Niets uit deze publicatie mag worden overgenomen zonder toestemming van de Stichting Werkgroep Oud-Castricum.
Jaarboek 38, pagina 38
De Bakkerij 40 jaar: van jeugdsociëteit tot poppodium
‘De Bakkerij’ is al ruim 40 jaar een begrip in Castricum. In dit artikel, waaraan door diverse betrokkenen is meegewerkt, leest u hoe De Bakkerij aan zijn naam komt, hoe die eerste jaren waren en over de sluiting van het pand aan het Bakkerspleintje na 33 jaar in augustus 2007. Ook komt de oprichting van de Vereniging Vrienden van De Bakkerij in 2005 aan de orde.
Daarnaast worden de rol van de jongerenwerkers en de diverse activiteiten en evenementen belicht. Uiteraard wordt er ook niet voorbijgegaan aan de strijd die moest worden geleverd om ‘De nieuwe Bak’ te verkrijgen en te kunnen uitbreiden.
Ongeorganiseerde jeugd
Eind jaren 1960 nam het idee van een jeugdsociëteit voor de ‘ongeorganiseerde’ jeugd van Castricum steeds vastere vormen aan.
“Ongeorganiseerde jeugd was vooral de jeugd die niet bij de sportclub, culturele of andersoortige verenigingen kwam”, zegt Hans van Balgooi, die als 20-jarige betrokken was bij de totstandkoming van De Bakkerij. Maar wat wilde de jeugd? Er waren toch al genoeg kroegen in het dorp? Immers in die tijd kwam half Noord-Holland in Castricum stappen. Wat wil je dan nog?
Hans: “We wilden het vooral zelf doen, zelf activiteiten organiseren. Maar vooral wilden we een eigen plek waar we niet weggejaagd zouden worden.”
De jongeren die achter dit idee stonden, klopten aan bij de gemeente. De ongeorganiseerde jeugd wilde zich organiseren. Een geschikt pand was moeilijk te vinden. De initiatiefnemers hebben toen heel wat omzwervingen gemaakt door Castricum en omgeving.
Zo had je de schuur van Heesterbeek aan de Oude Haarlemmerweg, waar wel eens activiteiten georganiseerd werden. Hans: “De politie is daar wel eens binnengevallen, omdat er ‘exotische geuren’ gemeld waren. Op dat moment zaten er 30 mensen te vergaderen; allemaal netjes aan de cola.”
De voorgeschiedenis
De wens om ruimte voor jongeren werd al in 1954 in de gemeenteraad geuit door het bevlogen raadslid mevrouw Jacobs-Wentink. Het Castricums Centraal Jeugdoverleg, dat 32 verenigingen vertegenwoordigde, brak in 1965 een lans voor een jeugdcentrum. In de naoorlogse jaren was de aandacht vooral gericht op wederopbouw, infrastructuur en onderwijsvoorzieningen. Grote wensen als een bejaardencentrum of een zwembad konden nog niet in vervulling gaan.
Pas toen het aantal inwoners sterk begon te stijgen door realisering van de wijk Molendijk, eind jaren (negentien) zestig, werd er meer mogelijk. Burgemeester Van Boxtel zette in 1969 het begrip samenlevingsopbouw op de agenda en de gemeente liet door het Provinciaal Opbouworgaan, in de persoon van drs. Absil, een onderzoek uitvoeren.
Een van de conclusies was dat een activiteitencentrum en daarbij een jeugdsociëteit in een behoefte zou voorzien. De gemeenteraad nam in april 1971 die aanbeveling over. Tot uitvoering is het echter nooit gekomen.
Jaarboek 38, pagina 39
Opnieuw een initiatief
Nadat eind jaren (negentien)zestig in Castricum meerdere initiatieven vanuit de jeugd voor een eigen organisatie vroegtijdig sneuvelden (onder andere B.O.C., Live in Peace en C.C.C.), namen enkele jongeren opnieuw het initiatief om tot een eigen organisatie te komen. Piet van der Schilde, Angèle Veldt en Hans van Balgooi maakten een stencil met de oproep aan jongeren om op 14 april 1971 in de schuur van Heesterbeek aan de Hollaan in Castricum bij elkaar te komen. Ondanks dat Ajax op de TV tegen Atlético Madrid moest spelen, kwamen die avond 60 jongeren bijeen en vormden een Startgroep Jeugdsociëteit, die met begeleiding van de Provinciale Jeugdraad aan de slag zou gaan. De basis voor de jeugdsociëteit, die later De Bakkerij zou gaan heten, is toen gelegd.
Eerst moesten er financiële middelen komen. Na een aantal vergaderingen van de startgroep en de gemeente, begin 1971, vond op 28 augustus van dat jaar de eerste rommelmarkt plaats. In de maand daarvoor gingen ruim 75 jongeren met een bakfiets door Castricum om oude spullen op te halen. De rommelmarkt, inclusief loterij en veiling, was een groot succes; er was een opbrengst van ruim 4.000 gulden.
In die tijd ging de startgroep op bezoek bij andere jeugdinitiatieven in de buurt. De groep bestond toen uit een aantal van die ongeorganiseerde jeugdleden, te weten Marga Bakker, Frans Borst, Gerard Bouwhuis, André Dekker, Theo Kaandorp, Marian Luijckx, Piet van de Schilde, Egbert Tates, Wim Heesterbeek, Peter Borst en Evert Hissink. Daarnaast werden ze ondersteund vanuit de provincie. In september 1971 kwam de startgroep met de ‘Nota Jeugdsociëteit Castricum’ en vroeg aan de gemeente hulp bij het zoeken naar een accommodatie en financiële steun.
