) was met Ko van Maldegem (1921-2004) een van de oprichters van BVO. De inmiddels overleden Jan vertelde daar het volgende over:
“Er waren rond 1980 zoveel ouderen die wilden biljarten dat er behoefte was aan een nieuwe club. In De Kern vond de oprichtingsvergadering plaats en in het begin hebben we nog even bij Leferink gespeeld tot we overstapten naar het pand van Kuilman aan de Stetweg.
Dat heeft ons, maar ons niet alleen, vele slapeloze nachten bezorgd. Er was een bedrag van 120.000 gulden nodig voor de inrichting van de speelruimte en voor de aanschaf van materialen. Dat bedrag hadden we niet en de beide andere verenigingen, de biljartvereniging WIK en Bridgekring 1966 evenmin. Op subsidie van de gemeente hoefden we niet te rekenen. Een verzoek aan een van de Castricumse banken om een lening had ook geen resultaat. De bank liet weten dat er onvoldoende onderpand zou zijn om, als we het niet zouden redden, bij het opheffen van de stichting de lening terug te betalen. Over de helft van het bedrag zou eventueel te praten zijn. We hebben toen een obligatielening uitgeschreven en binnen 14 dagen was dankzij het enthousiasme van de verenigingen en hun leden het benodigde bedrag van 60.000 gulden binnen. De bank ging toen ook overstag en de Stichting Biljart- en Bridgecentrum kon van start. BVO had als deelnemende vereniging een eigen home!
De eerste jaren waren mager en elke cent werd omgedraaid. Over een koekje bij de koffie moest in het stichtingsbestuur worden gestemd … Ik weet ook nog goed dat we geen personeel in dienst konden nemen voor buffet- en schoonmaakwerkzaamheden, omdat er dan belasting was verschuldigd over de betalingen. Daarom vroegen we maar vrijwilligers via een advertentie en daar kwamen voornamelijk vrouwen op af. Zij kregen dan een vergoeding van maximaal 1.500 gulden per jaar en als ze dat bedrag hadden bereikt, moesten ze van de boekhouder vertrekken en mochten pas het jaar daarop weer terugkomen … Toch is alles op zijn pootjes terechtgekomen en na 10 jaar waren alle schulden afgelost en was de gehele inventaris afgeschreven.
Ik heb bij BVO een hele leuke tijd gehad. We speelden onderlinge wedstrijden, maar ook tegen Alkmaar en Heemskerk. Toen ik in 2006 in De Santmark ging wonen, vond ik het mooi geweest en ben ik gestopt met biljarten. Mijn keu heb ik echter nog steeds bewaard.
Jaarboek 35, pagina 84
De BVO voorzag in een grote behoefte, want het ledental steeg jaar na jaar. In 1994 moest er zelfs een ledenstop worden ingevoerd, omdat het toen ingestelde maximum van 154 leden was bereikt en dat aantal dreigde behoorlijk te worden overschreden.
Het grote voordeel van deze vereniging is dat er wekelijks op zeven verschillende dagdelen in clubverband kan worden gebiljart. Daarnaast kan er op twee middagen vrij worden gespeeld.
Bij het 30-jarig jubileum in 2011 blikte de huidige (in 2012) voorzitter Rob Smit (1946) terug en zei tot slot:
“De BVO is een club met een groot aantal trouwe leden. Het overgrote deel biljart voor zijn plezier in een gemoedelijke sfeer, soms ook wel fanatiek, maar zonder het ‘mes op tafel’. Gelukkig maar, de biljartlakens gaan hier dan ook vrij lang mee.
Er zijn heel veel leden, zonder hier namen te noemen, die in het verleden een enorm actieve rol hebben gespeeld binnen de vereniging. Maar één naam springt er nadrukkelijk uit en dat is Anton Ellermeijer, die in 2000 wegens zijn grote verdiensten voor de vereniging gedurende 15 jaar werd benoemd tot erelid. Hij is tot nu toe ook de enige die deze eer ten deel viel. En als ik Anton Ellermeijer heb genoemd, mag ik ook de naam van Jan van Vliet niet vergeten. Met een ongelooflijk goed humeur en geduld wist hij veel lastige ledenvergaderingen tot een goed einde te brengen, Hij was negen jaar voorzitter en hij bleef altijd vrolijk.
