Niets uit deze publicatie mag worden overgenomen zonder toestemming van de Stichting Werkgroep Oud-Castricum.
Jaarboek 9, pagina 19
De Albert’s Hoeve
Te midden van de weilanden ver verwijderd van andere bebouwing stond aan de Bogaardsdijk een boerderij, die in deze eeuw de Albert’s Hoeve is gaan heten. Al op een zeer oude kaart van omstreeks het jaar 1600 treffen we op of nabij dezelfde plaats hier een boerderij aan.
Recente opgravingen doen vermoeden, dat al kort na de aanleg van de Bogaardsdijk aan het einde van de 12e eeuw op deze plaats reeds van bewoning sprake is. Opvallend is dat de archeologische vondsten een aaneensluitende bewoningsperiode aangeven van achtereenvolgens kogelpot-, Pingsdorf-, Paffrath- en Siegburg aardewerkscherven.
De bouwvallige boerderij, die in 1985 is gesloopt, is vermoedelijk in de 18e eeuw nieuw gebouwd. Hoe zijn voorganger er heeft uitgezien weten wij niet; bij toeval is de eerdergenoemde kaart ontdekt; hierop is de vroegere boerderij – zij het zeer klein – weergegeven, waardoor we toch een indruk krijgen.
Over de bouw van de Albert’s Hoeve in de 18e eeuw is niets te vinden. De eerste verkoping, die in oude akten tot nu toe werd aangetroffen, is in 1797 (noot 1), waarbij de boerderij met omliggende landerijen wordt aangekocht door ene Frans van Dijk voor 4.950 gulden. Dertien jaar later wordt de boerderij met circa 12 hectare weiland verkocht aan Evert Asjes. Hiermee begint in 1810 de lange periode dat de boerderij in het bezit is van de familie Asjes.
De Familie Asjes
Evert Asjes is geboren in 1757 in Dalfsen in Overijssel. Met twee broers komt hij naar deze omgeving en gaat in Heemskerk wonen. In 1786 trouwt hij met de Heemskerkse Codijntje Hessing en zij gaan wonen op de Brabantsche landbouw, een boerderij in het duingebied van Castricum. Uit hun huwelijk worden aldaar 9 kinderen geboren.
Het vergaat Evert financieel kennelijk goed, want in 1810 (noot 2) kan hij de hier besproken boerderij met het land in de Oosterbuurt kopen voor de somma van 4.450 gulden; in die tijd een aanzienlijk bedrag. Dat het hem goed gaat blijkt ook uit het feit dat hij in Castricum de op een na hoogste belastingaanslag moet betalen. Van 1814 tot 1826 is Evert Asjes tevens ouderling in de Nederlands Hervormde kerk. Na zijn overlijden gaat de boerderij en het land in 1827 over op zijn zoon Albert (noot 3).
Inmiddels is het bezit gegroeid tot ruim 17 hectare. Hoe groot die bezittingen zijn, komt pas in 1830 aan het licht, als in Nederland het Kadaster wordt ingesteld. Nauwkeurig zijn de percelen gemeten en de functies ervan genoteerd. Op de kaart die in dat jaar is gemaakt van de boerderij en het omliggende land is duidelijk te zien dat ten westen van de hoeve de zo geheten ‘Voorweid’ ligt (groot 2,8 hectare) en dat dit land wordt doorsneden door een voetpad vanaf de Breedeweg richting boerderij. Direct ten noorden van de boerderij is een kleine moestuin gesitueerd (17 are) en ten zuiden ligt een boomgaard van 9,2 are. Oostelijk van de Bogaardsdijk loopt een sloot. De overige percelen land liggen her en der verspreid in de Castricummerpolder en wel volgens het Kadaster in de sectie C; te weten nummers 59 en 60 ‘het Lange Stuk’ groot ruim 3 hectare, nummer 62 ‘de Aalmoeskamp’ groot 1,4 hectare en nummer 63 ‘de Boschakkers’ ook wel ‘het Kromme Stuk’ geheten groot 2,4 hectare.
Aan de Korendijk ligt het weiland ‘de Kampjes’ (nummer 193) groot 3,2 hectare, aan de Uitgeesterweg ‘het Roobusch’ (nummer 214) groot 1,6 hectare en aan de Breedeweg twee akkers bouwland (groot elk circa 26 are).
afb. 2 Hier is de boerderij uit een kaartboek van omstreeks 1640. Aan de andere kant van de (Kerke)dijk is ook hier de watermolen aangegeven.