Van Balgooi: “In de bijna drie jaar dat het duurde om een eigen onderkomen te vinden, hebben we in en om Castricum in totaal ruim 24 panden bezocht. Dat waren onder andere de Breedeweg 40, de Duinrandschool en de boerderij van Kuijs aan de Alkmaarderstraatweg, Zelfs de mogelijkheid van een tijdelijke voorziening aan de Walingstuin werd overwogen.”
Er werd een stichtingsakte voor de Stichting Jeugdsociëteit Castricum opgesteld, waarin de doelstelling als volgt werd omschreven:
het bieden en realiseren van mogelijkheden voor ontmoeting, vorming en recreatie van jongeren. De stichting tracht dit doel te bereiken door het inrichten en exploiteren van een voor het werk van de stichting benodigde accommodatie.
De akte werd op 25 mei 1972 gepasseerd en ook de formele start van de jeugdsociëteit was toen een feit.
In oktober 1972 berichtten burgemeester en wethouders de gemeenteraad dat een oplossing voor het ruimtevraagstuk nog niet in zicht was. Nog geen twee weken later stuurde het college een nieuw voorstel naar de raad. Een ambtenaar was met het idee gekomen om de jeugdsociëteit te vestigen in de voormalige bakkerij van Gerard Hemmer aan de Dorpsstraat. Bestuur van de jeugdsociëteit, de startgroep en de consulent van de Provinciale Jeugdraad: iedereen was enthousiast. De onderhandelingen begonnen en er werden inrichtingsplannen gemaakt.
Hans van Balgooi: “Hemmer wilde zijn oude bakkerij verhuren aan de gemeente, maar begon te twijfelen. De gemeente meldde op dinsdag 15 mei 1973 dat ze er niet uitkwamen. De jongeren merkten dat ze er bijna waren. Diezelfde dag werd er een brief naar de gemeente gestuurd dat er gedemonstreerd zou worden op zaterdag 19 mei. Het zou de grootste demonstratie worden die ooit in Castricum is gehouden. Uiteindelijk kreeg de Jeugdsociëteit Castricum het bericht dat wethouder Van Hemert toch op 18 mei een voorlopige koopovereenkomst had gesloten. De demonstratie werd daarop afgeblazen.”
Op 28 juni 1973 stelde de gemeenteraad 105.000 gulden beschikbaar voor de verbouwing.
Opening
Op de dag na Kerst 1973 werd het pand overgedragen. Gerard Hemmer was daar natuurlijk bij, maar achteraf met een tragische afloop. Hij werd namelijk onwel tijdens de overdracht en is later die dag overleden.
Jaarboek 38, pagina 40
De verbouwing begon. De grote ruimte beneden was geschikt voor optredens; daarnaast was er nog een ruimte voor kleinschalige activiteiten, een bestuurskamer en de voormalige meelzolder werd later het bekende koffiehuis. De entree van het gebouw kwam aan de vroegere achterzijde. Op 5 oktober 1974 werd De Bakkerij geopend. Het weiland, later een parkeerplaats, werd het Bakkerspleintje genoemd.
Miranda Giling-Hemmer over het gebouw van De Bakkerij aan het Bakkerspleintje: “Hendrikus Hemmer, de vader van mijn opa Gerard, had een bakkerij en winkel-woning op de Ruiterweg 71. Deze heette Bakkerij De Hoop. Later werd dit van mijn opa Gerard.
Aan de Dorpsstraat 52a stond een schuur van bollenboer Nicolaas Kehl, die ook bakker was. In deze bollenschuur bevond zich een bakkerij. Dit pand had Hendrikus Hemmer in 1902 gekocht, gesloopt en daarop bouwde hij de winkelpanden Dorpsstraat 50 en 52.
In de oorlog is Bakkerij De Hoop gesloopt door de Duitsers en werden mijn opa en vader gedwongen naar de Dorpsstraat te verhuizen, waar zij boven de winkel gingen wonen. Na de oorlog heeft mijn opa de winkels en bakkerij verhuurd. De Bakkerij (achter de winkelpanden) werd aan de gemeente verkocht.”
De Bakkerij, een kweekvijver van eigen talenten
Direct na de opening is er door de jongeren in Castricum gretig gebruik gemaakt van de nieuwe ruimte. Het werd onder andere een plek waar het krioelde van muzikale talenten. Ondermeer Jakob, Kees en Leon Klaasse, Peter van Straten, Peter ‘PeeWee’ Warnier, Erik Mooijman, Jos van Beest, Bert Baars, Ian Boelens, Gerard Bouwhuis, Frans Hendriks, Toon Hollanders, Hans Oldenburg en Rini Oudhuis speelden en oefenden in De Bakkerij en zouden zeer bekende namen in de Nederlandse muziekwereld worden.
Zo ontstond in 1978 in De Bakkerij een eigen huisband, ‘Pee Wee and the Specials’, genoemd naar de oprichter Peter Warnier die zijn eerste gitaar had gekocht en vol bravour verkondigde dat hij de beste basgitarist van Nederland zou worden. Beroemd werd hij wel. Met Pee Wee waren zij elke vrijdagavond live op de radio in het VPRO-programma De Suite van onder anderen Jan Donkers. Ook zaten zij minimaal een dag per week met Wim T. Schippers, alias Harko Wind, in de Vara-studio’s.