Goed vandaag dus 30 jaar BVO, op naar het volgende lustrum. Al die jaren zijn wij al een bloeiende vereniging en dat willen wij graag blijven. Aan het bestuur zal het niet liggen, aan u ongetwijfeld ook niet, want er wordt nog steeds veel plezier aan het spelletje beleefd. Ik heb zojuist gememoreerd dat wij in 1994 over 154 leden beschikten. Nu schommelt het ledenaantal rond de honderd, 109 om precies te zijn. Van die leden is een kwart 80 jaar en ouder, sterker nog, drie zijn er over de 90.
Het is wel zaak om het ledenaantal vast te houden en liefst nog wat te vergroten!”
De Doorschieter (1982)
De Doorschieter werd op 1 september 1982 opgericht door en voor biljarters van allerlei pluimage: jong en oud; beginner en gevorderde; man en vrouw. De eerste voorzitter was Nico Tessel, die werd bijgestaan door secretaris Jan de Jong en penningmeester Jaap Brugman. Ook deze club begon in de garageboxen aan de Jacob Rensdorpstraat en verhuisde in 1989 mee naar het nieuwe biljartcentrum in Geesterduin. Daar werden elke woensdagavond de wedstrijden gespeeld.
De nadruk van De Doorschieter lag op de gezelligheid in combinatie met het streven naar een zo goed mogelijke prestatie. Daarom werd er vanaf 1985 voor de bond in het district Alkmaar in diverse disciplines gespeeld. De kampioenen deden daarna mee aan de gewestelijke wedstrijden. Zo was Marcel Klomp succesvol in november 1999 door in Lisse de finale te winnen van de 5e klasse libre. Hij was ook de enige Doorschieter die mee mocht doen aan een landelijk kampioenschap, overigens zonder daarbij in de prijzen te vallen.
In de discipline ‘teams’ werd één keer gewestelijk meegedaan door De Doorschieter en wel in 2001. Het team stond onder leiding van Gerard van Oostrom, het enige lid van deze biljartvereniging die in 2007 werd benoemd tot erelid vanwege zijn vele bestuursfuncties en zijn 25-jarig lidmaatschap. Voor velen was deze club namelijk een doorgangshuis, want in al die jaren werden in totaal 77 leden genoteerd (waaronder circa 10 dames) , terwijl het ledental jaarlijks varieerde van 16 tot 25.
De leden die tijdens wedstrijdavonden nog niet aan de beurt waren, verveelden zich overigens nooit, want er werd veel geklaverjast en dat werd vaak tot in de kleine uurtjes voortgezet. Eens per jaar werd het gezelligheidstoernooi ’10 over Rood’ gespeeld, waarbij om de clubbokaal werd gestreden. Ook werden er meerdere feestjes gehouden, zoals in 1992 en 2007 tijdens de vieringen van respectievelijk het 10-jarig en 25-jarig bestaan.
Toch zag deze club geen kans te overleven, nadat de gebroeders Veldt per 1 juli 2011 stopten met hun biljartcentrum. Toen viel ook het doek voor
Jaarboek 35, pagina 85
De Doorschieter. Vele leden zegden dat jaar hun lidmaatschap op om verschillende redenen, waarvan er een was dat men geen verplichtingen wilde aangaan ten opzichte van de stichting die per die datum het centrum in Geesterduin ging beheren. Omdat er nog maar zes leden overbleven, heeft het bestuur onder voorzitterschap van Frans Lute toen maar besloten om de vereniging op te heffen.
’t Steegie (1988)
Van een vereniging met een historie van 24 jaar mag je toch verwachten dat er een en ander op papier is terug te vinden. Dat geldt echter niet voor ’t Steegie, dat als vijfde Castricumse biljartvereniging op 28 november 1988 het levenslicht zag. Voorzitter Martin Res (1936) kon dat echter wel verklaren en wist gelukkig nog veel te vertellen:
“Ik kwam in de jaren 1980 nog wel eens een biljartje maken bij de gebroeders Veldt aan de Jacob Rensdorpstraat. Jan Stet vroeg me op een gegeven moment of ik er iets voor voelde om mee te helpen een club op te richten. We wilden namelijk niet bij Onder Ons spelen, want dat niveau was te hoog voor ons. Al snel hadden we 10 mannen die mee wilden doen en onder leiding van voorzitter Verner Oussoren gingen we van start. De naam ‘t Steegie werd bedacht door Klaas Tessel die zich liet inspireren door het feit dat je alleen via een steeg tegenover het zwembad de garageboxen van Veldt kon bereiken.