Jaarboek 9, pagina 20
afb. 3 Een plattegrond van de boerderij met schuren en omliggende weilanden omstreeks 1830; vanaf de boerderij loopt door het weiland de Voorweid’ een voetpad naar de kruising Cieweg-Breedeweg.
De zoon Albert is geboren in 1793 en trouwt in 1825 met Elisabeth de Bie, dochter van de gemeenteontvanger en schilder Wouter de Bie. Uit hun huwelijk worden 10 kinderen geboren. Elisabeth overlijdt reeds in 1839 op 36 jarige leeftijd bij de geboorte van het jongste kind. Na haar overlijden worden de bezittingen tot en met het huisraad in de boerderij geïnventariseerd om te zorgen voor een eerlijke verdeling van haar nalatenschap tussen haar man en de nog minderjarige kinderen. In de notariële akte (noot 4) van deze inventarisatie kunnen we een aardig idee krijgen van de inrichting van de boerderij en de waarde van het huisraad en de veestapel.
Inrichting boerderij
Volgens deze inventarisatie is de boerderij ingedeeld in de woonkamer, het voorend, de opkamer en de horn (keuken?). In de woonkamer zijn onder andere 1 tafel, 8 stoelen, 1 kast, 1 bedstee, 2 klokken en een (open) haard. De waarde van de tafel en de 8 stoelen wordt geraamd op in totaal 3,30 gulden, terwijl de 2 klokken, die in vergelijking vrij kostbaar geweest moeten zijn, worden getaxeerd op 15 gulden.
In het voorend zijn onder andere 2 tafels, 4 stoelen, 1 lessenaar, 1 glazenkastje en enkele schilderijen. De opkamer is ingericht als slaapkamer met 2 bedden en een kastje; in de horn staan 3 (was)ketels, 3 emmers en een rekje met borden.
De veestapel bestaat uit 20 koeien, 4 vaarzen, 8 pinken, 2 paarden en een zeug. Een koe wordt getaxeerd op 55 gulden per stuk. Verder zijn er 2 boerenwagens, 1 oude speelwagen en gereedschappen voor het kaas- en boter maken.
Naast het werk op het grote boerenbedrijf is Albert evenals zijn vader ook actief in de Nederlands Hervormde kerk; hier komen we hem tegen als kerkvoogd en kerkmeester. Op 16 december 1860 overlijdt Albert Asjes, zijn bezittingen gaan daarbij over op zijn zoon Arie. In de akte van eigendomsoverdracht (noot 5) die is gepasseerd voor notaris Breedt Bruijn te Uitgeest bestaat de nalatenschap uit “een huismanwoning (boerderij) genaamd de Boterdijk, erve, werf, dorsch, hooiberg, loods, stalling, wagenhuis, buitenstookplaats met bakkersoven, boet, tuin en boomgaard”; verder uit diverse percelen weiland.
Arie is geboren in 1833; hij trouwt in 1861 met Dieuwertje Bommezij, een schatrijke boerendochter uit de Schermer. Van haar ouders erft zij onder andere een boerderij met 21 hectare land. Door zijn ruime financiën kan Arie diverse percelen weiland kopen ter grootte van ruim 22 hectare, waaronder de Aalmoeskamp (sectie C nummer 62) en het Kromme Stuk (nummer 63) – deze percelen waren reeds in het bezit van zijn vader, maar waren door zijn broer Hendrik geërfd -, verder de Ossenkamp (nummer 131), de Rietkamp (nummer 21) en vier grote percelen weiland, direct ten oosten van de boerderij (nummer 35 tot en met 38). In de sectie B koopt Arie het weidje bij huis in de Oosterbuurt (nummer 809) en de Damakkers (nummer 444).
Jaarboek 9, pagina 21
Arie is naast veehouder, grootgrondbezitter ook kerkvoogd. Uit zijn huwelijk wordt in 1864 een zoon Albert en in 1867 een dochter Grietje geboren. Arie overlijdt op 88 jarige leeftijd in 1921; na zijn overlijden wordt de boerderij met maar liefst 31 hectare land door zijn zoon Albert geërfd. Zijn dochter Grietje, gehuwd met Cornelis Schermerhorn, veehouder in de Schermer, erft een boerderij met 21 hectare land in de gemeente Ondorp.