Vier van hen vormden samen met Jan de Hont (‘ZZ en de Maskers’) en Bram Vermeulen (‘Neerlands Hoop’) de groep ‘Bram Vermeulen en de Toekomst’, waarmee ze zelfs een Edison verdienden. Jacob en Frans werkten als producer mee aan vele succesvolle platen. Jacob werd ook bekend als toetsenist bij Boudewijn de Groot.
Frans Hendriks en Peter Warnier specialiseerden zich in geluid. Frans begon een eigen geluidstudio in Limmen en daar werden veel bekende Nederlandse producties opgenomen. Peter begon een studio in Amsterdam, gespecialiseerd in geluid bij TV-series en films, en zijn bedrijf kreeg meerdere keren een Gouden Kalf voor het beste filmgeluid. Erik speelde jarenlang bij ‘De Maskers’ en nu nog steeds bij de in West-Friesland wereldberoemde ‘Oôs Joôs’.
Jos van Beest is niet alleen in Nederland bekend geworden, maar vooral ook in Japan. Gerard Bouwhuis is beroemd geworden als pianist bij vele orkesten en ensembles, onder meer bij het ‘Xenakis ensemble’ en hij werd docent hedendaagse muziek bij het Koninklijk Conservatorium.
Dit zijn slechts enkele voorbeelden. De lijst van alle Castricumse jongeren die hun talent ontwikkeld hebben in De Bakkerij, is bijna onuitputtelijk geworden.
Behalve muziek werden er ook andere activiteiten opgezet. Dat kon niet allemaal zonder begeleiding. Met overheidsbijdragen werd het mogelijk om jongerenwerkers aan te stellen. Er kon zelfs gebruik gemaakt worden van de regeling voor ‘Tewerkstelling van erkende gewetensbezwaren militaire dienst’.
Chris van der Hoeven was vanaf 1977 tot medio 1980 projectleider bij De Bakkerij en werd daarna betrokken bij de opstelling van een gemeentelijk beleidsplan voor het sociaal-cultureel werk.
Jaarboek 38, pagina 41
Chris: “In mijn herinneringbruiste De Bakkerij dankzij zo’n 60 vrijwilligers van allerlei activiteiten op het gebied van muziek, film, theater enzovoort. Er werd yogales gegeven, er was een teken- en schildercursus en wekelijks een biologisch eethuisje. Op woensdagmiddag werd er van alles voor kinderen georganiseerd en zelfs het vrouwencafé vond er onderdak. Bands oefenden en speelden er. Ook schrijvers, waaronder Jules Deelder, zijn er opgetreden. Het was soms hectisch, intensief en spannend, maar ik kijk er met een goed gevoel op terug.”
Halverwege 1979, in juni, klaagden veel buurtbewoners over hinder van geluidsoverlast bij optredens en oefensessies. De Bakkerij organiseerde haar eigen punkfestival, volgens overlevering het eerste punkfestival van Nederland. Oorspronkelijk zou het festival drie dagen duren, maar dat heeft het niet gehaald.
Het volgende ooggetuigenverslag komt uit het punkblad STRIJD-ZWEET (september-oktober 1979):
“Toen we op het station aankwamen was het daar al gezelliger gemaakt. Het concert begon om 20.00 uur met de nieuwe groep The Ex. (..) Ze speelden nummers die langzaam begonnen en later sneller werden. Persoonlijk vond ik de langzame stukken te lang duren en de snelle stukken te kort.”
Na The Ex volgden nog de Workmates en De Kapotjes. Daarna was de avond voorbij.
Maar wie dacht dat de punkers weer rustig naar het station vertrokken, heeft het goed mis. Uit het ooggetuigenverslag:
“Een heleboel punkers gingen dus naar het station. Onderweg hebben wat dronken punkers de nodige ruiten ingegooid en hier en daar nog wat gevochten, wordt beweerd. Op het station aangekomen gingen er punks op de rails liggen en sloopten reclameborden. De trein zou om 23.44 uur vertrekken, maar vertrok pas een half uur later.”
Burgemeester Gmelich Meijling besloot om de rest van het festival af te gelasten. ‘Dit met instemming van het bestuur’ volgens de krant. Het bestuur kreeg van de organisatie in elk geval de zwarte Piet toegespeeld.
De gemeente besloot na dat jaar om de geluidswering van De Bakkerij te verbeteren om de hinder, die buurtbewoners ondervonden, te beperken. Hierin werd 47.000 gulden geïnvesteerd. In september 1980 zijn duidelijke afspraken gemaakt tussen het bestuur en burgemeester Gmelich Meijling over het inroepen van assistentie van de politie.
Het bestuur van De Bakkerij merkte dat de sfeer van gezelligheid en gelijkheid bedreigd werd door jongeren uit de Zaanstreek en Amsterdam. Bij de ingang werd het lidmaatschap gecontroleerd en niet-leden werden weggestuurd. De jeugdsociëteit en de gemeente hadden iedere maand een gesprek over de gang van zaken.
Vanaf 1980 bleef het soms nog onrustig door verschillende groepen jongeren die ‘niet binnen de filosofie van De Bakkerij’ vielen. Vrouwen werden bij sommige optredens lastig gevallen, consumpties werden niet betaald, enzovoorts.
Met de gemeente werden afspraken gemaakt over het tijdelijk niet meer organiseren van grote evenementen en het doen van aangifte door het bestuur als er weer iets zou voorvallen. De jaren daarna, behoudens een enkel incident, bleef het rustig in en om De Bakkerij en ontwikkelde daarentegen vooral de Dorpsstraat met haar horeca zich als uitgaanscentrum en onrustplek.