Toen het biljartcentrum daar werd opgeheven, gingen we natuurlijk mee naar de nieuwe vestiging in Geesterduin. Ondertussen waren we uitgegroeid tot 22 leden. In 2005 wilde Oussoren onmiddellijk weg bij Veldt, omdat de gebroeders lieten doorschemeren dat ze wilden stoppen. De voorzitter schreef op dat moment zonder overleg of inspraak een brief aan alle leden, waarin hij meedeelde dat er vanaf september in het biljartcentrum aan de Steweg zou worden gespeeld.
Dat veroorzaakte tweespalt binnen de vereniging, met als gevolg dat ongeveer de helft opstapte en een nieuwe vereniging oprichtte. De andere leden bleven bij Veldt spelen en doen dat nu nog. Ik werd na de breuk de nieuwe voorzitter van ’t Steegie en binnen anderhalf jaar zaten we weer op 22 leden. Waarschijnlijk heeft Oussoren, die inmiddels is overleden, alle papieren meegenomen en is er daarom bijna niets meer terug te vinden. Ook hebben we nog geen website, omdat de gemiddelde leeftijd 65 is en er niemand staat te dringen om ermee aan de gang te gaan. Ons jongste lid is ongeveer 55 jaar en ikzelf ben met 75 jaar zo’n beetje de oudste.
We spelen alleen onderlinge wedstrijden op de donderdagavond. Kenmerkend is de hoge opkomst. Er zijn veel avonden waarop iedereen er is en dat is voor een groot deel te danken aan de gezelligheid die bij ons voorop staat. Zo organiseren we op een vaste avond tussen kerst en nieuwjaar een spelletjesavond. Aan het eind van elk seizoen vindt de prijsuitreiking plaats en in juni hebben we een feestavond. Zo hou je het lang vol, alleen zou ik zo langzamerhand wel willen aftreden om plaats te maken voor een jonge voorzitter. Maar waar vind je die vandaag de dag?”
’t Stetje (2005)
De jongste biljartvereniging van Castricum heet ’t Stetje. Zoals al beschreven onder ’t Steegie, werd Verner Oussoren voorzitter van deze nieuwe vereniging die op 25 juli 2005 werd opgericht. Met 14 leden ging men puur als gezelschapsgroep van start in het biljartcentrum aan de Stetweg, waar
Jaarboek 35, pagina 86
vanzelfsprekend de naam van de vereniging mee verbonden is. Sinds het overlijden van Jan van de Kerkhof in april 2012 wordt de functie van voorzitter bekleed door Hans Molenaar. Momenteel (in 2012) telt de club alweer 20 leden die op vrijdagavond bij elkaar komen. In het voorjaar van 2011 werd het clubtenue, bestaande uit een zwarte of donkerblauwe broek en een wit overhemd, uitgebreid met een rood vestje dat werd voorzien van een geborduurd embleem.
‘t Stetje organiseert elk jaar drie toernooien, waarvoor ook andere verenigingen worden uitgenodigd. Verder wordt veel aandacht besteed aan de onderlinge band door middel vaneen clubblad en het jaarlijks organiseren van een barbecue of een andere gezellige avond. In november 2009 is men zelfs met de hele groep en partners drie dagen op stap geweest.
Nastoot
In Bakkum en Castricum wordt er anno 2012 nog door circa 200 biljarters in clubverband gespeeld. Ondanks het feit dat de oorspronkelijke biljartsport door de opkomst van pool- en snookerbiljarts fors aan populariteit heeft moeten inboeten, telt ons dorp toch vijf gezonde verenigingen die deze edele sport beoefenen. Daarom is de verwachting dat er hier nog lange tijd wordt gekrijt!
Hans Boot
Bronnen:
- Archiefmateriaal en websites biljartverenigingen;
- Castricum-Bakkum in vervlogen jaren, 1996;
- Heideman H., Dorpje aan de duinkant, 1986.
Met dank aan: Cees Burgmeijer, Jan Feeke, Hans Gosselink, Theo de Graaf, Eric Hansman, Jeroen van de Kerkhof, Jan Levering, Henk Marcker, Gerard van Oostrom, Martin Res, Marieke Schigt-Van Duin, Rob Smit, Ber Veldt, Jan Veldt, Maarten Voogt en Peter Vos.
- Verschenen jaarboekartikelen over verenigingen in Castricum:
- amateurtuinders
- atletiekvereniging AVC
- Bakkerij
- biljart
- bridge Bricas
- carnaval
- fanfare
- gymnastiek
- hengelsport
- Kennemer ijsbaan
- Perspectief
- muziek
- rugby
- scouting
- tennis
- toneel
- turnen
- voetbal
- volleybal