Albert Asjes blijft ongehuwd, hij geeft de boerderij de naam Albert’s Hoeve en weet zijn bezit in de loop der jaren met nog enkele percelen weiland met een totale grootte van bijna 8,5 hectare uit te breiden, te weten het Lutjeven (sectie C nummer 33), het Braveld (nummer 58) en de weilanden Kist en Kamer (nummers 65 en 69). Albert houdt zich niet actief bezig met de veehouderij. Zijn land verhuurt hij grotendeels tegen billijke prijzen aan verscheidene Castricummers; voor zijn paarden reserveert hij wat hooiland; paarden zijn namelijk z’n grote liefhebberij (noot 6).
De eendenkooi van Albert Asjes
In de jaren (negentien) dertig laat hij eveneens uit liefhebberij op een paar honderd meter van de boerderij een bossage aanleggen en een vijver graven. Op 12 juli 1937 richt hij een verzoek aan Hare Majesteit de Koningin om deze vijver (“waarin zich inmiddels vele eenden plegen op te houden”) te mogen inrichten tot eendenkooi. Omdat deze eendenkooi gelegen is te midden van eigen landerijen, is het voor hem niet noodzakelijk, zijn eendenkooi af te palen (voor dit begrip zie het artikel over de oude eendenkooi in dit jaarboekje). De wildschadecommissie heeft hierbij geen bezwaar in verband met de onschadelijke ligging van de vijver voor de omgeving. Omdat de aanvrager Albert Asjes dan al 71 jaar oud is en er ook geen recht van afpaling wordt verzocht, acht de commissie een persoonlijke vergunning tot uitoefening van het kooirecht voldoende.
Urenlang observeert Albert, als groot dierenliefhebber, vanuit zijn schuilplaats de soms duizenden eenden. De kooi is nooit in gebruik geweest voor het vangen van eenden.
Albert Asjes gaat met zijn tijd mee; de Albert’s Hoeve is in Castricum een van de eerste boerderijen, waarin elektrisch licht wordt aangelegd, ook is hij een van de eerste autobezitters in Castricum.
Stichting ‘het Albert Asjesfonds’
Op 16 oktober 1939 overlijdt Albert. In zijn testament heeft hij bepaald dat zijn gehele bezit moet worden ondergebracht in een op te richten stichting ‘het Albert Asjesfonds’. Het hoofddoel van de stichting zal zijn de boerderij in stand te houden en de opbrengst van het bedrijf te besteden aan godsdienstige- en liefdadige doeleinden.
De kerkvoogdij van de Nederlands Hervormde Gemeente zal het bestuur van de stichting moeten vormen; de boerderij moet de naam Albert’s Hoeve blijven dragen en door een protestantse boer worden bewoond. Ook de eendenkooi moet in stand worden gehouden en dienen als rustplaats voor vogels.
Op overeenkomstige wijze wordt het testament gevolgd; de boerderij wordt vanaf 2 maart 1940 door de stichting verpacht aan boer Jacob Roele. De oude Roele is op 88 jarige leeftijd in 1977 overleden; zijn kleinzoon zet het bedrijf voort.
Krachtens de eerdergenoemde testamentaire beschikking kan de stichting de bezittingen niet verkopen. Ingevolge een gerechtelijke uitspraak wordt de stichting in 1976 gemachtigd tot de verkoop en tot liquidatie van de stichting. Kort daarop komen de weilanden vrij voor de toekomstige oostelijke uitbreiding. In 1985 is hiermee een eerste begin gemaakt, te weten de bouw van 12 HAT (red: Huisvesting Alleenstaanden en Tweepersoonshuishoudens) eenheden in een te herbouwen Albert’s Hoeve.
Het handhaven van de Albert’s Hoeve en ook van de eendenkooi als toekomstige plantsoenvoorziening is een juist besluit van het gemeentebestuur en getuigt van enig respect voor de laatste wens van de legendarische Albert Asjes.
S.P.A. Zuurbier
Noten:
- dd. 5 april 1797 Oud Recht. Archief van Castricum.
- dd. 5 maart 1810 idem.
- dd. 7 maart 1827 notaris Jacob Nuhout van der Veen.
- dd. 7 mei 1861 notaris C. Breedt Bruijn.
- dd. 17 december 1921 notaris FW.A. van Riet.
- 2e jaarboekje Oud Castricum: “Wie was Albert Asjes”.
- tekening H.M. Vermanen.
- Verschenen jaarboekartikelen over Albert Asjes:
- Albert Asjes
- Alberts hoeve
- Testament van Albert Asjes