Castricum als uitgaanscentrum
Castricum was vanaf de jaren (negentien) zestig tot beginjaren (negentien) negentig van de vorige eeuw het uitgaanscentrum in de omgeving. Uit de Zaanstreek en uit Alkmaar trokken in het weekend veel mensen naar Castricum. Op zaterdagavonden was het dorp vol bezoekers die van kroeg naar kroeg togen. Het liep regelmatig uit de hand en er was veel onrust rondom de horeca. Zo erg, dat er politie te paard werd aangetrokken om het uitgaanspubliek in toom te houden.
Omdat er ook veel op het station en in de trein vernield werd, stopten in het weekend de laatste treinen tussen Amsterdam en Alkmaar niet meer in Castricum. Burgemeester Schouwenaar stelde uiteindelijk het zogenaamde twaalf uur verbod in. Na twaalf uur mocht je niet meer van kroeg wisselen. Deze maatregel werd streng gehandhaafd. Het werd rustiger in de Dorpsstraat, ook omdat er bijvoorbeeld in Uitgeest een grote uitgaansgelegenheid bijkwam.
De onrust bij de cafés op de Dorpsstraat in die tijd stond in schril contrast met de rust die leefde op het Bakkerspleintje. De bezoekers van De Bakkerij trokken meestal niet van kroeg naar kroeg, maar kwamen voor de muziek en de sfeer of waren werkzaam als vrijwilliger. De sociale controle en zorg van de groep vrijwilligers zorgden ervoor dat er zich vrijwel geen problemen voordeden. Bovendien werd er, naast frisdranken, alleen bier en wijn geschonken en beperkte het drugsgebruik zich tot soft drugs. Harddrugsgebruikers werden zonder pardon het pand uitgezet.
Jaarboek 38, pagina 42
Ria Beens; mijn eigen ervaringen
“In 1983 ben ik in Castricum komen wonen samen met mijn man en drie kinderen in de leeftijd van 12, 13 en 16 jaar. Om in te burgeren zocht ik vrijwilligerswerk. Zo kwam ik terecht in het bestuur van de Stichting Open jeugd- en jongerenwerk De Bakkerij, snel daarna werd ik voorzitter. Ik had geen enkele ervaring met dit soort werk en was onbekend met het uitgaansleven en drank- en drugsgebruik. Wel kreeg ik van verschillende kanten waarschuwingen en mensen zeiden vaak dat ik niet wist waar ik aan begon.
De Bakkerij werd, in die tijd, nog ruim gesubsidieerd door de gemeente. Er werkten twee jongerenwerkers en een administratieve kracht. Het bestuur bestond uit oudere mensen aangevuld met een paar vrijwilligers. De Bakkerij was elke middag en avond open en ook ’s morgens kwamen er nogal eens jongeren binnenlopen. Iedereen was welkom, zo kwam ook Jan de Wildt vaak een kopje koffie drinken. En als jongeren problemen hadden, konden ze terecht bij de jongerenwerkers of de administratieve kracht.
Naast muziek- en theateravonden in het weekend werd er nog veel meer georganiseerd: theatercursussen, thema- en meisjesavonden, Koninginnedag, activiteiten voor jongere kinderen en dergelijke. Overdag was het koffiehuis open. Jonge mensen konden elkaar hier ontmoeten, hun huiswerk doen, hun problemen bespreken, een spelletje doen of alleen maar hangen.
Er waren meestal tussen de 50 à 60 vrijwilligers actief, die toen nog ondersteund werden door de jongerenwerkers. En die jonge mensen namen hun verantwoording; zij letten op elkaar en op de bezoekers. Als het ergens fout ging, als iemand te veel dronk of te veel blowde, werd hij of zij daarop aangesproken. Meisjes werden niet lastig gevallen en als dat wel gebeurde, werd er onmiddellijk actie ondernomen.
Na alles wat ik gezien en meegemaakt heb in De Bakkerij, wist ik dat het negatieve imago van De Bakkerij niet klopte. In plaats van een drugshol was het een goede en veilige plek om te verblijven en dat gold voor de punker, maar ook voor mensen die het niet zo getroffen hadden in het leven, zoals patiënten van Duin en Bosch of kinderen die op school buiten de boot vielen. De Bakkerij was een gelegenheid waar ik mijn kinderen graag naar toe zou sturen.
Al met al kijk ik met veel plezier terug op de tijd dat ik voorzitter was. Er is voor De Bakkerij veel veranderd en het is een wonder dat na 40 jaar nog steeds jonge vrijwilligers (nu zonder ondersteuning) het oude gevoel levend hebben gehouden. Nog steeds is De Bakkerij een goede en veilige plek om uit te gaan en als je van muziek houdt, kom je altijd aan je trekken, zeker als je zelf vrijwilliger wordt.
Ik heb groot respect voor de jongeren, die ondanks alle tegenslagen en gebrek aan geld erin slagen om in Castricum het jongerenwerk vorm te geven.”
Rectificatie uit jaarboek 39: Ria Beens is voorzitter van de Bakkerij tot 1 mei 1990; zij werd opgevolgd door Janine Cornel-Draijer). In 1990 begon Janine Cornel-Draijer als voorzitter van De Bakkerij.
De tijden waren veranderd, maar de instelling en ideeën waren nog dezelfde als ruim tien jaar eerder. Op de top van de hype werd er bijvoorbeeld in 1994 een ruilbeurs georganiseerd voor Flippo’s. Dat waren schijfjes die bij de chips zaten en waarop verschillende stripfiguren waren afgebeeld.
“Dat was een leuke middag, maar het was wel apart om ouders te zien ruziën over een bepaalde Flippo”, vertelt Janine. “De vroegste plannen voor de nieuwbouw op het Bakkerspleintje waren er al in 1986.
Jaarboek 38, pagina 43
In die tijd waren er ook lezingen en optredens van nu bekende artiesten en vertellers. Zo trad Sanne Wallis de Vries wel eens op, gaf Midas Dekkers een lezing over zijn boeken, Roberto Jacketti & the Scooters waren te beluisteren en ook Hans Dulfer was een graag geziene gast.”
In De Bakkerij hebben ook bestuurders ervaring opgedaan. Jane Postelmans, de eerste secretaris van de Stichting Jeugdsociëteit Castricum, is wethouder in Castricum geworden, evenals Chris van der Hoeven. Ria Beens is in verschillende gemeenten wethouder en waarnemend-burgemeester geweest. Janine Cornel-Draijer kwam in de gemeenteraad en Arda Gerkens is zelfs lid van de Eerste Kamer geworden. Egbert Tates en Peter Broer, ook Bakkerij-ers van het eerste uur, zijn directeur geworden van grote welzijnsinstellingen. Zo hebben meerdere personen bestuurlijke roots in De Bakkerij liggen.
Oprichting Stichting Welzijn
Wethouder Jan Postma ging in januari 1994 de discussie aan om te komen tot een fusie van de Gemeenschapsraad, de Bakkerij en de Stichting Dienstverlening Ouderen Castricum in een te vormen Stichting Welzijn. De overweging was dat de drie instellingen geïsoleerd van elkaar werkten en dat door het bij elkaar brengen van beroepskrachten een kwaliteitsverbetering kon worden bewerkstelligd en doeltreffender op maatschappelijke ontwikkelingen gereageerd kon worden. De huidige doelgroep van De Bakkerij werd te beperkt gevonden.
Vele discussies en rapporten volgden daarop. De drie instellingen ondertekenden op 9 maart 1998 een intentieverklaring. Daarna werd met hulp van een extern bureau begonnen aan een draaiboek voor de organisatie van een nieuwe geïntegreerde welzijnsinstelling.
Op 20 april 2000 werd dan eindelijk de fusie van de drie instellingen bekrachtigd. Burgemeester Waal reikte de gemeentelijke legpenning uit aan de voorzitters van de Gemeenschapsraad, stichting Dienstverlening Ouderen en De Bakkerij, respectievelijk Jennie Plazier, Lyda de Nie en Fons Verbeek.
Stichting Welzijn en De Bakkerij
De gemeenteraad liet onderzoek doen naar een nieuw jeugdbeleid. Op basis van de beleidsnota ‘Preventief jeugdbeleid in de gemeente Castricum’ besloot de gemeenteraad in 1998 de aandacht meer te richten op tieners in plaats van twintigplussers, wat ook gevolgen moest hebben voor de inzet van jongerenwerkers. De door de gemeente gewenste doelgroep voor het jongerencentrum werd 12 tot hooguit 20 jaar, terwijl De Bakkerij zich altijd op een oudere groep richtte van 15 tot 25 jaar.
In verband met plannen voor een winkelcentrum aan het Bakkerspleintje werd de huur van de voormalige bakkerij opgezegd en in 1999 werd overeengekomen dat het pand nog gebruikt zou mogen worden tot de realisering van de nieuwe centrumplannen.
De gemeente nam de inspanningsverplichting op zich om voor het jongerenwerk geschikte vervangende ruimte in het dorpscentrum te zoeken. Ondertussen ging de stichting Jeugdsociëteit Castricum op in de Stichting Welzijn.
In 2003 kwam het pand van de discotheek Enjoy aan de Stationsweg te koop. Dat pand werd door de gemeente als een goede oplossing voor de nieuwe doelgroep gezien. De inmiddels gevormde stichting Welzijn oordeelde positief. De stichting opteerde voor een open inloopcentrum waar activiteiten voor tieners konden plaats vinden.
Enjoy paste in de nieuwe gemeentelijke visie op jeugd- en jongerenwerk. De subsidie moest met name aangewend worden voor de doelgroep 12-18 jaar. Maar de vrijwilligers van De Bakkerij wilde zich blijven richten op de doelgroep tussen de 16 en 25 jaar. Met de gemeentelijke keuze voor het tienercentrum was de zoektocht voor vervanging van de oude Bakkerij dus nog niet afgesloten.
Op 15 september 2004 werd de huur van de Bakkerij formeel opgezegd en sloot het jongerencentrum. Uit onvrede hiermee werd de Vereniging Vrienden van De Bakkerij opgericht op 10 januari 2005. Deze nam het stokje over en kreeg toestemming om het oude gebouw nog te blijven gebruiken zo lang dat mogelijk was. Op 19 februari 2005 opende De Bakkerij haar deuren weer, nu zonder beroepskrachten of exploitatiesubsidie. De vrijwilligers vormden weer het bestuur.
Joris Pekel vertelde het volgende:
“Ik kwam op mijn 15e al in De Bakkerij. Het was de enige plek waar je vrij en fijn kon zitten met teveel gel in je haar, een brilletje en een trui die je moeder nog uitgezocht had (lekker warm).
En toen ging ie dicht. Er moest gebouwd worden. En dus hop, stichting Welzijn er uit en het pand leeg. Alleen de bouwvergunning was nog niet rond en zodoende zou de Bakkerij als een doorn in het oog leeg staan aan het Bakkerspleintje. Het was dus tijd voor actie. De Vereniging Vrienden van de Bakkerij werd een feit en opeens zaten we met de gemeente om tafel.
Het hele proces kan ik me niet meer herinneren, maar na een aantal maanden was het hoge woord er uit: jullie krijgen niks, maar wel het pand zolang het niet echt plat gaat. Dat bleek stiekem het beste te zijn wat De Bakkerij ooit had kunnen over-
Jaarboek 38, pagina 44
komen: vier muren, een dak, een geluidsinstallatie, geen buren, geen geld, een bar en een heleboel vrijwilligers met meer motivatie dan ooit. En vergeet het koffiehuis niet. De bron van menig, wat later bleek, geniale avond, tevens ook de bron van veel waardeloze avonden maar die laat ik even buiten beschouwing (…).”
De gemeente had tijdens de eerste sluiting toegezegd om op zoek te gaan in Castricum naar een alternatieve locatie. Het poppodium kreeg echter niks en moest met niks alles doen. De activiteiten die op touw werden gezet liepen goed en De Bakkerij bevestigde zijn bestaansrecht in Castricum nog meer. Helaas kwam in december 2006 het ‘verlossende’ woord van de gemeente: ‘Er is geen alternatieve locatie voor De Bakkerij’. Een doffe klap voor de vrijwilligers, het bestuur en bezoekers.
Ondersteund door voldoende handtekeningen wisten Hans van Balgooi en Paul Schekkerman in 2007 door het eerste burgerinitiatief in Castricum een voorstel op de raadsagenda te krijgen voor een onderzoek naar vestiging op de locatie Dorpsstraat 24 en 24A. De gemeenteraad besloot op 8 maart 2007 een bedrag van 10.000 euro beschikbaar te stellen, maar het pand werd uiteindelijk aan derden verkocht.
De Bakkerij ging op 15 augustus 2007 definitief dicht. Rouwkransen, kaarsjes en liters lauwe Schultenbrau van de Aldi (liefkozend ook wel Sjoet genoemd) bezegelden het lot van ‘de ouwe bak’. In februari 2008 werd het pand definitief gesloopt om plaats te maken voor het nieuwe Bakkerspleintje.
De ‘Bakloze’ tijd
Tussen 2007 en 2010 is door de vrijwilligers en het bestuur gezocht naar een nieuw pand. Deze tijd staat in de historie van De Bakkerij bekend als de ‘Bakloze’ tijd. In die periode zijn er een heleboel leuke, toffe en interessante evenementen en optredens geweest in bevriende kroegen en podia.
Erwin Bennink, heel actief betrokken bij de Bakloze tijd, heeft daarover het volgende geschreven: “De Bakloze periode wordt het genoemd. Een ludieke, maar toch ook trieste verwijzing naar het feit dat De Bakkerij dakloos was geworden. Ik was toen net bezig om vrijwilliger te worden. Mijn carrière binnen De Bakkerij was al bijna voorbij, voordat deze goed en wel was begonnen. Gelukkig was dit niet direct het einde van De Bakkerij zelf. De vrijwilligers en de bezoekers van De Bakkerij zijn er de personen niet naar om snel op te geven. Waar een wil is, is een weg. Dat hebben ‘De Bakkerij-ers’, zowel recent als in het verleden, meerdere malen bewezen.
De Bakkerij kon toen terecht bij andere cafés en poppodia in de regio. Er werden afspraken gemaakt, avonden gepland en bandjes geboekt. Onze eigen apparatuur werd dan in de BakBus (een brandweerrode Ford Transit uit 1968) geladen en gereden naar de locatie. Met veel bellen, e-mailen en sms’en werden de chauffeurs, technici, til hulpen en entreeërs (de vrijwilligers die op een avond de entreegelden innen) tevoorschijn getoverd die de avonden voorbereidden en tot een succes maakten. De mensen hiervoor hadden we nog in huis of werden snel hiertoe opgeleid. Het werk kon verschillen van een rondje rijden met de BakBus (het lieve ding had nu eenmaal een eigen wil) tot een cursus geluidstechniek. Dat ging gepaard met een trouw publiek voor de avonden.
Jaarboek 38, pagina 45
Omdat er op een vrij regelmatige basis avonden werden georganiseerd, bleef men goed betrokken bij De Bakkerij. De avonden waren ook weer een gelegenheid om elkaar te spreken en het ‘wij-gevoel’ weer te beleven.”
Na de sluiting van De Bakkerij werd ongeveer een dag erna de leegstaande Voem Voembar aan de Dorpsstraat 52 gekraakt. De Voem Voem werd omgedoopt tot ‘De Voemerij’ en de Bakkerij-ers hadden wederom een pand.
Het bestuur ‘wist natuurlijk van niets’, zoals het liet blijken in een brief van augustus 2007 naar het gemeentebestuur: “Wij willen benadrukken dat deze actie niet door het bestuur van de vereniging is georganiseerd, doch dat het een actie betreft van een aantal bezoekers van De Bakkerij. Dit wil echter niet zeggen dat het bestuur geen begrip toont voor de actievoerders. Uit contacten die inmiddels hebben plaatsgevonden blijkt dat de kraak niet uit baldadigheid heeft plaatsgevonden, maar een protestactie is die als doel heeft om de grote behoefte te benadrukken aan een plek om activiteiten voort te zetten.”
En verder: “De mate waarin de actievoerders hart voor de zaak ten toon spreiden, laat ons niet onberoerd.”
Er werd dus, net zoals in de periode 1971-1974, zonder succes weer gezocht naar een plek voor De Bakkerij. Daarentegen vond in de Bakloze tijd een mooi nieuw festival plaats. In 2016 zal zijn tiende editie gevierd worden.
Uit je Bak Festival
Het ‘Uit Je Bak Festival’ werd voor het eerst in 2007 georganiseerd op het ‘oude stijl’ Bakkerspleintje. De reden was dat De Bakkerij uit haar pand moest en de vrijwilligers, leden en bezoekers nog eenmaal een feestje wilden bouwen.
Erwin Bennink: “Het allereerste Uit Je Bak Festival was een laatste mogelijkheid om nog flink te knallen voor en in De Bakkerij op het Bakkerspleintje. Waar het idee precies vandaan kwam, weet ik niet meer, maar er werd een jaar daarop (2008) een tweede editie georganiseerd. Ditmaal op De Brink. Ter plekke werd er een podium gebouwd, stonden er een paar kraampjes met informatie over De Bakkerij en was er een bar. Alle ingrediënten voor een goede dag waren er. Het enige wat toen niet meehielp was het weer. De wind en de regen gooiden toen flink wat roet in het eten.
Ondanks dat werd er besloten om in 2009 weer een Uit Je Bak festival te organiseren. Gelukkig konden we het jaar daarop in de oude campingwinkel Smitveld aan de Stetweg terecht. Het pand stond al enige tijd leeg en De Bakkerij kreeg het in bruikleen. Het podium, dat in de regen dienst had gedaan, bleek niet praktisch te zijn om elke keer opnieuw op te bouwen. In Smitveld werden door enkele handige mensen twee podiums gebouwd.
Smitveld betekende voor de mensen van De Bakkerij weer een plek om samen te komen, om te vergaderen en om te klussen. Het is zelfs de reden geweest om het Bakkerij Twitter-account te starten. Via Twitter werd er gecommuniceerd wanneer Smitveld, liefkozend Smiffelt genoemd, open zou zijn om te werken. De eerste tweet hierover is verstuurd op 21 juni 2009.
Er kwamen in die tijd ook nieuwe vrijwilligers aanwaaien die meehielpen met het bedenken en maken van decorstukken. Een prachtige periode die werd gevolgd door een zeer succesvol Uit Je Bak. Het was in mijn ogen een kantelpunt in de roerige geschiedenis van De Bakkerij. Het liet nogmaals zien dat De Bakkerij bestaansrecht heeft in Castricum en in een behoefte voorziet. Wat wij allemaal wisten en waarvoor wij hard aan het werk waren, werd nu nogmaals duidelijk voor de inwoners van Castricum.”
Op zoek naar een plek voor de derde editie van Uit je Bak in 2009 stapte de organisatie in de BakBus en maakte een rondje door Castricum.
“Het buitenpodium op Dijk en Duin, Camping Bakkum, het park bij de Oosterweide, we hebben veel locaties bezocht”, zegt Laurette Levi. Uiteindelijk viel het oog op het Willem de Rijkepark nabij Geesterduin aan de Soomerwegh. De vergunning werd aangevraagd bij de gemeente en werd, tot verbazing maar ook blijdschap van sommige vrijwilligers, toegekend. Het parkje was namelijk nog nooit gebruikt voor iets anders.
Laurette:
“In hetzelfde weekend was ook de kermis van Castricum, dus de gemeente was wat nerveus na het verlenen van de vergunning van Uit Je Bak. Op een zeker moment wilde de gemeente de vergunning terugtrekken, omdat twee grote evenementen in Castricum wellicht wat te veel was.”
Het bleek achteraf aardig mee te vallen. Tijdens de evaluatie met de gemeente in de week na het festival bleek zelfs dat de beheerder van de groenvoorziening laaiend enthousiast was geweest.
Jaarboek 38, pagina 46
Uit Je Bak had zijn plekje gevonden. Het festival kon tijdens de derde editie (de eerste in het park) groeien en door subsidie van de gemeente en het Europese Youth Action fonds kon de organisatie stappen zetten. Van een naar twee podia en met een line-up waar men nu U tegen zou zeggen: Go Back To The Zoo & Elle Bandita traden dat jaar op.
“Go Back To The Zoo kwam optreden alleen voor een compensatie van de reiskosten”, vertelt Laurette trots. Nog geen half jaar later braken ze door en spelen tegenwoordig vaak op grote feesten en festivals.
Dat de programmeurs van Uit Je Bak het wel vaker aan het goede eind hadden blijkt uit het volgende. In 2010 trad de band Moss op, die eind augustus van dat jaar op Lowlands speelde. Op Uit Je Bak was deze band nog gratis en in een kleinere setting te zien. Andere bands die nu zijn doorgebroken, zijn onder andere Dearworld, John Coffey en I am Oak. Allemaal in het verleden te zien geweest op Uit Je Bak.
Ook op Koninginnedag of nu Koningsdag wordt al vanaf 1974 jaarlijks een festival georganiseerd door vrijwilligers van De Bakkerij.
Zoektocht naar ruimte wordt voortgezet
Verder met De Bakkerij zelf. Ergens in 2008 had het bestuur een ander pand op het oog: de ‘Strawberry Queen’, het oude pand van Fatels tussen de Puikman en het station, waar nu Huis van Hilde staat. Ook het voormalige pand van Smitveld, waar nu een tractor- en landbouwwinkel is gevestigd, had een oplossing kunnen zijn.
De volgende serieuze optie was de verdieping boven café ‘Me Tante’. Oorspronkelijk heette dit café uit 1911 ‘De Landbouw’, zoals nog leesbaar is op de gevel. Het was de bedoeling dat de bovenwoningen omgebouwd zouden worden, maar dat plan bleek niet haalbaar.
Aankoop van het pand en uitbreiding daarvan met een zaal was de volgende optie. De gemeenteraad besloot op 26 februari 2009 om de 10.000 euro, eerder aan De Bakkerij toegekend naar aanleiding van het eerste burgerinitiatief van Castricum, ter beschikking te stellen voor onderzoek naar de haalbaarheid van deze plannen.
Een ondernemingsplan werd geschreven door de vrijwilligers en aan de bank voorgelegd. Er werd in principe positief gereageerd op een aanzienlijke financiering. Na maanden van onderhandelen sloten de Vereniging Vrienden van De Bakkerij en de eigenaar van café Me Tante in november 2009 een voorlopig koopcontract.
Het grootste gedeelte van de aankoop werd door een hypotheek gefinancierd, een kleiner deel was nog niet gedekt. Daarvoor werd hulp gezocht vanuit de gemeenschap. De gemeenteraad ging in januari 2010 akkoord met ondersteuning van de aankoop van het pand aan de Dorpsstraat 30. Een achtergestelde lening (de gemeente wordt als eerste aangesproken bij een faillissement) werd verstrekt en daarmee werd de financiering mogelijk, mede dankzij de jaarlijkse gemeentesubsidie. Samen met belangrijke bijdragen van de provincie en het Oranjefonds werd het plan haalbaar.
De verbouwing kon beginnen en in september 2010, na een grondige en creatieve verbouwing, was het dan zover. Een knallend openingsweekend zorgde voor een goede start.
Nieuwe zaal
Vanaf het begin was het de bedoeling om het pand om te bouwen tot een multifunctionele accommodatie.
Jaarboek 38, pagina 47
Aan de aankoop bleken een aantal haken en ogen te zitten. Het gebouw was niet geschikt als muziekcafé en zeker niet als poppodium. De geluidsisolatie liet zoveel te wensen over dat de Milieudienst in 2012 het geluid wilde beperken tot maximaal 78 decibel. Ter vergelijking: in een druk restaurant wordt al een hoger geluidsniveau gehaald. Dat betekende dat de inkomstenverwachting fors naar beneden moesten worden bijgesteld.
De Vereniging is tegen het opleggen van deze voorschriften in beroep gegaan en in november 2013 vond de rechtszaak plaats. De uitspraak in januari 2014 luidde dat de rechter het beroep gegrond verklaarde en het bestreden besluit van de gemeente vernietigde. Het besluit van de rechtbank kwam er op neer dat de isolatie die aan het pand was toegevoegd, voldoende was om te voldoen aan de geluidsnormen, gegeven de ligging van het pand.
In september 2012 werd een omgevingsvergunning afgegeven voor de bouw van de nieuwe zaal achter De Bakkerij en daartegen werden zes bezwaarschriften ingediend. In afwachting van de uitslag van de lopende procedures werd besloten om het bestaande café te verkleinen en van extra geluidsisolatie te voorzien om een betere exploitatie mogelijk te maken. In het café werd een extra wand aangebracht, de zaal werd verkleind, er kwamen deuren in de bogen aan de voorkant en het dak en de wanden werd extra geïsoleerd.
Pas in 2014 werden alle procedures met goed resultaat beëindigd. De geluidsproblemen, de opgelegde sancties en de lange periode voordat de omgevingsvergunning definitief was, veroorzaakten een financiële aderlating, zowel voor de Vereniging Vrienden van De Bakkerij als voor de Stichting Meergranen. Deze stichting beheert het pand en treedt als verhuurder op.
Wethouder Klijnstra en Aad de Wit, voorzitter van de Stichting Meergranen, sloegen op 4 oktober 2014, 40 jaar na de eerste opening van De Bakkerij, de eerste paal voor de nieuwe zaal die afgelopen zomer (2015) werd opgeleverd. De vrijwilligers hebben, met gelden van de actie ‘Bak een steen voor De Bakkerij’, de ruimte van binnen omgetoverd tot een waardig podium. Daarmee kwam een eind aan een lange strijd van veel vrijwilligers en sympathisanten. De Bakkerij wil met de nieuwe multifunctionele accommodatie samen met andere partijen uit het dorp aan een nieuw hoofdstuk beginnen.
Elke Ross
Bronnen:
- Regionaal Archief Alkmaar.
- Archief De Bakkerij.
- Archief gemeente Castricum.
- Noord-Hollands Archief.
Met dank aan:
Hans van Balgooi, Ria Beens, Erwin Bennink, Jurgen Brand, Janine Cornel-Draijer, Miranda Giling-Hemmer, Chris van der Hoeven, Hester Jonk, Laurette Levi, Erik Mooijman, Joris Pekel, Jorinde Reijnierse, Fons Verbeek, Aad de Wit en Eelco Zwikker.
- Verschenen jaarboekartikelen over verenigingen in Castricum:
- amateurtuinders
- atletiekvereniging AVC
- Bakkerij
- biljart
- bridge Bricas
- carnaval
- fanfare
- gymnastiek
- hengelsport
- Kennemer ijsbaan
- Perspectief
- muziek
- rugby
- scouting
- tennis
- toneel
- turnen
- voetbal
- volleybal